• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 20 maart 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 20 maart 2020"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN vrijdag, 20 maart 2020

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Graaf Leopold Lippens, Burgemeester;

Piet De Groote, Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig :

Verontschuldigd :

Stedenbouw - Aanvraag uitgaande van dhr. Demey Steve en mevr. Chielens Sophie tot bekomen van

omgevingsvergunning tot bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen na afbraak bestaande gelegen

Kalfduinen 3 - Weigering.

Dossiernummer: 2019/949 OMV-nummer: OMV_2019150895

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT WEIGERING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door de heer Demey Steve en mevrouw Chielens Sophie werd per beveiligde zending verzonden op 3 december 2019.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 31 december 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kalfduinen 3, 8300 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving

Afdeling KNOKKE-HEIST 3 AFD (KNOKKE3), sectie K, 0070 D ; 0070 E ; .

Het betreft een aanvraag tot bouwen van 2 gekoppelde eengezinswoningen na afbraak bestaande De aanvraag omvat:

- stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gelegen binnen de grenzen van het Verkavelingsplan V122.4 - Studiebureau BORGHART van 2 oktober 2003 en volgens het Gewestplan Brugge-Oostkust van 7 april 1977, binnen woongebied.

2. Historiek

Bouwvergunning 1977/120 op naam van Decuypere Edith tot verbouwen alleenstaande woning.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

De bestaande villa bestaat uit één bouwlaag met een dakvolume. De omgeving wordt gekenmerkt door alleenstaande villa’s in een residentiële woonzone van “Het Zoute”.

(2)

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het betreft een aanvraag tot bouwen van 2 gekoppelde eengezinswoningen na afbraak bestaande De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

5. Adviezen

AGSO-Waterbedrijf heeft geen advies uitgebracht.

Agentschap voor Natuur en bos heeft advies uitgebracht binnen de termijn. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : Ongunstig.

Riooldienst heeft advies uitgebracht binnen de termijn. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : Gunstig.

6. Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

a) Wettelijke basis

Het ontwerp is niet in overeenstemming met of onduidelijk over volgende bepalingen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening qua:

 Het reliëf in de bouwvrije stroken mag enkel gewijzigd worden om aan te sluiten bij het peil van het openbaar domein, bij het peil op de perceelsgrenzen en ten behoeve van toegangen tot garages en/of inkomgedeeltes van het gebouw; het ontwerp voorziet verschillende reliëfwijzigingen in functie van terrassen.

 Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen; het ontwerp is onduidelijk hierover bij de berging.

a) Planologische toets

Het ontwerp is niet in overeenstemming met of onduidelijk over volgende bepalingen van de vigerende Verkaveling “V122.4 Studiebureau Borghart” qua:

 Percelen met een oppervlakte groter dan 1000m², maar die niet meer dan 1500m² meten mogen aangewend worden voor de bouw van 2 gekoppelde ééngezinswoningen met een globale inhoud der bewoonbare lokalen van 800m³. Percelen met een globale oppervlakte groter dan 1500m² maar kleiner of gelijk aan 2000m² mogen aangewend worden voor meergezinswoningen met een globale inhoud der bewoonbare lokalen van 1200m³; het ontwerp voorziet op een perceel met een oppervlakte van 1950.28m² een

dubbelwoonst met een globale inhoud der bewoonbare lokalen van 1168.42m³ +

volumeberekeningen van de architect zijn niet duidelijk (er wordt met verschillende bouwhoogtes onder het dak gerekend (eenmaal vanaf 1.8 meter, dan weer vanaf 2.5 meter)).

 In geen geval mogen de op richten gebouwen meer dan een vijfde van de oppervlakte van de percelen beslaan; de berekeningen van de architect zijn niet correct (het ontwerp voorziet op een op een perceel met een oppervlakte van 1950.28m², een bebouwde oppervlakte van circa 405.35m² of 20.78%) + de perceelsoppervlakte ingenomen door de erfdienstbaarheid kan niet in rekening gebracht worden voor de berekening van de bebouwde oppervlakte (eigenlijk is er maar een perceeloppervlakte van circa 1880.43m² wat op een bezetting komt van 21.56%).

 De bouwwerken zullen opgericht worden met vrije gevels (in gewone of bezande baksteen); het ontwerp voorziet een vrijstaand gebouw met afwerking in witte en antracietkleurige baksteen, maar het ontwerp voorziet accenten en de dakuitbouwen in donkerbrons geanodiseerd aluminium.

