• No results found

Rapportage CQI-meting VV&T (IV)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapportage CQI-meting VV&T (IV)"

Copied!
63
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapportage CQI-meting VV&T (IV)

Leger des Heils - Flevoland

Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk

Mei 2012 www.TRIQS.nl

(2)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 VOORWOORD

Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CQI meting. Deze rapportage bevat de resultaten van de cliëntervaringsmeting op basis van de CQ-index VV&T (IV) versie 3.2. Het uitvoeren van deze CQI meting is onderdeel van het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg.

De afkorting CQI of CQ-index staat voor Consumer Quality Index. Dit is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. Deze systematiek is gebaseerd op een mix van de Amerikaanse CAHPS (Consumer Assessment of Healthcare Providers and Systems)-systematiek en de door het NIVEL ontwikkelde QUOTE (Quality Of care Through the patient’s Eyes) vragenlijsten. Beiden zijn wetenschappelijk gefundeerde instrumenten.

De resultaten van deze CQI meting bieden inzicht in, en aangrijpingspunten voor verbeteringen in de zorg- en dienstverlening. Met die reden worden de resultaten van de eigen instelling vergeleken met resultaten van andere zorginstellingen (spiegelinformatie). De meetresultaten zullen na controle en opschoning worden aangeleverd bij een derde partij, de Trusted Third Party (TTP), ten behoeve van de landelijke benchmark.

De meting is uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) door onafhankelijk onderzoeksbureau TRIQS Onderzoek in opdracht van Leger des Heils - Flevoland. TRIQS is vanaf 2002 actief in het uitvoeren van cliëntervarings- en tevredenheidsmetingen bij zorginstellingen en voert vanaf het ontstaan van de CQ-index (2007) deze metingen uit.

De succesvolle uitvoering van deze CQI meting is voor een belangrijk deel afhankelijk geweest van de samenwerking met Leger des Heils - Flevoland. Op deze plaats bedankt TRIQS Onderzoek mevrouw A. Wentel voor de plezierige samenwerking gedurende de meting. Tevens bedanken wij de cliëntenraad, de medewerkers en de cliënten van Leger des Heils - Flevoland voor hun medewerking aan de meting.

Zwolle, mei 2012

Drs. A. Weynschenk TRIQS Onderzoek

(3)

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD ... 2

INHOUDSOPGAVE ... 3

INLEIDING ... 4

DEEL 1 – OFFICIËLE RAPPORTAGE ... 5

01 | LEESWIJZER ... 6

02 | METHODE ... 9

03 | RESPONSANALYSE ... 11

04 | UITKOMSTEN METING... 14

DEEL 2 – VERBETERSCORES ... 27

05 | METHODE VERBETERSCORES ... 28

06 | VERBETERKWADRANTEN ... 30

07 | SAMENVATTING ... 41

BIJLAGE 1 – KWALITEITSDIMENSIES ... 43

BIJLAGE 2 – VRAGENLIJST VV&T (IV) ... 48

BIJLAGE 3 – ANTWOORDEN OP OPEN VRAAG ... 60

BIJLAGE 4 – OVERZICHTSTABEL VERBETERSCORES ... 61

(4)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 INLEIDING

Aanleiding voor de meting

Deze meting is uitgevoerd in navolging van het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg, waarin staat vermeld dat alle verzorg-/verpleeghuizen elke 2 jaar een cliëntervaringsonderzoek met de CQI systematiek dienen uit te voeren.

CQI meting

De afkorting CQI of CQ-index staat voor Consumer Quality Index. Dit is een gestandaardiseerde methodiek om klantervaringen in de zorg te meten, te analyseren en te rapporteren. Meestal wordt aan patiënten en cliënten een schriftelijke vragenlijst voorgelegd, maar afhankelijk van het type meting kan er ook worden gewerkt met online vragenlijsten of met interviews. Op deze manier kan - op een voor de respondent geschikte manier - worden achterhaald wat patiënten en cliënten belangrijk vinden in de zorg én wat hun concrete ervaringen zijn. Bij deze meting is gebruik gemaakt van interviews.

Rapportage

Deze rapportage dient een tweeledig doel. Enerzijds kan de rapportage worden gebruikt voor de externe verantwoording. Immers, er wordt een nauwkeurig en onafhankelijk beeld geschetst van de cliëntervaringen van de instelling. Anderzijds dient het als een opstap richting kwaliteitsverbeterplannen voor de organisatie.

Met behulp van verbeterscores wordt een prioritering aangebracht om zodoende te bepalen welke onderwerpen in het jaarplan opgenomen dienen te worden.

Omdat de meting is uitgevoerd volgens het protocol van Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) kan aan deze rapportage het keurmerk CQI worden verbonden.

Deze rapportage is opgesplitst in een aantal verschillende onderdelen, waarvan deel I het officiële gedeelte vormt. Dit gedeelte van de rapportage bevat een neutrale weergave van de uitkomsten zonder enige vorm van interpretatie, en valt derhalve onder de strikte CQI-richtlijnen. In de overige delen worden interpretaties, aanbevelingen en conclusies vermeld en daarom vallen deze niet onder de CQI-richtlijnen.

Bijzonderheden meting

Deze meting is uitgevoerd in de periode maart en april 2012 en conform planning uitgevoerd. Er zijn geen bijzondere zaken opgetreden.

Aan de uitvoering van deze meting en het schrijven van de rapportage hebben de volgende personen gewerkt:

Projectleider: K.Y.J. Volkers Dataverzameling: H. van Oene

Rapportage: A.R. Telman, B.M. Bakker

(5)

DEEL1–OFFICIËLERAPPORTAGE

(6)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 01 | LEESWIJZER

Vraagtypen

In de gebruikte vragenlijst komen verschillende typen vragen voor namelijk ervaringsvragen, screenervragen en overige vragen. Ervaringsvragen bevragen de ervaringen van cliënten met het desbetreffende onderdeel van de zorgverlening. Een voorbeeld van een ervaringsvraag is: komt de zorginstelling de afspraken over de zorg na?

