• No results found

Vergaderbundel 18 juni 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vergaderbundel 18 juni 2015"

Copied!
440
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AGENDA VAN DE COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL

Datum: 18 juni 2015 Tijd: 20.00 uur Locatie: Raadzaal

De stukken zijn vanaf 5 juni 2015 beschikbaar.

Nr. Onderwerp

1. Vaststellen agenda.

2. Verslag van de vergadering van 9 april 2015.

3. Ingekomen stukken, gericht aan de raad:

= voor kennisgeving aannemen:

a. Brief d.d. 250315, Nationale Ombudsman te Den Haag: Jaarverslag 2014;

b. Brief d.d. 240415, Provincie Noord-Brabant te ’s Hertogenbosch:

begrotingscirculaire 2015;

= in handen van B&W ter afdoening:

c. Brief d.d. 170415, Peel 6.1: begroting en jaarrekening Peel 6.1

4. Jaarverslag 2014 en Jaarrekening 2014 (adviserend), toelichting door accountant (wethouder Van Bussel, info: j.peerlings@asten.nl)

5. Tussentijdse rapportage Voorjaar 2015 (adviserend).

(wethouder Van Bussel, info: j.degoede@asten.nl)

6. Jaarrekening 2014, Ontwerpbegroting 2016 en Beleidsplan 2015-2019 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (adviserend).

(Burgemeester Vos, info: d.vanhouts-vandijk@asten.nl)

7. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio, ODZOB).

a. Ontwikkelingen Peel 6.1 b. Tornado Heusden

8. Stukken ter kennisneming aan de commissie:

a. Memo jaarverslag Handhaving 2014 (Burgemeester Vos, info: s.wispelweij@asten.nl)

b. Lijst van toezeggingen en dynamische termijnkalender 2015-2

9. Rondvraag.

(2)

CONCEPT

COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN en CONTROL

VERSLAG

van de openbare vergadering van de commissie ALGEMENE ZAKEN en CONTROL, ge- houden op 9 april 2015 in de raadzaal van het gemeentehuis.

- - -

Aanwezig zijn:

De voorzitter J.P.E. Bankers,

De leden H.A.M. van Moorsel, P.W.J.M. van de Ven–Schriks,

D.R. van Schijndel, J.G. Leenders, M.J.H. Vankan, A.H.H. Beniers, R. Wever, A.J. Koopman, M. van Asten

De genodigden burgemeester H.G. Vos, wethouder J.H.J. van Bussel, De griffier M.B.W. van Erp-Sonnemans

De notulist E.J.M. van der Heijden

- - - Agenda

1. Vaststellen agenda

2. Verslag van de openbare vergadering van 12 maart 2015 3. Ingekomen stukken gericht aan de raad

4. Oprichting van en deelname in Stichting Beheer en Exploitatie Veiligheidshuis Brabant Zuidoost

5. Initiatiefvoorstel Jeugdlintje (voorstel fractie CDA)

6. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio)

7. Stukken ter kennisneming aan de commissie 8. Rondvraag

De voorzitter opent de vergadering. Hij deelt mee dat geen spreekrecht is aange- vraagd en dat de omvraag begint bij de fractie CDA.

Agendanummer 1 Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Agendanummer 2 Verslag van de openbare vergadering van 12 maart 2015

Mevrouw Hagelaar, fractie PGA/PvdA, stelt de volgende wijziging voor op blz 2:

“De fractie PGA/PvdA gaat akkoord maar merkt op dat de indruk wordt gewekt dat gemeenten geen keuze hebben of ze willen deelnemen. Kan dat ook anders?”

Vervangen door:

“De fractie PGA/PvdA gaat akkoord maar merkt op dat de indruk wordt gewekt dat gemeenten geen keuze hebben of ze willen deelnemen. Zij geeft aan dat je als raad

(3)

-2-

CONCEPT

verg. comm. AZ/C d.d. 09-04-2015 bij nieuwe samenwerkingsverbanden kritisch moet kijken of er ook andere mogelijk- heden zijn.”

Het verslag wordt met bovenstaande wijziging vastgesteld.

Agendanummer 3 Ingekomen stukken gericht aan de raad (voor kennisgeving aannemen)

In handen van B&W ter voorbereiding:

a. Brief d.d. 050315, Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant te Eindhoven: Ontwerp- begroting 2016;

b. Brief d.d. 130315, Ministerie Binnenlandse Zaken: agenda Lokale Democratie;

= in handen van B&W ter afdoening:

c. Brief d.d. 110315, Metropoolregio Eindhoven te Eindhoven: Leden bestuurs- commissie.

Punt a.

De fractie D66-HvA vraagt of het haalbaar is om voor 15 mei 2015 een zienswijze in te dienen.

De burgemeester geeft aan dat wanneer de periode te kort is om een zienswijze in te dienen hiervoor uitstel aangevraagd kan worden, of we geven zelf aan dat onze reactie later dan de gestelde datum volgt.

Punt b.

De fractie D66-HvA vraagt in hoeverre dit punt wordt opgepakt.

De burgemeester geeft aan daar op dit moment nog geen opvatting over te heb- ben. Mocht de commissie punten op de agenda willen hebben dan hoort hij dat graag ten behoeve van de voorbereiding door B&W.

Agendanummer 4 Oprichting van en deelname in Stichting Beheer en Exploi- tatie Veiligheidshuis Brabant Zuidoost

De fractie CDA geeft aan in te kunnen stemmen met het stuk maar wil in het vervolg meer gelegenheid voor inspraak aan de voorkant over doelstelling etc. Daarnaast vraagt zij niet te veel ambtelijke uren te besteden aan de oprichting en deelname in de stichting.

De andere fracties stemmen allen in.

De burgemeester ligt toe dat het veiligheidshuis er al jaren is maar een formele status mist. Er moet geregeld worden hoe zij gaan samenwerken. Dat is de reden dat in dit stuk een uiterst simpele constructie wordt voorgelegd. Hieraan zijn overi- gens geen verdere financiële gevolgen gekoppeld.

De voorzitter concludeert dat de commissie unaniem positief adviseert en instemt met doorgeleiding van het stuk als A-stuk naar de raad.

Agendanummer 5 Initiatiefvoorstel Jeugdlintje (voorstel fractie CDA) De fractie CDA geeft een toelichting op haar initiatiefvoorstel voor een jeugdlintje en

(4)

-3-

CONCEPT

verg. comm. AZ/C d.d. 09-04-2015 De fractie D66-HvA vindt het lintje een prima initiatief en stimulans voor jongeren.

Als tip geeft zij mee ook een jeugdjury in te stellen.

De fractie Leefbaar Asten geeft aan bij 20 jeugdigen getoetst te hebben of er be- hoefte is aan een dergelijk lintje in deze doelgroep. Tot haar verbazing werd hier niet zo enthousiast op gereageerd. Een enkeling stond er positief tegenover. De fractie zelf staat wel positief tegenover het initiatief en maakt de volgende kanttekeningen:

De naam jeugdlintje schept verwarring denk zij en stelt voor na te denken over een andere naam zoals penning of iets dergelijks. Tevens wil zij meer informatie over de precieze kosten en de bestuurlijke inzet die wordt gevraagd.

De samenstelling van de jury mag wat haar betreft wisselend zijn. Wel afkomstig uit allerlei verenigingen en met de borging van een bepaalde continuïteit.

De fractie PGA/PvdA vindt het een positief voorstel. De jeugd heeft de toekomst, we hebben ze hard nodig, dus belonen is positief. Zij ziet graag een nadere uitwer- king, bijvoorbeeld van de punten die door de vorige fractie zijn genoemd.

Daarnaast wil zij een grens tot wanneer men iemand kan aandragen.

De fractie VVD staat eveneens sympathiek tegenover het voorstel, ook al vindt zij het bestaande decoreringstelsel prima. Als een lintje een positieve stimulans is om jeugd bij de lokale gemeenschap te betrekken dan ondersteunt zij dat graag.

De fractie Algemeen Belang geeft aan dat de inzet van jeugd heel belangrijk is. Zij vindt het een sympathiek voorstel, het is nog een ruw kader dat nadere uitwerking verdient. Zij geeft aan erop te letten dat erepenningen/lintjes o.i.d. van verenigingen zelf niet worden doorkruist. De initiatieven moeten vanuit de jeugd zelf komen. En een eenmalige ambtelijke ondersteuning vindt zij prima.

