• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 18 september 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 18 september 2020"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN vrijdag, 18 september 2020

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Graaf L. Lippens, Burgemeester;

Piet De Groote, Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig :

Verontschuldigd : Annie Vandenbussche, Schepen

Stedenbouw - Aanvraag tot bekomen van een

omgevingsvergunning op naam van Ben Sadik Saïd tot het bouwen van een woning gelegen Heistlaan 333.

Dossiernummer: 2020/352 OMV-nummer: OMV_2020062458

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door de heer Ben Sadik Saïd werd per beveiligde zending verzonden op 13 mei 2020.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 8 juni 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Heistlaan 333, 8301 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving

Afdeling KNOKKE-HEIST 9 AFD (D.RAMSK.-D.), sectie A, 0041 D.

Het betreft een aanvraag tot bouwen van een woning.

De aanvraag omvat: stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Volgens Gewestplan Brugge-Oostkust, goedgekeurd 07 april 1977, gelegen binnen landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Gelegen binnen verkaveling V020.1 op naam van Delbeke Antoinette, goedgekeurd 21 maart 1963.

2. Historiek

Betreft braakliggend perceel binnen verkaveling.

1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

Het betreft een onbebouwd perceel, gelegen in agrarisch gebied volgens gewestplan. In 1963 werd er een verkaveling opgemaakt voor 2 bouwloten, het rechterlot is reeds bebouwd. Het linkerlot maakt nu deel uit van deze aanvraag. Palend aan dit lot bevind zich een aarden weg ifv toegang tot de

achterliggende landbouwgronden.

(2)

De omgeving is gelegen aan gewestweg, de “Heistlaan” en wordt hier gekenmerkt door alleenstaande woningen voorzien van één bouwlaag met een dakvolume.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen Het betreft een aanvraag tot bouwen van een woning.

De woning omvat:

 Thv de kelder: /

 Thv het gelijkvloers: er is een ruime inkomhal, toilet, bureau, fietsenstalling, berging / bijkeuken, eetkamer, zitruimte en keuken. De voordeur bevindt zich op de voorgevel alsook een extra deur / poort ifv fietsenstalling.

 Thv de verdieping: deze is toegankelijk via trap, men komt uit op een polyvalente ruimte met berging en toilet, er zijn 3 slaapkamers met elk hun dressing en badkamer, alsook een technische ruimte.

 thv het dakvolume: voorste deel is een zolderruimte toegankelijk via een luik, thv de achtergevel is er nog een deel ingericht als logeerkamer, deze is toegankelijk via vaste trap.

Ter info:

 Het perceel is gelegen in een geldende verkaveling, onderliggend is het landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

 Het aantal woongelegenheden bedraagt nu 1.

 Het volume van de woning bedraagt 1325.33m³.

 De bebouwde oppervlakte bedraagt 210m².

 Bezetting: het ontwerp voorziet op een terrein van 780m² een bebouwde oppervlakte van 210m², de terreinbezetting bedraagt 27%.

 Verharding: men kan maximaal 80m² verharding voorzien, zonder de noodzakelijke toegang, oprit naar de woning.

o Men voorziet nu 96m² verharding, dit dient beperkt te worden.

 De bouwdiepte gemeten haaks op de as van de weg bedraagt 20m.

 Inplanting:

o Tav de rooilijn: 8m

o Tav de linkerperceelsgrens: 4m o Tav de rechterperceelsgrens: 4m

o Tav de achterste perceelsgrens: +/- 12m

 Kroonlijsthoogte: 3.63m, 4.65m

 Nokhoogte: 9.81m en 8.85m voor het hoofdvolume

 Materialen:

o Dak: rustieke vlakke dakpannen, type actua LT gewolkt

o Muren: roodbruin genuanceerde machinale gevelsteen, tropisch hardhout – padouk. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in alu antraciet grijs en de poort en inkomdeur in hout, kleur antraciet grijs.

