• No results found

De onbegrijpelijke strategie van CD&V

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De onbegrijpelijke strategie van CD&V"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,30

73ste jaargang • nummer 30 • donderdag 27 juli 2017 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Politicoloog Carl Devos (UGent) had over- schot van gelijk in zijn meest recente column in De Morgen: eigenlijk staat de regering- Michel in een aantal dossiers even ver als bij het aantreden van de ploeg in de herfst van 2014. De CD&V blijft zich profileren als links geweten van de regering en wil dus extra belastingen en geen beperking van de uit- gaven om de overheidsfinanciën op orde te krijgen. Er is al gigantisch veel politiek kapi- taal verspild in de zoektocht naar een nieuwe belasting op vermogen of naar het beperken van de uitgaven. Het was altijd CD&V tegen de rest (Open Vld, N-VA en in iets mindere mate de MR).

Wie de cijfers bekijkt, kan niet anders dan besluiten dat de christendemocraten geen poot hebben om op te staan. België behoort nog altijd tot de top drie van industrielanden als het over fiscale druk gaat.

En de uitgaven blijven met 50 procent van het bbp veel te hoog. Dus moeten die uitga- ven omlaag. Men zou beter daar wat meer politiek kapitaal in steken. Maar neen, CD&V kiest voor een centrumlinkse koers en wil die mordicus aanhouden.

Anders dan onder Di Rupo

Dat blijft vreemd, omdat Wouter Beke het in 2014 echt zat was om met de socialisten te moeten regeren. Iedereen was de PS beu, want met Di Rupo kon er enkel sprake zijn van hogere of nieuwe belastingen, die dan vooral door de Vlamingen werden betaald.

De CD&V koos dan ook voor een centrum- rechtse regering, maar ging prompt een links discours houden.

Een discours waar het zich onder Di Rupo altijd van gedistantieerd had. Wat moeten we daar nu van denken? De jezuïtische quote van Herman van Rompuy – “in een centrum- rechtse regering zijn we allemaal ACW’ers”

– kunnen we maar best laten voor wat die waard is.

De linkse koers van de CD&V dient een ander doel. Ten eerste aantonen dat een federale regering zonder de PS geen grote hervormingen kan doorvoeren. Dat akkoor- den ook binnen een centrumrechtse ploeg moeilijke evenwichtsoefeningen van geven en nemen zijn. Beke wil vooral aantonen dat de N-VA geen sociaaleconomische revolutie kan ontketenen.

De veranderingen waarmee de Vlaams- nationalisten in 2018 en 2019 zullen kunnen uitpakken, zijn beperkt: een beperkte verla- ging van de personenbelasting, minder las- ten voor bedrijven en een iets strenger asiel- beleid, maar bijvoorbeeld geen begroting in evenwicht. En de overheidsuitgaven? Die zijn één keer (in 2015) gedaald.

De andere jaren bleven ze stijgen, zij het

minder dan vroeger. Belgischer kan het niet:

overheidsuitgaven doen dalen staat hier gelijk aan ze minder snel doen stijgen.

Ondertussen heeft Kris Peeters de geplande arbeidsmarkthervormingen vak- kundig uitgehold door voor zowat alles het fiat van de vakbonden te vragen.

Op zoek naar het gat op links

De eerste strategie van Beke, die erin bestaat aan te tonen dat de N-VA slechts beperkte hervormingen kan doorvoeren zonder de socialisten, is grotendeels bereikt.

De tweede strategie heeft betrekking op de CD&V zelf. Hoe vermijden dat de partij verder afkalft richting 15 procent?

Bij de andere partijen is te horen dat de CD&V in 2018 en zeker in 2019 zal inzetten op het aanspreken van het centrumlinkse electo- raat. De oude christendemocratische kiezers zijn immers aan het uitsterven. Dat heeft een grotere impact op de peilingen dan de fratsen van vicepremier Kris Peeters.

Dus moeten nieuwe kiezers worden gezocht. En al behoort voorzitter Wouter Beke niet tot de linkerzijde in de partij, het is op links dat er een gat moet worden gezocht in de electorale markt. Rechts en centrumrechts zijn volledig ingenomen door Vlaams Belang en N-VA en het wordt onmogelijk daar in te breken, zeggen de CD&V’ers. Kijk maar naar Open Vld, dat een rechts economisch dis- cours houdt, maar toch wordt overdonderd door de N-VA.

Dus hopen Beke en co de centrumlinkse kiezer te overtuigen. Dat zouden dan mal- contenten zijn van sp.a of stedelijke chris- tendemocraten die de voorbije jaren naar Groen zijn overgestapt. Er is bij een deel van de Groen-kiezers een groeiende ergernis te merken over het hyperkinetische gedrag van Kristof Calvo.

Vraag is of CD&V erin zal slagen die groep kiezers te overtuigen. Dat er stemmen te rapen vallen bij centrumlinks is een feit. De sp.a hangt in de touwen. Door de schandalen bij zusterpartij PS, maar ook omdat voorzitter John Crombez geen antwoord klaar heeft op radicaal-links en het in de peilingen steeds beter scorende Groen.

Nu zullen vele centrumlinkse kiezers zich wellicht van de sp.a afkeren, maar daarmee stemmen ze nog niet op de als oubollig geper- cipieerde CD&V. In hun ogen zijn het tsjeven en blijven het tsjeven. Gaan (oud-)leerkrach- ten van het Gemeenschapsonderwijs, lagere ambtenaren die hun benoeming aan de SP te danken hebben of stedelijke bobo’s - allemaal de sociologische sp.a-kiezers van de 21ste eeuw - op de ‘kaloten’ stemmen?

De kans is klein.

De centrumlinkse campagne die de CD&V nu al bijna drie jaar voert binnen de fede- rale regering, heeft een electoraal doel: tegen 2018 en 2019 een nieuw kiezerspubliek aanspreken aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Het is volgens voorzitter Wou- ter Beke de enige manier om politiek te kunnen overleven nu het christendemocrati- sche electoraat letterlijk uitsterft. Het is twijfelachtig of deze gok van CD&V veel kans op slagen heeft.

De onbegrijpelijke strategie van CD&V

Calvo, de brandnetel

aan de voeten van premier Michel

Bpost: Et pour les Flamands...

Laat ik het deze keer eens niet hebben over de verzendingsperikelen van bpost.

Niet dat bpost ons geen wekelijkse kopzorgen bezorgt, want elke week is het bang afwachten of het ’t Pallieterke op tijd bezorgd wordt.

Neen, laat ik het even hebben over het taal- gebruik van bpost in Brussel. Onze trouwe lezer Jozef de Vocht, woonachtig in Sint-Lam- brechts-Woluwe, meldt het volgende. Hij is een oprechte Vlaming die eist dat hij in het Nederlands te woord wordt gestaan door een- der welke officiële instelling in het Brusselse.

Daar is strikt genomen niets radicaals aan, want wat dhr. De Vocht verlangt, is niet meer of niet minder dan de naleving van de taalwet- ten. De heer De Vocht bestelde enige tijd gele- den aan aantal postzegels bij bpost. Hij kreeg die daadwerkelijk toegestuurd, alleen was zijn thuisadres volledig verfranst. Hij woont plots niet meer in de Tiendagwandlaan maar in de Avenue des Dix Arpents.

Onze verbolgen lezer nam onmiddellijk contact op met Bpost om te protesteren, zowel met de klantendienst als met de juri- dische dienst. Antwoord van bpost: “Onze excuses voor uw adresgegevens die in het Frans staan, MAAR ONS SYSTEEM GEEFT DIT AUTOMATISCH IN.” Ik zet dat laatste even in hoofdletters. Vraagt een Nederlandstalige Brusselaar iets aan BPOST, dan worden diens huisgegevens automatisch omgezet naar de Franse versie. In een brief wordt dit door bpost

bevestigd: “Bpost verzekert u dat het alle mogelijke inspanningen doet om de taal- wetgeving te respecteren, maar is er zich van bewust dat er zich in sommige geval- len (postcodes tussen 1000 en 1200) een fout voordoet van zodra de klantenadvi- seur een adres probeert in te brengen in het Nederlands. De Nederlandse straat- naam wordt dan door het systeem auto- matisch omgezet in het Frans en dit kan nadien niet meer aangepast worden.”

Zo gaat dat in België anno 2017. Bevoegd minister voor Bpost is ene Alexander de Croo (Open Vld). Bpost is immers voor 51 procent in handen van de Belgische staat.

Ik denk niet dat minister De Croo wakker zal liggen van dit taalprobleem.

