• No results found

Vlaanderen heeft nood aan eigen exitstrategie en herstelbeleid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vlaanderen heeft nood aan eigen exitstrategie en herstelbeleid"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,50

76ste jaargang • nummer 16 • donderdag 23 april 2020 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Ik ben er mij van bewust dat su- perlatieven misschien iets te snel gebruikt worden in politieke com- mentaarstukken. Met regeringen die ooit mensen als Alain Van der Biest, Michel Daerden, Gisèle Man- daila Malamba, Julie Fernandez Fernandez en André Flahaut bevat hebben, heeft België toch al wat meegemaakt op gebied van on- waarschijnlijke onbekwaamheid.

Nu lijken we niettemin af te steven op een nieuw record.

Konijn in de koplampen

Misschien is het gewoon de cri- sis zelf die de gebreken, die anders bedekt blijven onder de mantel van politieke routine, zo ongenadig

blootlegt. Bijzondere tijden vragen om visie, daadkracht, moed en cha- rismatisch leiderschap. En laat dat nu net de kwaliteiten zijn die mo- menteel helemaal onzichtbaar zijn.

De Belgische regering blijft een konijn in de koplampen. De beslui- teloosheid vertaalt zich in de op- richting van een hele reeks “task- forces”, “evaluatiecellen” en exper- tenwerkgroepen, alsof daaruit op magische wijze wel een beleid zal opborrelen. In de praktijk doen de praatgroepen de wielen nog dieper in de modder wegzinken.

Ik ga geen overzicht maken van het geklungel en gestuntel dat het regeringsbeleid heeft gekenmerkt

We beleven de grootste crisis van de jongste decennia. En België moet die confrontatie doorstaan met de slechtste regering van de jongste decennia. De zwakte van die rege- ring heeft niet alleen te maken met de persoonlijke onbekwaamheid van figuren als Wilmès en De Block, maar is vooral een rechtstreeks gevolg van een Belgisch systeem dat niet meer werkt.

sinds het begin van de crisis. Al- leen al de recentste Nationale Vei- ligheidsraad was illustratief genoeg voor het probleem. Voor een land dat smacht naar een vooruitzicht, naar een idee hoe het verder moet, had de regering-Wilmès niets te bieden, geen enkel beeld van een exitstrategie.

De enige losse ideetjes die zich vertaalden in concrete maatrege- len, bleken slecht overwogen. De tuincentra en doe-het-zelfzaken, die zaterdag - sowieso de drukste dag - de deuren mochten openen, kregen de richtlijnen pas de dag voordien.

Er was ook geen behoorlijke om- schrijving van welke handelszaken mochten openen. En tenslotte blijft het volstrekt onduidelijk waarom heel wat andere winkels niet mogen openen.

De andere maatregel - de toela- ting om rusthuisbewoners door één aangewezen persoon te laten be- zoeken - was inhoudelijk een slecht idee: het disproportioneel groot aantal slachtoffers in de rusthuizen zou de regering toch al duidelijk mogen gemaakt hebben dat je daar niet de eerste experimenten tot ver- soepeling moet gaan uitproberen.

De slechte communicatie tussen het federale en Vlaamse niveau zorgde er bovendien voor dat de rusthuizen zelf niet geraadpleegd waren.

De traagheid en verwarring die het gevolg zijn van het federale sys- teem zijn al een nadeel in normale tijden. Ze zijn een ramp in een echte crisis.

Het verlammende Belgische probleem

Het toevoegen van de minis- ter-presidenten van de deelrege- ringen aan de Nationale Veilig- heidsraad blijkt een lapmiddeltje dat het fundamentele probleem niet

Vlaanderen heeft nood aan eigen exitstrategie

en herstelbeleid Lees het interview met Sam van Rooy (VB) op blz. 4-5

“Democratische rechts- staat kan islamisering niet volledig oplossen”

Sam van Rooy (Vlaams Belang) is een veel gedeeld Twitteraar, de kroonprins van Filip Dewinter en een bekend islamcriticus. Maar bovenal is hij een politicus wiens politieke carrière het voorbije anderhalf jaar in een stroomversnelling raakte.

SCEPTR-redacteur Tom Lal- lemand sprak met hem, in

wat een boeiend gesprek werd over Bart Somers, islamisering en de onvermijdelijke Vlaamse onafhankelijkheid.

kan compenseren: de aanpak van de crisis vereist controle over be- voegdheden die verdeeld zitten over verschillende niveaus. Er zitten meerdere chauffeurs aan het stuur.

We mogen ook niet vergeten hoe het komt dat we op een beslissend moment van onze geschiedenis opgezadeld zitten met een zwak- ke regering zonder democratisch draagvlak. Ook die situatie is het gevolg van het Belgische probleem.

Communautaire tegenstellingen over het pact van Marrakesh lieten de regering vallen. In een normaal land zouden er dan verkiezingen gekomen zijn, maar de logica van het federale België wil samenval- lende verkiezingen met het regi- onale niveau, zodat een verzwakt minderheidskabinet zich naar de eindstreep moest slepen.

Toen Michel naar Europa ver- trok, leek het zelfs niet zo erg om de zwalpende club nog heel even te laten leiden door een veredelde schepen. Dat die zelfs niet de taal- kennis heeft om haar beleid over te brengen bij de meerderheid van het land, was geen bezwaar. Het was de eerste vrouwelijke premier, dat was toch mooi meegenomen. En het was maar tot aan de verkiezingen, dacht men.

Die verkiezingen werden echter opnieuw een demonstratie van de Belgische onenigheid. Het gevolg was dat er geen volwaardige rege- ring kon gevormd worden. Die op- eenstapeling van defecten in het Belgische systeem hebben ervoor gezorgd dat we nu in een storm zit- ten op een lekkend schip, bestuurd door de kapitein van de Costa Con- cordia.

Omdat het kan, omdat het moet

Deze week publiceerden 10 ex- perten (niet te verwarren met de expertengroep van de regering), vooral uit de economische en me- dische wereld, een blauwdruk voor een “exit uit de coronacrisis”. Je hoeft het niet eens te zijn met elk detail om te zien dat er een visie,

een strategie achter zit: maximali- sering van de economische activi- teiten gecombineerd met een mini- malisering van gezondheidsrisico’s.

Alle experten zijn Vlamingen. Dat is ook geen toeval: spontane samen- werking overschrijdt in dit gesple- ten land zelden nog de taalgrens.

