Archeologisch onderzoek Westelijke invalsweg Leeuwarden
Inventariserend veldonderzoek (IVO)
GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 588
DR245088, revisie 1
Archeologisch onderzoek Westelijke invalsweg Leeuwarden
Inventariserend Veldonderzoek (IVO)
GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 588
Definitief
ISSN 1573-5710
Opdrachtgever:
Gemeente Leeuwarden
Grontmij Nederland bv Assen, 11 maart 2008
DR245088, revisie 1 Pagina 3 van 13
Administratieve gegevens
Datum opdracht : december 2007 concept : 31 januari 2008 definitief 11 maart 2008
Opdrachtgever : Gemeente Leeuwarden
Uitvoerder : Grontmij Nederland bv mevr. drs. Y. Boekema
Bevoegd gezag : Gemeente Leeuwarden Contactpersoon Dhr. drs. J.W. Oudhof
Locatie : gemeente : Leeuwarden
plaats : Leeuwarden
toponiem : Westelijke invalsweg
RD-coördinaten : N x: 180.535 / y: 578.875 O x: 180.750 / y: 578.710 Z x: 179.185 / y: 578.020 W x: 179.070 / y: 578.125
kaartblad 5H
afm. plangebied : Circa 3000 m tracé
AMK : monumentnr. : -
Archis2 : CIS-code : 263357
Inhoudsopgave
1 Inleiding... 5
1.1 Algemeen ... 5
1.2 Aanleiding en doel ... 5
2 Bureauonderzoek... 7
2.1 Werkwijze... 7
2.2 Geologie... 7
2.3 Geomorfologie ... 8
2.4 Bodem... 8
2.5 Historische situatie... 8
2.6 Archeologie ... 8
2.6.1 Archis2 ... 8
2.6.2 AMK ... 8
2.6.3 FAMKE... 9
2.6.4 KICH... 9
2.6.5 Archeologische verwachtingskaarten ... 9
2.7 Archeologische verwachting ... 10
3 Veldonderzoek ... 11
3.1 Werkwijze... 11
3.2 Resultaten veldonderzoek ... 11
3.2.1 Bodemopbouw ... 11
3.2.2 Archeologie ... 12
4 Evaluatie ... 13
4.1 Conclusies... 13
4.2 Advies ... 13
Bijlage 1: Locatie plangebied Bijlage 2: Historische kaarten Bijlage 3: Archeologische basiskaart Bijlage 4: FAMKE
Bijlage 5: Locatie boringen Bijlage 6: Boorprofielen Bijlage 7: Hoogtes
DR245088, revisie 1 Pagina 5 van 13
1 Inleiding
1.1 Algemeen
In opdracht van gemeente Leeuwarden heeft Grontmij Nederland bv een archeologisch onder- zoek uitgevoerd voor het tracé van de westelijke invalsweg Leeuwarden. Het onderzoek heeft bestaan uit een bureaustudie, het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek (IVO) en de rapportage hierover. Het onderzoek is uitgevoerd conform de provinciale richtlijnen.
De totale lengte van het te onderzoeken tracé bedraagt circa 3000 m. Het plangebied bevindt zich aan de westzijde van Leeuwarden, aan weerszijden van het Van Harinxmakanaal. Het deel van het plangebied dat zich ten westen van het van Harinxmakanaal bevindt, bestaat momen- teel hoofdzakelijk uit grasland. Het oostelijk deel van het plangebied is geheel gelegen in be- bouwd gebied en bevindt zich direct ten noorden van de spoorbaan1. De exacte locatie van het tracé wordt weergegeven in Bijlage 1. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van het tracé va- rieert van circa -0,4 tot 0,5 m NAP.
De betreffende werkzaamheden zijn conform de richtlijnen van het handboek Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA 3.1) uitgevoerd. Grontmij beschikt hiertoe over een eigen ver- gunning afgegeven door de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM).
Van het onderhavig definitieve rapport zal een exemplaar worden opgenomen in het archief van Grontmij Nederland bv. Tevens worden exemplaren ter beschikking gesteld aan de Provinciaal archeoloog van de Provincie Fryslân, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) en de Koninklijke Bibliotheek (KB) te Den Haag.
1.2 Aanleiding en doel
De opdrachtgever is voornemens tracés van bestaande wegen opnieuw in te richten en een nieuw wegtracé te realiseren. De bodemingrepen die gepaard gaan met de geplande realisatie zullen eventueel aanwezige archeologische resten in de bodem verstoren en/of vernietigen.
Derhalve dienen de archeologische waarden binnen de zone van het geplande wegtracé in kaart te worden gebracht. De diepte van de geplande bodemingrepen, de toekomstige grond- waterstand en de aard en omvang van mogelijke vervuiling binnen het tracé zijn niet bekend.