 In ieder geval bedraagt de achteruitbouwzone (bouwvrije strook) aan de straatzijde 5 meter, terwijl alle gevels op een afstand van minstens 10 meter moeten blijven van elk naburig gebouw. Van het een tot het ander gebouw moet er minstens 10 meter afstand

(3)

blijven, te nemen op de helft van de nevens elkaar liggende gronden; het ontwerp voorziet minimum 20.11 meter t.o.v. de rooilijn, minimum 9.42 meter t.o.v. de linker zijdelingse perceelgrens en minimum 5.1 meter t.o.v. de achterste perceelgrens, maar het ontwerp voorziet bebouwing tot op de rechter zijdelingse perceelgrens (niet-vergunde buitenberging).

 Alleen zadel- of wolfsdaken met een minimum helling van 30° (voor minstens 80% van het horizontaal geprojecteerde oppervlak) bekleed met niet-verglaasde dakpannen of tegelpannen van rode of roodbruine kleur of riet zijn toegelaten; het ontwerp voorziet deels schilddaken + de berekening van de architect is verkeerd (ondersteunde terrassen worden meegeteld als bebouwing en dienen dus ook meegeteld te worden bij het dak).

 Uitspringende delen boven de dakvlakken: de zichtbaar blijvende delen van de zijgevels, alsmede de schouwen, worden in dezelfde materialen uitgevoerd als de voorgevels, ofwel bekleed met dezelfde materialen als de daken; het ontwerp voorziet donker bronskleurig aluminium voor de dakuitbouwen en antracietkleurige baksteen voor de schouwvolumes.

 Buiten de bezetting van woning en extra bergruimte mag het terrein maximaal voor 30% worden verhard met terrassen en opritten; de berekening van de bebouwde oppervlakte is verkeerd.

 Buiten het bestaande hoofdvolume kunnen private garages of bergplaatsen of

poolhouses worden opgericht. Ze zullen worden gebouwd in dezelfde materialen als de hoofdgebouwen. De garages of bergplaatsen worden op minimaal 3 meter van de perceelgrenzen opgericht, indien de hoogte van de gevel niet hoger is dan 3 meter. Hun oppervlakte bedraagt maximum 40m² bijkomstig en de hoogte boven de natuurlijke pas van het terrein bedraagt 4.5 meter; het ontwerp voorziet een niet-vergunde berging tot op de rechter zijdelingse perceelgrens + het ontwerp is onduidelijk over het materiaal, hoogtes,…

Bijkomende bemerkingen :

 Het dossier dient aangevuld te worden met een correcte gedetailleerde berekening van de bebouwde oppervlakte (alle ondersteunde dakdelen door 2 muren dienen meegeteld te worden).

 Het ontwerp is onduidelijk over de luiken die toegang geven tot de platte daken.

 Alle plannen dienen overeen te stemmen (het luik dat toegang geeft tot het plat dak in de westgevel wordt op het gevelplan niet weergegeven).

 Het peil gelijkvloers dient het bestaande maaiveld meer te volgen.

 Alle plannen dienen overeen te stemmen (op het inplantingsplan wordt links van de woning een zone in een gele kleur (hetzelfde waarmee het schelpenzand wordt getekend) ingetekend maar deze verharding wordt niet meegeteld in de verharding.

 De bestaande tuinmuur dient ook meegeteld te worden in de verharding.

 Het ontwerp is onduidelijk of er liftuitlopen zijn?

 In de voorschriften is er sprake van een bestaande dubbelwoonst. Dit is niet het geval!

In de vergunning en in onze register is er sprake van een conciërgewoning, dit is zeker niet hetzelfde!

 Op het perceel kan er maar 1 inrit voorzien worden, nu worden er 2 voorzien.

b) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Kalfduinen een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

c) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen

voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

d) Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volleigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

(4)

e) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

f) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

g) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

h) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een sociaal of bescheiden woonaanbod.

i) Scheidingsmuren Niet van toepassing j) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de hinder en de risico’s voor de externe veiligheid, de risico’s voor de effecten op het leefmilieu, de risico’s voor de effecten op de wateren, de risico’s voor de effecten op de natuur, de risico’s voor de effecten op de mens, die kunnen ontstaan door het uitvoeren van de stedenbouwkundige handelingen, zoals vermeld in deze aanvraag, tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

k) goede ruimtelijke ordening

Het perceel bevindt zich in het oosten van de gemeente, aan de rand van het Koningsbos en ten oosten van de golf.

De verkaveling ( ‘V122.4 Studiebureau Borghart’) waarbinnen het perceel gelegen is bevindt zich aan de rand van de Hazegraspolders en is omgeven door habitatrichtlijngebied (duingebieden inclusief

IJzermonding en Zwin). Ook de golf, die ten westen aansluit op de verkaveling, is hierin gelegen.