Het initiatief zou de Vlaamse re- gering mogen inspireren. Waarop wacht Vlaanderen eigenlijk om een eigen exitstrategie te ontwer- pen? De eigen bevoegdheden laten toe om bijvoorbeeld op terreinen als onderwijs, gezondheidszorg, tewerkstelling en economie een koers te bepalen die de Belgische lethargie negeert. Waar nodig, moet men zelfs al eens buiten de be- voegdheidslijntjes durven kleuren.

Er zijn nu al ongewone tekenen van Vlaamse opstandigheid. Beke schoot het bezoekrechtideetje van de regering-Wilmès (nochtans een initiatief van partijgenoot Geens) nog dezelfde dag af. Ben Weyts wil een eigen Vlaamse agenda voor de opening van de scholen, inclusief de mogelijkheid om nog enkele we- ken in juli door te gaan.

De Wever weigert boetes op te leggen voor overtredingen van no- deloos ingewikkelde en juridisch twijfelachtige sociale regels. De sokkel van de regering-Wilmès is in Vlaanderen heel dun. Het Vlaamse beleid kan zich permitteren daar af en toe eens tegen te stoten.

Deze crisis biedt niet alleen een mogelijkheid om aan te tonen dat Vlaanderen beter kan dan België.

Ze verplicht ons ook om beter te doen. De economische gevolgen van de coronacrisis zullen gigan- tisch zijn. Het is ondenkbaar dat we nu ook ons herstelbeleid nog eens in handen laten van de ploeg van Wilmès of het afhankelijk maken van de instemming van de PS.

Er staat voor Vlaanderen te veel op het spel. Ik hoop dan ook dat de Vlamingen alle geduld hebben ver- loren voor politici die op dit beslis- sende moment in de verlammende Belgische context blijven denken.

JURGEN CEDER

(2)

Actueel 23 APRIL 2020

2

In de periode 2014-2020 werd een bedrag van 352 miljard euro van de fondsen toegewezen aan cohesiebeleid als het belangrijkste investeringsbeleid van de EU. Het Europese cohesiebeleid, vaak ook het regiobeleid genoemd, is erop gericht de regionale verschillen binnen Europa te verkleinen door subsidies te verschaffen aan min- der ontwikkelde regio’s in Europa om investeringen in die regio’s te stimuleren.

Het cohesiebeleid is concreet het beleid dat honderdduizenden pro- jecten, verspreid over heel Europa, financieel ondersteunt via het Euro- pees Fonds voor Regionale Ontwik- keling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds.

Dat Cohesiefonds is van toepassing op EU-lidstaten met een BBP (bruto binnenlands product) dat lager is dan 90 procent van het gemiddelde van de EU-27 (Kroatië niet meege- rekend).

Het cohesiebeleid wordt uitge- voerd onder gedeeld beheer, wat betekent dat de Commissie en de lidstaten de verantwoordelijkheid delen voor het uitvoeren van het beleid en de bijbehorende fond- sen, met inbegrip van controleac- tiviteiten. Hoewel de Commissie verantwoordelijk blijft voor de uit- voering van de EU-begroting, wordt het daadwerkelijke beheer en de controle van de EU-middelen en programma’s gedelegeerd aan de autoriteiten van de lidstaten.

Door de coronacrisis zouden we bijna de kerntaak van de Europese Unie vergeten: het cohesiebeleid. Het economi- sche, sociale en territoriale cohesiebeleid van de EU is immers goed voor ongeveer een derde van de totale uit- gaven van de EU-begroting. Het algemene doel van het be- leid is om het verschil in ontwikkelingsniveau tussen de regio’s in Europa terug te dringen.

Controle

In de media is er amper inte- resse voor dat cohesiebeleid. On- terecht uiteraard, aangezien het om erg veel geld gaat dat niet altijd goed besteed wordt. De Europese Rekenkamer, de waakhond van de financiën van de EU, onderzocht onlangs dat cohesiebeleid (Speci- aal verslag 07/2020: Uitvoering van het cohesiebeleid: de kosten zijn relatief laag, maar er is onvoldoen- de informatie om de besparingen door vereenvoudiging te kunnen inschatten). Bij deze controle on- derzocht de Rekenkamer of de kos- ten vergelijkbaar zijn met die van andere, soortgelijke regelingen en of de onderliggende informatie volledig, consistent en coherent is.

Ook ging de Rekenkamer na of aan de hand van deze informatie analy- ses kunnen worden uitgevoerd en besluiten kunnen worden genomen inzake wetgeving en de vereenvou- diging van regels. De bevindingen en besluiten zijn relevant voor de programmeringsperiode 2021- 2027 en om de doeltreffendheid van de beheers- en controlesys- temen in de lidstaten te vergroten voor de periode 2021-2027.

Goed en slecht nieuws

De Rekenkamer heeft goed en slecht nieuws: “Wij constateerden dat de totale uitvoeringskosten van de fondsen voor cohesiebeleid zoals gepresenteerd door de Com- missie relatief laag zijn in vergelij- king met die van andere EU-fond-

sen en internationaal gefinancierde programma’s. Wij concludeerden echter dat de door de Commissie verzamelde onderliggende gege- vens over de kosten niet volledig, consistent en coherent genoeg waren om bijvoorbeeld te kunnen gebruiken voor een beoordeling van de effecten van het vereenvou- digen van de EU-regels inzake de uitvoering van de fondsen voor co- hesiebeleid.”

De Rekenkamer stelde vast dat de kosten die bij de Commissie zijn gedeclareerd voor cofinanciering wel bekend zijn, maar dat er weinig of geen informatie beschikbaar is over de niet-gedeclareerde kosten.

“Om meer informatie te verkrijgen over het niet-gedeclareerde deel, vraagt de Commissie de lidstaten om de administratieve kosten te schatten. Wij zetten vraagtekens bij de volledigheid, coherentie en nauwkeurigheid van de gegevens waarop de meest recente raming van 2018 is gebaseerd.”

Besluit

Vorig jaar nog onderzocht de waakhond van de EU-financiën fraude met de cohesiefondsen, bedoeld voor de ontwikkeling van de relatief armste regio’s in de EU.

