• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 05 maart 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 05 maart 2021"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN vrijdag, 05 maart 2021

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Piet De Groote, Wd. Burgemeester;

Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig :

Verontschuldigd :

Stedenbouw - Aanvraag tot bekomen van een omgevingsvergunning op naam van NV Zoute

Promotions en BVBA JVCON tot het bouwen van een eengezinswoning totem gelegen Boslaan 45.

Dossiernummer: 2020/802 OMV-nummer: OMV_2020152364

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door NV Zoute Promotions en BVBA JVCON werd per beveiligde zending verzonden op 13 november 2020.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 11 december 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Boslaan 45, 8300 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving

Afdeling KNOKKE-HEIST 3 AFD (KNOKKE3), sectie K, 0047 A.

Het betreft een aanvraag tot het bouwen van een eengezinswoning.

De aanvraag omvat: stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gelegen in woonparkgebied volgens het Gewestplan BRUGGE-OOSTKUST.

2. Historiek Niet van toepassing.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

Het perceel is gelegen langs de Boslaan. Deze straat is gelegen in Het Zoute en wordt gekenmerkt door alleenstaande en gekoppelde ééngezinswoningen. Het perceel is gelegen dicht bij de overgang naar open gebied.

Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, is braakliggend en bebost.

(2)

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 27 januari 2021 tot en met 25 februari 2021.

5. Adviezen

Het advies van de riooldienst werd aangevraagd op 11/12/20.

Het advies van het waterbedrijf werd aangevraagd op 11/12/20.

Het advies van Telenet werd aangevraagd op 11/12/20.

Het advies van Fluvius werd aangevraagd op 11/12/20.

Het advies van ANB werd aangevraagd op 11/12/20.

Het advies van Proximus werd aangevraagd op 11/12/20.

6. Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

8. Beslissing gemeenteraad inzake gemeentewegen Niet van toepassing.

9. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

a) Wettelijke basis

Het ontwerp beantwoordt aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met als voornaamste kenmerken:

 Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditioning, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume; het ontwerp voldoet hieraan.

 De bouwhoogte wordt bepaald vanaf het peil gelijkvloers (zogenaamde nulpeil of referentiepeil) met uitsluiting van het peil van het voorliggend voetpad. Onder dit peil gelijkvloers mogen geen woon- noch slaapvertrekken ingericht worden, eveneens kan het inkomgedeelte zich niet onder het peil gelijkvloers bevinden; het ontwerp voorziet geen woon- noch slaapvertrekken onder het peil gelijkvloers, evenals het inkomgedeelte.

 Het bouwen van uitsprongen op de verdieping en boven het openbaar domein toegelaten mits:;

het ontwerp voorziet geen uitsprongen boven het openbaar domein.

 Kelders of funderingen, of delen ervan, mogen niet tot onder het openbaar domein geplaatst worden; het ontwerp voorziet geen bouwdelen binnen het openbaar domein.

 Regenpijpen of verticale afvoergoten moeten tot een hoogte van 2,50 meter buiten het openbaar domein blijven; het ontwerp voorziet zijn regenwaterafvoeren binnen zijn perceel.

 De minimum inwendige bouwhoogte gemeten tussen de afgewerkte vloer en de onderkant afgewerkte vloerplaat bedraagt 2,50 meter; het ontwerp voldoet hieraan.

 Ondergrondse constructies bij open en half open bebouwing:

o Het afgewerkte bovenvlak van de ondergrondse constructies buiten de bebouwing moet zich op ten minste 0.60 meter onder het bestaand reliëf bevinden teneinde een

beplanting te kunnen voorzien; het ontwerp voldoet hieraan.

o Maximum één toegang tot de ondergrondse constructie per bouwperceel is toegelaten.

Dit voorschrift geldt niet indien het in strijd zou zijn met de reglementering inzake beveiliging tegen brand of met het advies van de brandweer.

 Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen; het ontwerp voorziet er geen.

 Afsluitingen:

o Afsluitingen tussen verschillende eigendommen zijn slechts toegelaten in de volgende materialen en hoogten:

 bij gesloten en halfopen bebouwing : baksteen met maximumhoogte van 2,00 meter tussen twee aan elkaar palende woningen;

 palen met draad, al of niet met onderplaat van maximum 30 cm boven het hoogste niveau van het maaiveld, met een maximumhoogte van 2,20 meter;

(3)

 levende haag of groen met een maximum hoogte van 2,20 meter;

 bovenvermelde bepalingen zijn niet van toepassing in de voortuinstroken.