De burgemeester plaatst enkele kanttekeningen bij het voorstel. De inzet van jeugd blijft belangrijk. Het goed beoordelen van aanvragen voor een lintje, bij voor- keur tot 25 jaar, zal lastig zijn en blijven. Dat moet niet worden onderschat.

Of het echt noodzakelijk is om een jeugdlintje te gaan uitreiken, weet hij niet. Mo- menteel wordt er in ieder geval aandacht besteed aan mensen (ook jongeren) die bijvoorbeeld een heldendaad verrichten. Dus dat hoeft geen reden te zijn.

De minimaal gevraagde inzet van een half jaar vindt hij kort. En hoe wordt omge- gaan met het advies van de onafhankelijke commissie? Mag daarvan worden afge- weken? Tot slot wil hij weten: Welke investering en capaciteit van het ambtelijk ap- paraat wordt gevraagd. Wordt er gecheckt of de betreffende persoon van onbespro- ken gedrag is. En is er een eventuele andere optie zoals een vrijwilligersdag?

De voorzitter vraagt de commissie zich in tweede termijn uit te spreken over het gewenste vervolg van het voorstel.

2e termijn:

De fractie CDA spreekt haar dank uit voor de geplaatste kanttekeningen, zij wil het voorstel graag met aanpassingen doorleiden naar de raad.

De fractie D66-HvA stelt voor dat de praktijkervaring van de portefeuillehouder wordt meegenomen en ziet een aangepast voorstel graag terug in de commissie.

De fractie Leefbaar Asten beschouwt het voorstel als een voornemen tot het indie- nen van een initiatiefvoorstel. Er is nog uitwerking van enkele criteria nodig, o.a. hoe men om wil gaan met de geheimhouding voor het uitreiken van de lintjes. Zij ziet het stuk graag terug in de commissie.

(5)

-4-

CONCEPT

verg. comm. AZ/C d.d. 09-04-2015 De fractie PGA-PvdA ziet het voorstel graag terug in de commissie voordat het door de raad behandeld wordt.

De fractie VVD zit het stuk eveneens graag terug op de agenda van de commissie.

De fractie Algemeen Belang sluit zich aan bij de vorige fracties en stelt nog eens de kritische vraag of er echt behoefte is aan een dergelijk lintje? Wellicht kan dit nader worden onderzocht voordat een voorstel wordt voorgelegd.

De voorzitter concludeert dat de initiatiefnemer kennis heeft genomen van de wen- sen en bedenkingen van de commissie. De commissie ziet in meerderheid een initia- tiefvoorstel graag nader uitgewerkt terug op de agenda van de commissie voordat het kan worden doorgeleid naar de raad.

Agendanummer 6 Informatief overleg met de bestuurder over lopende be- langrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio).

Wethouder Van Bussel geeft aan dat er in de samenwerking Peel 6.1 sprake leek van een terugtrekkende beweging van een enkele partij. Om die reden heeft de voorzitter van Peel 6.1 alle colleges geconsulteerd. Asten heeft aangegeven de nota uit 2013 graag uit te willen voeren zoals deze er ligt.

Op 24 februari jl. hebben alle deelnemende gemeenten met elkaar gesproken over de samenwerking. Vijf van de zes gemeenten hebben dezelfde insteek, de gemeente Helmond staat er anders in. De pijn zit in de businesscases die zijn afgesproken. Niet alle belangen liggen nog helemaal op een lijn. Maar de klokken zijn weer gelijk gezet en Helmond heeft zich weer volledig achter het project geschaard.

Inmiddels is de voor Asten en Someren belangrijke businesscase belastingen goed- gekeurd en een projectleider aangesteld, daarmee gaan ze aan de slag.

De fractie Algemeen belang vraagt of iedereen er ook lering uit heeft getrokken.

De fractie Leefbaar Asten geeft aan blij te zijn met de gezamenlijke afspraken die zijn gemaakt en dat de zes gemeenten elkaar toch weer hebben gevonden.

De wethouder hoopt dat iedereen er lering uit heeft getrokken. Kwetsbaarheid en kosten zijn voor Asten altijd een aandachtspunt geweest. Dat is ook zo naar voren gebracht. Er blijkt in elk geval meer tijd en aandacht nodig voor de gewijzigde colle- gesamenstelling na de verkiezingen om het goede gevoel van het begin vast te hou- den, positieve basis is de gelijke zeggenschap voor alle gemeenten.

Agendanummer 7 Stukken ter kennisneming aan de commissie a. Memo Businessplan SIRIS;

b. Lijst van toezeggingen.

Punt a.

De fractie CDA hoopt dat de zaken bij Siris snel beter zullen gaan. Ze is blij dat het college heeft ingegrepen maar volgt de ontwikkelingen kritisch. Ze wenst Siris alle succes toe voor de toekomst.

De fractie D66-HvA is blij dat de jaarrekening nu positief is en dat er een actief be- stuur zit dat bezig is met het zoeken naar oplossingen. Zij blijft het kritisch volgen.

(6)

-5-

CONCEPT

verg. comm. AZ/C d.d. 09-04-2015 De fractie PGA-PvdA heeft enkele schriftelijke vragen gesteld, zij vraagt nog om be- antwoording.

De fractie VVD sluit zich aan bij de reactie van D66,

De fractie Algemeen Belang ondersteunt de subsidie die ze hebben gekregen en ziet ook echt een meerwaarde. Maar wat hen opvalt zijn de kosten voor de huisves- ting. Deze kosten dalen van € 32.000,= naar € 21.000,= wat is er gebeurd?

Punt b.

De fractie Leefbaar Asten mist op de lijst van toezeggingen de eerder besproken reactie op reclame-uitingen.

De burgemeester geeft over de reclame-uitingen aan dat deze in het kader van handhaving zijn besproken en op de lijst kan worden opgenomen.

Over Siris geeft hij aan blij te zijn dat men positief is over de steun die is geboden door de gemeenten Asten en Someren. Het college waardeert Siris en ook hij volgt de ontwikkelingen kritisch. De vragen aan het ambtelijk apparaat worden schriftelijk teruggekoppeld.

De financiële problemen werden veroorzaakt door teruglopende inkomsten vanuit de reclame. Voor wat betreft de huisvesting wordt gestreefd naar minder kosten door toe te werken naar marktconforme huisvestingstarieven.

De voorzitter concludeert dat het college kennis heeft genomen van de wensen en bedenkingen van de commissie. Het college zal deze meenemen in het vervolgtra- ject.

Agendanummer 8 Rondvraag

Er zijn geen vragen voor de rondvraag.

Sluiting

Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering.

Voor verslag, griffier

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

dict: EvdH typ: 04 coll:

(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15)

Provincie Noord-Brabant

Aan de raden van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant

Brabantlaan 1 Postbus 9 0 1 5 1

5 2 0 0 M C 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 6 8 1 28 12 Fax (073) 6 1 4 11 15 info@brabant.nl w w w . b r a b a n t . n l

I B A N N L 8 6 I N G B 0 6 7 4 5 6 0 0 4 3

O n d e r w e r p

Begrotingscirculaire 2 0 1 5

Geachte raadsleden,

In het kader van onze interbestuurlijke en uw horizontale toezichtstaak informeren wiļ u jaarlijks over de belangrijkste aspecten van de

(meerjaren)begroting van uw gemeente. Dit jaar doen wij dit voor het eerst door afzonderlijke begrotingscirculaires te sturen aan de raad en het college.

In deze circulaire richten wij ons vooral op uw taak, het vaststellen van een structureel en reëel sluitende begroting. In de circulaire voor het college staan ook de meer inhoudelijke aspecten die van belang zijn voor het opstellen van deze begroting. Deze is als bijlage toegevoegd.

Vorm v a n toezicht

Elk jaar besluiten wij vóór aanvang van het begrotingsjaar of voor uw gemeente het repressief of preventief begrotingstoezicht van toepassing is.

Uitgangspunten hierbij zijn de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), ons Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (2014) en deze

begrotingscirculaires.