Een screenervraag stelt vast of een bepaald onderdeel van de zorgverlening van toepassing is op de situatie van de cliënt. Een voorbeeld van een screenervraag is: heeft u een zorgplan met daarin schriftelijke afspraken over uw zorg? Indien de cliënt een screenervraag met ‘nee’ beantwoord, zijn de ervaringsvragen die volgen op een screenervraag niet van toepassing op de situatie van de cliënt en hoeft hij/zij deze vragen niet te beantwoorden.

De ‘overige vragen’ zijn vragen naar persoonskenmerken van de cliënt en zijn/haar zorgvraag (duur, frequentie, etc.).

Staafdiagram

De resultaten van de meting worden weergegeven door middel van honderd procent gestapelde staafdiagrammen. Links van dit staafdiagram staat vermeld op hoeveel respondenten de resultaten zijn gebaseerd (n=...). De gekleurde staven bevatten de scores van de respondenten op de verschillende antwoordmogelijkheden. Onderin het staafdiagram staat een legenda met de betekenis van de gebruikte kleuren. Tevens wordt een tabel met het aantal gegeven antwoorden per antwoordcategorie weergegeven. De antwoordcategorieën ‘niet van toepassing’ en ‘weet ik niet’ zijn niet meegenomen in het staafdiagram, maar wel vermeld in de tabel.

De ervaringsvragen uit de gebruikte vragenlijst kennen verschillende antwoordcategorieën. Voor de meeste vragen zijn dit de categorieën ‘nooit’, ‘soms’, ‘meestal’ en ‘altijd’. In het staafdiagram worden de categorieën

‘nooit’ en ‘soms’ samengevoegd omdat deze categorieën (en met name de categorie ‘nooit’) weinig aangevinkt worden door cliënten. Het kleurgebruik in deze staafdiagrammen is voorgeschreven door Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) en is als volgt: paars (‘nooit/soms’), wit (‘meestal’) en groen (‘altijd’).

Als een vraag negatief geformuleerd is zodat het antwoord ‘altijd’ een negatieve ervaring weergeeft en het antwoord ‘nooit’ voor een positieve ervaring staat, dan worden de categorieën altijd en meestal bij elkaar gevoegd en krijgen deze categorieën de kleur paars. Het antwoord ‘soms’ wordt dan weergegeven met de kleur wit en het antwoord ‘nooit’ met de kleur groen.

(7)

De negatieve ervaringen (kleur paars) staan altijd links in het staafdiagram. Hieronder vindt u een voorbeeld.

Ook zijn er ervaringsvragen met de antwoordmogelijkheden ‘ja’ en ‘nee’. Hierbij is ‘nee’ paars en ‘ja’ groen, waarbij de negatieve score (´nee´) wederom links in het staafdiagram wordt getoond (zie voorbeeld hieronder).

De antwoordcategorieën voor een screenervraag zijn eveneens ‘nee’ en ‘ja’. Echter in het geval van een screenervraag krijgt het antwoord ‘nee’ de kleur lichtblauw en het antwoord ‘ja’ de kleur donkerblauw (zie voorbeeld hieronder).

De weergave van de overige vragen verschilt doordat de antwoordcategorieën per vraag verschillend zijn.

Hieronder ziet u een voorbeeld van een dergelijk staafdiagram.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

14. Wordt incontinentiemateriaal op tijd verschoond? (n=13)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

46. Kunt u zelf bepalen hoe uw kamer of woonruimte is ingericht? (met eigen spullen, enz.) (NB: deze vraag geldt ook bij

gedeelde woonruimte) (n=41)

nee ja

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

10. Heeft u vaak hulp nodig als u naar het toilet moet? (n=329)

nee ja

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

1. Hoe lang woont u in dit huis? (n=99)

minder dan een half jaar 6 maanden tot minder dan 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 5 jaar meer dan 5 jaar

(8)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 Aanknopingspunten voor verbetering

Bovenstaande staafdiagrammen kunnen op verschillende manieren worden bekeken om er verbeterpunten voor de zorg uit te halen. Wanneer de paarse kleur in het staafdiagram overheerst, zijn de antwoorden van de respondenten overwegend negatief geweest; deze vragen kunnen onderwerp van verbetering zijn.

Het kan ook voorkomen dat de meningen van de respondenten sterk uiteenlopen, dit kan ook een punt van aandacht zijn.

Door de mate van tevredenheid te verbinden aan het belang dat de cliënt hecht aan het betreffende onderwerp kan een matrix van verbeterscores worden samengesteld. Hoe hoger de verbeterscore, des te hoger de prioriteit om het desbetreffende onderdeel te verbeteren. Een overzicht van deze scores inclusief een grafische weergave vindt u in een apart gedeelte van deze rapportage.

Opbouw rapportage

In hoofdstuk 2 van deze rapportage wordt de methode van onderzoek beschreven. Vervolgens geeft hoofdstuk 3 een analyse van de respons. Tevens wordt in dit hoofdstuk besproken in hoeverre de benaderde populatie en de responsgroep een representatieve afspiegeling vormen van de totale populatie. De uitkomsten van de meting worden weergegeven in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 en 6 tonen vervolgens, zowel grafisch als in een tabel, de berekende verbeterscores. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 een samenvatting gegeven van de hoofdstukken 4 t/m 6.

(9)

02 | METHODE

Vragenlijst

Voor de cliënttevredenheidsmeting is gebruik gemaakt van de CQI VV&T (IV), vragenlijst voor bewoners van een verpleeg- of verzorgingstehuis, versie 3.2. Deze vragenlijst bestaat uit 66 vragen en is bedoeld voor mondelinge afname (interviews).

De vragenlijst begint met een aantal vragen over de bewoner. Daarna volgen vragen over het lichamelijk welbevinden, de deskundigheid van de zorgverleners, de zorginhoudelijke veiligheid, het zorgplan, de communicatie en informatie, het geestelijk welbevinden, de woon- en leefomstandigheden, de privacy en zelfstandigheid, de veiligheid van wonen en verblijf, de participatie en dagstructurering en de maaltijden.

Tevens wordt aan de cliënt een algeheel oordeel over de zorg gevraagd door de cliënt een rapportcijfer te laten geven voor het verpleeg-/verzorgingshuis en voor de verzorgenden en verpleegkundigen. De vragenlijst eindigt met een open vraag naar verbetermogelijkheden van de zorg. Een exemplaar van de gehanteerde vragenlijst is opgenomen in bijlage 2.