Allereerst is een bureauonderzoek uitgevoerd, waarbij een specifiek verwachtingsmodel is op- gesteld. Op basis van dit verwachtingsmodel is binnen het tracé een Inventariserend Veldon- derzoek (IVO) uitgevoerd. Een inventariserend veldonderzoek is een prospectiemethode waar- bij door middel van een steekproefsgewijze bemonstering van de bodem, middels grondborin- gen, de aan- of afwezigheid van een archeologische site binnen een plangebied wordt vastge- steld. Het inventariserend veldonderzoek dient om de in het bureauonderzoek gestelde hypo- these te toetsen. Binnen het inventariserend veldonderzoek worden drie fasen onderscheiden:
een verkennende, een karterende en een waarderende fase. Welke fase wordt uitgevoerd is afhankelijk van het doel van het onderzoek. In het onderhavige onderzoek bestaan de doelen uit het toetsen van de archeologische verwachting zoals opgesteld in het bureauonderzoek, het vaststellen van de mate van bodemverstoring in het tracé en het opsporen en in kaart brengen
1 www.maps.google.nl
Inleiding
van eventuele archeologische resten. Op basis van deze doelen is een karterend inventarise- rend veldonderzoek voor het onderhavige plangebied de meest geschikte onderzoeksmethode2.
2 Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen & M. Verbruggen, 2006. Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel:
karterend booronderzoek. SIKB.
DR245088, revisie 1 Pagina 7 van 13
2 Bureauonderzoek
2.1 Werkwijze
Het doel van het bureauonderzoek is om de bekende en potentiële archeologische waarden binnen het tracé in kaart te brengen. Hierbij is gebruik gemaakt van betrouwbare, toegankelijke bronnen zoals bodemkaarten en geologische, geomorfologische, topografische en historische kaarten, het Archeologisch Informatiesysteem (Archis2) van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), de Archeologische Monumentenkaart (AMK), de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE) en overige relevante literatuur. Aan de hand van deze gegevens is een specifieke archeologische verwachting opgesteld.
2.2 Geologie
De afzettingen die in het tracé aan de oppervlakte voorkomen, dateren uit het Holoceen (zie Tabel 2.1)3. Pleistocene afzettingen worden in het uiterste westelijke deel van het plangebied aangetroffen op een diepte van 4 tot 8 m beneden het huidige maaiveld. In het overige deel van het tracé is de top van de pleistocene afzettingen geërodeerd.
Tabel 2.1 Indeling van het Laat-Pleistoceen en het Holoceen
chronostratigrafie jaren geleden
Kwartair Holoceen Subatlanticum 3.000 - heden
Subboreaal 5.000 - 3.000
Atlanticum 8.000 - 5.000
Boreaal 9.000 - 8.000
Preboreaal 10.000 - 9.000
Pleistoceen Laat 130.000 - 10.000
↓
Weichselien (ijstijd) 120.000 - 10.000Als gevolg van de temperatuurstijging na de laatste ijstijd trad door het smelten van de ijskap in het noorden een stijging van de zeespiegel op. Perioden van transgressie en de daarmee ge- paard gaande erosie werden afgewisseld met perioden van regressie, waarin sedimentatie en veenvorming plaatsvonden.
In de 3e eeuw na Chr. brak de zee tot diep in het land in, in eerste instantie veelal via bestaande geulen en kreken. De binnenzee die daarbij in het Friese gebied ontstond, wordt aangeduid als Middelzee. Het tracé bevindt zich ter plaatse van de voormalige Middelzee. De sedimenten die in deze periode afgezet zijn, behoren volgens de Geologische overzichtskaart alle tot de Forma- tie van Naaldwijk4. Deze afzettingen vertonen een gelaagde opbouw van zwaardere en minder zware sedimenten. Dit hangt samen met de stroomsnelheid van het water ten tijde van afzet- ting.
Het tracé bevindt zich in een zone die zich door bedijkingen reeds vanaf de 13e eeuw buiten de invloed van de zee bevond. Vanaf deze periode zijn geen nieuwe sedimenten meer afgezet.
3 www.dinoloket.nl
4 TNO-NITG, 2003. Geologische overzichtskaart van Nederland. TNO-NITG, Utrecht.
Bureauonderzoek
2.3 Geomorfologie
Het tracé ligt in het voormalige zeeboezemgebied van de Middelzee. Het gebied behoort tot het zogeheten “nieuwe land”. Dit gebied onderscheidt zich van het ten westen gelegen “oude land”
door onder meer het voorkomen van rechte wegen, het ontbreken van terpen en een regelmatig verkavelingspatroon5.
De Geomorfologische kaart6 geeft het oostelijk deel van het plangebied, ten oosten van het Van Harinxmakanaal, als niet gekarteerd aan. Dit deel is gelegen binnen de bebouwde kom van Leeuwarden. Het westelijk deel van het plangebied bevindt zich in een zeeboezemvlakte (een- heid 2M32).
