• No results found

Taal actief 3 | Spelling | parkeerweek 3 | groep 5 | Mijn Malmberg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Taal actief 3 | Spelling | parkeerweek 3 | groep 5 | Mijn Malmberg"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Taal actief 3 | Spelling | parkeerweek 3 | groep 5 | Mijn Malmberg

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 2

Doel

De kinderen maken kennis met de meerkeuze toetsvorm die gebruikt wordt in de

spellingtoetsen van Cito.

Voorbereiding

- Schrijf voor de instructie van het tweede deel van het dictee onderstaand voorbeeld op het bord. Schrijf het dikgedrukte woord in een andere kleur.

- Kopieer voor iedere leerling het dictee op het kopieerblad.

Voorbeeld:

A De fles sinas is bijna op.

B Mijn T-shirt heeft allemaal streepen.

C In de schaal daar ligt het fruit.

D Vandaag is de meester jarig.

Werkwijze

Vertel de kinderen dat het dictee vandaag uit twee onderdelen bestaat. Het eerste onderdeel gaat gewoon zoals anders, maar in het tweede onderdeel krijgen ze een nieuw soort dictee.

Laat de kinderen op het bord naar het

voorbeeld kijken. Vraag: In welke regel is het vetgedrukte woord fout geschreven? Zet daar op het bord een kring om en vertel dat de kinderen dit dadelijk ook zo moeten doen.

Laat ze in het voorbeeld op bord ook zien wat ze moeten doen als ze een fout gemaakt hebben: Ze zetten een kruis door het eerste antwoord en zetten een nieuwe kring om het goede antwoord.

Bied nu de eerste 15 woorden aan zoals die op de website van Mijn Malmberg staan.

Vervolgens biedt u de vragen 16 t/m 25 aan met onderstaand kopieerblad.

Antwoorden

16B, 17C, 18C, 19A, 20D, 21B, 22B, 23C, 24A, 25D

(2)

© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 2 van 2

Taal actief 3 | kopieerblad | parkeerweek 3 | groep 5 | Mijn Malmberg

In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld?

16 A Een verjaardag is vaak een leuke feestdag.

B Wat is de tietel van het boek dat je hebt gelezen?

C In de lucht zit zuurstof voor planten, dieren en mensen.

D Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan.

17 A Weet jij de oorzaak van het ongeluk?

B Dit is een moeilijke opdracht.

C Het regent momenteel heveg.

D Jij was hier eerder dan ik.

18 A Doe je zakdoek in je zak.

B Els doet een boodschap voor haar moeder.

C Mijn vogel is van ouwderdom gestorven.

D Voor aanvang van de les zit iedereen op zijn plaats.

19 A Als je in de spiegel kijkt, zie je je eigen spiegelbeelt.

B De schade aan de auto is niet groot.

C Er is veel scheepvaart in de haven.

D Op het schilderij staat een huilend kind.

20 A Op het papier staat een afbeelding van een dier.

B Ik zie een glimlach op je gezicht.

C Gisteren hadden we een dag vrij.

D Onze jufrouw heeft vandaag een vrije dag.

21 A Blanke mensen hebben een blanke huid.

B Het kind vertelt eerlik dat hij ruzie heeft gemaakt.

C Schrijf jij wel eens een gedicht?

D De geboorte van een baby is altijd spannend.

22 A Wie komen er op je verjaardag?

B Op de basisschool krijg je acht jaar onderweis.

C De jongen rent het meisje achterna.

D De bezoeker wordt hartelijk ontvangen.

23 A Het sein voor de boot staat op veilig.

B Elke ochtend sta ik vroeg op.

C Over een mienuut begint de uitzending op de televisie.

D In de pauze spelen we buiten.

24 A Door de regen is het erg vochteg in de schuur.

B Een mevrouw komt haar kind ophalen.

C Zaterdag hebben we de wedstrijd verloren.

D Mogelijk heb ik me vergist.

25 A Het landschap in Limburg is erg mooi.

B Onze klas is gezellig ingericht.

C Je werk ziet er prima uit.

D Het water is niet heet maar lau.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Laat ze in het voorbeeld op bord ook zien wat ze moeten doen als ze een fout gemaakt hebben: ze zetten een kruis door het eerste antwoord en zetten een nieuwe kring om het

Laat ze in het voorbeeld op bord ook zien wat ze moeten doen als ze een fout gemaakt hebben: ze zetten een kruis door het eerste antwoord en zetten een nieuwe kring om het

Laat ze in het voorbeeld op bord ook zien wat ze moeten doen als ze een fout gemaakt hebben: ze zetten een kruis door het eerste antwoord en zetten een nieuwe kring om het

Bedenk in jouw groepje nog ieder een woord en schrijf de woorden hieronder op.. 1

Vertel dat de kinderen in deze les zoekspelletjes gaan spelen bij een kijkplaat uit het boek Sinterklaas.. Laat de pdf van de plaat op het digibord zien of deel de geprinte

8 Nu voel ik me een eitje, maar straks niet meer.. 9 Als ik eenmaal begin te lezen, ben ik

• en het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is. (boek =

8 Nu voel ik me een eitje, maar straks niet meer.. 9 Als ik eenmaal begin te lezen, ben ik