 Het ontwerp voorziet een levende haag met een hoogte van 1.8 meter.

o Afsluitingen ter hoogte van de rooilijn en in de voortuinstroken zijn slechts toegelaten in volgende materialen en hoogten:

 levende haag of groen, ondersteund door palen met draad met een maximale hoogte van 1,50 meter;

 baksteen met een maximale hoogte van 0,60 meter, behoudens penanten, brievenbussen en behoudens in specifieke stedelijke verdichtingsprojecten.

 Combinaties van de aangegeven afsluitingsmogelijkheden zijn toegelaten.

 Het ontwerp voorziet een levende haag met een hoogte van 0.8 meter.

 In de zone tussen de rooilijn en bouwlijn mogen enkel ondergrondse constructies,

verhardingen voor toegangen en opritten, toegangstrappen naar gelijkvloerse verdiepingen en voortuinmuurtjes met aanhorigheden (brievenbussen); het ontwerp voldoet hieraan.

 Het is verboden om in de eerste 5 meter van de voortuinstrook, gemeten vanaf het openbaar domein (rooilijn), een toegang aan te brengen die afhelt ten opzichte van het peil van het voetpad; het ontwerp voorziet geen afhellende inrit.

 De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

o minimaal 60% van deze zone moet onverhard blijven en moet aangewend worden voor groenaanplanting ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrenzen en/of

tegenaan de bouwlijn; binnen deze 60% norm is de plaatsing van grasdallen wel toegelaten; het ontwerp voldoet hieraan, volgens de berekeningen van de architect.

o Het gebruik van KWS of betumen voor te verharding is verboden; het ontwerp voorziet natuursteen klinkers.

Op gemotiveerd verzoek van de bouwheer kan het College van Burgemeester en Schepenen bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning op gemotiveerde wijze afwijkingen toestaan op de voorschriften van deze bouwverordening en mits die afwijkingen kunnen verantwoord worden vanuit de doelstellingen van art. 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en/of de specifieke constellatie van het perceel en/of de functie van het gebouw of de constructie.

Het ontwerp wijkt af van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening qua:

 Het reliëf in de bouwvrije stroken mag enkel gewijzigd worden om aan te sluiten bij het peil van het openbaar domein, bij het peil op de perceelsgrenzen en ten behoeve van toegangen tot garages en/of inkomgedeeltes van het gebouw; het ontwerp voorziet verschillende reliëfwijzigingen in functie van terrassen, tuinaanleg, zwembad,… Deze afwijking is deels aanvaardbaar gezien zich op het terrein een duin bevindt waartegen en waarin de woning wordt ingeplant. Bijgevolg brengt dit reliëfwijzigingen met zich mee die vooral dienst doen als toegangen tot de woning. Daarnaast wordt de duin deels hersteld. Bovendien vinden enkele reliëfwijzigingen plaats om beter aan te sluiten met de buurpercelen en om de duin te verstevigen.

 Peil :

o Bij open bebouwing:

Afhankelijk van het terrein gelden de navolgende 3 situaties :

Vlak terrein: gemiddeld peil van het perceel ligt maximum 0,40 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Hellend terrein: gemiddeld peil van het perceel ligt minimum 0,40 meter en maximum 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Grote terreinverschillen: gemiddeld peil van het perceel ligt meer dan 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel.

Bepaling van het peil gelijkvloers :

Vlak terrein: peil gelijkvloers maximum 0,40 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Hellend terrein: peil gelijkvloers is gelijk aan het gemiddeld peil van het perceel, met een maximum van 1,50 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Grote terreinverschillen: het reliëf dient trapsgewijs gevolgd door verschillende niveaus in te richten op het gelijkvloers, waarbij het hoogste peil van het gelijkvloers zich maximum 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel bevindt. Wanneer de toepassing van deze regel tot architecturale en/of bouwfysische onverantwoorde gehelen mocht leiden, kan een afwijking worden toegestaan en zal worden gestreefd naar een toename van de oppervlakte van het laagste

(4)

peil van het gelijkvloers en een vermindering van de oppervlakte van het hoogste peil op het gelijkvloers.