 Het ontwerp voorziet bouwlagen en een dakvolume.

Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

2. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 11 augustus 2020 tot en met 9 september 2020.

3. Adviezen

Op 8/09/6/2020 werd advies aangevraagd aan de riooldienst, waterbedrijf, AWV en departement Landbouw en Visserij.

4. Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

5. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

6. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

(3)

a) Wettelijke basis

Het ontwerp beantwoordt aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, maar wijkt af voor:

Geen, mits voldaan is aan de bijzondere voorwaarden.

b) Planologische toets

Het ontwerp beantwoordt aan de vigerende verkaveling “V.20.1 - Delbeke”, maar wijkt af voor:

De percelen zijn te bestemmen voor alleenstaande, alzijdig afgewerkte landelijke woningen, ingeplant op minstens 8m van de rooilijn en op 5m van de andere perceelsgrenzen.

o Het ontwerp voorziet 4m van de linker- en rechterperceelsgrens. Zowel links als rechts bestaat het volume dat op 4m voorzien wordt uit een 1 laags volume, links heeft deze een kroonlijst van 2.42m en een nokhoogte van 6.07m. Rechts heeft dit volume een kroonlijst van 3.59m en een nokhoogte van 8.91m.

Deze afwijkingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar gezien de bouwhoogte beperkt is tot één bouwlaag met dak met beperkte kroonlijst- en nokhoogte en gezien tav de linkerzijperceelgrens de woning paalt aan een doorrit naar achterliggende gronden.

c) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heistlaan een voldoende uitgeruste openbare gewestweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.

Stedenbouwkundige hemelwaterverordening dakverharding + terreinverharding

Er is voldaan aan de gemeentelijke/provinciale/gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.

De dakoppervlakte van elke woning watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter met overloop naar een infiltratievoorziening van 3.000 liter. Hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens.

e) Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag geen project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).

f) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

g) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

h) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

i) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

j) Scheidingsmuren Niet van toepassing k) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de hinder en de risico’s voor de externe veiligheid, de risico’s voor de effecten op het leefmilieu, de risico’s voor de effecten op de wateren, de risico’s voor de effecten op de

(4)

natuur, de risico’s voor de effecten op de mens, die kunnen ontstaan door het uitvoeren van de stedenbouwkundige handelingen en/of door het uitbaten van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten, zoals vermeld in deze aanvraag, bij naleving van algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

l) goede ruimtelijke ordening

Eigendom ligt binnen Gewestplan BRUGGE-OOSTKUST, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, en binnen een geldende verkaveling “V.20.1 – Delbeke”

Het ontwerp dient afgetoetst te worden aan de goede ruimtelijke ordening in al haar facetten:

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1. §2:

- functionele inpasbaarheid; het ontwerp voorziet het bouwen van een zonevreemde woning op een onbebouwd perceel. De verkaveling dd 63 stelt dat dit mogelijk is, de verkaveling bestaat uit 2 bouwloten, het rechterlot is voorzien van een eengezinswoning.

- Mobiliteitsimpact; het ontwerp voorziet het behoud van de bestaande overwelving van de gracht, men voorziet parkeerplaatsen in de voortuinstrook en een fietsenberging in de woning.

- Schaal; het ontwerp voorziet een ruime eengezinswoning, het volume bedraagt meer dan 1300m³. de zonevreemde wetgeving stelt in dergelijke omgevingen dat een woning max 1000m³ mag bedragen. Het perceel is gelegen in een verkaveling waar het volume niet bepaald is.

- ruimtegebruik en bouwdichtheid: het ontwerp voorziet compacte bebouwing, er wordt een 27%

bezetting voorzien.

- visueel-vormelijke elementen: het ontwerp voorziet landelijke vormgeving, traditioneel hellend dak, de kroonlijst wordt max voorzien op 1.5 bouwlagen. Er wordt gewerkt met rood- bruine gevelsteen en houten elementen.