Maar mag ik de N-VA-staatsmannen in de federale regering misschien vragen (en van hen verlangen) dat ze het probleem eens aankaarten bij hun bevoegde collega? Het is mooi om te roepen: “We laten Brussel niet los”, maar zorg er dan ook voor dat respect wordt afgedwongen voor de Nederlandstali- gen in Brussel. Ook dat is een taak van elke N-VA-minister.

Karlvan CamphoofdredaCteur

Mark Grammens, journalist voor Vlaanderen Lees blz. 3

(2)

Actueel 27 juli 2017

2

Uit de smalle beursstraat

Zagen en janken over belastingen die er al zijn

CD&V - vooral bij monde van voorzitter Wouter Beke en zijn

‘sidekick’, de zeer linkse en vanuit de Vlaamse regering invloed- rijke Hilde Crevits - wou zo’n belasting als compensatie voor een verlaging van de vennootschapsbelasting of de taks op bedrijfswinsten. Geen van beide maatregelen werden eind vorig jaar doorgevoerd. CD&V bleef druk zetten, maar besloot de eis om een meerwaardebelasting te laten vallen. Een andere vorm van fiscale rechtvaardigheid was ook aanvaardbaar. Lees:

een nieuwe belasting op vermogenswinsten waarmee de ach- terban kon worden gepaaid. “En een echte belasting”, was bij de christendemocraten te horen. Geen nieuwe speculatietaks of rijkentaks. Die werden bij het aantreden van de regering ingevoerd, maar zijn ondertussen wegens inefficiënt opnieuw verdwenen.

Roerende voorheffing en beurstaks

Wat op tafel lag en bij het afsluiten van deze rubriek nog altijd een optie leek, was een belasting op effectenrekenin- gen. Dat is een soort zichtrekening, maar dan voor aandelen

en obligaties, met een waarde boven 1 miljoen euro. Daarop zou een belasting komen van 0,01 procent, al kon daar nog mee gegoocheld worden.

Open Vld blijft zich daartegen verzetten. Terecht. CD&V wekt de indruk dat dit een nieuwe belasting is die rijke beleggers en spaarders eindelijk zal belasten. Maar zo’n belastingen bestaan al. Het is dus vreemd dat de christendemocraten daarover blij- ven zagen en janken. Beleggers en spaarders moeten al heel wat afstaan van hun vermogen en de vermogensopbrengsten.

Om te beginnen is er de roerende voorheffing op dividen- den van aandelen en op de rente van zichtrekeningen, ter- mijnrekeningen, kasbons en obligaties. Dat tarief is sinds eind 2011 verdubbeld, al is de rente op spaarboekjes vrijgesteld tot 1.880 euro. Daarnaast is er een beurstaks bij de aan- en ver- koop van aandelen en obligaties en bij de verkoop van beleg- gingsfondsen van het kapitalisatietype. Het tarief voor aande- len bedraag 0,27 procent, voor obligaties 0,09 procent en voor fondsen 1,32 procent. Verder moeten beleggers ook beurstaks betalen als ze via buitenlandse makelaars effecten kopen en

verkopen. Een spaar- en beleggingsverzekering kost boven- dien 2 procent belasting.

Partijpolitiek van laagste niveau

Het zijn trouwens niet alleen kapitaalkrachtige spaarders die de staatskas spijzen. Ook de gemiddelde man in de straat wordt al geraakt door allerlei belastingen op vermogens en ver- mogenswinsten. Denk maar aan de onroerende voorheffing die iedereen betaalt op de eigen woning. Verder zijn er nog de registratierechten en successierechten die in België tamelijk hoog liggen. De totale belastingdruk op vermogen is in België al relatief hoog. Met 3,5 procent van het bbp behoort ze tot de drie hoogste van de OESO-landen, enkel Frankrijk en Groot- Brittannië scoren hoger. De belastingen op vermogens en ver- mogenswinsten bedragen in de buurlanden samen gemiddeld 2 procent van het bbp en in de Scandinavische landen (toch landen met een hogere fiscale druk) 1,5 procent van het bbp.

België is ondanks het beleid van de regering-Michel al kam- pioen in belasting op arbeid. Ook die op vennootschappen behoort tot de hoogste van de industrielanden. In de belastin- gen op vermogen staan we op het derde trapje van het podium.

Kan het de bedoeling zijn de eerste plaats te bezetten? Waarom er nog nieuwe taksen aan toevoegen? Gewoon om de krim- pende linkse achterban van de CD&V te paaien. Dat is partij- politiek van het laagste niveau die geen enkel oog heeft voor de welvaart van de burgers.

Angélique VAnderstrAeten De CD&V blijft tegen beter weten in pleiten voor één of andere nieuwe vermogenstaks. Louter symboliek. De

belastingen op vermogen en vermogenswinsten zijn in België al royaal aanwezig. In de herfst van vorig jaar viel de federale regering bijna over de discussie of er al of niet een meerwaardebelasting op aandelen moest worden ingevoerd. Die bestaat in de meeste landen maar niet in België.

Hoofdzetel:

Hoogstratenplein 1 2800 Mechelen

5 minuten

persoonlijke moed!

Voor een Vlaamse

sociale zekerheid!

Bel gratis 0800 179 75 of surf voor ons kantorennetwerk even naar vnz.be

Word lid van het VNZ

Een eeuw Vlaamse vliegvelden

Dit jaar vieren nogal wat Vlaamse vliegvelden hun honderdste verjaardag. Niet toe- vallig, omdat vele door het Duitse leger werden aangelegd gedurende de Eerste Wereld- oorlog, en dan vooral in 1917. Sommige vliegvelden verdwenen. Andere bleven bestaan en overleven, soms met moeite. Wij pikken er van elk eentje uit. Het verdwenen vlieg- veld van Scheldewindeke-Dikkelvenne, ooit het decor van de eerste grote militaire lucht- ramp, en Wevelgem, het huidige ‘Flanders International Airport’ bij Kortrijk, dat sterke ambities koestert als zakenluchthaven en zich profileert als een te duchten concurrent voor de vliegvelden van Antwerpen-Deurne en Oostende.

Op 17 december 1903 slaagden de fietsen- makers Wilbur en Orville Wright erin om met hun Flyer een kleine minuut op enkele meters hoogte in de lucht te blijven, over een afstand van ongeveer 260 meter. Zij konden toen niet vermoeden dat ongeveer tien jaar later de vechtende eenheden in de Vlaamse West- hoek voor het eerst geconfronteerd werden met vliegende militaire tuigen, die razendsnel waren ontwikkeld. Samen met machinegewe- ren, tanks en duikboten vormden zij de aanzet van een oorlogsvoering op industriële schaal.

Vliegtuigen werden in het begin vooral ingezet voor observatie, maar al vlug ontdekte men de mogelijkheid om de vijand vanuit de lucht te bestoken met bommen. Hier start de geschie- denis van het verdwenen vliegveld Schelde- windeke-Dikkelvenne, nu deels grondgebied Oosterzele en Gavere in Oost-Vlaanderen.

Reuzenvliegtuigen

Onder impuls van onder meer graaf Zeppelin bouwden de Duitsers vanaf 1915 Riesenflug- zeuge (reuzenvliegtuigen) om zware bommen te kunnen gooien op doelen in Frankrijk, Enge- land en boven de Westhoek. In 1917 werd in Scheldewindeke-Dikkelvenne een gepast ter- rein gevonden om de nieuwe vliegtuigen, die een spanwijdte hadden van 42,20 meter, te laten opstijgen en landen. Er was ook behoefte aan ruimte om de nodige logistieke infrastruc- tuur uit te bouwen. Volgeladen met bommen was de startcapaciteit van een reuzenvliegtuig ongeveer 13 ton, een gewicht waarmee men al eens vast kwam te zitten in het zompige gras.

Daarom kreeg het vliegveld van Scheldewin- deke-Dikkelvenne de eerste verharde start- baan van het land.

Bombardementsvluchten werden voorna- melijk uitgevoerd op Londen, Dieppe, Abbe- ville, Calais en Le Havre. Door de bewolking, beperkte zichtbaarheid en het gebrek aan de juiste instrumenten voor blindvliegen, wist de bemanning soms zelf niet waar de bommen precies waren gelost. Mist was ook de oor- zaak van de grootste vliegramp tijdens de Eer- ste Wereldoorlog. In de nacht van 9 op 10 mei 1918 verongelukten drie van de vier reuzen- vliegtuigen die van een bombardementsop- dracht terugkwamen. Omstreeks middernacht was hun thuisbasis in Scheldewindeke-Dikkel- venne omhuld door een dikke grondmist. Aan de piloten van de R32, R29, R26 en R39 werd daarom gevraagd om te landen in Evere, maar zij gaven daaraan geen gevolg. Wellicht waren ze na hun opdracht te moe om nog een uur ver- der te vliegen. Na meerdere landingspogingen

vlogen de R32 en de R29 tegen bomen rond het vliegveld. De R32 had nog een resterende lading bommen aan boord. Het vliegtuig ont- plofte en brandde volledig uit. De piloot van de R29 kon brand voorkomen, maar ook dat vlieg- tuig werd volledig vernietigd. De R26 landde te vroeg en schoot eveneens in brand. Alleen de R39 kon landen, op indicatie van het licht van de brandende wrakken.