Repressief to ezicht

Repressief toezicht is regel. Dit houdt in dat u uw begroting direct kunt uitvoeren, zonder dat hier vooraf onze goedkeuring vereist is. Een gemeente komt in aanmerking voor het regulier repressief toezicht wanneer de begroting, inclusief nieuw beleid, naar ons oordeel structureel en reëel in evenwicht is.

Mocht dit niet het geval zijn, dan dient de meerjarenraming voldoende aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf wordt bereikt. Daarnaast dienen de jaarrekening en de begroting tijdig,

respectievelijk vóór 15 juli en 15 november, aan ons te zijn toegezonden.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 Ons kenmerk 3 8 0 7 5 0 9 Contactpersoon T.C. N o o r d e g r a a f Telefoon

(073) 6 8 0 8 3 5 0 E-mail

tnoordegraaf@brabant.nl Bijlage(n)

1

Bereikbaarheid met openbaarvervoer: zie

(16)

Provincie Noord-Brabant

Preventief toezicht Datum Preventief toezicht is uitzondering. Dit betekent dat wij de begroting en de 2 4 april 2 0 1 5

begrotingswijzigingen eerst moeten goedkeuren voordat u tot uitvoering kunt Ons kenmerk

overgaan. Dit is aan de orde indien de begroting naar ons oordeel niet 3 8 0 7 5 0 9

structureel en reëel in evenwicht is en het onvoldoende aannemelijk is dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming wordt bereikt.

Vaststellingsbesluit begroting

Het vaststellingsbesluit van de begroting moet een volledig beeld geven van de besluitvorming door de raad. Indien van toepassing dient dit besluit ook de volgende zaken te bevatten:

» welke wijzigingen aangebracht zijn op de conceptbegroting (dit kan uiteraard ook via een afzonderlijke begrotingswijziging);

» investeringskredieten die bij vaststelling van de begroting beschikbaar gesteld worden;

» als de meerjarenraming in evenwicht is en het begrotingsjaar een tekort heeft, de wijze waarop het begrotingsjaar sluitend is gemaakt

(bijvoorbeeld door een onttrekking aan de algemene reserve).

Structureel en reëel evenwicht

Als per jaarschijf van de (meerjaren)begroting de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Hiervoor is het van belang dat uit de begroting duidelijk blijkt welke geraamde baten en lasten structureel van aard zijn en welke incidenteel. Het structureel begrotingssaldo kan alleen bepaald worden door het begrotingssaldo te zuiveren van

incidentele baten en lasten. Het overzicht van incidentele baten en lasten is hierbij een belangrijk document. Dit overzicht is verplicht opgenomen in de begroting, maar het is van belang dat u dit ook daadwerkelijk gebruikt voor het bepalen van het structureel begrotingssaldo.

Het reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar moeten zijn. Wanneer wij van oordeel zijn dat ramingen onvoldoende reëel zijn, kunnen wij een negatieve bijstelling doorvoeren op het structureel begrotingssaldo. Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet meer structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet meer in aanmerking komt voor repressief toezicht.

Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen

Veel gemeenten nemen bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen op in de begroting en/of meerjarenramingen. Voor de bepaling van het structureel en reëel begrotingssaldo beoordelen wij deze maatregelen op hardheid en haalbaarheid. Het is noodzakelijk dat u de raming van dergelijke bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen reëel onderbouwt. Deze moeten concreet op programmaniveau zijn ingevuld en ook het proces dat bij het concretiseren gevolgd gaat worden moet vastliggen. Indien wij de ramingen onvoldoende reëel onderbouwd vinden zullen wij de gepresenteerde

2 / 6

(17)

Provincie Noord-Brabant

begrotingssaldi negatief bijstellen. Deze negatieve bijstelling kan tot gevolg Datum

hebben dat de (meerjaren)begroting naar ons oordeel niet meer structureel en 2 4 april 2 0 1 5

reëel in evenwicht is en u niet meer in aanmerking komt voor repressief toezicht. o n s kenmerk

3 8 0 7 5 0 9

Bezuiniging onderhoud kapitaalgoederen

W i j kunnen alleen een positief oordeel geven over bezuinigingen op het jaarlijks en groot onderhoud van kapitaalgoederen, indien aannemelijk is gemaakt dat de verlaging van het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de kapitaalgoederen niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of juridische claims. Daarnaast zal actualisatie van het beheerplan op basis van de door de raad vastgestelde verlaging van het kwaliteitsniveau noodzakelijk zijn.

Bezuiniging verbonden parti/en

Taakstellingen die u oplegt aan verbonden partijen, zoals gemeenschappelijke regelingen, beoordelen wij niet als reëel, tenzij de desbetreffende verbonden partij of gemeenschappelijke regeling op bestuurlijk niveau heeft besloten of en hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld.

Onderhoud kapitaalgoederen

De paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen" bevat de belangrijkste informatie over de kapitaalgoederen, ten minste van wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Deze paragraaf geeft inzicht in:

» het beleidskader;

» de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties (van het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau);

» de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

De raad bepaalt het kwaliteitsniveau en stelt het budget beschikbaar om dit kwaliteitsniveau te handhaven. De raad is autonoom om het kwaliteitsniveau vast te stellen. Dit kwaliteitsniveau mag echter niet onvoldoende zijn

(bijvoorbeeld voor wegenonderhoud betreft dat niveau C wanneer de CROW- normen worden toegepast), zodat achterstallig onderhoud optreedt of vergroot wordt of dat er onveilige situaties op kunnen treden. Kapitaalvernietiging moet worden voorkomen. Het is daarom van groot belang dat de opgenomen raming in de begroting in overeenstemming is met het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Wanneer deze overeenstemming ontbreekt, kunnen wij het geraamde budget aanmerken als een onvolledige of niet reële raming. Dit is ook het geval als er achterstallig onderhoud is ontstaan en de financiële vertaling van het wegwerken van dit achterstallig onderhoud onvolledig is of ontbreekt.

Toezichtsthema

In tijden van financiële krapte neemt de kans toe dat gemeenten minder prioriteit geven aan het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen, met als mogelijk gevolg achterstallig onderhoud en/of kapitaalvernietiging. Bij de

(18)

Provincie Noord-Brabant

van informatie over het onderhoudsniveau, de opgenomen budgetten en achterstallig onderhoud. N a deze nulmeting kijken wij nu specifieker naar de vertaling van de opgevraagde informatie in de (meerjaren)begroting 2 0 l ó .

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

De paragraaf "weerstandsvermogen en risicobeheersing" moet ten minste bevatten:

« een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;

« een inventarisatie van de risico's;

« het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's.

Het ontbreken van een duidelijke koppeling tussen de risico's en de benodigde weerstandscapaciteit kan ertoe leiden dat een neerwaartse trend in de financiële positie niet tijdig wordt gesignaleerd. Het formuleren van een beleidslijn over de voor de gemeente noodzakelijk geachte

weerstandscapaciteit in relatie tot de onderkende risico's (bijvoorbeeld een ratio) is daarom van groot belang. De raad is autonoom om het beleid vast te stellen.

Voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit nemen wij de geraamde stand per 1 januari van het begrotingsjaar als uitgangspunt. Dit betekent dat verwachte positieve saldi van de (meerjaren)begroting geen onderdeel zijn van de beschikbare weerstandscapaciteit. De inventarisatie van de risico's wordt beoordeeld op volledigheid van opgenomen risico's en de financiële vertaling daarvan. PM-posten moeten voorkomen worden.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 O n s kenmerk 3 8 0 7 5 0 9

Kengetallen (rapport commissie Depla)

Naar verwachting wordt het BBV binnenkort gewijzigd naar aanleiding van het rapport van de Commissie Depla (http:77www.vng.nl/files/vng/20140422- vernieuwing-van-de-begroting.pdil. Aan de paragraaf "weerstandsvermogen en risicobeheersing" worden kengetallen toegevoegd die zicht geven op de financiële positie van uw gemeente. Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de raad. Het zal gaan om de kengetallen netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte,

belastingcapaciteit en grondexploitatie. Daarnaast bieden deze kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.

Grondexploitatie

De afgelopen jaren staan de grondexploitaties sterk in de belangstelling. Het berekenen van de " w a a r d e " van de grondexploitaties ( N C W = netto contante waarde) wordt voor een groot deel bepaald door het gebruik van parameters.