Voorbereiding cliëntenraadpleging

Als voorbereiding op de meting heeft er overleg plaatsgevonden over de voorbereidingen voor de CQI meting.

De gemaakte afspraken alsmede de daadwerkelijke planning zijn opgenomen in het onderzoeksplan dat TRIQS ter goedkeuring aan Leger des Heils - Flevoland heeft verstuurd. Hierin stond onder andere vermeld dat Stichting Perspectief de mondelinge dataverzameling voor haar rekening heeft genomen. Onderstaand een overzicht van de getroffen voorbereidingen:

Leger des Heils - Flevoland

 Opstellen populatiebestand (rekening houdend met exclusiecriteria zoals op pagina 10 beschreven);

 Trekking steekproef en reservebestand m.b.v. steekproeftool;

 Opstellen steekproefbestand en reservebestand;

 Aanleveren steekproefbestand en reservebestand aan TRIQS via www.dynaview.nl;

 Verzenden vooraankondiging naar cliënten uit de steekproef en het reservebestand;

TRIQS  Opstellen vragenlijst inclusief unieke code;

 Drukwerk vragenlijsten;

 Verzenden vragenlijst naar interviewlocaties;

 Steekproefbestand en reservebestand bewerken en doorsturen naar Perspectief (via beveiligd bestand).

Perspectief  Opstellen interviewplanning (in overleg met Leger des Heils - Flevoland);

 Interviewers inplannen.

(10)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 De richtlijnen schrijven voor dat bepaalde cliënten uitgesloten dienen te worden van deelname aan de meting.

Het betreft cliënten die voldoen aan de zogenaamde exclusiecriteria. Deze zijn:

 Cliënten die korter dan 1 maand in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven;

 Cliënten die in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven vanwege revalidatie of reactivering;

 Cliënten die voor een korte duur in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven (bijv. probeerverblijf);

 Cliënten die ernstig ziek zijn (zwaarwegende medische redenen);

 Cliënten die in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven vanwege terminale zorg;

 Cliënten met ernstige psychiatrische problemen;

 Cliënten met dementie;

 Cliënten met een indicatie voor psychogeriatrie;

 Cliënten die in de voorgaande 12 maanden al zijn aangeschreven voor een andere CQI meting;

 Andere zwaarwegende redenen.

Dataverzameling

Op verschillende dagen hebben interviewers van Perspectief cliënten van Leger des Heils - Flevoland geïnterviewd. De interviewers beschikten over een lijst met daarop de namen van cliënten in het steekproefbestand en de namen van cliënten in het reservebestand (mits aanwezig). Telkens wanneer zij een cliënt geïnterviewd hadden, noteerden zijn op de lijst de code van de vragenlijst achter de naam van de cliënt.

In eerste instantie zijn cliënten uit de steekproef benaderd. Indien een interview met een cliënt uit de steekproef niet door kon gaan (bijvoorbeeld omdat hij/zij niet aanwezig was, niet mee wilde werken, etc.), dan werd een cliënt uit het reservebestand benaderd. Ook wanneer een interview voortijdig afgebroken werd en de vragenlijst nog niet voldoende ingevuld was, is er een cliënt uit het reservebestand benaderd. Wanneer er geen reservelijst beschikbaar was of wanneer alle cliënten van de reservelijst benaderd waren, is er geen vervangend interview gehouden.

Voor elke benaderde cliënt is, ten behoeve van de responsanalyse, een vragenlijst ingevuld, ook als deze niet mee wilde werken, ziek was of om een andere reden niet deel kon nemen aan het interview. Na afloop van een interview dag werden alle ingevulde vragenlijsten in een envelop verzameld en teruggestuurd naar TRIQS.

Dataverwerking

De teruggestuurde vragenlijsten zijn, na controle op beschadigingen, gescand en ingevoerd in een database. Er heeft een 100% controle plaatsgevonden van de gescande vragenlijsten. Bij het inscannen is gebruik gemaakt van de unieke code op de vragenlijst. Daarmee is voorkomen dat antwoorden gekoppeld konden worden aan de naam van een respondent en kan de anonimiteit van de respondenten worden gewaarborgd.

Databewerking

Op de data uit deze database is vervolgens (met behulp van SPSS) een aantal statistische bewerkingen uitgevoerd, alvorens deze in de rapportage te kunnen presenteren.

(11)

03 | RESPONSANALYSE

Representativiteit steekproef en reservebestand

Conform de richtlijnen CQI is er een steekproef getrokken uit de totale populatie. Tevens is er, middels een steekproef, een reservebestand opgesteld. Vervolgens is gekeken of de steekproef en het reservebestand een goede afspiegeling zijn van de totale populatie voor wat betreft de man/vrouw verhouding en de gemiddelde leeftijd. Om de representativiteit te toetsen is gebruik gemaakt van de ‘Chi-kwadraat toets’ (voor geslacht) en de ‘t-toets’ (voor leeftijd). Dit zijn statistische toetsen die berekenen of een steekproef qua kenmerken significant afwijkt van de totale populatie. Indien de zogenaamde ‘p-waarde’ kleiner is dan 0.05 wijkt de steekproef significant af van de totale populatie en is de conclusie dat de steekproef niet representatief is. Is de

‘p-waarde’ groter dan 0.05, dan kan geconcludeerd worden dat de steekproef representatief is.

Onderstaande tabellen geven de kenmerken van de totale populatie, van de steekproef en van het reservebestand weer. Onder de tabellen worden de uitkomsten van de Chi-kwadraat toets en de t-toets beschreven.

totale populatie % steekproef % reservebestand %

man 15 18.1% 5 16.7% 3 10%

vrouw 68 81.9% 25 83.3% 27 90%

geslacht onbekend - - -

gemiddelde leeftijd 84.1 jaar 84.0 jaar 82.0 jaar

Het resultaat van de Chi-kwadraat toets is een p-waarde van 0.84 voor de steekproef en 0.25 voor het reservebestand. Daarom kan geconcludeerd worden dat de man/vrouw verhouding in beide bestanden een representatieve afspiegeling is van de totale populatie.

Het resultaat van de t-toets is een p-waarde van 0.89 voor de steekproef en 0.10 voor het reservebestand.

Daarom kan geconcludeerd worden dat de gemiddelde leeftijd in beide bestanden een representatieve afspiegeling is van de totale populatie.