2.4 Bodem
De bodemkaart5 geeft het meest oostelijk deel van het plangebied weer als niet gekarteerd. Dit deel van het plangebied bevindt zich binnen de bebouwde kom van Leeuwarden. Volgens de bodemkaart komen in het overige deel van het plangebied kalkrijke poldervaaggronden voor, bestaande uit zware klei (eenheid Mn45A). Poldervaaggronden zijn gronden met een zwak ont- wikkelde, humushoudende bovengrond en roestvlekken beginnend op een diepte van minder dan 50 cm. Kalkrijke poldervaaggronden bevinden zich voornamelijk ter plaatse van de vroege- re Middelzee en langs de voormalige en huidige kust.
2.5 Historische situatie
Op historische kaarten uit 17207, 18508 en 1851-18559 is te zien dat het gehele plangebied in- dertijd in gebruik is als grasland (zie Bijlage 2).
2.6 Archeologie
2.6.1 Archis2
In Archis2 van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) staan alle bekende archeologische waarnemingen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen bekend (Zie Bijlage 3). Circa 1 km ten noordwesten van het tracé zijn twee waarnemingen gedaan (waarnemingsnummers 33381 en 33418). Het betreft respectievelijk een terp, waarvan geen verdere gegevens bekend zijn, en naar alle waarschijnlijkheid een bagger- werkplaats uit de 16e eeuw. Voor de gehanteerde datering van de perioden zie Tabel 2.2.
2.6.2 AMK
De Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van belangrijke archeologi- sche terreinen in Nederland. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria (kwaliteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en belevingswaarde). Op grond daarvan zijn de terreinen ingedeeld in categorieën met archeologische waarde, hoge archeologische waarde en zeer hoge archeologische waarde (o.a. de beschermde monumenten). De AMK is in sa- menwerking met de betreffende provincie en gemeentelijk archeologen ontwikkeld.
Volgens de gegevens op de AMK zijn in de directe omgeving van het tracé geen archeologi- sche monumenten aanwezig.
5 Stiboka, 1976. Bodemkaart van Nederland 1:50.000, blad 5 West en Oost Harlingen. Stichting voor Bo- demkartering, Wageningen.
6 Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, 2006. Geomorfologische kaart van Neder- land. http://www.meetnetlandschap.nl.
7Schotanus a Sterringa, B., 1718. Uitbeelding der heerlijkheit Friesland; zoo in’t algemeen, als in haare xxx bijzondere grietenijen. François Halma, Ljouwert.
8Eekhoff, W., 1852. Nieuwe atlas van de provincie Friesland. Leeuwarden
9 Geudeke en Balk, 1990. Grote Historische Atlas van Nederland 1:50.000. 2 Noord-Nederland 1851- 1855. Wolters-Noordhoff, Groningen.
Bureauonderzoek
DR245088, revisie 1 Pagina 9 van 13 Tabel 2.2 Overzicht van archeologische perioden10
Periode Tijd
Laat-Paleolithicum (Oude Steentijd) tot 9.000 v.Chr.
Mesolithicum (Midden Steentijd) 9.000 v.Chr. - 4.900 v.Chr.
Neolithicum (Nieuwe Steentijd) 5.325 v.Chr. - 1.900 v.Chr.
Bronstijd 1.900 v.Chr. - 800 v.Chr.
IJzertijd 800 v.Chr. - 12 v.Chr.
Romeinse Tijd 12 v.Chr. - 450 n.Chr.
Vroege Middeleeuwen 450 - 1.050 n.Chr.
Late Middeleeuwen 1.050 - 1.500 n.Chr.
Nieuwe Tijd 1.500 - heden
2.6.3 FAMKE
De provincie Fryslân heeft de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) opge- steld, waarop wordt aangegeven welk type onderzoek nodig is om op een verantwoorde wijze om te gaan met het bodemarchief bij verstorende grondwerkzaamheden. Daarbij wordt onder- scheid gemaakt tussen twee perioden. FAMKE geeft aan dat voor het tracé ten aanzien van de periode Steentijd-Bronstijd geen onderzoek noodzakelijk is. Voor de periode IJzertijd-
Middeleeuwen wordt voor het gehele tracé onderzoek aanbevolen in de vorm van een karte- rend booronderzoek met boringen om de 50 m (zie Bijlage 4).
2.6.4 KICH
Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie heeft alle bekende archeologische en bouwkundige monu- menten en historisch-geografisch informatie samengebracht in een digitale kaart. Via deze kaart zijn cultuurhistorische waarden eenvoudig per gebied te bekijken.
Volgens de KICH ligt het tracé in een aandachtgebied dat deel uitmaakt van het zeekleigebied.
2.6.5 Archeologische verwachtingskaarten
In 2006 is door RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. een startnotitie voor het archeologisch beleid in de gemeente Leeuwarden opgesteld11 met ondermeer als doel het verschaffen van inzicht in de verspreiding en het karakter van archeologische waarden in het onderzoeksgebied.