Bij de crashes kwamen 15 bemanningsle- den om het leven. De overige werden zwaar- gewond. Ieder reuzenvliegtuig bood plaats aan negen bemanningsleden. Ook na dat ongeval werden vanuit Scheldewindeke-Dikkelvenne bombardementsvluchten gevlogen, tot op het einde van de oorlog. Bij hun terugtrekking ont- mantelden de Duitse troepen het vliegveld; zij vernietigden de landingsbaan met explosieven.

Nadien verdween de voormalige ’Flugplatz’ in de vergetelheid.

Ter gelegenheid van de honderdste verjaar- dag loopt in De Poort, de toeristische dienst van Gavere, een bescheiden tentoonstelling die het bestaan van dit vliegveld en de lucht- ramp in herinnering brengt met fotomateri- aal, kaarten en maquettes. Auteur Jean-Marie Schepens van VVV ’t Gaverland schreef onder de titel ‘Nog drie uur vliegen naar Londen’ ook een fraai boek over dit stuk minder gekende Vlaamse luchtvaartgeschiedenis.

Schengen

Het vliegveld van Kortrijk-Wevelgem werd door de Duitse troepen gebruiksklaar gemaakt in het late voorjaar 1917 en werd door hen Flugplatz Bisseghem genoemd, naar het nabij- gelegen Bissegem, al lag het grootste deel van het terrein van 29 ha op het grondgebied van Wevelgem. Het vliegveld werd in beide wereld- oorlogen door de Duitsers effectief gebruikt.

Van 1924 tot 1940 was de militaire vliegschool daar ondergebracht, met bijbehorende kazer- nes.Na de Tweede Wereldoorlog stockeerde en herstelde men er vliegtuigen. Er was zelfs een bergingsdienst voor neergestorte toestellen.

Pas in 1969 liet het ministerie van Landsverde- diging het vliegveld over aan de provincie West- Vlaanderen en de Intercommunale Leiedal.

Er werd een nieuwe exploitatiemaatschappij opgericht, de West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld (WIV), die de startbaan, de contro- letoren, de taxiwegen en de gebouwen kocht voor 90 miljoen BEF. Vanaf dan is het vlieg- veld van Wevelgem een burgerlijk vliegveld voor zakenvluchten, goederentransport en toe- risme, alhoewel…

Het goederentransport komt letterlijk en figuurlijk niet zo goed van de grond. In 1973 start men de werken voor de ondertunneling van de startbaan, noodzakelijk voor de aan- leg van de A-17 en de R8/E403. In de verdere geschiedenis kampte het vliegveld nogal met de Kortrijke en Brusselse bureaucratie om ten volle tot ontwikkeling te kunnen komen. Eigen- aardig: nogal wat luchtvaartbedrijven vestig- den zich aan de noordzijde van het vliegveld en waren tot vorig jaar verplicht om een stuk openbare weg te gebruiken om het vliegveld te bereiken.

Vanaf 26 maart 1995 wordt het Vliegveld Wevelgem uiteindelijk toch één van de zes Schengenluchthavens van België, samen met de vliegvelden van Charleroi, Luik, Brussel, Oostende en Antwerpen.

Dat vergde uiteraard aangepaste infrastruc- tuur: brandweer, navigatiehulpmiddelen, een omheining, een luchthavengebouw… Sinds 2014 gaat Airport Kortrijk verder als een naamloze vennootschap, die wordt aange- stuurd door de provincie West-Vlaanderen, het Gewest Vlaanderen en de Intercommunale Lei- edal. Ten laatste tegen 2025, maar liefst eer- der, moet Airport Kortrijk, EBKT voor de pro- fessionelen, op hetzelfde niveau staan als alle andere Schengenluchthavens. Dit veronder- stelt een miljoeneninvestering voor de aanleg van nieuwe taxibanen, parkeerplaatsen voor vliegtuigen, een nieuwe verkeerstoren en tal van aanpassingen om gecontroleerd opstijgen, naderen en landen in alle weersomstandighe- den mogelijk te maken.

Het is de ambitie van Kortrijk Airport om een toonaangevende zakenluchthaven in Europa te worden en een belangrijke rol te blijven spelen in de recreatieve luchtvaart. Reeds nu gaat men er prat op dat de luchthaven over een van de beste startbanen van Europa beschikt. Het aan- tal vliegbewegingen op jaarbasis is vergelijk- baar met het vliegveld van Antwerpen-Deurne, hoewel de Antwerpse luchthaven meer passa- giersvervoer kent.

Concurrenten

Bovenstaande informatie plukten wij uit een schitterend geïllustreerd boek met tal- rijke getuigenissen over het wel en wee van de luchthaven, gepubliceerd door de vzw Airport Community EBKT naar aanleiding van de hon- derdste verjaardag. Uit de teksten blijkt veel enthousiasme en West-Vlaamse spirit om Kort- rijk te profileren als een belangrijke zakenlucht- haven. Maar er zijn ook Oostende, Antwerpen- Deurne en het nabijgelegen Rijsel (Lesquin).

Of de luchthaven echt veel troeven heeft om de concurrentie aan te gaan met die andere spelers, zal nog moeten blijken. Alle genoemde luchthavens hebben hun vaste klanten, hun zakenvluchten, hun recreatief verkeer en hun pilotenscholen. Is dit niet te veel van het goede voor een relatief klein gebied als Vlaanderen, met een al overbezet luchtruim? Bovendien ligt de inplanting tussen de centra van Kortrijk en Wevelgem voor sommige omwonenden nogal moeilijk, ingevolge geluidsoverlast. Waar heb- ben we dat nog gehoord?

Wie het vliegveld van Kortrijk-Wevelgem en de omgeving wil verkennen, kan er vrij terecht in het weekend van 26 en 27 augustus.

rirO

(3)

Actueel

27 juli 2017 3

Collaboratrice

Mevrouw de ongeloofwaardige,

Als voorzitster van Groen zoudt gij de heraut moeten zijn van de gelijkheid, de non-discriminatie en de correcte behande- ling van mensen. Jawel, gij doet dat als het gaat over vreemdelingen, van vluchtelingen tot gewone migranten, en velerlei ‘minder- heden’ en marginalen. Dan is het hek altijd van de dam als ook maar iemand ‘in de fout’

gaat of zich politiek niet correct opstelt. Uw banbliksems suizen dan door het zwerk in een vaak gekunsteld koor van heilige veront- waardiging. Maar blijkbaar hebt gij daar geen moeite mee als het over onze eigen Vlaamse mensen gaat wanneer die uitgesloten, ver- nederd en gekoeioneerd worden in Brus- sel en in de Randgemeenten. Neen, gij aar- zelt zelfs niet zoete broodjes te bakken met de leider van het fanatieke en Vlamingen- hatende FDF, dat zich ondertussen transfor- meerde naar DéFI.

Door de regeringscrisissen in Wallonië, Brussel en de Franse Gemeenschap, waarbij cdH de PS uit de regeringen wil bonjouren, loopt de zoektocht naar nieuwe meerderhe- den met als basis cdH en MR niet van een leien dakje. In het Waals Gewest zou dat nog perfect kunnen, maar in de Franse Gemeen- schap heeft men minstens Ecolo nodig en in Brussel zelfs de al genoemde partij van Oli- vier Maingain. Deze laatste is een sluwe vos.

Hij benut zijn positie om een eisenpakket op tafel te leggen om zowel in Brussel als de Franse Gemeenschap mee te spelen. Daarom deed hij beroep op uw Franstalige evenknie Ecolo, om de koppen bij elkaar te steken ten- einde meer gewicht te leveren tegen MR en cdH. Maar omdat Ecolo en Groen een Sia- mese tweeling zijn – en nog de enige Belgi- sche politieke formatie naast de PVDA – gingt gij mee aan tafel zitten met de grote Vlamin- genhater. Dat kon u klaarblijkelijk geen moer schelen; principiële bezwaren leken er niet te zijn. Begrijpe wie kan… Het gaat vooral om het politieke machtsspel dat zich in Brussel en beneden de taalgrens afspeelt, en daar wilde gij een vinger in de pap hebben. Zo simpel is dat.