 Het ontwerp voorziet een hellend terrein met het peil gelijkvloers 1.67 meter onder het gemiddeld peil en 0.6 meter boven het laagste hoekpunt.

Deze afwijking is stedenbouwkundig aanvaardbaar gezien dit ingegeven is door het aanwezige duinenreliëf die zoveel mogelijk bewaard moet worden. Het peil gelijkvloers wordt dus bepaald door het glooiend terrein waarop men aansluit.

b) Planologische toets

Er is geen RUP, BPA of verkaveling van kracht voor dit perceel.

Het gewestplan Brugge – Oostkust (KB 7 april 1977) bestemt het terrein als woonpark. Artikel 6.1.2.1.1 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen (hierna: Inrichtingsbesluit) definieert deze bestemming als volgt:

“de woonparken zijn gebieden waarin de gemiddelde woningdichtheid gering is en de groene ruimten een verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan”

In woonparken is dus enerzijds de geringe gemiddelde woningdichtheid en anderzijds de

verhoudingsgewijze grote oppervlakte groene ruimte cruciaal. Beide aspecten zijn niet cijfermatig bepaald en veronderstellen een beoordeling in concreto.

De gemiddelde woningdichtheid in de omgeving is zeer gering, met name drie à vier woningen per hectare. De omgeving wordt gekenmerkt door ruime percelen met villa’s. Zowel het linker als rechter aanpalend perceel zijn zeer ruime groene percelen met een eengezinswoning. Aan de overzijde van het perceel bevindt zich het Koningsbos met daarachter de Royal Zoute Golf Club. Verder ten zuiden en ten noorden van het terrein bevinden zich verschillende eengezinswoningen.

De verhoudingsgewijs grote oppervlakte groen moet bekeken worden op niveau van het perceel zelf, niet op het niveau van het volledige woonpark.

Het hoogstammig groen aan de randen van het perceel wordt integraal behouden wat het groene karakter van de omgeving in stand houdt. De aanvraag voorziet in beperkte mate gras dat als het ware de overgang vormt van de woning naar het hoogstammig groen aan de randen van het perceel. Zo blijft het terrein voor bijna driekwart uit groen bestaan en beslaat de groene ruimte verhoudingsgewijs een grote oppervlakte.

De ministeriële omzendbrief van 8 juli 1997 bevat nadere richtlijnen voor de invulling van deze bestemming. De omzendbrief heeft een interpretatief karakter en kan op zich geen weigeringsgrond uitmaken.1 De omzendbrief kan op zich wel een leidraad vormen voor de vergunningverlenende overheid in haar beoordeling, maar dit kan nooit los staan van artikel 6.1.2.1.1 van het Inrichtingsbesluit.

De omzendbrief bevat vijf ‘normen’ die als richtlijn gelden. Hieronder worden de vijf richtlijnen getoetst aan de aanvraag.

1. “De woningdichtheid, rekening houdend met de toekomstige bebouwing op al de mogelijke loten in het betrokken woonpark is gelegen tussen 5 à 10 woningen per ha. De perceelsoppervlakte voor elk perceel zal worden afgeleid uit de woningdichtheid. Als orde van grootte kunnen kaveloppervlakten van 1.000 à 2.000 m2 worden vooropgesteld. Een en ander is afhankelijk van de dichtheid van het bestaande groen.”

De bestaande woningdichtheid is zelfs lager dan vijf à tien woningen per hectare en bedraagt ongeveer drie à vier woningen per hectare aangezien de omgeving bestaat uit zeer ruime percelen en bebossing. De perceelsoppervlakte van de aanvraag bedraagt 2635,66 m² wat aanzienlijk ruimer is dan de richtnorm van 1000 à 2000m², die als een minimumnorm te beschouwen is.

2. “De bebouwbare oppervlakte mag slechts 250m² bedragen met inbegrip van eventuele afzonderlijke gebouwen.”

De bruto bebouwde oppervlakte bedraagt 483,19m² met inbegrip van de garage die zich deels onder de duin bevindt (42,24m²). Dit is 18,33% van de totale perceelsoppervlakte. Gelet op de ruimere perceelsoppervlakte dan voorzien in de omzendbrief is ook een ruimere bebouwbare oppervlakte verantwoord.