(12)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 Representativiteit respons

Voor de respons is eveneens berekend of dit een goede afspiegeling is van de totale populatie voor wat betreft de man/vrouw verhouding en de gemiddelde leeftijd. Wederom zijn de Chi-kwadraat toets en de t-toets gebruikt.

totale populatie % respons %

man 15 18.1% 1 4%

vrouw 68 81.9% 24 96%

geslacht onbekend - - -

gemiddelde leeftijd 84.1 jaar 83.0 jaar

Het resultaat van de Chi-kwadraat toets is een p-waarde van 0.07. Daarom kan geconcludeerd worden dat de man/vrouw verhouding in de respons een representatieve afspiegeling is van de totale populatie.

Het resultaat van de t-toets is een p-waarde van 0,50. Daarom kan geconcludeerd worden dat de gemiddelde leeftijd een representatieve afspiegeling is van de totale populatie.

(13)

Responsanalyse

Hieronder volgt een analyse van de respons. Daarbij zijn een aantal, door het CKZ voorgeschreven, stappen gevolgd. Allereerst is bepaald hoeveel van de benaderde cliënten onterecht benaderd zijn omdat zijn niet voldoen aan de exclusiecriteria. Indien deze cliënten toch een vragenlijst hebben ingevuld, zijn zij verwijderd uit de database. Vervolgens is bepaald hoe groot de non-respons is. Onder non-respons wordt verstaan cliënten die niets van zich hebben laten horen/niet aanwezig waren en cliënten die niet mee wilden doen. Tot slot is gekeken of de vragenlijsten in de database voldoende en op een juiste manier zijn ingevuld. Vragenlijsten die die niet waren zijn verwijderd uit het databestand.

Onderstaande tabel geeft de beschreven stappen overzichtelijk weer.

(1) aantal cliënten benaderd 29

(2) cliënten die ten onrechte zijn benaderd voor een interview omdat:

de cliënt is overleden 0

reden verblijf is vanwege een terminale fase van een ziekte of aandoening 0

reden verblijf is vanwege herstel of revalidatie 0

reden verblijf is niet ingevuld 0

cliënt is jonger dan 18 jaar of de ingevulde leeftijd is onwaarschijnlijk 0

(3) aantal cliënten terecht benaderd voor een interview (3=1-2) 29

(4) non-respons

aantal lege vragenlijsten (minder dan 5 vragen ingevuld) 4

aantal cliënten dat niet mee wilde doen 0

aantal cliënten dat niet aanwezig was 0

(5) bruto respons (5=3-4) 25

(6) aantal vragenlijsten verwijderd omdat ze onvoldoende of niet juist zijn ingevuld:

casemix adjuster niet ingevuld 0

minder dan 50% van de sleutelvragen is ingevuld 0

(7) netto respons (7=5-6) 25

(8) bruto responspercentage (8=5/3) 86,21%

(8) netto responspercentage (9=7/3) 86,21%

(14)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 04 | UITKOMSTEN METING

1 INLEIDING

In dit hoofdstuk worden, per thema uit de vragenlijst, de resultaten van de meting gepresenteerd. De resultaten zullen op vraagniveau worden behandeld en waar mogelijk in 1 grafiek getoond (afhankelijk van het aantal antwoordcategorieën van een vraag).

In de gehanteerde vragenlijst zijn de volgende thema’s te onderscheiden:

 Over uzelf (vraag 1 t/m 6)

 Lichamelijk welbevinden (vraag 7 t/m 14)

 Deskundigheid zorgverleners (vraag 15 en 16)

 Zorginhoudelijke veiligheid (vraag 17 t/m 20)

 Zorgplan (vraag 21 t/m 24)

 Communicatie en informatie (vraag 25 t/m 36)

 Geestelijk welbevinden (vraag 37 t/m 40)

 Woon- en leefomstandigheden (vraag 41 t/m 46)

 Privacy en zelfstandigheid (vraag 47 t/m 52)

 Veiligheid wonen en verblijf (vraag 53 t/m 55)

 Participatie en dagstructurering (vraag 56 t/m 61)

 Maaltijden (vraag 62 t/m 64)

 Rapportcijfer (vraag 65 en 66)

2 OVER UZELF

v01 %

minder dan een half jaar 1 4%

6 maanden tot minder dan 1 jaar 2 8%

1 tot 2 jaar 6 24%

2 tot 5 jaar 9 36%

meer dan 5 jaar 7 28%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

1. Hoe lang woont u in dit huis? (n=25)

minder dan een half jaar 6 maanden tot minder dan 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 5 jaar meer dan 5 jaar

(15)

v02 %

omdat u niet meer zelfstandig kunt wonen 10 37%

vanwege lichamelijke beperkingen of handicap(s) 11 40,7%

vanwege chronische ziekte(n) 1 3,7%

na een ziekenhuisopname of operatie 2 7,4%

na een ongeval 0 0%

voor herstel of revalidatie 0 0%

vanwege zintuiglijke handicap(s) 0 0%

vanwege verstandelijke beperkingen of handicap(s) 1 3,7%

vanwege psychosociale problemen 0 0%

vanwege een terminale fase van een ziekte of aandoening 0 0%

wegens opname van partner in het verpleeg- of verzorgingshuis 0 0%

anders 2 7,4%

man % vrouw %

v03 1 4% 24 96%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

2. Waarom woont u in dit huis? (meerdere antwoorden mogelijk) (n=27)

omdat u niet meer zelfstandig kunt wonen vanwege lichamelijke beperkingen of handicap(s)

vanwege chronische ziekte(n) na een ziekenhuisopname of operatie

na een ongeval voor herstel of revalidatie

vanwege zintuiglijke handicap(s) vanwege verstandelijke beperkingen of handicap(s) vanwege psychosociale problemen vanwege een terminale fase van een ziekte of aandoening wegens opname van partner in het verpleeg- of verzorgingshuis anders

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

3. Geslacht (n=25)

man vrouw

(16)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 v05 %

geen opleiding 0 0%

lager onderwijs 9 36%

lager of voorbereidend beroepsonderwijs 6 24%

middelbaar algemeen voortgezet onderwijs 6 24%

middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs 1 4%

hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs 2 8%

hoger beroepsonderwijs 1 4%

wetenschappelijk onderwijs 0 0%

anders, namelijk… 0 0%

v06 %

slecht 2 8%

matig 10 40%

goed 12 48%

zeer goed 0 0%

uitstekend 1 4%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

5. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? (afgerond met een diploma of voldoende getuigschrift) (n=25)

geen opleiding lager onderwijs

lager of voorbereidend beroepsonderwijs middelbaar algemeen voortgezet onderwijs

middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

hoger beroepsonderwijs wetenschappelijk onderwijs

anders, namelijk…

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

6. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen?