Onder het voorwendsel van ‘goed bestuur’

bereikten Ecolo, Groen en DéFI een onderling akkoord, waarmee jullie zeggen een einde te willen maken aan de schandaalsfeer in

Brussel. Met dertig maatregelen willen jul- lie meer controle op mandaten en moge- lijke belangenvermengingen, het einde van de politieke benoemingen en meer moge- lijkheden rond burgerparticipatie. “Het gaat om het herstellen van het vertrouwen en het gezonder maken van de politiek”, zegt gij met bloedige ernst.

Kijk, Meyrem, gij zijt ‘gezjost’ door Olivier Maingain. Gij maakt hem nu ‘incontournable’

in een goor wespennest. Is het u niet bekend dat hij net als Bart de Wever partijvoorzitter, Kamerlid én burgemeester is? Daar hadden gij en Calvo toch groot bezwaar tegen?! En weet gij niet dat hij, in de tijd toen zijn partij nog een bijhuis van de MR was, veel lucra- tieve postjes bekleedde en daarover nooit klaagde? Als voorzitter van de quaestuur van de Kamer bijvoorbeeld. En is het u onbe- kend dat hij de Vlamingen pest en laat pes- ten in Brussel en de Randgemeenten door obstructies en het aan zijn laars lappen van de taalwetten? Einde maart 2010 beschreef hij de volkomen legale niet-benoeming van de Franstalige burgemeesters van Kraainem, Linkebeek en Wezembeek-Oppem door minister Geert Bourgeois (N-VA) als “prak- tijken die de Duitse bezetting waardig zijn”.

Overigens, als burgemeester voert hij in Sint- Lambrechts-Woluwe een strak beleid waarin de Vlamingen het moeilijk hebben. Vraag het maar eens aan de schaarse Vlaamse verko- zenen die er behandeld worden als ‘quan- tité négligeable’.

Uw demarche met Maingain wordt u in Vlaanderen niet in dank afgenomen. Door vele Vlamingen die aan de Vlaamse front- lijnen staan, wordt dat dan ook gecatalo- geerd als ‘collaboratie met de vijand’. Vla- mingen die als dhimmi’s samenwerken, die kan Maingain best verdragen, maar Vlamin- gen die hun rechten als minderheid in Brus- sel en in de Rand opeisen? Ho maar! Dat zijn extremisten en ei zo na fascho’s. En met zo’n man gaat gij aan tafel zitten?! Hoe ongeloof- waardig kunt ge zijn?!

We wisten al dat Groen niets moet hebben van het Vlaams-nationalisme. Maar nu zijt gij nog een stap verder gegaan. Een stap te ver, als ge ’t mij vraagt. De maskers zijn nu alle- maal afgevallen.

‘DéFI-nitief!’

Briefje aan Meyrem Almaci

Mark was stokdoof, sukkelde met zijn ogen en was deels verlamd. Hij leefde de laatste jaren in een groeiend isolement. Lezen, gesprekken voeren via vragen op papiertjes - die hij dan gre- tig las - en waarop hij slim en enthousiast rea- geerde, maar televisiekijken en liplezen werden onmogelijk. Mark Grammens stortte niet volle- dig in dankzij de tomeloze toewijding van zijn vrouw, Els Grootaers. De voortreffelijke jour- nalist en vriend zette zich zijn ganse leven in voor een beter, zelfstandiger, hoofser en strijd- lustiger Vlaanderen. Hij was mentaal en intel- lectueel uitstekend ingesteld om de taak van waarnemer, criticus, voorvechter te verrichten.

Gekoppeld aan zijn scherpe verstand, zijn ont- zettende belezenheid en zijn totale engage- ment voor het vak was hij niet zonder gebre- ken. Hij miste in zijn jonge jaren, doorgebracht in een voornaam en ruim huis in Ronse met een stuurse, betweterige man, Flor Grammens, de warme, opbeurende arm van een vader om zijn schouders. Grammens’ moeder redde het emotionele leven van het enige kind van het echtpaar.

De spanning tussen vader en zoon verklaart deels de koude tussen Mark en veel van zijn contacten. Kan u dat lezen in zijn memoires?

Neen. Slechts zeer tegenstribbelend, en na veel overreding, was Grammens bereid om te begin- nen aan een grote levensschets. Zijn zeer wan- kele gezondheid belette dat het werk verder vorderde dan gedicteerde nota’s over zijn jonge jaren. Wat een groot verlies is. Mark Grammens leerde hen allemaal kennen in zijn lange journa- listieke leven: de radicale, schipperende, moe- dige, laffe, verradende, domme, zielige poli- tici, en de zogenaamde bovenlaag van zijn volk.

Hij was er dikwijls psychisch en fysiek onpas- selijk van.

Zonder Grammens geen Journaal

Ook hij wist, zoals Lode Claes het privé vaak zei: “De Vlamingen vandaag zijn een volk van straathonden en het vergt een grote inspan- ning, een hopeloos idealisme en een verzwak- king van de eigen ambitie, om die gemeen- schap te dienen, voor haar tot het uiterste te gaan.” Een even groot verlies was het stopzet- ten van Journaal in 2013, gedurende 25 jaar het gesmaakte, noodzakelijke eenmansblad van Mark Grammens. Er waren legio pogin- gen, gesprekken, aanzetten tot continuïteit van het blad na de 80ste verjaardag van de stich- ter-hoofdredacteur. Die was verguld met de belangstelling.

Grammens wist verdomd goed wat zijn cre- atie betekende voor de informatie en de vor- ming van het denkende deel van de Vlaamse Beweging, en niet alleen daar. Hij had vooraan- staande socialisten, kerkleiders en linkse jour- nalisten als abonnees, maar oordeelde na de talrijke vrijages om voort te gaan, dat zijn blad niet paste in de handen van een nieuwe gene- ratie, van opvolgers. Journaal was Grammens en zonder Grammens mocht Journaal niet over- leven, punt. Beducht als hij onder meer was voor de, in zijn ogen, mogelijk zwakkere analy- ses over het buitenland, wat hijzelf opperbest deed, want buitenlandse politiek was zijn pas- sie. Niet voor niks stichtte Grammens het ‘Tijd- schrift voor Diplomatie’.

Mark Grammens was niet iemand die mak- kelijk op je schouder zou slaan, een grap zou opdissen, een intimiteit ten beste zou geven, een onbegrensd vertrouwen zou tonen. Gedu- rende vijftig jaar in de journalistiek heb ik geleerd voor weinig mensen en voor weinig instituten in vuur en vlam te schieten. Hoop- vol is dat je dat toch af en toe doet. Voor Gram- mens bijvoorbeeld.

Mediakritiek

Mark Grammens voerde consequent cam- pagne gedurende een lang en dynamisch leven voor kwaliteitsjournalistiek en vrije meningsui- ting, dat laatste met hoofdletters geschreven. In Vlaanderen/België ontbreekt een vakpers die bekwaam, rustig en kordaat de kwaliteit meet en beoordeelt van wat journalisten hier doen of vaker niet doen.

Het ledenblad van de journalistenvereniging

is voos. De mediabladzijden van de kranten vleien het reclamemilieu en de pr-lui. De uni- versiteiten lukken niet in het maken van een Columbia Journalism Review, enzovoort. Elk boek dat hier verschijnt heeft een bespreker.

Elke film die hier vertoond wordt heeft een bespreker.

Elk theaterstuk dat hier opgevoerd wordt heeft een bespreker. Elke wind van een politi- cus heeft hier zijn bespreker. Niet zo is het in de pers, wij doen maar en zijn bitter over de kri- tiek, want wij zijn toch zo goed, zo kuis, zo zui- ver, zo bekwaam. Mark Grammens doorprikte die zelfbegoocheling, die stuitende ijdelheid in elk van zijn edities van Journaal. Wilde je weten wat De Morgen echt is, wat De Standaard echt is, wat Het Laatste Nieuws echt is? Je las het bij Grammens.

De leuze van Mark Grammens was: “Tegen- spraak brengt ons verder.” Hij had een licha- melijke afkeer van de mode, de gemakkelijk- heid, de vriendendienst in de journalistiek, het gebrek aan opleiding en strengheid. Grammens deed aan journalistiek met puriteinse ernst. Hij eiste belezenheid, de vertrouwdheid met tien- tallen kranten uit binnen- en buitenland. Abon- neren op Journaal deed je niet om je menin- gen bevestigd te zien, dat deed je om in en door tegenspraak zuiverder, opener te denken.

Was Mark Grammens een saaie kwast, en werd hij verpletterd onder zijn boekenkast en de lectuur van The Spectator, The New York Review of Books, The Sunday Telegraph, Le Monde Diplomatique? Gelukkig niet. Hij ver- telde mij jaren geleden hoeveel plezier, haast lijfelijk, hij beleefde aan een ferme mening, een dreun, waarvan hij wist dat hij een lezer, een machthebber, een tegenstander kietelde tot aan de pijngrens.