Het gaat dan vaak om grote infra- structuur- en milieuprojecten. “Het cohesiebeleid maakt een derde deel uit van de EU-begroting, maar is goed voor bijna 40 procent van alle gemelde fraudegevallen en nagenoeg driekwart van de totale bedragen die met fraude zijn ge- moeid,” stelde Henri Grethen, het Luxemburgse lid van de Rekenka- mer, toen in de media. Het recente rapport vult dat kritische verslag van 2019 aan. Of de Commissie er veel mee zal doen, is een ander verhaal.

THIERRY DEBELS

Rekenkamer klaagt gebrekkige informatie bij cohesiebeleid aan

Redactie & beheer:

Uitgeverij ’t Pallieterke Cuperusstraat 41,

2018 Antwerpen Tel. : 03-232 14 17 Abonnementen/administratie: secretariaat@pallieterke.net Lezersbrieven: lezersbrieven@pallieterke.net Abonnementen binnenland

3 maanden: 32,50 euro 6 maanden: 65,00 euro 1 jaar: 130,00 euro Steunabo 1 jaar: 250,00 euro

Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres:

BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB

Lees nu ook digitaal op www.pallieterke.net Elke week op donderdag in uw krantenwinkel

Stichter 1945-1955: Bruno de Winter Hoofdredacteur 1955-2000: Jan Nuyts Hoofdredacteur 2000-2010: Leo Custers Hoofdredacteur 2010-heden: Karl Van Camp Verantw. uitgever: Karl Van Camp

Abonnement buitenland:

Tarieven afhankelijk van de bestemming. Alle inlichtingen op de kantoren.

De coronacrisis doet de vraag naar olie ineenstorten.

Gekoppeld aan een expansief productiebeleid van de olie-exporteurs kelderde de prijs van een vat olie van 70 dollar naar 20 dollar in een maand tijd. Nu stabiliseert de prijs zich rond de 30 dollar, maar de olie zal nog lange tijd goedkoop blijven. De wereld zwemt in de olievoorraden.

Even terug naar 14 september 2019. Een drone-aanval beschadigt de grootste olie-installaties ter we- reld in Saoedi-Arabië. Internatio- nale waarnemers zien dat als een uitloper van de spanningen tussen de Saoedi’s en rivaal Iran. Econo- men voorspelden een aanhouden- de olieprijs van 60 dollar per vat.

Een daling was onrealistisch. Dat werd begin januari 2020 nog eens bevestigd na de aanslag op de Iraanse topmilitair Qassam Solei- mani. De leider van de machtige Republikeinse Garde werd bij een Amerikaanse aanval gedood. Dat deed de spanningen in de regio verder oplopen. De olieprijs klom op 6 januari richting 70 dollar per vat Brent-olie (zo’n 160 liter). Som- migen zagen daarin een interessan- te piste om de inflatie opnieuw wat aan te zwengelen.

Doodknijpen

Maar dat was een ander tijdperk, het pre-corona tijdperk. Sindsdien ziet de wereld er totaal anders uit.

Ook die van de nog altijd belang- rijkste fossiele brandstof ter we- reld die de olie is. Doordat in vele landen de economie stilviel, is de prijs van het vat olie in één maand tijd van 70 naar 22 dollar per vat gedaald. Nu lijkt de prijs zich te stabiliseren rond de 30 dollar. De ineenstorting van de prijs werd nog versterkt door een geo-economisch spel van Saoedi-Arabië en Rusland.

Om de machtige Amerikaanse in- dustrie van de schalie-olie aan te vallen, besloten de Saoedi’s en de Russen hun productie op te drijven.

Meer aanbod doet de prijzen dalen en maakt de dure ontginning van schalie-olie niet meer rendabel.

Op die manier willen de oliepro- ducerende landen de Amerikaan- se concurrenten doodknijpen. Wie overblijft na deze prijzenslag, wint marktaandeel en kan de prijzen op- nieuw in de hoogte jagen. In 2014 en 2015 hadden de Saoedi’s al eens de oliekraan opengedraaid om de Amerikaanse schaliesector te ver- zwakken. De prijs daalde toen van 115 naar 28 dollar per vat. Produc- tiebeperkingen deden de prijs daarna stabiliseren.

Grote prijsdalingen die door de belangrijkste producenten worden gestuurd zijn dus niet nieuw. In de jaren ’80 van vorige eeuw dreven de Saoedi’s de productie op. Dat leidde tot prijsdalingen, waardoor de Sovjetunie als exporteur plots in financiële ademnood kwam. Het was een van de factoren die leid- den tot de val van het IJzeren Gor- dijn.

Overcapaciteit

De combinatie van de hoge- re productie en de ineengestorte vraag door de coronacrisis maakt dat de wereld momenteel in de olie zwemt. Er zijn immers niet alleen de wagens die op stal blijven. Ook en

vooral de luchtvaartsector maakt dat de vraag naar brandstoffen zeer laag is. De vliegtuigverplaatsingen zijn met 60 procent gedaald. De verplaatsingen in steden - wagen en openbaar vervoer - met zo’n 90 procent. De wereldvraag bedraagt in normale omstandigheden 100 miljoen vaten ruwe olie per dag.

Dat zou deze maand dalen met 14 miljoen vaten. Een economisch her- stel zou de vraag doen toenemen met 5 miljoen vaten. Experts voor- spellen de komende maanden een dagelijkse overcapaciteit van 3,6 miljoen vaten.

Inflatie

De olieproducerende landen hebben nu wel beslist om de pro- ductie te beperken met 10 miljoen vaten, maar dat zal er niet voor zor- gen dat de prijzen snel weer hoger gaan. De lage olieprijzen zullen een langdurige macro-economische impact hebben. Ze zullen de toena- me van de inflatie tegenhouden en de koopkracht van de consumenten beschermen. Ook niet vergeten dat olie gebruikt wordt in tal van toepassingen als plastiek. Een lage olieprijs maakt dat die producten niet snel in prijs zullen stijgen.

Voor de beleggers zijn de lage olieprijzen ook een signaal: koop geen aandelen van oliebedrijven.

De koersen zullen laag blijven en naar dividenden mag men fluiten.

En tenslotte: de druk zal afnemen om richting een economie vrij van fossiele brandstoffen te gaan. Waar- om massaal kiezen voor hernieuw- bare energie als benzine, diesel of stookolie spotgoedkoop zijn?

ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN

KARL VAN CAMP HOOFDREDACTEUR

Deze week staan er ons zware mentale klappen te wachten. Om te beginnen kunt u op vrijdag naar de voorlopig laatste afleve- ring kijken van of “Thuis” of “Familie”. Die Vlaamse soaps zijn niet aan mij besteed, maar ik weet dat nogal wat mensen eraan verknocht zijn. Tweede spannend onderdeel deze week: de start van de ramadan op 23 april. Terecht wordt gevreesd dat de op- hokmaatregelen wel eens met de voeten gaan getreden worden in de moslimgemeenschap. Maar bovendien is er ook het effect van de vasten op het lichaam. Iedereen weet ondertussen dat verzwakte personen gevoeliger zijn voor het coronavirus. Maar vooral, hoe zullen de ‘kwetsbare jongeren’ reageren op de con- troles van de politie op de naleving van de coronamaatregelen?

Ik vrees dat de rellen in Anderlecht maar een voorproefje waren voor wat komen gaat. Niet voor niets roepen Bart Somers en Bart De Wever de moslims op om verstandig om te gaan met de co- ronarichtlijnen. De ramadan eindigt dit jaar op 23 mei. Traditie- getrouw gaat dat gepaard met grote familiebijeenkomsten. Iets wat tegen die tijd vermoedelijk wel zal mogen, maar waarvoor de virologen ons toch willen behoeden. Het voorbije weekein- de kwam het in Parijs al tot stevige botsingen tussen politie en bewoners van enkele buitenwijken. Een motorrijder was tegen een open deur van een politiecombi gereden en had zo zijn been gebroken. Daarop verzamelden een vijftigtal ‘kwetsbare jonge- ren’ zich, die de politie bestookten met allerlei projectielen. Er werden auto’s en vuilniscontainers in brand gestoken. Vanuit de wijk Villeneuve-la-Garenne verspreidden de onlusten zich naar de nabijgelegen wijk Aulnay-sous-Bois. De gebeurtenissen in Parijs gelijken als twee druppels water op de incidenten in An- derlecht. Oh ja, de Brusselse politie is nog steeds op zoek naar Moeze Karoui, 18 jaar en de kwetsbare jongeman die met het po- litiepistool ging lopen. We zijn ondertussen twee weken verder en de kwetsbare jongeman is nog steeds niet gevonden. Van het ene moment op het andere moment kan die man onderduiken.

Dat kan alleen door hulp van buitenaf en dankzij de omerta van de andere kwetsbare jongeren, en ouderen.

Laten we ook niet vergeten dat de vier agenten die betrokken waren bij het on-

geluk van Adil (de man op het brom- mertje die wegvluchtte voor een con- trole), nu bedreigd worden en extra

bescherming krijgen van hun colle- ga’s. Terzijde, toen Adil tegen de poli- tieauto knalde, was daar nog een ande- re ‘jongere’ bij aanwezig. Die kon het op een lopen zetten en is eveneens tot van- daag nog niet gevonden.

Kom, laten we nog wat oudjes op hun bankje een GAS-boete geven…

De Vlaamse regering heeft deze week 25 miljoen euro vrijgemaakt voor ons mentaal welzijn. Dat zal nodig zijn, want de ophokplicht door Covid-19 begint bij heel veel mensen te wegen.

Kwetsbare jongeren

ECONOMISCHE ZAKEN

We zwemmen in de olie

Terug naar zee in

coronatijden

(3)

Actueel

23 APRIL 2020 3

Op de knieën

Mijnheer de gulle subsidieerder,

In november schreef ik u al eens een briefje, dat ik als volgt besloot: “Daarom dat ik u op het hart druk om de kiezer die verandering wilde, wat gespierdere taal wil horen en een ruk naar rechts wil zien niet uit het oog te verliezen. Dat gij omzichtig te werk gaat en alle gevoelig- heden aftoetst, kan ik aannemen. Maar dat gij iedereen naar de mond zou gaan praten om telkens weer uw hachje te redden en de blaf- fende honden in uw regering en daarbuiten te ontzien, ligt toch niet in uw aard.” Vandaag, zo’n half jaar later, stel ik geregeld vast dat gij daar klaarblijkelijk geen oren naar hebt en dat gij u als een angsthaas gedraagt.

In tijden van corona, waar mensen hun jobs al dan niet tijdelijk verliezen en de staatsschul- den worden opgedreven om de economische inpakt van de gezondheidscrisis het hoofd te kunnen bieden, komt gij doodleuk vertellen dat gij toch nog vier miljoen extra (!) hebt ge- vonden om de culturele bobo’s ter wille te zijn en de zogenaamde projectsubsidies voor zeer elitaire en vaak experimentele ‘kunstuitingen’

toch te kunnen uitkeren. Toen gij met de sym- pathie van nuchter en weldenkend Vlaande- ren de subsidiekraan op wat minder zette dan gebruikelijk was, ontketende de progressieve over groene tot uiterst linkse cultuurwereld een agressief protest tot in de neutrale zone rond het parlement - waar bijvoorbeeld ma- nifesterende Vlaamse Bewegers altijd manu militairi werden uitgehouden - én zelfs tot in het Vlaams parlement zelf. Er ontstond gehuil en gekrijs en de superdemocraten gingen zelfs zover van u fysiek te bedreigen door met to- maten naar uw hoofd te smijten op de uitrei- king van de jaarlijkse cultuurprijzen. Volgens mij hadt gij toen de schrik goed te pakken en naamt gij u in stilte voor om toegevingen te doen. Gij gaaft eerder al een aanzet door te zeggen dat in een tweede begrotingsronde zou gekeken worden wat nog mogelijk was.

En kijk, dit zegt Vlaams parlementslid Marius Meremans van uw partij dezer dagen - trots op de capitulatie en triomfantelijk - op de so- ciale media: “Wij hebben vanuit N-VA steeds beloofd dat we bij de begrotingscontrole gin- gen kijken wat mogelijk was voor de tweede ronde van de projectsubsidies. Wij maken dit engagement nu waar door 4 mio extra te vin- den.” Daardoor worden de besparingen be- perkt tot een te verwaarlozen habbekrats en wordt er binnen de bestaande budgetten zelfs niet verschoven. Goede vriend Jan, ik vraag het u in alle kalmte: “Wat bezielt u om middenin een pandemie te komen pronken met subsi- In deze zomerse lentedagen leven we in

een bestuurlijke doolhof. Maar binnenkort moeten de ‘wetenschappers’ hoe dan ook weer in hun kot. Met veel dank, dat wel.