(n=25)

slecht matig goed zeer goed uitstekend

(17)

3 LICHAMELIJK WELBEVINDEN

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./niet

nodig

v07 3 16,7% 1 5,6% 4 22,2% 10 55,6% 7

v08 1 5,9% 1 5,9% 2 11,8% 13 76,5% 7

v09 3 23,1% 0 0% 1 7,7% 9 69,2% 11

nee % ja %

v10 20 80% 5 20%

nooit % soms % meestal % altijd %

v11 0 0% 1 20% 3 60% 1 20%

v12 0 0% 0 0% 1 50% 1 50%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

9. Kunt u opstaan en naar bed gaan wanneer u dat wilt? (n=13) 8. Gebeurt uw verzorging op een manier zoals u dat wilt? (n=17) 7. Gebeurt uw verzorging wanneer u dat wilt? (n=18)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

10. Heeft u vaak hulp nodig als u naar het toilet moet? (n=25)

nee ja

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

12. Heeft u voldoende privacy als u naar het toilet gaat? (n=2) 11. Wordt u op tijd geholpen als u naar het toilet moet? (n=5)

nooit/soms meestal altijd

(18)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012

nee % ja %

v13 17 70,8% 7 29,2%

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./niet nodig

v14 0 0% 0 0% 2 40% 3 60% 2

4 DESKUNDIGHEID ZORGVERLENERS

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./weet niet

v15 0 0% 1 4,5% 10 45,5% 11 50% 1

v16 5 20,8% 11 45,8% 8 33,3% 0 0% 0

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

13. Gebruikt u dagelijks incontinentiemateriaal? (n=24)

nee ja

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

14. Wordt incontinentiemateriaal op tijd verschoond? (n=5)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

16. Is er genoeg personeel in huis? (n=24) 15. Werken de verzorgverleners vakkundig? (n=22)

nooit/soms meestal altijd

(19)

5 ZORGINHOUDELIJKE VEILIGHEID

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./weet niet

v17 1 4,3% 1 4,3% 10 43,5% 11 47,8% 2

v18 0 0% 1 4,5% 9 40,9% 12 54,5% 2

v19 0 0% 0 0% 6 28,6% 15 71,4% 3

v20 3 14,3% 5 23,8% 0 0% 13 61,9% 3

6 ZORGPLAN

v21 %

nee, alleen mondelinge afspraken 0 0%

nee, geen afspraken 0 0%

ja 17 100%

weet niet 7

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

20. Krijgt u genoeg informatie over nieuwe medicijnen? (over de naam, werking en eventuele bijwerkingen) (n=21) 19. Nemen de zorgverleners uw gezondheidsklachten serieus?

(n=21)

18. Houden de verzorgenden en verpleegkundigen rekening met wat u zelf wel en niet kunt? (n=22)

17. Zijn uw zorgverleners goed op de hoogte van de ziekte(n) of gezondheidsproblemen? (n=23)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

21. Heeft u een zorgplan/behandelplan van de zorginstelling met daarin schriftelijke afspraken over de zorg die u krijgt? (over welke zorg en activiteiten, hoe vaak, op welke dag/tijden, enz.)

(n=17)

nee, alleen mondelinge afspraken nee, geen afspraken ja

(20)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./niet nodig

v22 0 0% 1 7,1% 3 21,4% 10 71,4% -

v23 1 5,3% 4 21,1% 5 26,3% 9 47,4% 3

v24 3 17,6% 1 5,9% 7 41,2% 6 35,3% 4

7 COMMUNICATIE EN INFORMATIE

nee % ja % weet niet

v25 3 12,5% 21 87,5% 0

v26 7 36,8% 12 63,2% 4

v27 9 47,4% 10 52,6% 3

v28 0 0% 15 100% 9

v29 6 25% 18 75% -

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

24. Kunt u meebeslissen over wanneer u zorg of hulp krijgt?

(n=17)

23. Kunt u meebeslissen over wat voor zorg of hulp u krijgt?

(n=19)

22. Komt het verpleeg-/verzorgingshuis zorginstelling de afspraken over uw verzorging en behandeling goed na? (n=14)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

29. Weet u bij wie u met uw vragen of problemen terecht kunt in het verpleeg-/verzorgingshuis? (n=24)

28. Is er een cliëntenraad? (n=15) 27. Heeft de zorginstelling u genoeg informatie gegeven over haar beleid bij beslissingen over de zorg rond het levenseinde?

(reanimatiebeleid, beleid rond euthanasie) (n=19) 26. Geeft de zorginstelling u genoeg informatie over uw rechten?

(bijv. dat u mag meebeslissen over de zorg en behandelingen, en dat u kunt klagen) (n=19)

25. Geeft het huis u genoeg informatie over wat zij voor u kan doen? (over de mogelijkheden van het wonen, de zorg, de

activiteiten, enz.) (n=24)

nee ja

(21)

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./wee t niet

n.v.t./niet nodig

v30 1 6,7% 2 13,3% 5 33,3% 7 46,7% 8 -

v31 1 6,3% 5 31,3% 3 18,8% 7 43,8% 6 -

v32 0 0% 1 4,2% 4 16,7% 19 79,2% - -

v33 3 12,5% 11 45,8% 7 29,2% 3 12,5% - -

v34 0 0% 1 5,6% 5 27,8% 12 66,7% - 6

v35 0 0% 6 25% 7 29,2% 11 45,8% - -

v36 0 0% 3 12,5% 11 45,8% 10 41,7% - -

8 GEESTELIJK WELBEVINDEN

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./niet nodig

v37 4 16,7% 7 29,2% 4 16,7% 9 37,5% 0

v40 0 0% 3 42,9% 0 0% 4 57,1% 17

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

36. Geven de zorgverleners goed antwoord op uw vragen? (n=24) 35. Luisteren zorgverleners aandachtig naar u? (n=24) 34. Zijn de zorgverleners bereid met u te praten als iets niet goed

is gegaan? (n=18)