Non-conformist

Het is amper tot nooit bestudeerd, echter, Mark Grammens wees op de culturele en de maatschappelijke gevolgen van de repressie.

Als Vlaanderen vandaag een bovenlaag heeft van middelmatige mensen, wortelt dat deels in de vervolging van de na-oorlog. Je kan het vergelijken met de aderlating van de Zuidelijke Nederlanden tijdens de godsdienstoorlogen van de zestiende en de zeventiende eeuw, toen tien procent van de Zuid-Nederlanders uitweek naar Emden, Londen, Amsterdam, Alkmaar, Lei- den. Het Gent van nu had het Genève kunnen zijn van het noorden als de protestanten, de calvinisten, waren gebleven. De tien procent uitwijkelingen vormde de bovenlaag, de elite.

Het eeuwenlange verval nadien van het zuiden is daarvan deels een gevolg.

Mark Grammens geloofde in een reformis- tische, humane, christelijk-sociale maatschap- pijorde. Neem christelijk niet te letterlijk. Ik denk aan het christelijke zoals het was bij de Nederlandse PvdA-politicus Joop den Uyl en zijn hervormde achtergrond, ik denk aan het christelijke zoals het was bij de Vlaamsgezinde Nederlandse dominee in Gent, Jan Domela Nieuwenhuis Nyegaard. De menselijke soci- alist Grammens, geen geborneerde biefstuk- kensocialist, zag klip en klaar het revolutio- naire van het Vlaams Belang, de rebellie tegen het belgicistische systeem en hij was nooit te beroerd om dat te beklemtonen. En ook nooit te beroerd om diezelfde rebelse partij op haar nummer te zetten.

Mark Grammens was de quintessentiële non-conformist. Politiek correct denken was aan hem niet besteed. Ik schrijf het ongaarne, maar het is de pure waarheid: in Vlaanderen en België zijn journalisten die geen volgelingen zijn van het consensusdenken, van de braafheid, van een links-radicale stijl (met het hart links en de portemonnee omwille van het smeer en de luxe langs rechts), van het blaffen en miauwen in de meute, de kudde, de roedel, de zwerm een grote uitzondering.

Mark Grammens was een van onze weinige polemisten, rebellen, journalistieke pennenrid- ders met internationale allure. Goede vriend, je zal gemist worden.

Frans Crols

Mark Grammens

Mark Grammens is op zijn 84ste overleden na een slepende aftakeling. Van 1990 tot 2004 was hij onder schuilnaam, als SP of Spectator, medewerker van ‘t Pallieterke.

Nadat hij enkele maanden eerder gestopt was met zijn eigen Journaal, werkte hij vanaf oktober 2013 opnieuw mee voor ’t Pallieterke, nu onder eigen naam. Die samenwerking duurde tot april 2016.

In Memoriam MR en cdH timmerden samen aan een nieuwe

Waalse regering, zonder PS.

(4)

Afschaffen en afslanken

Lode Vereeck, professor Economie en Beleidsmanagement, oud-Vlaams Parlements- lid voor Lijst Dedecker en nadien ‘veilig’ terug- gekeerd naar Open Vld - waarvoor hij beloond wordt met een gecoöpteerde Senaatszetel - is aan het rekenen geslagen. Hij wilde weten hoeveel er minimaal kan bespaard worden als de Senaat wordt afgeschaft en als het fede- raal parlement en het Vlaams Parlement zou- den worden afgeslankt tot respectievelijk 100 en 80 leden. 30 miljoen per jaar zou dat zijn.

Dat klinkt allemaal mooi, maar er zitten toch wat addertjes onder het gras. Vooral grote partijen zouden bevoordeeld worden bij de zetelverdeling, terwijl kleine partijen als Groen en Vlaams Belang heel wat parlementsleden zouden verliezen. Zo zouden, op basis van de verkiezingsuitslagen van 2014, Kristof Calvo (Groen), Herman De Croo (Open Vld), Eric van Rompuy (CD&V), Joris Vandenbroucke (sp.a) en Vlaams Belang-voorzitter Tom van Grie- ken niet meer in een parlement zetelen na zo’n afslanking. De kans is groot dat de par- tijen van deze heren niet gewonnen zullen zijn voor afslanking. Een partij zou ook vaker maar één of twee verkozenen per kieskring halen, wat het belang van het lijsttrekkerschap ver- hoogt, waardoor ook tal van regio’s niet meer vertegenwoordigd zouden zijn… Als men eens zou beginnen met de Senaat, het meest nut- teloze en niet-productieve, af te schaffen. Dat zou al een pak opleveren én de democratie ten goede komen. Een democratie mag iets kos- ten, maar ze moet goed functioneren.

Wanhoopspoging

Ondanks veel kritiek uit Vlaams-nationale hoek, houdt minister van Defensie en oud- KVHV-praeses Steven Vandeput voet bij stuk om de opleidingen in de Koninklijke Militaire School te verengelsen. Een wetsontwerp van de regering ligt klaar om na de zomer in de Kamer gestemd te worden. Niemand kan er bezwaar tegen hebben dat de kennis van het Engels belangrijk is in een internationale con- text. Maar dat het volledige onderwijscurricu- lum overgaat naar het Engels, is toch te veel van het goede, vindt VB-Kamerlid Barbara Pas. Ze doet dan ook een wanhoopspoging om het tij te keren door een amendement op het ontwerp in te dienen om de voorgestelde regeling tegen te houden. Een wanhoopspo- ging, want de meerderheid zal het ontwerp goedkeuren en het amendement wegstem- men. Stel u voor dat de vorige regering dit bij monde van toenmalig minister van Defensie Pieter de Crem had willen invoeren. Hoe zou N-VA daarop gereageerd hebben? Jawel… En de oude Fronters destijds en generaties mili- tairen daarna maar ijveren voor de verneder- landsing van het leger. Waar is der oud’ren fierheid heen gevaren?!

Venijnig ventje

Eric van Rompuy van CD&V is een oude zeurpiet geworden, maar woensdag konden we hem volgen toen hij bij de Kamervoorzit- ter ervoor pleitte een ontwerp inzake fiscale en financiële bepalingen toch op de agenda te plaatsen. De zaak was afgehandeld in de commissie en bij tijdige stemming zouden pro- bleemloos enkele bepalingen, zoals voorzien, tegen 1 september in werking treden. Van Rompuy maakte als voorzitter van de commis- sie Financiën de opmerking dat als de stem-

Roddels uit de Wetstraat

Dossier 27 juli 2017

4

ming wordt uitgesteld naar september er dus een probleem is met de uitvoering van de nieuwe wet.

In de Conferentie der voorzitters was daar- over echter geen consensus bereikt, omdat Kristof Calvo van Groen het daar om onbe- kende redenen niet mee eens was en pleitte voor uitstel van stemming. Toen Calvo daar- mee geconfronteerd werd door Kamervoorzit- ter Bracke, werd hij zoals gewoonlijk venijnig en lastig. Bracke stelde dan voor bij consen- sus van de Kamer het ontwerp alsnog te laten agenderen. Calvo bleef moeilijk doen door te stellen dat hij het ‘tegen morgen’ ging bekij- ken. En dat deed zijne excellentie, want don- derdag werd het dan toch aan de agenda toe- gevoegd, weliswaar nadat het groene ego had laten weten dat hij voor zoiets voortaan op voorhand wil gebeld worden en daar niet mee wil geconfronteerd worden aan het begin van de zitting. Wie denkt dat ventje wel dat hij is?!

De klad zat erin

Vorige woensdag en donderdag lagen stapels wetsontwerpen en wetsvoorstel- len - enkele kilo’s papier - klaar om nog snel

‘besproken’ en gestemd te worden. Het is een slechte gewoonte geworden om dat allemaal tijdens de eindspurt op de agenda te plaat- sen. Echt veel aandacht is er niet meer voor, en de ‘besprekingen’ zijn vaak beperkt tot het nog eens aflezen van het partijstandpunt. Er is amper interesse, want tijdens die lange zittin- gen zijn er heel vaak maar weinig parlements- leden aanwezig in het halfrond. Het stem- quorum wordt dikwijls niet eens gehaald. De meesten duiken pas weer op bij de eindstem- mingen om gedwee en zonder morren het- zelfde knopje als de fractieleider in te drukken.