Middenin een orkaan aan adviezen, menin- gen en standpunten botst het miniclubje van Wilmès tegen het plafond van de eigen kracht. En is het machteloos tegen de alom- tegenwoordige communautaire fricties.

Over de Waalse aanvallen tegen Maggie De Block uit Merchtem hebben we hier al gehad. Het laatste woord over die mondmas- kerhistorie is nog niet verteld. Wouter Beke (en met hem de Vlaamse gezondheidszorg) werd omwille van zijn rol in de heropening van de RVT’s hard aangepakt. Vlaanderen kreeg ook in het debat over de medische telramen hier en daar meteen weer de zwartepiet toegespeeld. Beke kreeg ook het verwijt dat Vlaanderen meer coronazie- ken had en die ook nog eens minder goed telde. “We hebben die cijfers elke dag ge- rapporteerd aan Sciensano en daar zeggen ze dat we beter registreren dan Wallonië en Brussel”, repliceerde Beke in Belang van Limburg. Hetzelfde geldt over de economi- sche relance. Eén voorbeeldje maar: Wallo- nië wil de dienstenchequebedrijven dicht, Vlaanderen wil die open (Nathalie Muylle, CD&V-minister van Economie).

Transfers en Urbanus

Dat ook de Waalse klem op Vlaamse transfers de mensen blijft ergeren, bleek deze week uit de vranke taal van Urbanus in De Morgen: “Veel Vlamingen hebben het er ook moeilijk mee dat er zoveel geld van Vlaanderen naar Wallonië gaat… Voor mij waren die transfers een vorm van solidari- teit… Maar als ik dan vaststel dat de mensen die ik help zich in hun hulpbehoevende situ- atie gaan nestelen, en dat de politici die die mensen vertegenwoordigen het solidariteits- systeem schaamteloos misbruiken, dan kom ik in opstand. Soms heb ik het idee dat wij in Vlaanderen de roetpieten zijn die met de zware zak sleuren, terwijl Sinterklaas in Wal- lonië zit en maar cadeaus blijft uitdelen. Na- tuurlijk stemt iedereen in Wallonië dan voor Sinterklaas!”

Onderwijs

Misschien nog het meest tot de verbeel- ding sprekend was de manier waarop het ravijn tussen Vlaams en Waals onderwijs in beeld kwam. Hier was Ben Weyts meteen de schietschijf. Voor links Wallonië en voor ra- dicaallinks in Vlaanderen.

Om te beginnen de heisa over de moge- lijke verlenging van het schooljaar met een paar dagen evaluatie en deliberatietijd in juli. Peter Mijlemans van Het Nieuwsblad (als het goed is, zeggen we het ook) krijgt hier het woord: “De vakbonden reageerden furieus. Met hun ‘over ons lijk’ hebben de bonden zich geïsoleerd. De leraars zijn he- lemaal niet zo beledigd als de vakbonden doen uitschijnen… Door hun onwezenlijke starheid en de pretentie de stem te zijn van alle leraars, hebben ze het lerarenkorps niet verdedigd, maar zwaar geschaad.”

Bij de heropening van de scholen gaat Vlaanderen de komende weken ook voor nieuwe leerstof, voor toetsen en voor evalu- aties. In Wallonië houden ze het voor de tijd die het schooljaar nog rest op het herhalen van reeds verwerkte lesonderwerpen.

Onderwijsexpert Dirk Van Damme was in De Afspraak vernietigend over het Frans- talig onderwijs. De lat ligt er “te laag”, wat blijkt uit vergelijkende onderzoek (PISA).

“Als ze het leerproces nog weken stilleggen omdat het niet ‘voor iedereen’ haalbaar is, dan denk ik dat ze daar verkeerd bezig zijn.

Dat is een visie op gelijke kansen die niet de mijne is.” Met zijn voorstel om ook eind augustus enkele dagen te besteden aan on- derwijs of bijspijkeren van leerlingen met achterstand, gaat Van Damme trouwens nog een stuk verder dan Ben Weyts.

Twee werelden

Hoeft het hier nog verteld: dit land bestaat

uit twee werelden, die politiek, cultureel en vooral ook economisch niet meer vanuit één commandopost en met eenzelfde aan- pak te bemeesteren zijn. “Nieuwe breuklijn, zelfde tegenstelling”, schrijft Bart Sturtewa- gen in De Standaard. Begint het ook daar te dagen? Men beseft er dat het idee dat de federale regering-Wilmès na de zomer geruisloos vervelt tot een volwaardige Vi- valdi-regering, die de rit tot 2024 helemaal uitrijdt, steeds minder aanhangers heeft.

Een coalitie van socialisten, liberalen, groenen en CD&V leek in de sterren ge- schreven, schreef Sturtewagen nog. Klopt dat? Voor de redactie van De Standaard misschien. Wij hebben er niet aan getwij- feld dat die optie er nooit zou komen. In september zou Wilmès het vertrouwen van het parlement vragen. Maar de kans dat ze voor de hoogzomer en tot september nog eens volmachten krijgt, is bijzonder klein.

Het debat zal de komende dagen en weken scherper worden, de ideologische (lees: ook communautaire) verschillen zul- len duidelijker worden in een veel moeilij- ker context dan voor corona. Nu het moet gaan over budget, sparen en investeren, over de snelheid waarmee de economie moet worden herstart, over de zieltogende economie. Wallonië zal ook hierover anders denken. Het economisch weefsel is er een schim van dat in Vlaanderen.

“We leven in België echt in twee verschil- lende werelden: politiek, maar ook sociaal en mediatiek”, liet CD&V-voorzitter Joachim Coens optekenen. Volgens Coens zijn er nog twee opties: een afspiegelingsregering van de twee gewesten vormen (met een zekere autonomie voor Brussel), of nieu- we verkiezingen. De kans dat De Wever en Magnette mekaar nog vinden, is miniem.

Zonder grote verschuiving naar (veel) meer regionale bevoegdheden, ook inzake delen van de sociale zekerheid, lukt niets meer.

Om Sturtewagen even te parafraseren:

“De kunstmatige beademing van econo- misch Wallonië voorkomt dat we de ware om- vang van dat probleem zien. Maar de schade loopt met de dag op. De revalidatie wordt een langdurig en moeizaam proces.”

Kiezen

Almaar meer commentatoren (Bert Bul- tinck van Knack, Liesbeth Van Impe van Het Nieuwsblad, commentatoren van De Mor- gen) zien in dat nieuwe verkiezingen bij het wegebben van de coronacrisis absoluut gepast zouden zijn. Laat de kiezer dus maar kiezen. Daarvoor dient een democratie. En dan weten we welke kant het uit moet gaan.