Deze parameters zijn onder andere de fasering van verkopen, de

toegerekende rente, de kostenindex en de opbrengstenindex. Een wijziging van elk van deze parameters kan de berekende " w a a r d e " substantieel beïnvloeden en daarmee ook de omvang van te treffen voorzieningen en de omvang van de risico's. In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarrekening is

4 / 6

(19)

Provincie Noord-Brabant

het van belang dat u de actualiteit van de parameters (naar het inzicht van heden) jaarlijks evalueert en zo nodig herziet.

Decentralisaties Rijkstaken

Als gevolg van de drie decentralisaties binnen het sociale domein zijn er grote verantwoordelijkheden en budgetten naar de gemeenten overgekomen. In de loop van 2 0 1 5 zullen wij de budgettaire ontwikkelingen met betrekking tot de decentralisaties van uw gemeente volgen en betrekken bij de beoordeling van de begroting 201 6.

De decentralisaties zijn veelal opgepakt in gezamenlijk verband, bijvoorbeeld in de vorm van gemeenschappelijke regelingen (afgekort: GR). Bij een GR is het lastiger om grip en sturing te houden op de uitvoering van taken en

hierdoor verandert de invulling van uw budgetrecht. Als gemeente blijft u echter wel verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. Budgetoverschrijdingen van de GR kunnen worden doorberekend aan de deelnemende gemeenten. De hoogte van de budgetten die met de decentralisaties gemoeid zijn, zorgt ervoor dat de bijbehorende risico's ook groot kunnen zijn. W i j adviseren u goede afspraken te maken met de GR over de werkwijze, periodieke informatievoorziening, verantwoordingswijze en de manier waarop uw gemeente bij kan sturen.

Aanpassingen Wet gemeenschappelijke Regelingen

De aangepaste wet is per 1 januari 2015 in werking getreden en voorziet in een zelfstandige regeling voor het niet gedualiseerde verlengd lokaal bestuur, de mogelijke invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO), de

versterking van de democratische controle op samenwerkingsverbanden en aanvullende interne controles en waarborgen.

De wet sluit meer aan op de gemeentelijke planning en control cyclus, doordat de algemene financiële en beleidsmatige kaders voor de begroting en de voorlopige jaarrekening voortaan al vóór 15 april aan de raden van de deelnemende gemeenten worden aangeboden. Daarnaast is de termijn verlengd van zes naar acht weken waarbinnen de gemeenteraden hun zienswijze op de begroting bij de GR kunnen indienen. De datum voor het inzenden van de begroting van de GR aan Gedeputeerde Staten is gewijzigd van 15 juli naar 1 augustus. Voor de jaarrekening blijft de datum 15 juli. Het gereed zijn van de begroting en jaarrekening van de gemeenschappelijke regelingen is van belang voor de deelnemende gemeenten die deze informatie tijdig moeten verwerken in hun begroting.

Programma 'gemeenten v a n de toekomst'

Met het programma 'Gemeenten van de Toekomst' ondersteunt het ministerie van BZK gemeenten bij deze verandering. De ambitie is om alle initiatieven en

Datum 2 4 april 2 0 1 5 O n s kenmerk 3 8 0 7 5 0 9

(20)

Provincie Noord-Brabant

brengen, zodat zij elkaar maximaal kunnen versterken en zodat gemeenten hun werkzaamheden binnen het sociaal domein in samenhang kunnen organiseren.

O p het webplatform http://gemeentenvandetoekomst.nl kunt u alles vinden over de drie decentralisaties, zoals goede voorbeelden, expertteams, regionale en landelijke bijeenkomsten, handreikingen en andere relevante documenten.

Tot slot

O p onze website www.brabant.nl/ToezichtOpGemeenten staan diverse actualiteiten op het gebied van financieel toezicht en de ontwikkeling van het interbestuurlijk toezicht. Hebt u vragen over deze brief dan kunt u contact opnemen met de heer Teco Noordegraaf, coördinator financieel toezicht, via telefoonnummer 0 7 3 6 8 0 83 5 0 . Daarnaast attenderen wij u ook op onze meest recente brief met specifieke aandachtspunten over de begroting van uw gemeente.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze,

mw. drs. E. Breebaart,

afdelingshoofd Interbestuurlijk Toezicht

In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.

Met interbestuurlijk toezicht dragen wij bij aan een veilige en duurzame leefomgeving in Brabant. Daarmee bevorderen wij dat de Brabantse lokale overheden krachtige overheden zijn, die hun maatschappelijke taken correct

uitvoeren. Zodat burgers kunnen vertrouwen op hun overheid.

6 / 6 D a t u m

2 4 april 2 0 1 5 Ons kenmerk 3 8 0 7 5 0 9

(21)

Provincie Noord-Brabant

BIJLAGE

Brabantlaan 1 Postbus 9 0 1 5 1

5 2 0 0 M C 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 6 8 1 28 12 Fax (073) 6 1 4 1 1 15 info@brabant.nl www.brabant.nl

I B A N N L 8 6 I N G B 0 6 7 4 5 6 0 0 4 3

Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant

O n d e r w e r p

Begrotingscirculaire 2 0 1 5

Geacht college,

In het kader van onze interbestuurlijke toezichtstaak informeren wij de gemeenten jaarlijks over de belangrijkste aspecten van de

(meerjaren)begroting. Dit jaar doen wij dit voor het eerst door afzonderlijke begrotingscirculaires te sturen aan de raad en het college. In deze circulaire staan de meer inhoudelijke aspecten die van belang zijn voor het opstellen van de begroting. In de circulaire voor de raad richten wij ons vooral op de taak van de raad als horizontaal toezichthouder. Deze is als bijlage toegevoegd.

Vorm v a n toezicht

Elk jaar besluiten wij vóór aanvang van het begrotingsjaar of voor uw gemeente het repressief of preventief begrotingstoezicht van toepassing is.

Uitgangspunten hierbij zijn de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), ons Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (2014) en deze

begrotingscirculaires.

Repressief toezicht

Repressief toezicht is regel. Dit houdt in dat u uw begroting direct kunt uitvoeren, zonder dat hier vooraf onze goedkeuring vereist is. Een gemeente komt in aanmerking voor het regulier repressief toezicht wanneer de begroting, inclusief nieuw beleid, naar ons oordeel structureel en reëel in evenwicht is.

Mocht dit niet het geval zijn, dan dient de meerjarenraming voldoende aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf wordt bereikt. Daarnaast dienen de jaarrekening en de begroting tijdig,

respectievelijk vóór 15 juli en 15 november, aan ons te zijn toegezonden.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 Ons kenmerk 3 8 0 7 6 0 6 Contactpersoon T.C. N o o r d e g r a a f Telefoon

(073) 6 8 0 83 5 0 E-mail

tnoordegraaf@brabant.nl Bijlage(n)

Bereikbaarheid met openbaarvervoer: zie

(22)

Provincie Noord-Brabant

Pre ventief toezicht

Preventief toezicht is uitzondering. Dit betekent dat wij de begroting en de begrotingswijzigingen eerst moeten goedkeuren voordat u tot uitvoering kunt overgaan. Dit is aan de orde indien de begroting naar ons oordeel niet structureel en reëel in evenwicht is en het onvoldoende aannemelijk is dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming wordt bereikt.

Vaststellingsbesluit begroting

Het vaststellingsbesluit van de begroting moet een volledig beeld geven van de besluitvorming door de raad. Indien van toepassing dient dit besluit ook de volgende zaken te bevatten:

» welke wijzigingen aangebracht zijn op de conceptbegroting (dit kan uiteraard ook via een afzonderlijke begrotingswijziging);

» investeringskredieten die bij vaststelling van de begroting beschikbaar gesteld worden;

» als de meerjarenraming in evenwicht is en het begrotingsjaar een tekort heeft, de wijze waarop het begrotingsjaar sluitend is gemaakt

(bijvoorbeeld door een onttrekking aan de algemene reserve).

Structureel en reëel evenwicht

Als per jaarschijf van de (meerjaren)begroting de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Hiervoor is het van belang dat uit de begroting duidelijk blijkt welke geraamde baten en lasten structureel van aard zijn en welke incidenteel. Het structureel begrotingssaldo kan alleen bepaald worden door het begrotingssaldo te zuiveren van

incidentele baten en lasten. Het overzicht van incidentele baten en lasten is hierbij een belangrijk document. Dit overzicht is verplicht opgenomen in de begroting, maar het is van belang dat u dit ook daadwerkelijk gebruikt voor het bepalen van het structureel begrotingssaldo.