Donderdag moest de plenaire vergadering zelfs een tijd geschorst worden omdat er zelfs geen ministers meer aanwezig waren. De klad zat er duidelijk in, want op woensdag viel in het Paleis der Natie herhaaldelijk een deel van de verlichting uit…

Twee regeringen

Hendrik Vuye (ex-N-VA) ziet twee rege- ringen. Ten eerste de regering-Francken en ten tweede de regering-Michel. De regering- Francken: de Operatie Sophia in de Middel- landse Zee is waanzin! De regering-Michel:

minister Vandeput stuurt toch het fregat Louise-Marie. De regering-Francken: UNIA, wat is dat? De regering-Michel: opnieuw een miljoenensubsidie naar UNIA. Vuye was in zijn sas toen hij deze vergelijkingen kon maken, want hij zag dat dat op de banken van zijn vroegere partij erg vervelend overkwam. Twit- teren met gespierde taal is voor Theo Franc- ken duidelijk gemakkelijker dan een en ander ook echt uit te voeren. Of tegen te houden…

De pen neer!

En dan volgde het ‘moment suprême’, waarop schoolmeester Bracke de werkzaam- heden afsloot en de grote vakantie aankon- digde. Plots was ’s lands belang vergeten en stoven de praatbarakkers huiswaarts en vaak land-uitwaarts. Dit is ook het moment waarop uw wekelijkse ‘roddelaar van dienst’ zijn pen neerlegt en zijn inktpotten gaat uitkuisen. Ik wens u allen een zalige vakantie. Tot in sep- tember, bij de ‘hervatting der werkzaamhe- den’, wanneer de karakteriële politici opnieuw verzamelen blazen.

Superioriteitsgevoelens

Hussey schreef zijn boek tussen 2007 en 2014; dus grotendeels vooraleer de moord- partijen van 2015 iedereen de adem afsne- den. In een haastig nawoord blikt Hussey even terug op Charlie Hebdo en de Bata- clan, maar het knappe van zijn boek is dat je na lezing van de eerdere 400 bladzijden helemaal niet verwonderd bent over wat er later gebeurt.

De auteur besteedt het grootste deel van zijn boek aan de kolonisatie en dekolonisa- tie van de Noord-Afrikaanse gebieden van Frankrijk: Algerije, Marokko en Tunesië.

Misschien legt hij iets te weinig de klem- toon op de wreedheid die deze moham- medaanse maatschappijen kenmerkt voor de Fransen er aan land gaan. De belang- rijkste Marokkaanse sultan - een tijdge- noot van Lodewijk XIV - geniet ervan men- sen eigenhandig te vermoorden. Ook heeft Hussey niet veel aandacht voor de misda- dige roversnesten van slavenhandelaars aan de Noord-Afrikaanse kust, die eeuwenlang de Spaanse, Franse, Italiaanse en zelfs de Britse kusten terroriseren, tot ze het onder- spit delven tegen de technologisch betere Europese schepen.

Hussey heeft wel oog voor een fenomeen dat al die tijd en tot vandaag de betrekkin- gen tussen die landen, hun uitgeweken bur- gers en de Europeanen hypothekeert: het superioriteitsgevoel - feitelijk een walgelijk racisme, al gebruikt de auteur dat woord niet - dat iedere mohammedaan met de moe- dermelk opzuigt. Een mindere status is voor mohammedanen het gevolg van complot- ten, westerse geslepenheid en zelfs straffen van Allah, maar nooit van eigen falen, van de inherente rotheid van een achterlijke en cri- minele ideologie.

Voorgangers van IS

Verhelderend zijn de hoofstukken over de Franse aanwezigheid in Noord-Afrika vanaf 1830. Dat gebeurt zeker niet zacht- zinnig. Feitelijk zijn het ondernemingen van monarchen voor het prestige en van offi- cieren voor de loopbaanmogelijkheden. De meeste Fransen laat de kolonisatie koud. De

‘Franse’ kolonisten komen bijna allemaal uit Spanje, Italië, Malta en zelfs Griekenland.

Massaal wordt land onteigend en dat gaat met veel geweld gepaard.

Tweemaal slaagt een autochtone leider er bijna in de Franse soldaten terug in zee te drijven, maar de betere Europese bewape- ning en militaire discipline, plus de onder- linge stammenrivaliteit van de oorspronke- lijke bewoners, bewerkstelligen toch een Franse overwinning. Ook in de vele opstan- den tegen de kolonisators is er altijd maar één zaak die de vele clans verenigt: de afkeer voor de ongelovige christelijke honden en varkens. Feitelijk zijn het de Fransen die de huidige staten en nationaliteiten creëren, want de Noord-Afrikanen kennen lange tijd alleen maar een lokale loyauteit. De Fran- sen creëren ook een inheemse elite, op voorwaarde dat die afziet van de sharia als rechtssysteem. Weinigen gaan akkoord, al laten nogal wat rijke mohammedanen zich verfransen, zonder hun leer op te geven.

Echte gelijkwaardigheid tussen Fransen en autochtonen komt er nooit en heel de tijd zijn er zware en soms bloedige incidenten.

Ook hier noteert Hussey dat die weinig uit- gemeten worden in de Franse pers en dat rechts de achterlijke primitiviteit van de Noord-Afrikanen hekelt en links de koloni- ale structuren, maar de botsing van ideolo- gieën wordt nooit beklemtoond.

In 1953 barst in het protectoraat Marokko het geweld los en een jaar later in Algerije, dat officieel geen kolonie is maar uit drie Franse departementen bestaat waar alleen de Europese kolonisten stemrecht hebben.

Ook tijdens die onafhankelijkheidsoorlogen wordt de rol van het mohammedanisme aan Franse zijde niet gemeld.

Nochtans doen de opstandelingen dat

wel, want in Marokko eisen ze de terug- keer van sultan Mohammed V, een directe afstammeling van de roofmoordenaar die hun leer uit zijn duim zoog. In Algerije eist het FLN het vertrek van de Fransen in naam van het Arabisch nationalisme en van de ware leer. Wat opvalt zijn de gedetailleerde en goed gedocumenteerde bronnen over de methodes die het Algerijnse verzet gebruikt tegenover Fransen en Algerijnen die niet meteen honderd procent hun kant kiezen. Ik beperk me tot de constatering dat de metho- des van IS tegenover echte of ingebeelde vij- anden humaner zijn dan wat in Noord-Afrika gebeurd is.

Handje open en haat tegenover de gevers

En wat in Parijs en heel Frankrijk aan de hand is. Tegen 1960 verblijven al bijna een miljoen zogenaamde “gastarbeiders” uit Noord-Afrika in Frankrijk.

Zij vangen het tekort aan ongeschoolde arbeidskrachten op, maar leven hartstochte- lijk mee met wat in hun moederland gebeurt en importeren de gruwelijkheden om tegen- standers uit te schakelen. Belangrijk is ook dat de Marokkaanse sultan na de onafhan- kelijkheid bij voorkeur ruziemakers en crimi- nelen naar Europa zendt; bij voorkeur Riffij- nen, Berbers die niet akkoord gaan met hun discriminatie door de Arabieren.

Na de onafhankelijkheid denken de Noord-Afrikanen dat het land van melk, honing en de groene halve maan voor de deur staat, maar de desillusie is groot.

Natuurlijk komt de verarming niet door het eigen konijnengedrag, door de woestijnide- ologie, door het gebrek aan burgerschap.

Alles blijft de schuld van die gore Fransen aan de overzijde van de Middellandse Zee.

Tezelfdertijd proberen honderdduizenden jonge mannen die hun eigen leugens gelo- ven en Frankrijk hartstochtelijk verafschu- wen, naar dat land te migreren, waar ze ten- minste eten, een woning en een uitkering kunnen binnenrijven.

Vooral de rol van de rat Mitterrand is pijn- lijk. Als minister van Binnenlandse Zaken tij- dens de koloniale oorlog laat hij Algerijnse strijders guillotineren. Als president zet hij de deuren open voor nieuwe kiezers van de PS. In de jaren tachtig en negentig breekt in Algerije een bloedige burgeroorlog uit tussen de mohammedaanse boeven aan de macht en nog fanatiekere mohamme- danen met steun van de Saoedische finan- ciers. Ook die oorlog wordt geïmporteerd in Frankrijk, en Hussey herinnert aan de vre- selijke aanslagen die jarenlang Parijs teis- teren en die we een beetje vergeten zijn maar die niet zoveel verschillen met het hui- dige terrorisme. De Brit bezoekt ook al die jaren de banlieues en vindt daar alleen pure haat tegenover het land dat zo onnozel is de inwoners een menswaardig leven te geven, tot en met de nationaliteit toe waarop ze spuwen. Hussey kan alleen maar besluiten dat miljoenen Fransen helemaal geen Fran- sen zijn en hun eigenwaarde bijna uitslui- tend aan het mohammedanisme ontlenen dat hen het recht geeft op kosten van de honden en de varkens te leven.