De Wever (N-VA) riep de Vlaamse par- tijen op om front te vormen. “Gaan we de Vlaamse economie het nekschot geven of gaan we de rug rechten”, zei hij op Radio1.

“Als we naar een regering gaan met de PS en Ecolo, dan kunnen we de welvaart van Vlaan- deren vergeten.” Welke partners heeft hij op het oog? CD&V is een zekerheid. Mits goeie connecties met die partij blijft Vivaldi onmogelijk. Open Vld dan? Of dat na zoveel belgicisme nog haalbaar wordt, bepaalt een nieuwe voorzitter. De sp.a zou wel eens een alternatief kunnen zijn. En Vlaams Be- lang dan? Die partij blijft zoeken naar een strategie om zich in het verhaal te wringen.

Kunnen De Wever, Coens (CD&V) en Conner Rousseau (sp.a) elkaar vinden voor een Vlaams front? Dat kan, als ze een com- promis bereiken over een combinatie van haalbare stappen naar een economisch sterker, maar ook een socialer en autono- mer Vlaanderen. Dat perspectief moet de liberalen verontrusten. Het laatste woord is voor Urbanus: Hoe gaan we dat probleem tussen Vlaanderen en Wallonië oplossen?

Door het land te splitsen? “Ik ben zeker geen fanatieke flamingant, maar van mij mo- gen ze dat gerust eens proberen... Als de transfers in de omgekeerde richting gingen, van Wallonië naar Vlaanderen, zou het land waarschijnlijk al lang gesplitst zijn.”

ANJA PIETERS

Stop de permanente voorlopigheid

Nu hebben ook meer en meer commentatoren het stilaan door. De fo- cus verschuift van corona stilaan weer richting politiek, en dan vooral richting economie. Posities worden ingenomen, middenin een econo- mische woestijn. De Wever kruipt weer op de plank. Als verkiezingen in het najaar op de agenda komen (Vivaldi is dood, meneer), gaat er zeker weer veel aan het schuiven.

BRIEFJE AAN JAN JAMBON

dies voor culturo’s die u gaan blijven haten en die liever Belg dan Vlaming zijn?” Wees maar ge- rust dat de Willaerts (Dominique) en de Pelck- mansen (Staf) en de Pinoy’s (Marijke) van deze wereld dezer dagen in een deuk liggen en u staan uit te lachen. Zij hebben het toch maar even gefikst om u op de knieën te krijgen. Ze gaan er ongetwijfeld al een flink glas bio-wijn op geklonken hebben.

Maar er is meer. Gij stondt ook onder druk van Open Vld, de enige linkse partij in uw Vlaamse regering, die zich vaak zelfs als oppo- sitiepartij - denken we maar aan Bart Somers - gedraagt. Het pas verkozen parlementslid Stephanie D’hose kwam van het vorige cultuur- kabinet van Sven Gatz. Zij was daar adjunct-ka- binetschef en kent het kleine cultuurwereldje, dat ze een warm hart toedraagt. Het was immers haar voorstel - dat gij overnaamt - om het eer- ste pakket aan subsidies reeds uit te betalen in januari - daar kon dan al niet meer aan gemor- reld worden - en later bij de begrotingscontrole te doen waar Marius Meremans nu zo trots op is. Zij deed in stilte haar mollenwerk en naar buitenuit was er een grote eensgezindheid te merken, want bijvoorbeeld Sihame El Kaouaki- bi, een ander Vlaams parlementslid van Open Vld, onderstreepte ook het belang van de pro- jectsubsidies en vond het statement van veel kunstenaars en artiesten krachtig, maar veroor- deelde wel de tomatengooierij en het gemis aan klasse van de culturo’s. En zo kan dus Open Vld met heel wat pluimen gaan lopen.

En gij staat daar dan te kijken en wat beleefd te lachen, ook al doet het pijn, want uw rechtse achterban neemt uw toegeving eigenlijk niet, en gij weet dat. Iedereen vraagt zich overigens af waar die vier miljoen extra zo plots vandaan kunnen komen in deze beroerde tijden… Maar gij zijt gezwicht “voor de blaffende honden in uw regering en daarbuiten”. Terwijl op quasi hetzelfde moment vanuit Brugge wordt meege- deeld dat het Gezellemuseum wordt gesloten wegens gebrek aan bezoekers, maar ook aan inspirerend management. Misschien ligt daar ook nog een mogelijkheid om als Vlaamse ge- meenschap die taak over te nemen en met visie en creativiteit de belangstelling voor onze oude volksdichter nieuw leven in te blazen. Veel poë- zie-minnende Vlamingen zouden het alvast ap- preciëren. Maar ik voel met mijn ellebogen aan dat het niets zal worden, want zij komen niet tot in de wandelgangen krijsen of u met tomaten bekogelen. Voor hen hoeft ge dus geen spits- roeden te lopen en niet op de knieën te gaan.

Vaarwel Gezelle? Dag Jan!

Kom uit uw kot met Maggies

doe-het-zelf mondmaskerkit

(4)

Op de praatstoel 23 april 2020

4

U werd verkozen als gemeenteraadslid in Antwerpen, verkozen als Vlaams parlements- lid en werd begin dit jaar ook fractieleider van Vlaams Belang Antwerpen. Uw politieke carrière verloopt op wieltjes?

Klopt, mijn leven is op korte tijd enorm veranderd. Zo’n 7,5 jaar heb ik voor Vlaams Belang gewerkt, als medewerker van de stu- diedienst en als perswoordvoerder. Maar verkozen worden en dus echt politicus zijn, is natuurlijk nog iets helemaal anders. Het is een droom die is uitgekomen, want politiek is mijn grote passie in het leven.

U werkt nu inderdaad veel meer voor de schermen, waar dat vroe- ger vooral achter de schermen was. Meer bekendheid, maar ook meer haat tegenover u zien we op uw Twitter. Raakt u dat?

Ik krijg inderdaad meer haat- en dreig- berichten, via sociale media of e-mail, maar echt raken doet het mij niet meer. Ik maak er ook geen drama van zoals som- mige anderen, ik heb een hekel aan de snowflake-mentaliteit en het cultiveren van slachtofferschap. Meestal komen die haat- berichten trouwens ook van ‘nobodies’.