Hiertoe is een tweetal archeologische verwachtingkaarten vervaardigd. Eén kaart voor de peri- ode Steentijd tot en met de Vroege Bronstijd en één voor de periode Midden-Bronstijd tot en met de Vroege-Middeleeuwen. Beide kaarten geven aan dat het onderhavige plangebied zich in een gebied met een lage archeologische verwachting bevindt.
10 Voor de dateringen is gebruik gemaakt van:
Lanting, J.N. & J. van der Plicht, 1996. De C14-chronologie van de Nederlandse Pre- en Protohistorie, I:
Laat-Paleolithicum. In: Palaeohistoria 37/38 (1995-1996), pp. 71-125.
Lanting, J.N. & J. van der Plicht, 2000. De C14-chronologie van de Nederlandse Pre- en Protohistorie, II:
Mesolithicum. In: Palaeohistoria 39/40 (1997-1998), pp. 99-164.
Lanting, J.N. & J. van der Plicht, 2002. De C14-chronologie van de Nederlandse Pre- en Protohistorie, III: Neolithicum. In: Palaeohistoria 41/42 (1999-2000), pp. 99-164.
11 Hekman, J.J., 2006. Startnotitie acheologiebeleid Gemeente Leeuwarden. RAAP-Rapport 921 (herzie- ne versie). RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V.
Bureauonderzoek
2.7 Archeologische verwachting
Uit het voorgaande blijkt dat er een kleine kans bestaat dat zich binnen het plangebied archeo- logische waarden bevinden. Deze kans is met name gebaseerd op de landschapsgenese van het gebied. In het plangebied kunnen archeologische resten worden verwacht vanaf de 13e eeuw, de Late Middeleeuwen. Vanaf de 3e eeuw tot aan de bedijking in de 13e eeuw was het gebied onbewoonbaar vanwege de aanwezigheid van de Middelzee. Eventuele archeologische resten uit perioden van voor de 3e eeuw zullen door het zeewater verspoeld zijn. Er geldt voor het plangebied een hoge kans op het aantreffen van archeologische resten uit de Late- Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Er kunnen middels een booronderzoek nederzettingsresten in de vorm van onder meer fragmenten aardewerk, puinresten, houtskool, bot, funderingsresten en fosfaat worden aangetroffen.
DR245088, revisie 1 Pagina 11 van 13
3 Veldonderzoek
3.1 Werkwijze
Het veldwerk voor het karterend inventariserend veldonderzoek is verricht op 7, 8, 9, 10 en 14 januari 2008 door drie veldbodemkundigen en een archeoloog. Voor aanvang van het veldon- derzoek is een KLIC-melding gedaan om te voorkomen dat de binnen het tracé aanwezige ka- bels en leidingen worden beschadigd tijdens de boorwerkzaamheden. Tijdens het veldonder- zoek zijn 60 handmatige boringen verricht met behulp van een Edelmanboor met een diameter van 8 cm en een 3 cm steekguts. De boringen zijn uitgevoerd tot een maximale diepte van 3,0 m beneden maaiveld met een onderlinge tussenafstand van 50 m. De boringen zijn in combina- tie met milieukundig onderzoek uitgevoerd. De boringen aan de westzijde van het Van Harinx- makanaal zijn grotendeels in grasland gezet. De boorlocaties aan de oostzijde van het kanaal bevonden zich allemaal in bebouwd gebied en zijn in bermen, tuintjes en onder klinkers gezet.
De opgeboorde grond is onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals houtskool, verbrand bot en aardewerk. Verder is gekeken naar bodemverkleuringen die zouden kunnen wijzen op mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen. De boorprofielen zijn beschreven conform NEN5104 en de STIBOKA legenda. De boorpunten zijn ingemeten met behulp van DGPS. In Bijlage 5 worden de locaties van de boringen weergeven. De boorprofielen worden weergegeven in Bijlage 6. In de nabije omgeving van het plangebied waren, ook na navraag, geen peilmerken bekend. Van de boorlocaties zijn daarom de relatieve maaiveldhoogtes geme- ten (zie Bijlage 7).
3.2 Resultaten veldonderzoek 3.2.1 Bodemopbouw
In het merendeel van de boringen is de bodemopbouw als volgt:
De 0,10 tot 0,50 m dikke bovengrond/bouwvoor bestaat uit bruingrijze, matig humeuze, zware zavel tot lichte klei vaak met recente puinresten. Onder de bovengrond wordt de niet door bo- demvorming beïnvloede natuurlijke ondergrond (C-horizont) aangetroffen. Deze bestaat uit een gelaagd pakket mariene afzettingen met bovenin overwegend lichte tot matig zware klei en naar beneden overgaand in matig lichte zavel tot zware zavel. Het pakket bevat schelpresten en met name de top van het pakket bevat roestvlekken als gevolg van een fluctuerende grondwater- spiegel. De onderkant van het pakket is zandig gelaagd.