De ontsluiting van de verkaveling loopt via de Boslaan en de Graaf Jansdijk naar het centrum van Knokke. Het openbaar vervoer (trein, tram of bus) bevindt zich op minimum 1100 meter (halte kliniek Graaf Jansdijk).

De oorspronkelijke verkaveling waarin het perceel gelegen is dateert van 1967. De verkaveling werd nadien nog gewijzigd, ifv dakvorm, afzonderlijke garages / bergplaatsen / poolhouses, afsluitingen en verhardingen. Deze wijziging dateert van 2003.

Het perceel waarover sprake is conform gewestplan gedeeltelijk gelegen binnen woongebied en gedeeltelijk binnen woonpark (de woonparken zijn gebieden waarin de gemiddelde woningdichtheid gering is en de groene ruimten een verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan,)

Het achterste gedeelte van het perceel (ca. 30m) is gelegen binnen woonpark.

De aanvraag betreft het bouwen van een dubbelwoonst na afbraak van de bestaande toestand.

In de verkaveling die in oorsprong dateert van 1967 wordt voor percelen met een oppervlakte tussen 1500m² en 2000m² ingeschreven dat deze “mogen aangewend worden voor meergezinswoningen met een globale inhoud der bewoonbare lokalen van 1200m³”.

Het perceel heeft een oppervlakte van ca. 1950m², dwz dat hier enkel een méérgezinswoning zou kunnen opgericht worden. De aanvraag betreft echter een dubbelwoonst.

Buiten het feit of de aanvraag conform de voorschriften is moet in vraag worden gesteld of de voorschriften die werden opgemaakt in 1967 op vandaag nog steeds de goede ruimtelijke ordening nastreven.

De beleidsvisie en/of strategische visie die werd opgemaakt door Vlaanderen en recent ook de beleidsvisie ruimte die door de gemeente werd opgestart onderstrepen dat rendementsverhoging afhangt van de ligging in het duurzaam vervoersysteem, de nabijheid van voorzieningen en de ligging tov de openruimte en de groen-blauwe dooradering.

Alhoewel de ontwikkeling zich beperkt tot perceelniveau moet toch in vraag worden gesteld of de voorgestelde inname nog wenselijk is op vandaag. Het perceel is niet gelegen in of nabij een kern, er zijn geen voorzieningen in de buurt aanwezig en de locatie bevindt zich op de rand van de openruimte. Het is nl. omgeven door habitatrichtlijngebied.

Bij de opmaak van het RUP Wijk Berkenlaan dat net te noorden van Kalfduinen gelegen is werd een zelfde afweging gemaakt. Door de ligging van het plangebied tov bebouwde en openruimte (hier de voorzieningen thv de Lippenslaan en het duinendecreet) werd geopteerd om de verdere inname van de percelen te beperken en enkel nog ééngezinswoningen toe te laten. Ook werden de splitsingsmogelijkheden vastgelegd op percelen die minimum 3500m² groot zijn.

In de VK waarbinnen Kalfduinen gelegen is heeft 70% van de percelen een oppervlakte groter dan 1000m² (zie analyse WVI). 60% is zelfs groter dan 1200m².

Tevens wordt de omgeving gekenmerkt door een groene aanleg.

Het toelaten van een dubbelwoonst op een perceel van 1950m² met een bebouwde oppervlakte van ca.

405m² gaat in tegen bovenstaande beleidslijnen en het groene karakter van de omgeving.

(5)

Bovendien past het architecturaal geheel niet binnen de omgeving. De verschillende terrassen en type dakvormen zorgen voor een onrustig geheel dat niet beantwoordt aan de beoogde “Zoute-architectuur”.

Eveneens wijkt het ontwerp af qua bezetting.

Tenslotte kan ook verwezen worden naar een recente, gelijkaardige bouwaanvraag. In 2014 werd een aanvraag ingediend voor het bouwen van een dubbelwoonst op het perceel Roggelaan 19 (perceelsoppervlakte was 2318.61m²). Dit dossier werd ingetrokken na de beroep bij de Deputatie, omwille van de reden dat een dubbelwoonst niet strookte met de goede ruimtelijke ordening en de verkavelingsvoorschriften.

Het college heeft reeds op 1 maart 2019 een beslissing genomen tot gunning van de opdracht tot opmaak van een beleidsplan en tot opmaak van het RUP Kalfduinen en RUP Oostelijke villawijken 't Zoute.

Door het studiebureau werd een nota “referentie splitsingsmogelijkheden binnen bestaande juridisch instrumentarium” opgemaakt in aanloop naar de opmaak van een startnota voor het RUP Kalfduinen. In het college van 13 december 2019 werd deze nota bijgetreden en beslist dat het oprichten van nieuwe dubbelwoonsten in deze zone enkel wordt toegelaten bij percelen groter dan 3500m². Deze normering is conform het RUP Wijk Berkenlaan dat net ten noorden van de Kalfduinen is gelegen.