33. Hebben de zorgverleners genoeg tijd voor u? (n=24) 32. Zijn de zorgverleners beleefd tegen u? (n=24) 31. Vindt u dat de leiding goed reageert op uw vragen of

suggesties? (n=16)

30. Staat het verpleeg-/verzorgingshuis open voor uw wensen?

(n=15)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

40. Kunt u bij een geestelijk verzorger in het huis terecht?

(bijvoorbeeld een dominee/pastor, humanistisch raadsman/- vrouw of maatschappelijk werker) (n=7)

37. Hebben de verzorgenden en verpleegkundigen voldoende aandacht voor hoe het met u gaat? (n=24)

nooit/soms meestal altijd

(22)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012

altijd % meestal % soms % nooit % n.v.t./niet nodig

v38 1 4,3% 1 4,3% 7 30,4% 14 60,9% 0

v39 4 17,39% 1 4,3% 6 26,1% 12 52,2% 0

9 WOON- EN LEEFOMSTANDIGHEDEN

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./weet niet

v41 0 0% 2 8,7% 2 8,7% 19 82,6% 0

v42 2 8,7% 6 26,1% 3 13% 12 52,2% 0

v43 0 0% 3 13% 4 17,4% 16 69,6% -

v44 0 0% 2 10% 8 40% 10 50% 4

v45 2 8,3% 3 12,5% 8 33,3% 11 45,8% -

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

39. Voelt u zich eenzaam? (n=23) 38. Bent u wel eens ongerust? (n=23)

altijd/meestal soms nooit

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

45. Voelt u zich hier thuis? (n=24) 44. Gaan de bewoners prettig met elkaar om? (n=20) 43. Zijn de algemene ruimten zoals huiskamer, gang en hal, prettig om in te verblijven? (comfortabel, schoon, prettige geur)

(n=23)

42. Wordt uw woonruimte goed schoongehouden? (uw woon- /slaapkamer, toilet en douche/badkamer) (n=23) 41. Is de temperatuur in uw woonruimte aangenaam? (n=23)

nooit/soms meestal altijd

(23)

nee % ja %

v46 0 0% 22 100%

10 PRIVACY EN ZELFSTANDIGHEID

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t.

v47 0 0% 0 0% 0 0% 13 100% 10

v48 0 0% 0 0% 0 0% 20 100% 4

v49 0 0% 0 0% 2 10% 18 90% 2

v50 1 4,2% 1 4,2% 2 8,3% 20 83,3% -

v51 0 0% 2 9,5% 2 9,5% 17 81% 3

v52 0 0% 1 4,8% 1 4,8% 19 90,5% 3

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

46. Kunt u zelf bepalen hoe uw kamer of woonruimte is ingericht? (met eigen spullen, enz.) (NB: deze vraag geldt ook bij

gedeelde woonruimte) (n=22)

nee ja

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

52. Kunt u komen waar u wilt buitenshuis? (n=21) 51. Kunt u komen waar u wilt in het verpleeg-/verzorgingshuis?

(n=21)

50. Kunt u zelf bepalen hoe uw dag eruit ziet? (n=24) 49. Laten de verzorgenden en medewerkers u met rust als u dat

wilt? (n=20)

48. Kunt u alleen zijn als u dat wilt? (n=20) 47. Kunt u zich met bezoek op een rustige plek terug trekken?

(n=13)

nooit/soms meestal altijd

(24)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 11 VEILIGHEID WONEN EN VERBLIJF

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t.

v53 0 0% 2 8,3% 2 8,3% 20 83,3% 0

v54 5 22,7% 4 18,2% 8 36,4% 5 22,7% 2

nee % ja %

v55 21 87,5% 3 12,5%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

54. Reageert een medewerker binnen vijf minuten als u belt?

(n=22)

53. Voelt u zich veilig in huis? (n=24)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

55. Is u uitgelegd wat u bij brand moet doen? (n=24)

nee ja

(25)

12 PARTICIPATIE EN DAGSTRUCTURERING

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t./niet nodig

v56 0 0% 3 15% 5 25% 12 60% 4

v57 0 0% 0 0% 3 14,3% 18 85,7% 3

v58 0 0% 6 28,6% 4 19% 11 52,4% 3

v59 0 0% 7 36,8% 6 31,6% 6 31,6% 5

v60 0 0% 2 9,5% 6 28,6% 13 61,9% 3

v61 1 6,3% 3 18,8% 3 18,8% 9 56,3% 7

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

61. Is er hulp van verzorgenden, vrijwilligers of naasten als u ergens naar toe wilt? (naar buiten, bezoek aan anderen,

uitstapjes, activiteiten, enz.) (n=16)

60. Heeft u genoeg mogelijkheden voor contact met anderen (medebewoners, buurtgenoten, enz.)? (n=21) 59. Vindt u de activiteiten die georganiseerd worden leuk? (n=19)

58. Organiseert het huis genoeg activiteiten? (n=21) 57. Wordt u goed op de hoogte gehouden van de activiteiten in

huis? (n=21)

56. Heeft u genoeg mogelijkheden voor activiteiten en dagelijkse bezigheden? (n=20)

nooit/soms meestal altijd

(26)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 13 MAALTIJDEN

nooit % soms % meestal % altijd % n.v.t.

v62 4 16,7% 6 25% 12 50% 2 8,3% 0

v63 17 73,9% 0 0% 1 4,3% 5 21,7% 1

v64 0 0% 0 0% 7 53,8% 6 46,2% 11

14 RAPPORTCIJFER

v65 % v66 %

0 0 0% 0 0%

1 0 0% 0 0%

2 0 0% 0 0%

3 0 0% 0 0%

4 0 0% 0 0%

5 0 0% 0 0%

6 3 13% 1 4,3%

7 8 34,8% 7 30,4%

8 9 39,1% 9 39,1%

9 3 13% 5 21,7%

10 0 0% 1 4,3%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

64. Is de sfeer tijdens het eten goed? (n=13) 63. Kunt u kiezen wanneer u de warme maaltijd eet (s middags

of s avonds)? (n=23)

62. Zijn de maaltijden lekker? (n=24)

nooit/soms meestal altijd

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

66. Welk cijfer geeft u de verzorgenden en verpleegkundigen. Een 0 betekent: heel erg slecht. Een 10 betekent: uitstekend. (n=23)

65. Welk cijfer geeft u het verpleeg-/verzorgingshuis. Een 0 betekent: heel erg slecht. Een 10 betekent: uitstekend. (n=23)

cijfers 0 t/m 5 cijfers 6 t/m 8 cijfers 9 en 10

(27)

DEEL 2 – VERBETERSCORES

In deel 2 van deze rapportage worden de verbeterscores ten behoeve van interne kwaliteitsverbetering gepresenteerd. Dit gedeelte van de rapportage valt niet onder de door CKZ gestelde CQI-richtlijnen.