Maar als een toch relatief intelligent en be- kend politicoloog als Carl Devos mij in de inleiding voor Tom zijn boek (Van Grieken, nvdr.) wegzet als ‘extreemrechts’, dan raakt mij dat wel. Want ‘extreemrechts’ verwijst naar fascisme en geweld. Terwijl ik nu juist op democratische wijze strijd voor onze cultuur en vrije samenleving. Ik ben niet extreem, maar bestrijd net de extremen, zoals de totalitaire islam en de klimaatti-

De meest gedeelde Twitteraar van Vlaanderen, de kroonprins van Filip Dewinter, auteur en een bekend islamcriticus: het zijn allemaal synonie- men van Sam van Rooy (34). Maar bovenal is Sam van Rooy een politicus wiens politieke carrière het voorbije anderhalf jaar in een stroomver- snelling raakte. SCEPTR-redacteur Tom Lallemand sprak met hem, in wat een boeiend gesprek werd over Bart Somers, islamisering, het kli- maat en de onvermijdelijke Vlaamse onafhankelijkheid.

rannie. Niet ik, maar het huidige beleid van massa-immigratie, van de klimaatreligieuze Green Deal en van de machtsgeile EU is ex- treem.

Een van uw bekendste haters is misschien wel Bart Somers. Hij vergeleek u al meermaals met de nazi’s. Wat vindt u daarvan?

Ik denk dat zelfs iemand als Bart So- mers eigenlijk wel beter weet. Hij zegt dat volgens mij puur uit politiek-strategische overwegingen en om een gebrek aan inhou- delijke argumenten te maskeren. Maar het feit dat onze politieke tegenstanders van de traditionele partijen ons zo proberen klein te krijgen, bewijst natuurlijk wel dat we met het Vlaams Belang goed bezig zijn. Al blijft het uiteraard gevaarlijk om een politicus zo te demoniseren en te brandmerken als fas- cist of nazi, want dat houdt in wezen in dat die met álle middelen bestreden moet wor- den. Het is in die context dat Pim Fortuyn is vermoord. Fortuyns moordenaar, Volkert van der Graaf, komt volgende maand trou- wens volledig vrij, walgelijk! In mijn ideale, rechtvaardige samenleving had hij de dood- straf gekregen.

Somers stelde in een interview in De Zondag dat u “honderddui- zenden mensen” wil “deporte- ren”, klopt dat?

Deporteren is weer zo’n bewuste woord- keuze van Bart Somers om mij te brandmer- ken als nazi. Ik vind dat elke moslim die de typisch islamitische opvattingen heeft over de man-vrouwverhouding, homoseksua-

liteit, joden, niet-moslims, de verhouding tussen kerk en staat of de vrijheid van me- ningsuiting, hier niet thuishoort. En dat zijn er in België alleen al minstens vele tiendui- zenden, volgens bepaald onderzoek zelfs honderdduizenden.

Als je onze waarden en onze manier van leven niet wilt, minacht of zelfs haat, wat doe je dan nog op ons grondgebied? Daarom pleit ik er wel voor om die groep zeker niet nóg groter te laten worden en de islamise- ring van onze samenleving tegen te gaan. Er moet dus een immigratiestop komen voor moslims De huidige massa-immigratie moet stoppen en immigratie naar onze samenle- ving moet in plaats van de regel de hoge uit- zondering worden, louter op basis van ónze noden, ónze wil én strikt gecontroleerd op basis van strenge sociaaleconomische én culture voorwaarden. Is dat nu echt zo onre- delijk of zelfs fascistisch? Ik wil juist het is- lamitische fascisme en antisemitisme buiten onze samenleving houden! Toch vergeleek Bart Somers in een interview in De Stan- daard mijn boek tegen de islamisering met de antisemitische “Protocollen van de Wij- zen van Sion”. Dat is ronduit kwaadaardig.

schap inderdaad een strijd plaats tussen meer gematigde moslims die de regels van de islam niet of nauwelijks volgen en moslims die de islam op een strikte ma- nier belijden. Hoe ziet u de toe- komst van de islam in Europa? Is een gematigde, Europese islam een mogelijkheid?

U drukt het zeer goed uit en het is ook heel belangrijk om dat onderscheid te ma- ken. Er zijn inderdaad heel wat mensen die zichzelf moslim noemen, maar toch een ge- matigd of geen islamitisch leven leiden. Zij laten de essentie van de islam links liggen, maar dat maakt de islamitische leer nog niet gematigd. De heilige islamitische bronnen, de Koran en de Hadith, zijn immers tot op vandaag onveranderd. De sharia of islamiti- sche wet is wat hij is: totalitair en inhumaan.

Om een zogenaamde Europese islam te creëren, zou die groep van ‘gematigde mos- lims’ dus de touwtjes in handen moeten ne- men om drastische hervormingsmaatrege- len te nemen, zoals het expliciet verwerpen

Sam van Rooy (Vlaams parlementslid VB )

“Ik denk helaas niet dat je binnen de democratische

rechtsstaat het probleem van de islamisering volledig kunt oplossen”

Die strijd tegen islamisering is een van uw prioriteiten. Uw re- centste boek heet “Voor vrijheid dus tegen islamisering”, kunnen beide niet samen bestaan?

Absoluut niet, daar kan ik duizenden voorbeelden van geven en in mijn boek som ik er honderden op. Er zijn in West-Europa wijken met een moslimmeerderheid waar op straat nauwelijks meisjes of vrouwen te zien zijn, laat staan ongesluierd. Het is ook in dat soort wijken waar herkenbare homo- seksuelen, Joden of niet-islamitisch geklede meisjes en vrouwen een groot risico lopen om te worden lastiggevallen, uitgescholden of aangevallen.

VRT-journalist Riadh Bari tweette onlangs nog dat hij in Molenbeek alweer belaagd is omdat hij homoseksueel is. Ex-moslims of moslims die openlijk de islam willen verla- ten, zijn niet zeker van hun leven. Dat ver- wacht je in landen als Pakistan, Iran, Qatar en Egypte, maar ook hier, bij ons, is dat nu het geval. Hoe islamitischer een land, stad of wijk is, hoe minder vrijheid. Dat is een wet van Meden en Perzen die zich al 14 eeuwen lang vroeg of laat manifesteert overal waar de islam wortel schiet.