- cultuurhistorische aspecten, nvt

- bodemreliëf, het ontwerp voorziet geen reliefwijzigingen.

- hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid, het ontwerp voorziet geen hinder naar de aanpalenden, doch dient alle verharding op minimum 1m van de perceelsgrenzen te worden voorzien alsook dient men zich te houden aan de maximale 80m² verharding.

Het ontwerp voldoet hiermee aan de verschillende kwaliteitscriteria inzake de stedenbouwkundige voorschriften, het ontwerp bevat tevens geen storende elementen en er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt door de geplande werken. Hierdoor wordt er voldaan aan de principes van ruimtelijke inpasbaarheid en wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden.

m) Resultaten openbaar onderzoek

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

n) Bespreking adviezen

Agentschap voor wegen en verkeer heeft advies uitgebracht op 18 juni 2020. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : voorwaardelijk gunstig

Departement Landbouw en Visserij heeft advies uitgebracht op 23 juli 2020. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : voorwaardelijk gunstig

Riooldienst heeft advies uitgebracht op 10 augustus 2020. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : gunstig

Agso-waterbedrijf heeft geen advies uitgebracht.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door de heer Ben Sadik Saïd inzake het bouwen van een woning, gelegen te Heistlaan 333, 8301 Knokke-Heist te vergunnen onder voorwaarden.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- de afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes);

- de normbepalingen van hoofdstuk 3 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid worden nageleefd;

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

(5)

- de groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heist - de voorwaarden gesteld in het advies van Agentschap wegen en verkeer van 18 juni

2020, Departement Landbouw & Visserij van 23 juli 2020 en de riooldienst van 10 augustus 2020 (als bijlage) dienen stipt nageleefd te worden;

Het college van burgemeester en schepenen legt volgende bijzondere voorwaarden op:

Algemeen:

 Men dient alle verharding op minimum 1m van de perceelsgrenzen te voorzien.

 Men kan de aanpalende percelen en de doorgang nooit inrichten als tuin bij deze woning.

 Men dient ten allen tijde de doorgang vrij te houden

 Bij het plaatsen van afsluitingen dient men steeds de doorrit naar achterliggende gronden te vrijwaren. Deze slag dient absoluut vrij te blijven. Maakt ook geen deel uit van de verkaveling. Men kan deze niet afsluiten thv de rooilijn, noch innemen bij het bouwlot.

 Men kan achterliggende percelen niet vertuinen, ook niet de doorgang links van het perceel.

 Teras wordt voorzien op 40cm van de rechterperceelsgrens. Men dient ten allen tijde alle verharding te voorzien op min 1m van de perceelsgrens.

 Men heeft 80m² verharding, er kan geen verharding meer bij voorzien worden.

In functie van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening qua:

o Peil:

o Bij open bebouwing:

Afhankelijk van het terrein gelden de navolgende 3 situaties:

Vlak terrein: gemiddeld peil van het perceel ligt maximum 0,40 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Hellend terrein: gemiddeld peil van het perceel ligt minimum 0,40 meter en maximum 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Grote terreinverschillen: gemiddeld peil van het perceel ligt meer dan 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel.

Bepaling van het peil gelijkvloers:

Vlak terrein: peil gelijkvloers maximum 0,40 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Hellend terrein: peil gelijkvloers is gelijk aan het gemiddeld peil van het perceel, met een maximum van 1,50 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Grote terreinverschillen: het reliëf dient trapsgewijs gevolgd door

verschillende niveaus in te richten op het gelijkvloers, waarbij het hoogste peil van het gelijkvloers zich maximum 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel bevindt. Wanneer de toepassing van deze regel tot

architecturale en/of bouwfysische onverantwoorde gehelen mocht leiden, kan een afwijking worden toegestaan en zal worden gestreefd naar een toename van de oppervlakte van het laagste peil van het gelijkvloers en een vermindering van de oppervlakte van het hoogste peil op het gelijkvloers.