Deze bezetting is vergelijkbaar met de bebouwing in de nabije omgeving en met de maximale bezettingspercentages opgenomen in RUP’s, BPA’s en verkavelingen die van kracht zijn in de omgeving. Bovendien is deze bezetting van 483.19m² relatief aangezien de woning deels in de duin gebouwd wordt. Het gelijkvloers bevindt zich hierdoor zowel boven- als ondergronds.

(5)

3. “De constructie mag maximaal uit twee bouwlagen bestaan en de inwendige verticale verdeling moet een verdere splitsing van het perceel uitsluiten.”

De eengezinswoning bestaat uit twee bouwlagen, met name een gelijkvloers en een verdieping met rieten dak. De eengezinswoning is in het midden van het perceel ingeplant zodat het onmogelijk is om nog een tweede woning op het perceel te plaatsen. Een verdere splitsing van het perceel is uitgesloten.

4. “Het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.”

De aanvraag voorziet in een boscompensatievoorstel voor de bebossing in het midden van het perceel waar de woning wordt ingeplant. Het hoogstammig groen aan de randen van het perceel wordt bewaard zodat het perceel omringd wordt door hoogstammig groen. Op die manier blijft het groen karakter dat ook zichtbaar is vanaf de straat behouden. De aanvraag voorziet slechts in zeer beperkte mate gras als overgang van de woning naar het hoogstammig groen aan de randen van het perceel.

5. “Het perceel moet palen aan een voldoend uitgeruste weg (zie terzake artikel 48, laatste lid van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996)”

De aanvraag is gelegen aan de Boslaan die een voldoende uitgeruste weg is. Ook artikel 4.3.5 VCRO stelt deze vereiste bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Hieraan is voldaan.

c) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Boslaan een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen

voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

(6)

e) Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag geen project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).

f) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch waardevol gebied, namelijk het strand. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan. Vermits de constructie van tijdelijke aard is, en de verankering en inplanting van die aard zijn, dat het terrein jaarlijks op eenvoudige wijze in zijn oorspronkelijke toestand kan hersteld worden.

g) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

h) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

i) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

j) Scheidingsmuren Niet van toepassing

k) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

l) goede ruimtelijke ordening

De onmiddellijke omgeving bestaat uit residentiële woningen met een hoofdzakelijk groen karakter.

Zowel langs de linker- als rechterzijde paalt het terrein aan een ruim perceel met residentiële eengezinswoning omgeven door groen. Deze woningen zijn tevens gelegen in woonparkgebied.

Aansluitend hieraan bevindt zich een residentiële woonwijk, vanaf de Boslaan en verder naar het (noord)oosten toe. Deze woonwijk bevindt zich achter het aanvraagterrein. De aanvraag sluit aan bij deze woonontwikkeling.

Verder achter het terrein bevinden zich Duindecreet-gebieden. Ten noorden en ten westen van het terrein bevindt zich het Koningsbos. Verder ten westen van het terrein bevindt zich de Royal Zoute Golf Club. De ruime groene voortuinstrook is ontworpen in het licht van deze groene omgeving.

De aanvraag voorziet een eengezinswoning in het midden van het terrein en behoudt het hoogstammig groen dichter naar de perceelsgrenzen toe. De eengezinswoning bestaat uit twee bouwlagen, een gelijkvloers en een verdieping, met rieten dak. De maximale kroonlijsthoogte bedraagt 5,72 meter. De maximale nokhoogte bedraagt 10,72 meter. De garages en het slaapgedeelte bevinden zich op het gelijkvloers. Het leefgedeelte bevindt zich op de eerste verdieping. Het gelijkvloers bevat een terras en een zwembad. Ook op de eerste verdieping wordt een terras voorzien. De terrassen zijn gericht naar het zuiden en westen.

De woning ligt als het ware verscholen achter het hoogstammig groen. Het groen straatbeeld wordt zoveel als mogelijk behouden. De hoogstammige bomen langs de Boslaan worden beperkt onderbroken door de inrit naar de woning. De woning wordt ingeplant achter de voortuinstrook met een diepte van 17,40 meter. De woning wordt verweven in de groene omgeving.

De aanvraag voorziet een ruime garage die drie wagens en zeven fietsen kan stallen. Er is geen sprake van mobiliteits- of parkeerhinder.