Aan de oostzijde van het tracé is een aantal boringen aangetroffen waarvan het bodemprofiel tot op grote diepte verstoord is.
In een aantal boringen12 bevindt zich onder een verstoorde, deels bestrate, bovengrond een pakket opgebracht zand variërend in dikte van 0,25 tot 2,65 m. In de boringen 39, 40, 48 en 60 bevindt zich onder het opgebrachte zand een verstoorde bruine kleilaag. Deze laag varieert in dikte van 0,3 tot 1,15 m. Onder het verstoorde pakket bevindt zich de natuurlijke, onverstoorde, blauwgrijze lichte kleilaag met zandbandjes. Deze natuurlijke laag is in de boringen 44, 47 en 49 direct onder het opgebrachte zand aangetroffen op een diepte van respectievelijk 1,35, 1,0 en 1,10 m.
In de boringen 33, 37, 45, 46 en 51 ontbreekt het opgebrachte zandpakket, maar is wel een verstoorde klei-/zavellaag aangetroffen. Het bodemprofiel is op deze boorlocaties verstoord tot een diepte variërend van 0,9 tot 2,4 m –mv. In de boringen 33, 37, 45 en 46 betreft de verstoor- de laag een vermengde roest- en schelphoudende lichte kleilaag met zandresten en al dan niet met recente puinresten. In boring 51 betreft het een verstoorde zware zavellaag waarin recente
12 boringen 29 t/m 31, 39 t/m 44, 47 t/m 50 en 60
Veldonderzoek
puin- en slibresten zijn aangetroffen. In boring 36 zijn, op een diepte van 1,70 m -mv eveneens slibsporen aangetroffen. Naar alle waarschijnlijkheid betreft het in deze boringen een water- /slootbodem.
Bovengenoemde verstoringen houden verband met het feit dat de boorlocaties zich bevinden in de directe nabijheid van een spoorbaan of weg.
3.2.2 Archeologie
Er zijn tijdens het veldonderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen.
DR245088, revisie 1 Pagina 13 van 13
4 Evaluatie
4.1 Conclusies
In opdracht van gemeente Leeuwarden heeft Grontmij Nederland bv een archeologisch onder- zoek uitgevoerd voor het tracé van de westelijke invalsweg Leeuwarden. Hiertoe is een bureau- onderzoek uitgevoerd, waarbij een specifiek verwachtingsmodel is opgesteld. Op basis van dit verwachtingsmodel is binnen het tracé een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) uitgevoerd.
De doelen van het veldonderzoek bestonden uit het toetsen van de archeologische verwachting zoals opgesteld in het bureauonderzoek, het vaststellen van de mate van bodemverstoring in het tracé en het opsporen en in kaart brengen van eventuele archeologische resten. De resulta- ten van zowel het bureauonderzoek als het inventariserend veldonderzoek zijn weergegeven in onderhavig rapport.
Uit de bureaustudie is geconcludeerd dat het tracé zich ter plaatse van de voormalige Middel- zee bevindt. In het plangebied kunnen archeologische resten uit de periode van na de bedijking worden aangetroffen die dateren uit de periode Late-Middeleeuwen - Nieuwe Tijd resten. Even- tueel aanwezige archeologische resten uit de periode van voor de aanwezigheid van de Mid- delzee (voor de 3e eeuw) zullen zijn verspoeld.
Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat het bodemprofiel in het grootste deel van het onder- zochte tracé bestaat uit een matig humeuze bouwvoor/bovengrond met daaronder de natuurlij- ke, onverstoorde mariene afzettingen bestaande uit klei en zavel. Aan de oostzijde van het tra- cé zijn enkele boringen aangetroffen welke tot op grote diepte verstoord waren. Dit houdt ver- band met de ligging van de boorlocaties naast een spoorlijn danwel weg. Er zijn tijdens het veldonderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen.
Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek kan geconcludeerd worden dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat er zich binnen het plangebied (grotere) ar- cheologische nederzettingen bevinden.
4.2 Advies
Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen.
Het onderzoek is overeenkomstig de provinciale richtlijnen uitgevoerd en is gebaseerd op een steekproef. Indien tijdens de uitvoering van graafwerkzaamheden alsnog archeologische resten worden aangetroffen, dient direct contact opgenomen te worden met de bevoegde overheid, de gemeente Leeuwarden.
Met betrekking tot de resultaten van dit onderzoek wordt geadviseerd contact op te nemen met de bevoegde overheid, de heer drs. J.W. Oudhof (beleidsadviseur archeologie, gemeente Leeuwarden).