Het reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar moeten zijn. Wanneer wij van oordeel zijn dat ramingen onvoldoende reëel zijn, kunnen wij een negatieve bijstelling doorvoeren op het structureel begrotingssaldo. Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet meer structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet meer in aanmerking komt voor repressief toezicht.

Algemene uitkering uit het gemeentefonds

De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt geraamd op basis van reële uitgangspunten en tenminste de mei- of junicirculaire met de daarin opgenomen uitkeringsfactoren en de effecten van de herijking van het gemeentefonds.

W i j verzoeken u de meerjarige berekeningen (2016 tot en met 2 0 1 9 ) van de algemene uitkering, zoals u die hanteert in uw (meerjaren)begroting, mee te zenden met de vastgestelde begroting (inclusief de gehanteerde eenheden en bedragen per eenheid).

Datum 2 4 april 2 0 1 5 O n s kenmerk 3 8 0 7 6 0 6

2 / 9

(23)

Provincie Noord-Brabant

Datum

Ramingen loon- en prijscompensatie 2 4 april 2 0 1 5

Bij de vaststelling van het accres houdt de fondsbeheerder rekening met de te Ons kenmerk verwachten loon- en prijsstijgingen in het begrotingsjaar/meerjarenperspectief. 3 8 0 7 6 0 6

I ooncompensatie

In het kader van reëel ramen verwachten wij dat u rekening houdt met de budgettaire effecten van de loonstijgingen zoals opgenomen in de door u gehanteerde circulaire. Dit kan door verwerking in de ramingen van de personele lasten/organisatiekosten of door het ramen van een stelpost voor zover de eigen eerder vastgestelde uitgangspunten afwijken van die in de gehanteerde circulaire.

Prijscompensatie

In het kader van reëel ramen verwachten wij dat u (als u de algemene uitkering op basis van lopende prijzen raamt) aan de lastenkant van de

meerjarenraming rekening houdt met een mutatie van de prijsontwikkeling van ten minste het in de gehanteerde circulaire genoemde Bruto Binnenlands Product. Voor zover een afwijkend percentage wordt toegepast voor

prijsstijgingen/indexering van prijsgevoelige subsidies verwachten wij dat dit in de programmabegroting wordt beargumenteerd.

Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen

Veel gemeenten nemen bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen op in de begroting en/of meerjarenramingen. Voor de bepaling van het structureel en reëel begrotingssaldo beoordelen wij deze maatregelen op hardheid en haalbaarheid. Het is noodzakelijk dat u de raming van dergelijke bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen reëel onderbouwt. Deze moeten concreet op programmaniveau zijn ingevuld en ook het proces dat bij het concretiseren gevolgd gaat worden moet vastliggen. Indien wij de ramingen onvoldoende reëel onderbouwd vinden zullen wij de gepresenteerde begrotingssaldi negatief bijstellen. Deze negatieve bijstelling kan tot gevolg hebben dat de (meerjaren)begroting naar ons oordeel niet meer structureel en reëel in evenwicht is en u niet meer in aanmerking komt voor repressief toezicht.

Bezuiniging onderhoud kapitaalgoederen

W i j kunnen alleen een positief oordeel geven over bezuinigingen op het jaarlijks en groot onderhoud van kapitaalgoederen, indien aannemelijk is gemaakt dat de verlaging van het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de kapitaalgoederen niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of juridische claims. Daarnaast zal actualisatie van het beheerplan op basis van de door de raad vastgestelde verlaging van het kwaliteitsniveau noodzakelijk zijn.

Bezuiniging verbonden partijen

(24)

Provincie Noord-Brabant

partij of gemeenschappelijke regeling op bestuurlijk niveau heeft besloten of en hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld.

Onderuitputting kapitaallasten

Bij activering van een investering zal voor ons in redelijkheid moeten vaststaan dat de gemeente in staat is om de volle jaarlasten binnen een structureel sluitende begroting op te vangen. In het kader van reëel ramen behoeft in het eerste jaar niet de volle jaarlast van de nieuwe investering te worden

opgenomen. Volstaan kan worden met het ramen van de exploitatielasten die naar verwachting in het jaar van de investering op de exploitatie zullen drukken. Het verschil tussen de volledige kapitaallasten en de geraamde kapitaallasten wordt aangemerkt als onderuitputting kapitaallasten.

Bij de verantwoording van onderuitputting kapitaallasten verdient de bruto methode een sterke voorkeur vanwege de inzichtelijkheid. De volledige kapitaallasten zijn structureel geraamd, maar hier tegenover staat aan de inkomstenkant, naast de voor het eerste jaar geraamde kapitaallast, een post onderuitputting kapitaallasten. Deze onderuitputting levert slechts een eenmalig voordeel op voor het begrotingsjaar en wordt dus vermeld op het overzicht van incidentele baten en lasten.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 O n s kenmerk 3 8 0 7 6 0 6

Financiële verordening

Door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de model

financiële verordening op grond van artikel 212 Gemeentewet geactualiseerd.

De actualisatie betreft de gevolgen van wijzigingen in wet- en regelgeving, zoals de nieuwe W e t Hof, het nieuwe hoofdstuk Overheid en

overheidsbedrijven in de Mededingingswet en aanpassing van de W e t fido in verband met schatkistbankieren. Ook is het model aangepast op beleidsmatige ontwikkeling op het gebied van gemeentefinanciën. W i j adviseren u de

financiële verordening van uw gemeente te actualiseren voor zover u dit nog niet heeft gedaan. Binnen twee weken na vaststelling door de raad dien u de financiële verordening ter kennisname aan Gedeputeerde Staten in te zenden.

Dit geldt ook voor de nota's die voortvloeien uit de financiële verordening, zoals een nota reserves en voorzieningen.

Rente

Rente kan zowel een kostenpost als een inkomstenpost in de begroting zijn. Het is van belang dat u inzicht geeft in het rentebeleid en de wijze waarop

rentelasten en rentebaten in de begroting zijn opgenomen. In het BBV zijn geen specifieke nadere bepalingen opgenomen over het rentebeleid of

rentetoerekening. W e l heeft de commissie BBV, in het kader van een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV, een notitie rente (2013) opgesteld. Eén van de aanbevelingen is om de wijze van rentetoerekening op te nemen in de financiële verordening op basis van artikel 212 van de

Gemeentewet.

4 / 9

(25)

Provincie Noord-Brabant

Onderhoud kapitaalgoederen

De paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen" bevat de belangrijkste informatie over de kapitaalgoederen, ten minste van wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Deze paragraaf geeft inzicht in:

» het beleidskader;

« de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties (van het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau);

» de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

De raad bepaalt het kwaliteitsniveau en stelt het budget beschikbaar om dit kwaliteitsniveau te handhaven. De raad is autonoom om het kwaliteitsniveau vast te stellen. Dit kwaliteitsniveau mag echter niet onvoldoende zijn

(bijvoorbeeld voor wegenonderhoud betreft dat niveau C wanneer de CROW- normen worden toegepast), zodat achterstallig onderhoud optreedt of vergroot wordt of dat er onveilige situaties op kunnen treden. Kapitaalvernietiging moet worden voorkomen. Het is daarom van groot belang dat de opgenomen raming in de begroting in overeenstemming is met het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Wanneer deze overeenstemming ontbreekt, kunnen wij het geraamde budget aanmerken als een onvolledige of niet reële raming. Dit is ook het geval als er achterstallig onderhoud is ontstaan en de financiële vertaling van het wegwerken van dit achterstallig onderhoud onvolledig is of ontbreekt.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 O n s kenmerk 3 8 0 7 6 0 6

Toezichtsthema

In tijden van financiële krapte neemt de kans toe dat gemeenten minder prioriteit geven aan het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen, met als mogelijk gevolg achterstallig onderhoud e n / o f kapitaalvernietiging. Bij de begroting 2 0 1 5 is daarom door de financieel toezichthouders landelijk extra aandacht geschonken aan de kwaliteit van deze paragraaf door het opvragen van informatie over het onderhoudsniveau, de opgenomen budgetten en achterstallig onderhoud. N a deze nulmeting kijken wij nu specifieker naar de vertaling van de opgevraagde informatie in de (meerjaren)begroting 2 0 1 6 .