Het gemiddeld peil van het perceel wordt bepaald door het rekenkundig gemiddelde te nemen van de hoogtepeilen van de diverse hoekpunten van het betrokken perceel. De peilen van de hoekpunten, palend aan de

openbare weg, dienen genomen te worden op het openbaar domein.

Voor achterliggende percelen gelden de peilen van de toegangsweg niet als hoekpunten van het perceel.

o Afsluitingen:

o Afsluitingen tussen verschillende eigendommen zijn slechts toegelaten in de volgende materialen en hoogten:

palen met draad, al of niet met onderplaat van maximum 30 cm boven het hoogste niveau van het maaiveld, met een maximumhoogte van 2,20 meter;

levende haag of groen met een maximum hoogte van 2,20 meter;

bovenvermelde bepalingen zijn niet van toepassing in de voortuinstroken.

o Afsluitingen ter hoogte van de rooilijn en in de voortuinstroken zijn slechts toegelaten in volgende materialen en hoogten:

levende haag of groen, ondersteund door palen met draad met een

(6)

maximale hoogte van 1,50 meter;

baksteen met een maximale hoogte van 0,60 meter, behoudens penanten, brievenbussen en behoudens in specifieke stedelijke verdichtingsprojecten.

o Combinaties van de aangegeven afsluitingsmogelijkheden zijn toegelaten.

3. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_bouwen landelijke

woning_T_N_01.pdf EzXS8fV/0tdj21TU+Za8wg==

BA_bouwen landelijke woning_T_B_01.pdf

ZIivr10i9v8owDn4/fWlSQ==

BA_bouwen landelijke

woning_S_N_01.pdf uQVtXarKbSOIHBZihRNyvA==

BA_bouwen landelijke

woning_S_N_04.pdf UKHPL9NDJC0iInC3EGxl7g==

BA_bouwen landelijke woning_S_N_03.pdf

bpx9Q+1CpuW3y33D9HX9LQ==

BA_bouwen landelijke

woning_S_N_02.pdf YmVenuL2BCLSMMVR7GeMgg==

BA_bouwen landelijke woning_GS_N_01.pdf

ImltLSEHPdJOpbal37+xww==

BA_bouwen landelijke

woning_I_N_01.pdf hZdZb8ADlxwfl2OPykYrCA==

BA_bouwen landelijke

woning_I_B_01.pdf PU71skgpjXhps4RRSqPvPA==

BA_bouwen landelijke

woning_G_N_01.pdf 19Vp9YTAwwjKFaHDxHWE8Q==

BA_bouwen landelijke

woning_G_N_05.pdf GTYb3OAIAryyeLLmVvy1HQ==

BA_bouwen landelijke woning_G_N_04.pdf

e5qxH2Jy/mYugb+A2Ya3mg==

BA_bouwen landelijke

woning_G_N_03.pdf v6My863Fr98zEC6/bV9Bng==

BA_bouwen landelijke woning_G_N_02.pdf

SD/80Gdf4E+JsPYzXODBhA==

BA_bouwen landelijke

woning_P_N_01.pdf ikbsOv4rvGZv1hkiuJDmCA==

BA_bouwen landelijke woning_P_N_04.pdf

6bXWrO/JXZjKfxLb+eKvBg==

BA_bouwen landelijke woning_P_N_03.pdf

Tt94HVneLxpZoBITOFscIw==

BA_bouwen landelijke

woning_P_N_02.pdf 74hFXua1tgBddMU8Z/GdDw==

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

(7)

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


(8)

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

(9)

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

(enkel te vermelden als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat):

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

(10)

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.) Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens Voor eensluidend uittreksel : De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

Ive De Kesel (Authentication)

Digitaal ondertekend door Ive De Kesel (Authentication)

DN:

SERIALNUMBER=89090717988, G=Ive François, SN=De Kesel, CN=Ive De Kesel (Authentication), C=BE

Datum: 2020.09.22 15:50:27+02'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst. Het

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001