De inplanting van de woning in het midden van het perceel veroorzaakt geen hinder voor de

omwonenden. De woning bevindt zich minstens op een afstand van 5,46 van de linkerperceelsgrens; op 9,24 meter van de achterperceelsgrens en op 7,24 meter van de rechterperceelsgrens. Op deze

afstanden bevindt zich eveneens hoogstammig groen zodat geen hinder wordt veroorzaakt.

De aanvraag respecteert het bestaande reliëf, met name de duin. De woning wordt tegen en in de duin ingeplant en behoudt zo de natuurlijke glooiingen van de duin.

De woning wordt afgewerkt met parament in wit/grijze baksteen (Petersen/Wienerberger Wasserstrich), aluminium schrijnwerk en vakwerk in hardhout (natuurkleur). De dakbedekking bestaat uit riet en blauw gesmoorde nokpannen, zwart gevoegd.

De woonwijk ‘Het Zoute’ wordt gekenmerkt door wit geschilderde/gekaleide gevels of witte bakstenen.

Het ontwerp voorziet een wit/grijze baksteen. Om de continuïteit in het materiaalgebruik van deze

(7)

woonwijk te bewaren wordt als voorwaarde opgenomen dat er gekozen moet worden voor een witte Petersen-steen.

De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

m) Resultaten openbaar onderzoek

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

n) Bespreking adviezen

Agentschap voor Natuur en Bos heeft advies uitgebracht op 27 januari 2021. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : voorwaardelijk gunstig

Telenet heeft advies uitgebracht op 14 januari 2021. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : gunstig

Fluvius heeft advies uitgebracht op 16 december 2020. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : voorwaardelijk gunstig

Proximus heeft geen advies uitgebracht.

AGSO-waterbedrijf heeft geen advies uitgebracht.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door NV Zoute Promotions en BVBA JVCON inzake het bouwen van een eengezinswoning, gelegen te Boslaan 45, 8300 Knokke-Heist te vergunnen met voorwaarden.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- de afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes);

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

- de groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heist - de voorwaarden gesteld in het advies van Agentschap voor Natuur en Bos van 27 januari

2021 en Fluvius van 16 december 2020 (als bijlage) dienen stipt nageleefd te worden;

Het college van burgemeester en schepenen legt volgende bijzondere voorwaarden op:

Algemeen:

 Iedere te rooien hoogstammige boom moet vervangen worden door een nieuwe, streekeigen hoogstammige boom.

 Het zwembad dient natuurlijk ingeplant te worden. Zichtbare randen dienen van het zicht onttrokken te worden door groenaanleg.

 De tuin dient maximaal gevrijwaard te worden waardoor ook de verharding beperkt dient te worden. Het groene karakter van het woonparkgebied dient behouden te blijven. De totale oppervlakte ingenomen door verharding en bebouwing dient maximaal 30% te zijn.

 Hoogtelijnen achteraan verschillen sterk tussen de bestaande en nieuwe toestand. Ook het tweede hoogtepunt t.o.v. de linkergrens verschilt tussen bestaand en nieuw. De natuurlijke overgang achteraan dient bewaard te worden. De hoogtepeilen op de perceelgrenzen mogen niet aangepast worden.

 Het herstel van de duin (te zien op terreinsnede 1) dient natuurlijker aangelegd te worden. Deze ophoging van het perceel kan niet. Het bestaand maaiveld dient behouden/hersteld te worden.

 De gevels moeten afgewerkt worden met een witte Petersensteen (Kolumba K11 wit).

In functie van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening:

 De totale breedte aan reliëfwijzigingen onder de vloerplaat van het gelijkvloers dient beperkt tot een breedte van maximum 4.50 meter. Reliëfverhoging in functie van constructies gelegen onder het peil gelijkvloers is verboden;

 Ondergrondse constructies bij open en half open bebouwing:

o Ondergrondse keermuren als gevolg van insnijdingen in functie van toegangen zijn toegelaten mits zij zich op minimum 1 meter van de perceelsgrenzen bevinden, tenzij het een gemeenschappelijke toegang betreft. Deze keermuren dienen het reliëf te volgen en kunnen maximum 0.40 meter hoger zijn dan het aanliggend reliëf. Op deze keermuren mogen balustrades worden geplaatst;

(8)

3. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_3002_I_N_1_Inplanting nieuw.pdf