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

De paragraaf "weerstandsvermogen en risicobeheersing" moet ten minste bevatten:

» een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;

» een inventarisatie van de risico's;

» het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's.

Het ontbreken van een duidelijke koppeling tussen de risico's en de benodigde weerstandscapaciteit kan ertoe leiden dat een neerwaartse trend in de

financiële positie niet tijdig wordt gesignaleerd. Het formuleren van een beleidslijn over de voor de gemeente noodzakelijk geachte

weerstandscapaciteit in relatie tot de onderkende risico's (bijvoorbeeld een ratio) is daarom van groot belang. De raad is autonoom om het beleid vast te

(26)

Provincie Noord-Brabant

Voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit nemen wij de Datum

geraamde stand per 1 januari van het begrotingsjaar als uitgangspunt. Dit 2 4 april 2 0 1 5

betekent dat verwachte positieve saldi van de (meerjaren)begroting geen o n s kenmerk onderdeel zijn van de beschikbare weerstandscapaciteit. De inventarisatie van 3 8 0 7 6 0 6 de risico's wordt beoordeeld op volledigheid van opgenomen risico's en de

financiële vertaling daarvan. PM-posten moeten voorkomen worden.

Kengetallen (rapport commissie Depla)

Naar verwachting wordt het BBV binnenkort gewijzigd naar aanleiding van het rapport van de Commissie Depla (http://www.vng.nl/files/vng/20140422- vernieuwing-van-de-begroting.pdf). Aan de paragraaf "weerstandsvermogen en risicobeheersing" worden kengetallen toegevoegd die zicht geven op de financiële positie van uw gemeente. Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de raad. Het zal gaan om de kengetallen netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte,

belastingcapaciteit en grondexploitatie. Daarnaast bieden deze kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.

Schuldpositie gemeenten

Een hoge schuldpositie brengt risico's met zich mee, doordat er een claim op de toekomst wordt gelegd. Zolang de uit leningen voortvloeiende

verplichtingen in een structureel en reëel sluitende begroting zijn opgenomen, lijkt er niet zoveel aan de hand. Door de te betalen rente en aflossingen wordt de flexibiliteit van de begroting echter beperkt. O o k een rentestijging

beïnvloedt de financiële positie van de gemeente.

Grondexploitatie

De afgelopen jaren staan de grondexploitaties sterk in de belangstelling. Het berekenen van de "waarde" van de grondexploitaties ( N C W = netto contante waarde) wordt voor een groot deel bepaald door het gebruik van parameters.

Deze parameters zijn onder andere de fasering van verkopen, de

toegerekende rente, de kostenindex en de opbrengstenindex. Een wijziging van elk van deze parameters kan de berekende " w a a r d e " substantieel beïnvloeden en daarmee ook de omvang van te treffen voorzieningen en de omvang van de risico's. In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarrekening is het van belang dat u de actualiteit van de parameters (naar het inzicht van heden) jaarlijks evalueert en zo nodig herziet.

In het kader van het reëel ramen beoordelen wij de door u gehanteerde rentepercentages. Een reëel door te berekenen rente aan de grondexploitaties stellen wij, net als voorgaande jaren, op maximaal 47o. Bij een hoger

doorberekend percentage beoordelen wij de reden van deze afwijking en wat voor effect dit heeft op het begrotingssaldo. W i j kunnen een negatieve

bijstelling aanbrengen voor het verschil tussen de reële (langlopende) rente en

6 / 9

(27)

Provincie Noord-Brabant

de werkelijk toegerekende rente; dit is het bedrag waarmee de algemene Datum

dienst bevoordeeld wordt ten nadele van de grondexploitatie. 2 4 april 2 0 1 5 Ons k e n m e r k

Verbonden partijen 3 8 0 7 6 0 6

De commissie BBV heeft in november 2 0 1 4 de Notitie Verbonden partijen opgesteld. De notitie geeft een overzicht van de relevante aspecten van verbonden partijen met betrekking tot begroting, verantwoording en governance vraagstukken. Goed inzicht in de risico's van uw verbonden partijen is van belang voor het totale inzicht in de risico's die uw gemeente loopt. Daarom is het noodzakelijk dat u in de paragraaf "verbonden partijen"

en in de paragraaf "weerstandsvermogen en risicobeheersing" hier expliciet aandacht aan besteedt.

Daarnaast vragen wij uw aandacht voor het gewijzigde artikel 15 van het BBV.

In de paragraaf verbonden partijen moet voortaan ook de volgende informatie worden opgenomen:

« de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd

vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;

« de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar.

Decentralisaties Rijkstaken

Als gevolg van de drie decentralisaties binnen het sociale domein zijn er grote verantwoordelijkheden en budgetten naar de gemeenten overgekomen. In de loop van 2 0 1 5 zullen wij de budgettaire ontwikkelingen met betrekking tot de decentralisaties van uw gemeente volgen en betrekken bij de beoordeling van de begroting 201 ó.

De decentralisaties zijn veelal opgepakt in gezamenlijk verband, bijvoorbeeld in de vorm van gemeenschappelijke regelingen (afgekort: GR). Bij een GR is het lastiger om grip en sturing te houden op de uitvoering van taken en

hierdoor verandert de invulling van uw budgetrecht. Als gemeente blijft u echter wel verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. Budgetoverschrijdingen van de GR kunnen worden doorberekend aan de deelnemende gemeenten. De hoogte van de budgetten die met de decentralisaties gemoeid zijn, zorgt ervoor dat de bijbehorende risico's ook groot kunnen zijn. W i j adviseren u goede afspraken te maken met de GR over de werkwijze, periodieke informatievoorziening, verantwoordingswijze en de manier waarop uw gemeente bij kan sturen.

Aanpassingen Wet gemeenschappelijke Regelingen

De aangepaste wet is per 1 januari 2015 in werking getreden en voorziet in een zelfstandige regeling voor het niet gedualiseerde verlengd lokaal bestuur, de mogelijke invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO), de

(28)

Provincie Noord-Brabant

De wet sluit meer aan op de gemeentelijke planning en control cyclus, doordat de algemene financiële en beleidsmatige kaders voor de begroting en de voorlopige jaarrekening voortaan al vóór 15 april aan de raden van de deelnemende gemeenten worden aangeboden. Daarnaast is de termijn verlengd van zes naar acht weken waarbinnen de gemeenteraden hun zienswijze op de begroting bij de GR kunnen indienen. De datum voor het inzenden van de begroting van de GR aan Gedeputeerde Staten is gewijzigd van 15 juli naar 1 augustus. Voor de jaarrekening blijft de datum 15 juli. Het gereed zijn van de begroting en jaarrekening van de gemeenschappelijke regelingen is van belang voor de deelnemende gemeenten die deze informatie tijdig moeten verwerken in hun begroting.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 Ons kenmerk 3 8 0 7 6 0 6

Programma 'gemeenten v a n de toekomst'

Met het programma 'Gemeenten van de Toekomst' ondersteunt het ministerie van BZK gemeenten bij deze verandering. De ambitie is om alle initiatieven en ontwikkelingen rond de decentralisaties onder één paraplu bij elkaar te

brengen, zodat zij elkaar maximaal kunnen versterken en zodat gemeenten hun werkzaamheden binnen het sociaal domein in samenhang kunnen organiseren.

O p het webplatform http:77gemeentenvandetoekomst.nl kunt u alles vinden over de drie decentralisaties, zoals goede voorbeelden, expertteams, regionale en landelijke bijeenkomsten, handreikingen en andere relevante documenten.

Wetsvoorstel modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen

De wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen zal naar verwachting per 1 januari 2 0 1 6 in werking treden. De

vennootschapsbelasting wordt zodanig aangepast dat

overheidsondernemingen die economische activiteiten verrichten op een markt waarop ook private ondernemingen actief zijn, op dezelfde wijze aan de heffing van vennootschapsbelasting (Vpb) worden onderworpen als die van private ondernemingen. De aanpassingen hebben tot doel een gelijk speelveld te creëren tussen partijen. De V N G heeft een handreiking opgesteld voor de implementatie van deze wet.

W i j raden u aan de financiële impact voor uw gemeente in te schatten. Het wetsvoorstel kan leiden tot negatieve financiële gevolgen voor de

grondexploitatie, doordat directe overheidsactiviteiten, onder andere bestaande uit grondbedrijfsactiviteiten, belastbaar worden alsook indirecte overheidsactiviteiten door middel van PPS constructies. Het risico is groot dat door de aantrekkende economie de Nederlandse gemeenten die de afgelopen jaren verlies hebben genomen vanaf 2 0 1 6 over dezelfde verliesgevende grondexploitaties en grondposities winstbelasting moeten gaan betalen als de markt aantrekt.

8 / 9

(29)

Provincie Noord-Brabant

Pensioenaanspraken politieke ambtsdragers Datum

Pensioenaanspraken van politieke ambtsdragers ziļn niet altijd voldoende 2 4 april 2 0 1 5

gedekt door voorzieningen. W i j raden u aan om de voorziening zo nodig aan ons kenmerk te zuiveren, zo lang er geen landelijk pensioenfonds is voor de bekostiging van 3 8 0 7 6 0 6 deze aanspraken.

Wijzigingsbesluit BBV inzake gebruik derivaten

Het wijzigingsbesluit van het BBV en een aanpassing van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO) betreft een aanscherping van de verslaglegging over het gebruik van derivaten en het prudent gebruik hiervan. Door de wijziging wordt voortaan het gebruik van derivaten via de jaarrekening verantwoord, waarmee het onderdeel is van de rechtmatigheidstoets van de accountant.

Tot slot

O p onze website www.brabant.nl/ToezichtOpGemeenten staan diverse actualiteiten op het gebied van financieel toezicht en de ontwikkeling van het interbestuurlijk toezicht. Hebt u vragen over deze brief dan kunt u contact opnemen met de contactambtenaar voor uw gemeente. Daarnaast attenderen wij u ook op onze meest recente brief met specifieke aandachtspunten over de begroting van uw gemeente.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze,

mw. drs. E. Breebaart,

afdelingshoofd Interbestuurlijk Toezicht

In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.

Met interbestuurlijk toezicht dragen wij bij aan een veilige en duurzame leefomgeving in Brabant. Daarmee bevorderen wij dat de Brabantse lokale overheden krachtige overheden zijn, die hun maatschappelijke taken correct

uitvoeren. Zodat burgers kunnen vertrouwen op hun overheid.

(30)
(31)

Provincie Noord-Brabant

Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant

Brabantlaan 1 Postbus 9 0 1 5 1

5 2 0 0 M C 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 6 8 1 28 12 Fax (073) 6 1 4 1 1 15 info@brabant.nl www.brabant.nl

I B A N N L 8 6 I N G B 0 6 7 4 5 6 0 0 4 3

Onderwerp

Begrotingscirculaire 2 0 1 5

Geacht college,

In het kader van onze interbestuurlijke toezichtstaak informeren wij de gemeenten jaarlijks over de belangrijkste aspecten van de

(meerjaren)begroting. Dit jaar doen wij dit voor het eerst door afzonderlijke begrotingscirculaires te sturen aan de raad en het college. In deze circulaire staan de meer inhoudelijke aspecten die van belang zijn voor het opstellen van de begroting. In de circulaire voor de raad richten wij ons vooral op de taak van de raad als horizontaal toezichthouder. Deze is als bijlage toegevoegd.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 Ons kenmerk 3 8 0 7 6 0 6 Contactpersoon T.C. Noordegraaf Telefoon

(073) 6 8 0 83 5 0 E-mail

tnoordegraaf@brabant.nl Bijiage(n)

1

V o r m v a n toezicht

Elk jaar besluiten wij vóór aanvang van het begrotingsjaar of voor uw gemeente het repressief of preventief begrotingstoezicht van toepassing is.

Uitgangspunten hierbij zijn de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), ons Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (2014) en deze

begrotingscirculaires.

Repressief toezicht

Repressief toezicht is regel. Dit houdt in dat u uw begroting direct kunt uitvoeren, zonder dat hier vooraf onze goedkeuring vereist is. Een gemeente komt in aanmerking voor het regulier repressief toezicht wanneer de begroting, inclusief nieuw beleid, naar ons oordeel structureel en reëel in evenwicht is.

Mocht dit niet het geval zijn, dan dient de meerjarenraming voldoende aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf wordt bereikt. Daarnaast dienen de jaarrekening en de begroting tijdig,

respectievelijk vóór 15 juli en 15 november, aan ons te zijn toegezonden. Bereikbaarheid met

(32)

Provincie Noord-Brabant

Preventief toezicht Datum Preventief toezicht is uitzondering. Dit betekent dat wij de begroting en de 2 4 april 2015

begrotingswijzigingen eerst moeten goedkeuren voordat u tot uitvoering kunt Ons kenmerk

overgaan. Dit is aan de orde indien de begroting naar ons oordeel niet 3 8 0 7 6 0 6

structureel en reëel in evenwicht is en het onvoldoende aannemelijk is dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming wordt bereikt.

V a s t s t e l l i n g s b e s l u i t b e g r o t i n g

Het vaststellingsbesluit van de begroting moet een volledig beeld geven van de besluitvorming door de raad. Indien van toepassing dient dit besluit ook de volgende zaken te bevatten:

« welke wijzigingen aangebracht zijn op de conceptbegroting (dit kan uiteraard ook via een afzonderlijke begrotingswijziging);

» investeringskredieten die bij vaststelling van de begroting beschikbaar gesteld worden;

» als de meerjarenraming in evenwicht is en het begrotingsjaar een tekort heeft, de wijze waarop het begrotingsjaar sluitend is gemaakt

(bijvoorbeeld door een onttrekking aan de algemene reserve).

Structureel en r e ë e l e v e n w i c h t

Als per jaarschijf van de (meerjaren)begroting de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Hiervoor is het van belang dat uit de begroting duidelijk blijkt welke geraamde baten en lasten structureel van aard zijn en welke incidenteel. Het structureel begrotingssaldo kan alleen bepaald worden door het begrotingssaldo te zuiveren van

incidentele baten en lasten. Het overzicht van incidentele baten en lasten is hierbij een belangrijk document. Dit overzicht is verplicht opgenomen in de begroting, maar het is van belang dat u dit ook daadwerkelijk gebruikt voor het bepalen van het structureel begrotingssaldo.

Het reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar moeten zijn. Wanneer wij van oordeel zijn dat ramingen onvoldoende reëel zijn, kunnen wij een negatieve bijstelling doorvoeren op het structureel begrotingssaldo. Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet meer structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet meer in aanmerking komt voor repressief toezicht.

A l g e m e n e uitkering uit het g e m e e n t e f o n d s

De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt geraamd op basis van reële uitgangspunten en tenminste de mei- of junicirculaire met de daarin opgenomen uitkeringsfactoren en de effecten van de herijking van het gemeentefonds.

W i j verzoeken u de meerjarige berekeningen (201 ó tot en met 2019) van de algemene uitkering, zoals u die hanteert in uw (meerjaren)begroting, mee te zenden met de vastgestelde begroting (inclusief de gehanteerde eenheden en bedragen per eenheid).

2 / 9

(33)

Provincie Noord-Brabant

Datum

R a m i n g e n loon- e n p r i j s c o m p e n s a t i e 2 4 april 2 0 1 5

Bij de vaststelling van het accres houdt de fondsbeheerder rekening met de te ons kenmerk verwachten loon- en prijsstijgingen in het begrotingsjaar/meerjarenperspectief. 3 8 0 7 6 0 6

Looncompensatie

In het kader van reëel ramen verwachten wij dat u rekening houdt met de budgettaire effecten van de loonstijgingen zoals opgenomen in de door u gehanteerde circulaire. Dit kan door verwerking in de ramingen van de personele lasten/organisatiekosten of door het ramen van een stelpost voor zover de eigen eerder vastgestelde uitgangspunten afwijken van die in de gehanteerde circulaire.

Prijscompensatie

In het kader van reëel ramen verwachten wij dat u (als u de algemene uitkering op basis van lopende prijzen raamt) aan de lastenkant van de

meerjarenraming rekening houdt met een mutatie van de prijsontwikkeling van ten minste het in de gehanteerde circulaire genoemde Bruto Binnenlands Product. Voor zover een afwijkend percentage wordt toegepast voor

prijsstijgingen/indexering van prijsgevoelige subsidies verwachten wij dat dit in de programmabegroting wordt beargumenteerd.

B e z u i n i g i n g s m a a t r e g e l e n / t a a k s t e l l i n g e n

Veel gemeenten nemen bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen op in de begroting en/of meerjarenramingen. Voor de bepaling van het structureel en reëel begrotingssaldo beoordelen wij deze maatregelen op hardheid en haalbaarheid. Het is noodzakelijk dat u de raming van dergelijke bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen reëel onderbouwt. Deze moeten concreet op programmaniveau zijn ingevuld en ook het proces dat bij het concretiseren gevolgd gaat worden moet vastliggen. Indien wij de ramingen onvoldoende reëel onderbouwd vinden zullen wij de gepresenteerde begrotingssaldi negatief bijstellen. Deze negatieve bijstelling kan tot gevolg hebben dat de (meerjaren)begroting naar ons oordeel niet meer structureel en reëel in evenwicht is en u niet meer in aanmerking komt voor repressief toezicht.

Bezuiniging onderhoud kapitaalgoederen

W i j kunnen alleen een positief oordeel geven over bezuinigingen op het jaarlijks en groot onderhoud van kapitaalgoederen, indien aannemelijk is gemaakt dat de verlaging van het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de kapitaalgoederen niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of juridische claims. Daarnaast zal actualisatie van het beheerplan op basis van de door de raad vastgestelde verlaging van het kwaliteitsniveau noodzakelijk zijn.

Bezuiniging verbonden partijen

(34)

Provincie Noord-Brabant

partij of gemeenschappelijke regeling op bestuurlijk niveau heeft besloten of en hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld.

Onderuitputting k a p i t a a l l a s t e n

Bij activering van een investering zal voor ons in redelijkheid moeten vaststaan dat de gemeente in staat is om de volle jaarlasten binnen een structureel sluitende begroting op te vangen. In het kader van reëel ramen behoeft in het eerste jaar niet de volle jaarlast van de nieuwe investering te worden

opgenomen. Volstaan kan worden met het ramen van de exploitatielasten die naar verwachting in het jaar van de investering op de exploitatie zullen drukken. Het verschil tussen de volledige kapitaallasten en de geraamde kapitaallasten wordt aangemerkt als onderuitputting kapitaallasten.

Bij de verantwoording van onderuitputting kapitaallasten verdient de bruto methode een sterke voorkeur vanwege de inzichtelijkheid. De volledige kapitaallasten zijn structureel geraamd, maar hiertegenover staat aan de inkomstenkant, naast de voor het eerste jaar geraamde kapitaallast, een post onderuitputting kapitaallasten. Deze onderuitputting levert slechts een eenmalig voordeel op voor het begrotingsjaar en wordt dus vermeld op het overzicht van incidentele baten en lasten.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 Ons kenmerk 3 8 0 7 6 0 6

Financiële v e r o r d e n i n g

Door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de model

financiële verordening op grond van artikel 212 Gemeentewet geactualiseerd.

De actualisatie betreft de gevolgen van wijzigingen in wet- en regelgeving, zoals de nieuwe W e t Hof, het nieuwe hoofdstuk Overheid en

overheidsbedrijven in de Mededingingswet en aanpassing van de W e t fido in verband met schatkistbankieren. Ook is het model aangepast op beleidsmatige ontwikkeling op het gebied van gemeentefinanciën. W i j adviseren u de

financiële verordening van uw gemeente te actualiseren voor zover u dit nog niet heeft gedaan. Binnen twee weken na vaststelling door de raad dien u de financiële verordening ter kennisname aan Gedeputeerde Staten in te zenden.

Dit geldt ook voor de nota's die voortvloeien uit de financiële verordening, zoals een nota reserves en voorzieningen.

Rente

Rente kan zowel een kostenpost als een inkomstenpost in de begroting zijn. Het is van belang dat u inzicht geeft in het rentebeleid en de wijze w a a r o p

rentelasten en rentebaten in de begroting zijn opgenomen. In het BBV zijn geen specifieke nadere bepalingen opgenomen over het rentebeleid of

rentetoerekening. W e l heeft de commissie BBV, in het kader van een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV, een notitie rente (2013) opgesteld. Eén van de aanbevelingen is om de wijze van rentetoerekening op te nemen in de financiële verordening op basis van artikel 21 2 van de

Gemeentewet.

4 / 9

(35)

Provincie Noord-Brabant

O n d e r h o u d k a p i t a a l g o e d e r e n

De paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen" bevat de belangrijkste informatie over de kapitaalgoederen, ten minste van wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Deze paragraaf geeft inzicht in:

» het beleidskader;

» de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties (van het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau);

» de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

De raad bepaalt het kwaliteitsniveau en stelt het budget beschikbaar om dit kwaliteitsniveau te handhaven. De raad is autonoom om het kwaliteitsniveau vastte stellen. Dit kwaliteitsniveau mag echter niet onvoldoende zijn

(bijvoorbeeld voor wegenonderhoud betreft dat niveau C wanneer de CROW- normen worden toegepast), zodat achterstallig onderhoud optreedt of vergroot wordt of dat er onveilige situaties op kunnen treden. Kapitaalvernietiging moet worden voorkomen. Het is daarom van groot belang dat de opgenomen raming in de begroting in overeenstemming is met het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Wanneer deze overeenstemming ontbreekt, kunnen wij het geraamde budget aanmerken als een onvolledige of niet reële raming. Dit is ook het geval als er achterstallig onderhoud is ontstaan en de financiële vertaling van het wegwerken van dit achterstallig onderhoud onvolledig is of ontbreekt.

Datum 2 4 april 2 0 1 5 Ons kenmerk 3 8 0 7 6 0 6

Toezichtsthema

In tijden van financiële krapte neemt de kans toe dat gemeenten minder prioriteit geven aan het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen, met als mogelijk gevolg achterstallig onderhoud en/of kapitaalvernietiging. Bij de begroting 2 0 1 5 is daarom door de financieel toezichthouders landelijk extra aandacht geschonken aan de kwaliteit van deze paragraaf door het opvragen van informatie over het onderhoudsniveau, de opgenomen budgetten en achterstallig onderhoud. Na deze nulmeting kijken wij nu specifieker naar de vertaling van de opgevraagde informatie in de (meerjaren)begroting 2 0 1 6 .

W e e r s t a n d s v e r m o g e n e n r i s i c o b e h e e r s i n g

De paragraaf "weerstandsvermogen en risicobeheersing" moet ten minste bevatten:

» een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;

» een inventarisatie van de risico's;

» het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's.

Het ontbreken van een duidelijke koppeling tussen de risico's en de benodigde weerstandscapaciteit kan ertoe leiden dat een neerwaartse trend in de

financiële positie niet tijdig wordt gesignaleerd. Het formuleren van een beleidslijn over de voor de gemeente noodzakelijk geachte

weerstandscapaciteit in relatie tot de onderkende risico's (bijvoorbeeld een ratio) is daarom van groot belang. De raad is autonoom om het beleid vast te

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet in aanmerking komt voor repressief

Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet meer structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet meer in aanmerking komt voor

Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet meer structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet meer in aanmerking komt voor

parkeerplek toe te kennen. Zij wil geen medewerking verlenen aan een derde parkeerplaats. De fractie PGA/PvdA sluit zich aan bij de fractie Leefbaar Asten. Zij wil weten of het college

De fractie PGA/PvdA hoopt dat deze projecten in 2016 en verder nog door kunnen gaan, want het zijn belangrijke projecten voor onze gemeente.. De fractie Leefbaar Asten ziet ook

Het college treedt in overleg met de aanvrager als de aanvraag betrekking heeft op een voorziening waarvoor de vergoeding wordt vastgesteld op de feitelijke kosten en het college

De aanleiding voor het vaststellen van de nieuwe Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Asten 2015 is de wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet

Een gemeente komt in aanmerking voor repressief toezicht wanneer de begroting, inclusief nieuw beleid, naar ons oordeel structureel en reëel in evenwicht is.. Mocht dit niet het