De auteur beperkt zich tot Frankrijk; de lezer vraagt zich dan even af waar het Ver- enigd Koninkrijk de wrede aanslagen aan te danken heeft. Dat is het land waar agentes hoofddoeken mogen dragen, en waar mas- saverkrachtingen door mohammedanen niet onderzocht worden door een laffe politie.

Toevallig lees ik tezelfdertijd wat historische romans, gebaseerd op correcte historische bronnenuitgaven, die zich afspelen in het huidige Pakistan en Afghanistan.

En daar lees ik voorbeelden te over van een gelijkaardige slachtersmentaliteit; men geniet van gruwelijke martelingen en moor- den. En wat hebben Noord-Afrika en Afgha- nistan, Pakistan en hun naar het VK uitge- weken migranten weer gemeen?

Jan neckers

De Franse intifada

Het boek ‘De Franse intifada’ van de in Parijs wonende Britse docent en journa- list Andrew Hussey verklaart beter het terrorisme dat in Frankrijk regeert dan de gewone journalistenkul.

(5)

Actueel

27 juli 2017 5

Schiet niet op de thermometer

Wat zijn de partijen waard?

Vindt u peilingen onzin? Dan hebt u ongelijk, want ze bestaan. Na de vakantie zal de geur van politieke nervositeit sterk toenemen. Sterker nog dan de voorbije jaren. Twee verkiezingsjaren werpen zich zonder pardon voor de voeten van de partijen, analisten en commentatoren. In het najaar volgen de peilingen mekaar snel op. Niet als glazen bollen waarin we kunnen zien waar de electorale tweetrapsraket van 2018 (lokaal) en 2019 (regionaal, landelijk, Europees) zullen landen.

Maar als thermometers of barometers die de politieke temperatuur en druk meten. Bij wijze van opfrissing (of opwarming) kijken we deze week even achterom.

Voor de critici vooraf dit: de drie onder- zoeksbureaus (TNS, Ipsos en Dedicated) wer- ken ernstig, ook al is de methodiek nooit per- fect. Politici en analisten slurpen resultaten, bedrijven willen scoren. Onzin afleveren zou commerciële zelfmoord zijn. Bij de verkiezin- gen van de jongste tien jaar zaten de daar- aan voorafgaande peilingen - bij ons toch - zelden fout.

Er zijn nog altijd drie grote peilingen in dit land: die van VRT/DS (werkend met TNS), die van LLB/RTBf (werkend met Dedicated) en die van VTM/RTL/HLN/LS (werkend met Ipsos).

Jawel, er zijn verschillen tussen de resulta- ten onderling, maar die zijn relatief beperkt.

Wat vooral opvalt: bij VRT/DS scoort Vlaams Belang steevast wat lager (7-8 procent), dan bij de twee andere (10 tot bijna 14 procent).

Doelbewust, wordt al eens gezegd. Wellicht is dat eerder een kwestie van methodiek. Boven- dien: het was TNS dat voor VRT/DS in 2012 het accuraatst de superlage verkiezingsuitslag van Vlaams Belang aangaf. Als er al twijfel is, laat ons die dan vooral plaatsen bij de soms hilarische “interpretaties” van de cijfers door politici en commentatoren.

Terugblik

Na de recordscore van de N-VA in 2014 (32,4 procent) volgden een kleine twintig peilingen waarin die partij een vijftal procent lager scoorde. Geen tram 3 meer voor De Wever, het is absoluut geen nieuws. Amusant om zien hoe de kranten toch telkens opnieuw de “achteruitgang” van de N-VA benadrukken.

Behoorlijk gretig wordt al eens gesproken over de grote sprong voorwaarts van Groen en in mindere mate ook van de remonte van Vlaams Belang. In vergelijking met de uitslag

van 2014 is ook die tendens inderdaad rede- lijk structureel, maar evenmin nieuw. Het gaat om enkele procentpunten voor beide partijen.

Hiermee sluiten ze aan bij de karavaan van de traditionele partijen.

Voor wie het de voorbije jaren niet zou heb- ben gemerkt: die karavaan staat op parking 10-20. CD&V in de zone 15-20 procent (2014:

18,6 procent) , nog wat alleen in de wind, al de rest in de zone 10-15. Voegen we hier nog de recente en voorlopig éénmalige klap voor de sp.a aan toe, dan hebben we de essentie gehad. De interpretatie ervan, da’s een ander verhaal.

Januari: VTM/HLN

De peiling van VTM en Het Laatste Nieuws in januari was op het eerste gezicht een beves- tiging van tendensen, die in de herfst van vorig jaar al duidelijk waren. Een bevestiging van de opkomst van de PTB in Wallonië en twee prik- jes in Vlaanderen, meer niet.

Eén: CD&V dook met 14,9 procent – pas voor een tweede keer in de partijgeschiedenis - onder de 15 procent. De partij, al behoorlijk geknipt aan de Vlaamsgezinde rechterflank, lekt ook aan haar linkerflank. Van Beweging.

net richting Groen, dat aandikte tot 12,2 pro- cent. Dat laatste werd uitgeroepen tot groot nieuws, maar Groen zat voordien al tien pei- lingen lang boven de tien procent.

Twee: de PVDA, bestraald door het zon- licht van de media en van PTB-leider Raoul, haalde dan weer met 5,4 procent voor het eerst (even) de kiesdrempel. “Donkerrood wint in de grote peiling”, kopte VTM nogal ridicuul boven haar wereldnieuws. Maar de vlieger van de Waalse communisten komt in Vlaanderen niet structureel van de grond. Wie daar het meest mee verveeld zit, zijn socialis- ten en groenen natuurlijk.

Volgende peilingen tonen aan dat het in beide gevallen (nog) niet duidelijk is of het

al dan niet gaat om een structureel signaal.

Maart: RTBf/La Libre

In maart was er de voorlopig jongste peiling van RTBf en La Libre Belgique. Onder de taal- grens bleef de aarde schuiven, maar in Vlaan- deren bewoog er andermaal niets, tot frustra- tie van nogal wat politici en commentatoren.

De N-VA (28 procent) op eenzame hoogte, de andere partijen op hun parking.

In Wallonië daarentegen ging de bellenman rond. Voor het eerst in de geschiedenis wor- den de PTB-communisten (20,5 procent) er groter dan de socialisten van PS (20 procent).

Een curiosum in de 21ste eeuw.

Slecht nieuws voor De Wever omdat de N-VA aan de kant kan worden gezet? Of goed nieuws omdat wordt bevestigd wat hij al zo vaak had gezegd “Wallonië wil linksaf, Vlaan- deren rechtsaf”?

Maart: stadspeilingen HLN

In maart worden peilingen gehouden in Gent en Antwerpen. Stadspeilingen zijn risky business, schreef Jan Segers in Het Laatste Nieuws. Niet zonder reden. In de peiling van zijn krant werd de N-VA in Antwerpen op 29,3 geprikt (tegenover 37,7 bij de jongste gemeen- teraadsverkiezingen in 2012). Maar een paar maanden later mag De Wever volgens een pei- ling uitgevoerd op vraag van Groen dan toch weer rekenen op 33,3 procent… Risky busi- ness… We komen daar in een volgende bij- drage nog op terug.

Maart/april: DS/VRT

In de vroege lente pakte ook De Standaard uit met de resultaten van haar (telefonische) peiling. Niet helemaal onverwacht gebeurde dat met vreugde om een nieuw record voor Groen (14,7 procent), een plots weer onder- koelde score voor Vlaams Belang (7,8 pro- cent), maar vooral met dwaze conclusies over de N-VA.

“De N-VA zelf blijft verder terrein verliezen”, schrijft Karel Verhoeven. Voor De Standaard is de partij “de eerste vijver geworden waar- uit andere partijen kiezers kunnen vissen”, en dat is “een gevolg van de regeringsdeelname en foute strategische keuzes”. Dat is zelfs niet eens waar voor zijn eigen peilingen. In alle peilingen van DS/VRT van 2016 scoorde de N-VA om en bij de 27 procent, so what’s the news, Charlie? …

Andere media volgen kritiekloos de duiding van DS/VRT: “Averij”, schreef Liesbeth Van Impe in Het Nieuwsblad. De N-VA boet “signi- ficant aan populariteit in”, lazen we in Metro.

“Groen blijft stemmen winnen, terwijl N-VA peiling na peiling in dalende lijn zit”, noteerde GVA. Dat is dus niet correct. Worden journalis- ten zo slecht betaald dat ze dit niet eens kun- nen nakijken?

Juni: peiling MR

Omdat de politieke barometer van RTBF- La Libre (marktonderzoeksbureau Dedicated Research), de laatste voor de vakantie, ver- schoven werd van juli naar september had MR dan maar zelf een peiling besteld. Ze werd uit- gevoerd tussen 23 en 27 juni door hetzelfde bureau. Sudpresse en L’Echo publiceerden begin deze maand de “uitgelekte” resultaten.

De peiling werd ook uitgevoerd in Vlaande- ren. Alweer weinig nieuws voor N-VA (27%), CD&V (16,9%). Open Vld (12,7%). Evenmin voor Groen (12,5%) en Vlaams Belang (11,7).

Het vermelden waard is alleen dat de sp.a met 9,5 procent tgo 14 procent in 2014 – nooit onder de 13 procent bij alle voorgaande peilin- gen – nu onder de 10 procent zou zakken, ter- wijl de PVDA in Vlaanderen enkele procenten zou winnen en met 7,3 procent (2,8 in 2014) nu fors boven de kiesdrempel zou landen.

Over de opvallende resultaten voor Wal- lonië, met voorop de tuimelperte van de PS (nog 17,9 procent waard tgo 30,9 in 2014) en de megascore van PTB (24,4 procent tgo 5,8 procent in 2014) hebben we het een volgende keer. Meer dan 5 procent winst voor Ecolo en bijna 7 procent verlies voor CdH, ook dat klinkt spectaculair.

Veel commentatoren wezen erop dat de sterkte van de PTB de PS incontournable zou maken voor een volgende regeringsvorming.

“Geen goed nieuws voor N-VA”, aldus politi- coloog Carl Devos.

We twijfelen daaraan. Links is in Vlaande- ren kansloos en de politieke kloof in dit land wordt met de dag nog dieper. Wallonië staat op zijn kop, Vlaanderen niet. Dat is het grote gelijk van Vlaanderen. De peilingen bevesti- gen de verschillen.

Ze zijn er op cultureel vlak (“Het Waalse publiek kijkt naar Franse media en wat in Parijs gebeurt, sijpelt door in Charleroi, Luik en Ber- gen”, aldus Béatrice Delvaux van Le Soir), op economisch vlak (in Knack gaven Walter Pauli en Ewald Pironet een mooie opsomming van verschillen inzake economische groei, export, werkloosheidscijfers, enz…) en op politiek vlak. Het moet sinds het vertrek van Manu Ruys geleden zijn dat De Standaard daar nog eens helder over berichtte…

AnjA Pieters

De BBC betaalt te veel

In tegenstelling tot België is Groot-Brittannië een echte democratie, waar verantwoord wordt omgaan met belastinggeld en openheid over wie daarvan hoeveel ontvangt niet alleen worden aangekondigd na elk nieuw schandaal, maar effectief in praktijk worden gebracht. Daarom publiceerde de Britse staatsomroep BBC vorige week op haar web- stek een lijst met daarop de namen van alle personeelsleden en medewerkers die meer dan 150.000 pond per jaar verdienen.

Vooral de lengte van de lijst is indrukwek- kend: tientallen en tientallen bestuursleden, directeurs, presentatoren, en acteurs komen in de lijst voor, met bedragen die hoegenaamd niet beperkt blijven tot 150.000 pond: som- migen zien hun jaarwedde vlotjes oplopen tot 250.000 pond, dat is liefst 280.000 euro.

De klassieke pers bracht het nieuws zoals gebruikelijk, door radicaal te focussen op de bijzaak en de hoofdzaak te negeren. Het feit waarover we ons ontzettend zouden moeten opwinden, is het feit dat… in de lijst minder vrouwen dan mannen staan. Wat daarvan de relevantie is, ontgaat ons volkomen. Tenzij men beweert dat er een geheim mannelijk com- plot bestaat tegen vrouwen, wat dus niet het geval is, is dat het gevolg van verhoudingen en carrièrekeuzes in het verleden die zichzelf in gans West-Europa vanzelf aan het rechtzet- ten zijn. Much ado about nothing. De rele- vante vraag is: waarom moet in een volwassen West-Europese democratie de staat miljarden aan belastinggeld uitgeven om acteurs en pre- sentatoren een kolossale wedde te betalen?

De voorspelbare reactie van de BBC was: dit zijn marktconforme prijzen die noodzakelijk zijn om toptalent bij ons te houden en ze niet naar de commerciële concurrentie te zien ver- trekken. Maar nog afgezien van de vraag of dit waar is: als een commerciële zender met pri- vate middelen bereid is torenhoge bedragen te betalen aan mensen met talent, is het dan

de taak van de overheid dat te verhinderen, met geld dat kan gebruikt worden voor zie- kenzorg, bejaardenhulp, armoedebestrijding, landsverdediging of infrastructuur? Het blijft in het medialand van West-Europa een van de grote taboevragen.

En de VRT?

Naar aanleiding van de BBC-cijfers bleef het in Vlaanderen oorverdovend stil. Dat is vreemd.

Zou het niet bijzonder interessant zijn te weten hoeveel van ons belastinggeld bij de fors over- gesubsidieerde VRT wordt weggegooid aan een Ben Crabbé, of een rooie Martine Tanghe?

Het enige wat we momenteel weten, is dat de grote baas van de VRT jaarlijks zowat 250.000 euro op zak steekt, en dat de zes directieleden samen bijna 1.000.000 euro ver- dienen. Tegen de bekendmaking van die cijfers heeft de VRT zich jarenlang met hand en tand verzet. Pas toen een burger tegen de weigering van de VRT naar de Raad van State trok, wer- den de cijfers door de VRT bekendgemaakt. De wereld op zijn kop: openbare instellingen zou- den hun gebruik van belastinggeld transparant moeten publiceren, en niet enkel wanneer ze daartoe door rechtbanken gedwongen wor- den. En waarom zouden we niet mogen weten hoeveel de VRT betaalt aan zijn ‘toptalenten’?

Wellicht omdat in het lijstje ‘toptalenten’, naar goede Vlaamse gewoonte, figuren staan die niet zozeer veel talent, maar de juiste politieke kleur hebben…

Geen lezing met Dawkins

Bij sommige Amerikaanse universiteiten is de politieke correctheid van die aard dat bijna nie- mand nog wordt toegelaten om een lezing te geven. Altijd is er wel iemand op zijn tenen getrapt door de spreker, en wordt de lezing al op voorhand afgelast. Het overkwam ook de atheïsti- sche wetenschapper Richard Dawkins aan de universiteit van Berkeley, inmiddels berucht om haar ongeëvenaarde benepenheid. Een radiostation had Dawkins uitgenodigd voor een bab- bel over zijn laatste boek, maar stuurde even voordien aan al diegenen die een ticket hadden gekocht een mailtje dat het evenement niet zou plaatsvinden. De organisatoren hadden name- lijk “ontdekt dat Dawkins zoveel mensen had gekwetst en beledigd met zijn tweets en opmer- kingen over de islam”. Tja, als fervente atheïst wil Dawkins wel eens kritisch uit de hoek komen als het over religie gaat, of dat nu het christendom is of de islam. Van zijn commentaren op het christendom liggen ze in Berkeley allicht niet wakker, maar de muzelmannen verdienen op alle vlakken bescherming. Dus ook tegen de onwelgevallige woorden van een wetenschapper als Dawkins. Hij mocht onverrichter zake weer naar huis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit interdisciplinaire onderzoek buigt zich over de complexe dynamiek tussen het Nederlandse democratisch burgerschapsideaal en het burgerschapsonderwijs in Nederland aan de

Als ons land hier niets aan doet, kan het zich niet langer ‘beschaafd’ noemen.. Eelt op

gen poen terug te storten in naam van Laurent en Claire. Dat was schoon. Maar daarmee was de kous klaarblijkelijk niet af. Want nu mag hij niet meer binnen. "Het gaat om een

Want waart gij niet altijd de grote heraut om met een brutale bek de oorlog te ver- klaren aan die fameuze intresten, omdat zij geen werkgelegenheid opleveren en alleen maar

Moeten we soms denken dat dit het eerste is wat een slachtof- fer van een natuurramp door het hoofd schiet wanneer hij bij bewustzijn komt: «Als B-FAST nu maar snel naar míjn

Dat Duitsland tijdens de oorlog en zoveel jaar na dato, toen weinig of geen belang aan Vlaanderen heeft geschonken en zelfs nu ook nog niet schenkt, staat in schril contrast

In het boek “Mijn gedichtenschrift”, met commentaren en vertalingen van geliefde gedichten van anderen bijeen geschreven door de zeer anglofiele Benno Barnard (hij woont nu zelfs

Van de macht te zijn verdreven is de socialis- ten niet goed bekomen, wat zich heeft geuit in veel gekrijs over een Vlaanderen als soci- ale woestijn met scholen vol uitgehongerde