• No results found

Kijk, Sinterklaas! Spreken en luisteren Taal actief 3 | Handleiding | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kijk, Sinterklaas! Spreken en luisteren Taal actief 3 | Handleiding | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 3

Taal actief 3 | Handleiding | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg

Spreken en luisteren

Dit is een extra les spreken en luisteren, gemaakt bij het boek Sinterklaas van Charlotte Dematons. Voor het digibord is er een kijkplaat bij.

Tijdsduur

30 tot 45 minuten

Doel

De kinderen leren:

• gesloten vragen te stellen;

• plaatsbepalingen te gebruiken;

• zinnen langer te maken met behulp van plaatsbepalingen;

• andere bepalingen toe te voegen.

Materiaal

• Werkblad ‘Kijk, Sinterklaas!’.

• Op het digibord de pdf van het boek Sinterklaas van Charlotte Dematons.

• Eventueel het boek van Charlotte Dematons.

Werkwijze

Vertel dat de kinderen in deze les zoekspelletjes gaan spelen bij een kijkplaat uit het boek Sinterklaas. Laat de pdf van de plaat op het digibord zien of deel de geprinte prent uit.

Verdeel de klas in duo’s. Lees samen opdracht 1 van het werkblad. Doe het spel een keer voor.

Daarna spelen de leerlingen dit spel in duo’s. U houdt zelf de tijd bij.

De leerlingen doen nu opdracht 3, 4 en 5.

Bij de Tijd over?-opdracht zoeken de kinderen vreemde personen op de plaat. Ze schrijven er zoveel mogelijk op.

Afsluiting

Bespreek de bevindingen van de duo’s kort met de hele klas. Welke woorden kunnen helpen bij het zo snel mogelijk vinden van een persoon op de plaat (opdracht 2)? Schrijf een aantal van

deze woorden op het bord. Laat elk duo een mooie zin uit opdracht 5 aan de klas voorlezen.

Hebben ze de extra opdracht gemaakt?

Inventariseer welke bekende personen de kinderen hebben gezien op de plaat (zie bij de antwoorden).

Extra suggesties

Ook bij de overige pagina’s van het boek Sinterklaas zijn spreek- en luisteropdrachten te doen.

- Bij bladzijde 4 (Spaans landschap):

Het ene kind neemt een beginpunt in het hoofd. Hij beschrijft een route. De ander volgt de route. Waar komt hij uit?

- Bij bladzijde 6 (Spaans stadje):

Welke spelletjes spelen de pieten? Vertel er om de beurt een. Lijkt je dat een leuk spel?

- Bij bladzijde 8 (pietenhuis Spanje):

Hoe laat is het op deze bladzijde? Is het ochtend of avond? Verzin zo veel mogelijk redenen daarvoor.

- Bij bladzijde 10 (pakhuis):

Welk cadeautje zou jij het liefste hebben?

Schrijf een top 3 op een papiertje.

- Bij bladzijde 12 (stoomboot):

Hoeveel ladders zien jullie? Waarvoor is elke ladder handig? Wat is het verhaal bij deze bladzijde?

- Bij bladzijde 14 (uitzwaaien uit Spanje):

Wat heeft de boot gebracht? Of heeft de boot juist iets ingeladen? Waarom zwaait iedereen? Waarom vertrekt de boot? Bedenk samen een verhaal.

Antwoorden 4 39 pietjes

Tijd over?

Pipi Langkous, stripfiguur, een dief, Harry Potter, een blauw pietje, een sprookjesfee(?), Roodkapje

Kijk, Sinterklaas!

(2)

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 2 van 3

Taal actief 3 | Werkblad | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg

Kijk, Sinterklaas!

Doe dit werkblad samen.

Dit gaan jullie doen:

• Jullie kijken naar de plaat over Sinterklaas.

• Jullie spelen er spelletjes mee.

• Jullie praten er samen over.

Dit hebben jullie nodig:

• Pen.

• Plaat Sinterklaas.

Woordenhulp

In gedachten nemen – iets onthouden en niet vertellen.

De score – het aantal punten dat je hebt gehaald.

1 Speel het ja-of-nee-spel.

Kijk samen naar de plaat.

De één neemt iets of iemand in gedachten.

De ander moet raden wat het is of wie het is.

Hij of zij mag vragen stellen.

De ander mag alleen ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden.

Is het geraden? Dan heb je een punt.

Draai nu de rollen om.

Jullie hebben vijf minuten de tijd.

Probeer zo veel mogelijk punten te halen!

Wat is jullie score?

Tip

Kijk naar het voorbeeld hieronder.

Ja, ik heb iets in gedachten.

Is het een mens?

Staat hij achter het hek?

Kijkt hij door de verrekijker?

Dan is het de persoon rechtsboven met de bruine

jas aan. Nu ben ik!

Is het groen?

Nee.

Ja.

Ja.

Ja.

(3)

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 3 van 3

Taal actief 3 | Werkblad | groep 4 en 5 | Mijn Malmberg

2 Handige woorden.

Bedenk samen drie woorden of zinnen die echt helpen bij dit spel.

Bijvoorbeeld: linksboven, op de boot, met een muts op.

1 2

3

3 Speel het spel nog een keer.

Probeer jullie score te verbeteren.

Gebruik de woorden uit opdracht 2.

Jullie hebben weer vijf minuten de tijd.

Wat is jullie score?

Hielpen jullie woorden? ja / nee

4 Wat doen de pietjes?

De pietjes op de plaat doen van alles.

Eén van jullie wijst een pietje aan en zegt wat het pietje doet.

De ander maakt er een langere zin van.

Voor elke keer dat jullie de zin langer maken, krijgen jullie een punt!

Wat is jullie score?

Tip

Kijk naar het voorbeeld hieronder.

Tijd over?

In het publiek staan een paar personen uit boeken.

Pepijn heeft er wel zeven gevonden!

Welke bijzondere personen zien jullie?

Kijk dit pietje roeit.

Het pietje met het rode pak roeit in een

roeiboot

Het pietje met het rode pak roeit.

Het pietje met het rode pak roeit in een roeiboot met een zak pepernoten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gebiedende wijs uit: de zin is kort, begint met een werkwoord, staat in de tegenwoordige tijd en heeft meestal geen onderwerp.. • Laat de kinderen hier nog meer voorbeelden

Bedenk in jouw groepje nog ieder een woord en schrijf de woorden hieronder op.. 1

Een optie is om de opgaven met door rekenzwakke kinderen in tweetallen te laten

8 Nu voel ik me een eitje, maar straks niet meer.. 9 Als ik eenmaal begin te lezen, ben ik

• en het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is. (boek =

8 Nu voel ik me een eitje, maar straks niet meer.. 9 Als ik eenmaal begin te lezen, ben ik

Met de opdrachten op deze werkbladen kunt u de kinderen alvast een voorproefje geven van de lessen begrijpend lezen die na de kerstvakantie starten.. De opgaven zijn eenvoudig

 De halve bolletjes die we meestal pepernoten noemen, heten eigenlijk kruidnoten..  Ze worden van een ander soort deeg