Bijlage 1
Locatie plangebied
Bijlage 2
Historische kaarten
Bijlage 3
Archeologische basiskaart
181332 / 579777
178221 / 577235 7743
22421
26357 33418
33381
Archeologische basiskaart
28-01-2008Legenda
VONDSTMELDINGEN
WAARNEMINGEN
ONDERZOEKSMELDINGEN
MONUMENTEN
archeologische betekenis archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd
HUIZEN
TOP10 ((c)TDN)
0 500 m
N
Archis2
Bijlage 4
FAMKE
pagina 1 van 1 Kaarten Provincie Fryslân
28-1-2008
http://www.fryslan.nl/binfo4/geoportaal/geoportaal.html?atlas=chk&kaart=fa2
Bijlage 5
Locatie boringen
Bijlage 6
Boorprofielen
Projectnummer: 245088
Project: Westelijke invalsweg
@ Grontmij
Boring A01
0
50
100
150
200
0
H2, zwak puinhoudend, bruingrijs
45
laagjes zand, zwak roesthoudend, blauwgrijs
90
resten schelpen, zwak roesthoudend, laagjes zand, blauwgrijs
200
Boring A02
0
50
100
0
H2, bruin
40
H1, zwak roesthoudend, grijs
90
laagjes klei, zwak roesthoudend, resten schelpen, grijs
120
Boring A03
0
50
100
0
H2, bruin
45
zwak roesthoudend, grijs
85
zwak roesthoudend, resten schelpen, grijs
120
Boring A04
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
20
H1, resten schelpen, bruingrijs
50
zwak roesthoudend, blauwgrijs
75
blauwgrijs
200
Boring A05
0
50
100
0
H3, sporen puin, bruin
35
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
65
zwak roesthoudend, grijs
100
laagjes zand, zwak roesthoudend, resten schelpen
120
Boring A06
0
50
100
0
H2, bruin
30
H1, zwak roesthoudend, resten schelpen, bruingrijs
75
zwak roesthoudend, resten schelpen, grijs
100
Boring A07
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
35
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
80
laagjes zand, zwak roesthoudend, resten schelpen, blauw
200
Boring A08
0
50
100
0
H2, bruin
30
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
70
laagjes zand, zwak roesthoudend, resten schelpen, grijsblauw
120
Boring A09
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
35
H1, resten schelpen, zwak roesthoudend, grijs
60
laagjes zand, zwak roesthoudend, blauw
200
Boring A10
0
50
100
0
H2, bruin
25
H1, resten schelpen, zwak roesthoudend, bruingrijs
90
laagjes zand, resten schelpen, zwak roesthoudend
110
Boring A11
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
35
H1, zwak roesthoudend
80
laagjes zand, blauw
200
Boring A12
0
50
100
0
H2, sporen puin, bruin
40
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
70
laagjes zand, zwak roesthoudend, blauwgrijs
120
Boring A13
0
50
100
0
H2, bruin
35
H1, zwak roesthoudend, resten schelpen, bruingrijs
70
laagjes zand, zwak roesthoudend, resten schelpen, blauwgrijs
100
Boring A14
0
50
100
0
H2, bruin
35
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
40
zwak roesthoudend, laagjes zand, grijs
100
Boring A15
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
40
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
80
laagjes zand, resten schelpen, zwak roesthoudend
120
laagjes zand
200
Boring A16
0
50
100
0
H2, bruin
35
H1, resten schelpen, zwak roesthoudend, bruingrijs
80
laagjes zand, blauw
100
Boring A17
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
25
H1, laagjes zand, zwak roesthoudend, resten schelpen, bruingrijs
80
resten schelpen, blauw, slap
120
laagjes zand, resten schelpen, blauw
200
Boring A18
0
50
100
0
H2, bruin
20
H1, resten planten, zwak roesthoudend, bruingrijs
100
Boring A19
0
50
100
0
H2, zwak roesthoudend, bruin
40
resten schelpen, zwak roesthoudend, bruingrijs
100
Boring A20
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
40
resten schelpen, zwak roesthoudend, grijs
80
H1, matig roesthoudend, bruin
110
laagjes zand, grijs
200
Projectnummer: 245088
Project: Westelijke invalsweg
@ Grontmij
Boring A21
0
50
100
150
200
0
H2, zwak roesthoudend, bruin
35
H1, zwak roesthoudend, grijsbruin
75