(28)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 05 | METHODE VERBETERSCORES

Om inzichtelijk te maken welke aspecten van de zorgverlening verbeterd kunnen worden, zijn verbeterscores berekend. Deze verbeterscores zijn berekend op basis van de antwoorden op de vragen uit de vragenlijst en de zogenaamde belangscores.

Tijdens de ontwikkeling van het sectorspecifieke CQI meetinstrument is er tevens een belangenvragenlijst ontwikkeld. Deze belangenvragenlijst meet hoe belangrijk de respondent een bepaalde vraag uit de vragenlijst vindt. Bijvoorbeeld:

 Vraag uit de CQI vragenlijst: Staat de zorginstelling open voor uw wensen?

 Vraag uit de belangenvragenlijst CQI: Vindt u het belangrijk dat de zorginstelling open staat voor uw wensen?

De antwoordmogelijkheden voor de belangenvragenlijst zijn: ‘niet belangrijk’, ‘eigenlijk wel belangrijk’,

‘belangrijk’, ‘heel erg belangrijk’. Door aan elk van deze antwoorden een score te koppelen (1=niet belangrijk, 2=eigenlijk wel belangrijk, 3=belangrijk, 4=heel erg belangrijk) kan een belangscore worden berekend. Deze belangscore is dan het gemiddelde van de antwoorden van alle cliënten samen, en ligt dus tussen de 1 en 4.

Hoe hoger de belangscore, hoe belangrijker de vraag is voor de cliënten. Anders gezegd: hoe hoger de belangscore, hoe belangrijker het betreffende aspect van de zorgverlening is.

Om tot de verbeterscore te komen wordt de belangscore vermenigvuldigd met het percentage negatieve antwoorden dat gegeven is op de corresponderende vraag uit de CQI vragenlijst (ter illustratie: de paarse staaf in het staafdiagram).

(29)

Als de belangscore afgezet wordt tegen het percentage negatieve ervaringen ontstaat de volgende figuur waarin 4 verschillende kwadranten te onderscheiden zijn.

De vier kwadranten van een verbeterkwadrant hebben elk een eigen betekenis. Deze is als volgt:

 Hoewel het belang van de vragen in dit kwadrant hoog is, is er weinig tot geen verbetering nodig omdat relatief weinig cliënten een negatief antwoord hebben gegeven. Het zijn de pluspunten van de zorginstelling en het advies is om deze op peil te houden.

 Dit zijn de verbeterpunten met een hoge prioriteit. Er valt veel winst te behalen door met de vragen in dit kwadrant aan de slag te gaan. Ze kennen een hoog belang en relatief veel cliënten hebben een negatieve ervaring.

 Vanwege een laag belang van deze vragen en een laag percentage negatieve antwoorden is weinig verbetering nodig.

 Een laag belang en relatief veel negatieve antwoorden; Verbetering is mogelijk maar de prioriteit van deze verbeterpunten is laag.

De indeling van de kwadranten is gemaakt aan de hand van de gemiddelde belangscore en de gemiddelde score van de negatieve ervaringen. Dit gemiddelde is berekend door alle scores bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door het aantal vragen in de belangenvragenlijst. De uitkomst hiervan bepaalt waar de assen in het diagram worden geplaatst. De gemiddelde belangscore is 3.08 (verticale as) en het gemiddelde van de negatieve ervaringen is 20,1% wat te zien is aan de horizontale as in de navolgende diagrammen.

(30)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 06 | VERBETERKWADRANTEN

Hieronder wordt per thema uit de vragenlijst een verbeterkwadrant getoond.

1 LICHAMELIJK WELBEVINDEN

vraag Belangscore % negatieve ervaringen verbeterscore

7. Gebeurt uw verzorging wanneer u dat wilt? 2,84 22,2% 0,63

8. Gebeurt uw verzorging op een manier zoals u dat wilt? 2,84 11,8% 0,33

9. Kunt u opstaan en naar bed gaan wanneer u dat wilt? 3,19 23,1% 0,74

11. Wordt u op tijd geholpen als u naar het toilet moet? 3,23 20,0% 0,65

12. Heeft u voldoende privacy als u naar het toilet gaat? 3,05 0,0% 0,00

14. Wordt incontinentiemateriaal op tijd verschoond? 3,16 0,0% 0,00

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

v07 v08 v09 v11 v12 v14

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

(31)

2 DESKUNDIGHEID

vraag Belangscore % negatieve ervaringen verbeterscore

15. Werken de verzorgverleners vakkundig? 3,4 4,5% 0,15

16. Is er genoeg personeel in huis? 3,6 66,7% 2,40

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100% v15

v16

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

(32)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 3 ZORGINHOUDELIJKE VEILIGHEID

vraag Belangscore % negatieve

ervaringen

verbeterscore

17. Zijn uw zorgverleners goed op de hoogte van de ziekte(n) of gezondheidsproblemen?

3,31 8,7% 0,29

18. Houden de verzorgenden en verpleegkundigen rekening met wat u zelf wel en niet kunt?

3,28 4,5% 0,15

19. Nemen de zorgverleners uw gezondheidsklachten serieus? 3,39 0,0% 0,00

20. Krijgt u genoeg informatie over nieuwe medicijnen? (over de naam, werking en eventuele bijwerkingen)

3,02 38,1% 1,15

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

v17 v18 v19 v20

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

(33)

4 ZORGPLAN

vraag Belangscore % negatieve

ervaringen

verbeterscore

21. Heeft u een zorgplan/behandelplan van de zorginstelling met daarin schriftelijke afspraken over de zorg die u krijgt? (over welke zorg en activiteiten, hoe vaak, op welke dag/tijden, enz.)