Inplanting nieuw 9GYz4ncufNFohg14jdH22w==

BA_3002_I_B_1_Inplanting

bestaand.pdf Inplanting bestaand B4WUx02QFDMk0+4PVqly2A==

BA_3002_P_N_8_Overzicht PLAN 4.pdf

Overzicht PLAN 4 2V+hAJn+PSLyhb6vn5yefw==

BA_3002_P_N_9_Overzicht PLAN

5.pdf Overzicht PLAN 5 fbI08Ee5QNC4Aagr+3gXjg==

BA_3002_P_N_7_Overzicht PLAN

3.pdf Overzicht PLAN 3 BGEfN26QnOY+8nfZyHx1fw==

BA_3002_P_N_6_Overzicht PLAN 2.pdf

Overzicht PLAN 2 NI4FdY/CikdVqq66U5WIIg==

BA_3002_P_N_5_Overzicht PLAN

1.pdf Overzicht PLAN 1 +x87rn4yuQOGW9UQxOvZQA==

BA_3002_P_N_4_Zolder.pdf Zolder +PjEEPLJzXe8RL6IK9I6VQ==

BA_3002_P_N_3_Verdieping 1.pdf Verdieping 1 tWYI57gQA/F+gO79mp4NHw==

BA_3002_P_N_1_Fundering

riolering.pdf Fundering riolering oCBivw+mSfowIBfkQ6PPdQ==

BA_3002_P_N_2_Gelijkvloers.pdf Gelijkvloers H9xu7G+aaoy413abf2wZSg==

BA_3002_S_N_4_Snede D.pdf Snede D ja7BpaxWt9XT/ubPZghVJA==

BA_3002_S_N_1_Snede A.pdf Snede A GnM+sX+3iU5bYqpgwAWRMQ==

BA_3002_S_N_2_Snede B.pdf Snede B wFF8sUDJTN+gDJzRaUD2vg==

BA_3002_G_N_4_Achtergevel.pdf Achtergevel 5B19PPVmLEsSlv3TO/Savw==

BA_3002_G_N_3_Zijgevel links.pdf Zijgevel links Tv35+3KkpUwMZrhEXPBhLA==

BA_3002_G_N_2_Zijgevel rechts.pdf

Zijgevel rechts ibmEMbkPwm2CebjyUHwKTw==

BA_3002_G_N_1_Voorgevel.pdf Voorgevel 9sb4/LqnpMUE7XFtNLitwg==

BA_3002_C_N_4_Berekeningen

schema bezetting-verharding.pdf Berekeningen schema

bezetting-verharding hTwFNOqI3aiZTjg4+Q25oA==

BA_3002_C_N_3_Berekeningen.pdf Berekeningen dlDvJm6/0W3rHX0bT66cyA==

BA_3002_C_N_2_Berekeningen

schema voortuin.pdf Berekeningen schema

voortuin wqgxRI2xh585CniP7N2b/Q==

BA_3002_T_N_5_Terreinsnede perceelsgrens links.pdf

Terreinsnede perceelsgrens links

MRzSU2FIj3cbS+Rm5tEZow==

BA_3002_T_N_4_Terreinsnede

perceelsgrens achter.pdf Terreinsnede

perceelsgrens achter Sbn5IqfbQK8a81zbrZUkXg==

BA_3002_T_N_2_Terreinsnede 2.pdf

Terreinsnede 2 rClL1841KSgpGsNMknPgvg==

BA_3002_T_N_3_Terreinsnede

perceelsgrens rechts.pdf Terreinsnede

perceelsgrens rechts HHg0Lae79dc+Mrx0uMCKig==

BA_3002_T_N_1_Terreinsnede

1.pdf Terreinsnede 1 pGgUoYlIwVOxLFju3tm0Ig==

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

(9)

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


(10)

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

(11)

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

(12)

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

Wd. Voorzitter, (get) Piet De Groote

Voor eensluidend uittreksel :

De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

Ive De Kesel (Authentication)

Digitaal ondertekend door Ive De Kesel

(Authentication)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

Algemeen kan gesteld worden dat de ontworpen woongelegenheden onvoldoende woonkwaliteit bieden (o.a. aanpassen gangbreedtes, geen uitbouw ter hoogte van eerste dakverdieping aan

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting. Als de gevallen, vermeld