laagjes zand, zwak roesthoudend, resten schelpen
120
laagjes zand, resten schelpen, zwak roesthoudend, blauw
200
Boring A22
0
50
100
0
H2, bruin
40
H1, zwak roesthoudend, resten schelpen, grijs
100
laagjes zand, grijs
110
Boring A23
0
50
100
0
H2, bruin
25
H1, resten schelpen, zwak roesthoudend, bruingrijs
70
laagjes zand, zwak roesthoudend, grijsblauw
115
laagjes zand, donkergrijs
120
Boring A24
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
30
H1, resten schelpen, zwak roesthoudend, bruingrijs
80
grijs
120
laagjes zand
200
Boring A25
0
50
0
H2, zwak roesthoudend, bruin
40
H1, zwak roesthoudend, resten schelpen, bruingrijs
90
Boring A26
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
30
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
100
zwak roesthoudend, grijsblauw
130
resten slib, zwart
150
blauwgrijs
200
Boring A27
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
40
H1, zwak roesthoudend, bruingrijs
80
laagjes zand, zwak roesthoudend, blauwgrijs
120
laagjes zand, resten schelpen
200
Boring A28
0
50
100
0
H2, bruin
45
H1, zwak roesthoudend, resten schelpen, bruingrijs
100
laagjes zand, resten schelpen, blauwgrijs
120
Boring A29
0
50
100
150
200
0
H1, bruin
15
MF,, grijs, opgebracht
200
Boring A30
0
50
100
150
200
0
H1, resten zand, bruin
45
MF,, grijs, opgebracht
200
Boring A31
0
50
100
150
200
0
H2, zwak roesthoudend, donkerbruin
15
MF,H1, zwak roesthoudend, brokken klei, grijs, opgebracht
35
MF,H1, sporen schelpen, donkergrijs, opgebracht
230
Boring A32
0
50
100
150
200
250
0
H2, resten wortels, donkerbruin
15
zwak roesthoudend, beigegrijs, verstoord
55
resten planten, donkerbruin
65
resten planten, blauwgrijs
100
sporen schelpen, resten zand, blauwgrijs
175
H1, laagjes zand, grijs
250
Boring A33
0
50
100
150
200
0
H1, resten riet, donkergrijs, opgebracht
30
matig roesthoudend, resten planten, beigegrijs, verstoord
70
matig roesthoudend, resten planten, resten schelpen, beigegrijs, verstoord
105
resten planten, resten zand, blauwgrijs, verstoord
160
H1, resten planten, sporen puin, sporen schelpen, donkergrijs
175
blauwgrijs, compact
200
Boring A34
0
50
100
150
200
250
0
H1, resten planten, bruingrijs
30
H1, zwak roesthoudend, grijs
70
resten planten, laagjes zand, resten schelpen, grijs
110
H1, sporen schelpen, resten planten, donkergrijs
135
laagjes zand, blauwgrijs
200
H1, laagjes zand, grijs
250
Boring A35
0
50
100
150
200
0
H1, bruingrijs
30
H1, sporen schelpen, zwak roesthoudend, resten wortels, beigegrijs
85
H1, resten planten, laagjes zand, grijs
120
H1, laagjes zand, resten planten, blauwgrijs
180
H4, resten planten, donkerbruin
185
blauwgrijs
200
Boring A36
0
50
100
150
200
0
H2, resten wortels, donkerbruin
10
H1, zwak roesthoudend, resten planten, grijs, verstoord
55
H1, zwak roesthoudend, resten wortels, grijs
100
zwak roesthoudend, laagjes zand, sporen schelpen, blauwgrijs
120
resten schelpen, laagjes zand, blauwgrijs
170
H1, sporen schelpen, laagjes zand, sporen slib, zwartgrijs
200
Boring A37
0
50
100
150
200
0
H2, donkerbruin
15
H1, sporen schelpen, sporen roest, grijs, verstoord
70
H1, sterk roesthoudend, bruingrijs, verstoord
90
zwak roesthoudend, laagjes zand, grijs
120
H1, donkergrijs
130
blauwgrijs, compact
200
Boring A38
0
50
100
150
200
0
H2, donkerbruin
15
H1, zwak roesthoudend, grijs
55
matig roesthoudend, beigegrijs
90
resten schelpen, laagjes zand, grijs
140
blauwgrijs, zwarte vlekken, compact
180
H1, resten planten, donkerbruin
185
H1, sporen planten, resten schelpen, laagjes
Boring A39
0
50
100
150
200
0
MF,, lichtgrijs, opgebracht
115
H1, brokken klei, zwak roesthoudend, bruingrijs, verstoord
135
H1, sporen schelpen, blauwgrijs, humeus bandje op 1,70, verstoord
215
Boring A40
0
50
100
150
200
0
H1, matig roesthoudend, resten wortels, sporen zand, opgebracht
50
H1, grijs, opgebracht
75
H1, matig roesthoudend, donkergrijs, brokkerig, verstoordT
130
grijs, compact, verstoord
180
H1, sporen schelpen, sporen puin, donkergrijs
190
blauwgrijs, zwarte vegen
Projectnummer: 245088
Project: Westelijke invalsweg
@ Grontmij
Boring A41
0
50
100
150
200
0
MF,, grijs, opgebracht
200
Boring A42
0
50
100
150
200
250
0
H1, bruingrijs
25
MF,H1, brokken klei, grijs, opgebracht
85
MF,H1, sterk roesthoudend, brokken klei, oranjegrijs, verstoord
130
MF,, lichtgrijs, opgebracht
230
MF,, beigegrijs, opgebracht
290
gestaakt/stuit
291
Boring A43
0
50
100
0
H1, zwak grindhoudend, zwak puinhoudend, bruin
25
MF,, grijs, opgebracht
120
hard
121
Boring A44
0
50
100
150
200
0 8
MF,H1, bruingrijs, opgebracht
135
laagjes zand, blauwgrijs
200
Boring A45
0
50
100
150
200
250
300
0
H2, resten zand, resten wortels, bruin
50
H1, resten wortels, resten schelpen, zwak roesthoudend, bruingrijs, verstoord
240
laagjes zand, blauw
300
Boring A46
0
50
100
150
200
0
H1, bruingrijs
30
resten zand, zwak roesthoudend, blauwgrijs, verstoord
120
laagjes zand, blauwgrijs
200
Boring A47
0
50
100
150
0
H1, resten zand, bruin
45
ZF,, geel, opgebracht
100
H2, bruin
120
blauw
150
Boring A48
0
50
100
150
200
0
H2, resten puin, bruin
20
MF,, bruingrijs, opgebracht
60
resten zand, blauwgrijs, verstoord
120
H2, sporen puin, bruin, verstoord
150
laagjes zand, blauwgrijs
200
Boring A49
0
50
100
150
200
0
H1, resten zand, bruingrijs
60
MF,, grijs, opgebracht
110
laagjes zand, blauwgrijs
200
Boring A50
0
50
0
H1, resten puin, bruin
45
MF,, bruingrijs, opgebracht, weerstand
75
Boring A51
0
50
100
150
200
0
H1, resten zand, sporen puin, bruin
80
resten slib, resten wortels, zwart, sloot bodem
150
laagjes zand, blauw
200
Boring A52
0
50
100
150
200
0
H2, bruin
30
H1, resten schelpen, zwak roesthoudend, bruingrijs
80
laagjes zand, resten schelpen, zwak roesthoudend, blauwgrijs
200
Boring A53
0
50
100
0
H2, bruin
30
H1, laagjes zand, zwak roesthoudend, bruingrijs
100
Boring A54
0
50
100
0
H2, bruin
15
H1, zwak roesthoudend, bruin
45
zwak roesthoudend, blauwgrijs
105
zwak roesthoudend, laagjes zand, resten schelpen, blauwgrijs
120
Boring A55
0
50
100
150
200
250
300
0
H2, resten zand, resten wortels, donkerbruin
15
MF,, lichtgrijs, opgebracht
90
H1, matig roesthoudend, matig zandhoudend, grijs, verstoord/opgebracht
140
H1, zwak roesthoudend, grijs, verstoord
210
laagjes zand, sporen planten, resten schelpen, blauwgrijs
310
Projectnummer: 245088
Project: Westelijke invalsweg
@ Grontmij
Boring A56
0
50
100
150
200
250
300
0
H2, sporen puin, bruin
30
H1, bruingrijs
70
95
laagjes zand, grijs
200
laagjes zand, blauw
300
Boring A57
0
50
100
150
200
250
300
0
H2, bruin
25
H1, bruingrijs
75
H1, zwak roesthoudend, grijs, enkel zand laagje
120
laagjes zand, blauw
185
MF,, laagjes klei, blauw
300
Boring A58
0
50
100
150
200
250
300
0
H2, bruin
35
H1, bruingrijs
60
grijs
120
blauw, slap
260
laagjes zand, blauw
300
Boring A59
0
50
100
150
200
250
300
0
H3, bruin
55
bruingrijs
100
laagjes zand, grijs
300
Boring A60
0
50
100
150
200
250
0
H1, resten puin, sporen kolen, grijs, verstoord
45
MF,, grijs, opgebracht
80
H1, grijs, verstoord
120
blauwgrijs
180
laagjes zand, lichtgrijs
210
H1, laagjes zand, donkergrijs
270
Bijlage 7
Hoogtes
Bijlage 7: Hoogtes
DR245088, revisie 1 Boornummer Relatieve hoogte
1 -25
2 -9
3 -13
4 -29
5 0
6 -30
7 -396
8 -426
9 -414
10 -394
11 -405
12 -376
13 -383
14 -399
15 -395
16 -406
17 -413
18 -406
19 -399
20 -370
21 -387
22 -392
23 -396
24 -391
25 -410
26 geen hoogte
27 -407
28 -411
29 geen hoogte
30 -195
31 -237
32 -289
33 -264
34 -257
35 -209
36 -233
37 geen hoogte
38 -240
39 geen hoogte
40 -151
41 -31
42 39
43 -168
44 -221
45 -189
46 -128
47 -134
48 -198
49 -222
50 -217
51 -235
52 -413
53 -408
54 -402
55 geen hoogte
56 4
57 geen hoogte
58 geen hoogte
59 geen hoogte
60 geen hoogte