2,46 0,0% 0,00

22. Komt het verpleeg-/verzorgingshuis zorginstelling de afspraken over uw verzorging en behandeling goed na?

3,33 7,1% 0,24

23. Kunt u meebeslissen over wat voor zorg of hulp u krijgt? 2,76 26,3% 0,73

24. Kunt u meebeslissen over wanneer u zorg of hulp krijgt? 2,6 23,5% 0,61

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

v21 v22 v23 v24

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

(34)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 5 COMMUNICATIE EN INFORMATIE

vraag Belangscore % negatieve

ervaringen

verbeterscore

25. Geeft het huis u genoeg informatie over wat zij voor u kan doen? (over de mogelijkheden van het wonen, de zorg, de activiteiten, enz.)

3,04 12,5% 0,38

26. Geeft de zorginstelling u genoeg informatie over uw rechten? (bijv. dat u mag meebeslissen over de zorg en behandelingen, en dat u kunt klagen)

2,89 36,8% 1,06

27. Heeft de zorginstelling u genoeg informatie gegeven over haar beleid bij beslissingen over de zorg rond het levenseinde? (reanimatiebeleid, beleid rond euthanasie)

2,67 47,4% 1,26

29. Weet u bij wie u met uw vragen of problemen terecht kunt in het verpleeg-/verzorgingshuis?

3,04 25,0% 0,76

30. Staat het verpleeg-/verzorgingshuis open voor uw wensen? 3,17 20,0% 0,63

31. Vindt u dat de leiding goed reageert op uw vragen of suggesties? 3,06 37,5% 1,15

32. Zijn de zorgverleners beleefd tegen u? 3,4 4,2% 0,14

33. Hebben de zorgverleners genoeg tijd voor u? 3,25 58,3% 1,90

34. Zijn de zorgverleners bereid met u te praten als iets niet goed is gegaan?

3,27 5,6% 0,18

35. Luisteren zorgverleners aandachtig naar u? 3,3 25,0% 0,83

36. Geven de zorgverleners goed antwoord op uw vragen? 3,23 12,5% 0,40

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

v25 v26 v27 v29 v30 v31 v32 v33 v34 v35 v36

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

(35)

6 GEESTELIJK WELBEVINDEN

vraag Belangscore % negatieve

ervaringen

verbeterscore

37. Hebben de verzorgenden en verpleegkundigen voldoende aandacht voor hoe het met u gaat?

3,22 45,8% 1,48

38. Bent u wel eens ongerust? 3,05 8,7% 0,27

39. Voelt u zich eenzaam? 3,17 21,7% 0,69

40. Kunt u bij een geestelijk verzorger in het huis terecht? (bijvoorbeeld een dominee/pastor, humanistisch raadsman/-vrouw of

maatschappelijk werker)

2,72 42,9% 1,17

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

v37 v38 v39 v40

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

(36)

Leger des Heils - Flevoland | CQI VV&T somatiek 2012 7 WOON- EN LEEFOMSTANDIGHEDEN

vraag Belangscore % negatieve

ervaringen

verbeterscore

41. Is de temperatuur in uw woonruimte aangenaam? 3,15 8,7% 0,27

42. Wordt uw woonruimte goed schoongehouden? (uw woon- /slaapkamer, toilet en douche/badkamer)

3,36 34,8% 1,17

43. Zijn de algemene ruimten zoals huiskamer, gang en hal, prettig om in te verblijven? (comfortabel, schoon, prettige geur)

3 13,0% 0,39

44. Gaan de bewoners prettig met elkaar om? 3,23 10,0% 0,32

45. Voelt u zich hier thuis? 3,35 20,8% 0,70

46. Kunt u zelf bepalen hoe uw kamer of woonruimte is ingericht? (met eigen spullen, enz.) (NB: deze vraag geldt ook bij gedeelde woonruimte)

3,1 0,0% 0,00

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

v41 v42 v43 v44 v45 v46

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

(37)

8 PRIVACY EN ZELFSTANDIGHEID

vraag Belangscore % negatieve

ervaringen

verbeterscore

47. Kunt u zich met bezoek op een rustige plek terug trekken? 3,11 0,0% 0,00

48. Kunt u alleen zijn als u dat wilt? 3,08 0,0% 0,00

50. Kunt u zelf bepalen hoe uw dag eruit ziet? 3,12 8,3% 0,26

51. Kunt u komen waar u wilt in het verpleeg-/verzorgingshuis? 2,71 9,5% 0,26

52. Kunt u komen waar u wilt buitenshuis? 2,95 4,8% 0,14

1 1,5 2 2,5 3 3,5 4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

v47 v48 v50 v51 v52

hoog belang

h oo g % n e ga ti e ve e rva rin ge n

la ag % n e ga ti e ve e rva ri n ge n

laag belang

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jouw handelen en spreken, bepalen het beeld dat mensen hebben van het Leger des Heils en waar het voor staat?.

Een aantal weken voor de start van de meting heeft er overleg plaats gevonden met Leger des Heils - Domus Wehl over de organisatie en uitvoering van de CQI meting?. Tevens is

De vragen 3 (Is het een probleem voor u om in het weekend overdag een begeleider te spreken te krijgen?), 20 (Kunt u kiezen waar uw begeleidings-gesprekken plaatsvinden

Rapportage CQI-meting Opvang (niet-ambulant) Kessler Stichting -

Het hanteren van het concept Sales & Operations planning (S&OP) heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Begin 2021 zijn de automatiseringssystemen AFAS, Chase2

• Onbestemde nalatenschappen en periodieke schenkingen worden, onder aftrek van de door de afdeling nalatenschappen en schenkingen gemaakte kosten, afgedragen aan Stichting Leger des

Op deze manier kan - op een voor de respondent geschikte manier - worden achterhaald wat patiënten en cliënten belangrijk vinden in de zorg én wat hun concrete

JO9-2 , het team van Lowies en Viktor speelde vandaag haar laatste wedstrijd tegen Reusel Sport.. En dat deed het team met