Conform de regelgeving ivm de geïntegreerde RUP-procedure werd op 21 februari 2020 een collegebeslissing genomen ivm de opmaak van het RUP en de samenstelling van het planteam. In deze collegebeslissing werd nogmaals aangehaald waarom een RUP wordt opgemaakt (verouderde voorschriften, tegemoetkomen aan hedendaags normeringen, ruimtelijke beleidsvisie vertalen op terrein, problematiek dubbelwoonsten en splitsen van percelen).

Op basis van voornoemde argumentatie en elementen kan geconcludeerd worden dat het voorliggend ontwerp de goede plaatselijke ordening in het gedrang brengt

l) Resultaten openbaar onderzoek Niet van toepassing

m) Bespreking adviezen

Advies van Agentschap voor Natuur en Bos dd. 31 januari 2020, zijnde ongunstig Advies van Riooldienst dd. 13 januari 2020, zijnde gunstig

Besluit

1. De aanvraag ingediend door de heer Demey Steve en mevrouw Chielens Sophie inzake bouwen van 2 gekoppelde eengezinswoningen na afbraak bestaande, gelegen te Kalfduinen 3, 8300 Knokke-Heist te weigeren.

2. De weigering wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_514-

BBA_I_B_1_1_Inplanting bestaand.pdf

B_1:1_Inplanting bestaand

BD74E691FDA683441769EE15310A3692

BA_514-

BBA_I_N_1_1_Inplanting nieuw.pdf

N_1:1_Inplanting

nieuw 56A25C7EC3B560BD1704BEDA3B3481DD

BA_415-

BBA_G_N_3_4_zuidgevel.pdf

N_3:4_zuidgevel 397A87B3A8784CB74583029EAFE54C5F BA_415-

BBA_G_N_4_4_westgevel.pdf N_4:4_westgevel A609F0AA876A20E5BF0D7C7EC29AFE45 BA_415-

BBA_G_N_2_4_oostgevel.pdf N_2:4_oostgevel E5667521202778C96356057AC90ABD3F BA_415-

BBA_G_N_1_4_noordgevel.pdf

N_1:4_noordgevel E47068B04C6725DF51F92E951FF6A868 BA_415-

BBA_S_N_1_1_doorsnede AA.pdf N_1:1_doorsnede AA 3AEFF0C9A93F5780B131A4CB0C27E2AD BA_514-

BBA_P_N_4_5_dakverdieping.pdf

N_4:5_dakverdieping 2CE7FAB1833E7942BC5BF6BE3C8BA28F BA_514-

BBA_P_N_2_5_gelijkvoers.pdf N_2:5_gelijkvoers F60EA968E9EEA54F7F5BAC730E11DC8D BA_514-

BBA_P_N_3_5_verdieping 1.pdf N_3:5_verdieping 1 6CD7F665D2B432CC483D5842E3FC747C BA_514-

BBA_P_N_1_5_kelder.pdf N_1:5_kelder 90B119067691036EFED232142B4D46FF BA_514-

BBA_P_N_5_5_dakenplan.pdf

N_5:5_dakenplan 25FB7EC1AFC4B2105093B857301EC3AC

(6)

BA_514-BBA_T_B_1_1_

terreinprofiel 1 bestaand.pdf B_1:1_ terreinprofiel

1 bestaand 7C5AD489C0EA883AED81F3D421D44AA7 BA_514-BBA_T_N_1_1_

terreinprofiel 1 nieuw.pdf

N_1:1_ terreinprofiel 1 nieuw

8A6731F4035E01DF522FA6DB70F9A7B4 BA_514-BBA_L_1_1_legende.pdf 1:1_legende 052FFB991463896729CDC5776742B2B6

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

(7)

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Beroepsmogelijkheden: regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

(enkel te vermelden als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat):

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

(8)

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.) Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens Voor eensluidend uittreksel : De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

© 24-3-2020 9:51:00 – Knokke-Heist

Ive De Kesel (Authentication)

Digitaal ondertekend door Ive De Kesel (Authentication) DN:

SERIALNUMBER=89090717988, G=Ive François, SN=De Kesel, CN=Ive De Kesel

(Authentication), C=BE Datum: 2020.03.24 17:41:11+01'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het

o Het ontwerp voorziet dat de bestaande tuinmuur tegenaan de linkerzijgevel wordt gesloopt. In plaats daarvan wordt een gelijkvloerse uitbreiding voorzien met platte bedaking en

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat