• No results found

Woordenmonster Taalbeschouwing: Spelen met woorden Staal | Handleiding | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Woordenmonster Taalbeschouwing: Spelen met woorden Staal | Handleiding | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 2

Staal | Handleiding | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg

Taalbeschouwing: Spelen met woorden

Tijdsduur 60 minuten

Doel

Taalbeschouwing:

• De kinderen breiden spelenderwijs hun woordenschat uit.

• De kinderen ontwikkelen hun eigen leerstrategieën.

• De nieuw aangeleerde woorden beklijven.

Spelling:

• De schriftelijke werkvormen stimuleren oog voor de juiste spelling.

Materiaal

Werkblad ‘Oude woorden’.

• PDF Woordenmonster.

• Verhaal ‘Niksmonster’.

Voorbereiding

Zorg dat er diverse woordenboeken en een grote, stevige, vierkante, kartonnen doos of een ladekastje in de klas aanwezig zijn.

Lees het verhaal Niksmonster in de klas voor van auteur: Paul de Maat.

Vertel de kinderen dat ze zelf een Woordenmonster gaan maken. Gebruik hiervoor de instructie in de bijlage ‘PDF Woordenmonster’.

Werkwijze

Vertel als het woordmonster klaar is:

Het Woordenmonster moet nodig eten. Hij heeft heel erge trek in nieuwe woorden. We hopen hem er straks vijf te kunnen geven.

Het is belangrijk dat de kinderen zelf woorden kiezen en met elkaar nadenken over wat ze zouden kunnen betekenen. U kunt ze op weg helpen door een woord in de groep te gooien:

Wat betekent bijvoorbeeld het woord kakkerlak?

U kunt kiezen uit verschillende werkwijzen. Laat kinderen bijvoorbeeld samen een woordschema

maken, of laat ze werken aan een woordmuur waarop woorden in categorieën worden ingedeeld. Daarmee leren ze relaties leggen tussen woorden. Als het Woordenmonster voldoende is gevoed, kunnen de kinderen individueel verder met hun eigen woordenboek.

Laat ze daarbij ter reflectie iedere keer een Werkblad Oude woorden invullen.

Stel hierna samen met de kinderen een voerroutine op: maak afspraken over de hoeveelheden waarmee en de tijdstippen waarop het monster wordt gevoerd (bijvoorbeeld 3 x in de week 5 nieuwe woorden), en over de wijze waarop dat

gebeurt (bijvoorbeeld alfabetisch of thematisch geclusterd).

In het Woordenmonster komen woorden

terecht, waaraan klassikaal aandacht is besteed.

Daarnaast hebben de leerlingen een eigen persoonlijk woordenboek, waarin zij op eigen wijze woorden kunnen opnemen. Zo kunnen de kinderen een woord schrijven, tekenen, er een zin mee maken, er een woordweb bij ontwerpen of er een plaatje bij zoeken.

Afsluiting van elke les

Verzamel alle nieuw aangemaakte, persoonlijke woordenboekbladen. Geef daarop steeds stimulerende feedback en behandel de leukste voorbeelden klassikaal.

Afsluiting Woordenmonsterproject Samen vormen de bladen één groot klassenwoordenboek. Laat een of enkele kinderen een voorblad maken en kopieer het boek voor elk kind.

Aandachtspunten

Kinderen die eerder klaar zijn, kunt u extra bladen laten maken voor in het boek.

Woordenmonster

(2)

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 2 van 2

Staal | Werkblad | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg

Deze pagina is gemaakt door:

Een woord dat ik nu heel goed ken, is Ik heb het zo goed onthouden, omdat Een woord dat ik steeds vergeet, is Ik probeer het toch te onthouden door

Een woord dat ik belangrijk vind om te leren, is Dit woord wil ik aan het Woordenmonster voeren

Werken aan mijn woordenboek vind ik omdat

Het is wel/niet gelukt om aan mijn woordenboek te werken, omdat

Ik ben wel/niet tevreden met de nieuwe dingen die ik in mijn woordenboek heb geschreven, omdat

Ik vind het leuk/niet leuk om het Woordenmonster te voeren, omdat

Ik kan nog beter/meer woorden leren als ik

Oude woorden

Werkblad

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

8 Nu voel ik me een eitje, maar straks niet meer.. 9 Als ik eenmaal begin te lezen, ben ik

8 Nu voel ik me een eitje, maar straks niet meer.. 9 Als ik eenmaal begin te lezen, ben ik

De derde vraag van de topografi etoets mag je maken als je die weet, maar dat hoeft niet.. Verdeel je tijd zo goed mogelijk over

Vertel de kinderen die aan blad 1 werken dat ze zelf moeten kijken wat voor spronggrootte er gemaakt moet worden. U kunt de bladen ook apart inzetten op

Stel hierna samen met de kinderen een voerroutine op: maak afspraken over de hoeveelheden waarmee en de tijdstippen waarop het monster wordt gevoerd (bijvoorbeeld 3 x in de week

De leerlingen leren dat hersenen veel meer doen dan alleen maar denken, dat je ze niet altijd zelf kan aansturen en hoe je daar onderzoek naar doet..

De nadelen zijn dat Lotti gepest en gediscrimineerd wordt, het op school niet goed gaat, ze vaak strafwerk krijgt, dat Lotti en haar ouders in een pension wonen met een

In fruit zitten vezels, zodat je beter naar de wc kunt?. A en B zijn