En daar lijdt uiteindelijk iedereen on- der: moslimvrouwen, vrijdenkers, schrij- vers, journalisten, andersgeaarden, wij als niet-moslims, alsook mensen die zichzelf moslim noemen maar toch een gematigd, vrijwel niet-islamitisch leven leiden.

Er vindt in de moslimgemeen-

en ook de facto uit de Koran verwijderen van de tot intolerantie, haat en geweld op- roepende Koranverzen. Zo’n Europese islam zou, in woord, geschrift én daad, de demo- cratie, scheiding tussen kerk en staat, gelijk- waardigheid van man en vrouw en vrijheid van religie en afvalligheid expliciet moeten uitdragen. Hét grote probleem is dat wie dat serieus probeert in de islam in principe zijn of haar doodvonnis tekent.

De Somalisch-Amerikaanse activiste, on- derzoekster en schrijfster Ayaan Hirsi Ali heeft al vaker voorstellen gedaan om de islam te ontdoen van zijn politieke, totalitai- re en vrouwonderdrukkende natuur. In de praktijk verandert er aan het wezen van de islam echter nooit iets, omdat ook die ‘ge- matigde moslims’ doorgaans niet (willen) inzien dat er een enorm probleem is met de fundamenten en leerstellingen van de islam.

En vaak ook omdat ze, niet onbegrijpelijk, angst hebben om als ‘slechte moslim’ of af- vallige te worden gebrandmerkt. Want daar- op staat in de islam in principe de doodstraf, zover gaat geen enkele andere religie. De islam is uiteindelijk veel meer wet en recht dan religie, zoals de helaas overleden ara- bist Urbain Vermeulen het zo goed uitdruk- te. En dat is hét grote probleem. Daarom ben ik niet hoopvol over zo’n Europese islam, wat uiteindelijk net zoals het eurocommu- nisme een contradictio in terminis is.

Hoe komt het dat de strijd tegen islamisering een prioriteit van u is geworden?

“De islamisering zal ons als vrije samenleving dwingen om maatre- gelen te nemen die we terecht niet

zouden willen nemen.”

België is een beetje als onkruid

We zitten midden in de coronacrisis en reeds 330 dagen na de verkie- zingen en we hebben nog altijd geen volwaardige federale regering.

Sam Van Rooy: “België is totaal op, ook de coronacrisis zet dat pijnlijk in de verf: het com- plexe staatkundige kluwen en de fluwelen staatsgreep die de pseudoregering-Wilmès II aan de macht heeft gebracht, resulteren in weinig slagkracht, chaotische overheidscommunicatie en nalatigheid. In termen van de coronacrisis betekent dat: meer doden en meer economi- sche schade. Zeker in vergelijking met bepaalde Oost-Aziatische landen, maar ook verge- leken met Duitsland, Oostenrijk en Denemarken, pakt België de coronacrisis slecht aan. De coronacrisis laat overigens ook het gelijk van het Vlaams Belang zien: België en de andere Europese landen worden nu beheerst door ingevoerde grenscontroles, de drang naar soeve- reiniteit en onafhankelijkheid én het principe ‘eerst zorgen voor de éigen mensen’.

De Vlaamse en Waalse regering konden wel snel gevormd worden.

Is het einde van België nabij?

“Ik denk dat we er relatief dichtbij zitten. Helaas is België een beetje als onkruid: het lijkt maar niet te willen vergaan, wat er ook gebeurt. Al weet ik wel zeker dat het einde van de Belgische federatie onvermijdelijk is. De vraag is niet of België splitst, maar wanneer. Volgens mij zullen de verkiezingen van 2024 hét moment zijn waarop het kan en ook moet gebeuren.

De jongste peilingen wijzen allemaal op een meerderheid van Vlaams Belang en N-VA in Vlaanderen, wat ons in de mogelijkheid zou stellen om een Vlaamse onafhankelijkheidsrege- ring te vormen. Wij stellen openlijk dat te willen doen en steken onze hand uit naar de N-VA.

Dus indien dat scenario zich zou ontvouwen, dan ligt de bal in het kamp van de N-VA. Ik wens daarom ook de N-VA een goed verkiezingsresultaat. Want om voor dat historische moment te kunnen zorgen moeten we samen de traditionele partijen leegeten. Ik krijg echt kippenvel als ik daaraan denk.”

(5)

Parlementaire controle

De voorziene commissie Volksgezondheid van vorige week dinsdagnamiddag, met een actualiteitsdebat over de coronacrisis, werd te elfder ure uitgesteld. Nochtans waren er meer dan 90 vragen ingediend. De reden was dat er een vergadering van het kernkabinet werd gepland waarop zowel Philippe De Bac- ker (minister van mondmaskers) als Maggie De Block (minister van vernietigde en on- bruikbare mondmaskers) aanwezig dien- den te zijn. Algauw werd vooral vanuit link- se hoek gesuggereerd dat de ministers hun verantwoordelijkheid zouden willen ontlopen en dat daardoor de parlementaire contro- le onder druk zou komen te staan. Niets was minder waar, want de ministers waren echt verhinderd. Dat is nu eenmaal mogelijk in bizarre tijden. Al snel werd er een mouw ge- past aan het probleem en een week uitstellen bleek politiek niet haalbaar en zeker ook niet wenselijk. Woensdag dan zou er al een eerste sessie plaatsvinden met minister De Backer en vrijdagnamiddag met minister De Block.

Vier uur

Zo gezegd, zo gedaan. Woensdag ging de virtuele vergadering van start met de inge- logde leden die een eerste batterij vragen afvuurden op Philippe De Backer. Maar voor men van start ging, stelde commissievoorzit- ter Warmoes (PVDA) nog de vraag om geen virtuele achtergronden op de schermen te plaatsen tijdens de videoconferentie. Hij ontwaarde namelijk een slogan. Hij pleitte ervoor om dat niet te doen, “anders krijgen we de volgende keer een verkiezingsbord op ons scherm”. Hij zag eerst niet goed wie het was, maar vroeg uiteindelijk toch: “Bent u dat, mijnheer Creyelman (VB)? Ik wil er geen po- litiek incident van maken.” Steven Creyelman stelde hem meteen gerust dat hij dat ook niet van plan was, maar dat hij er wel een fles wijn mee had gewonnen omdat hij tegen zijn kom- panen had gezegd dat deze grap geen vijf mi- nuten zou duren. Het was nog geen minuut…

Schol. Voor het overige verliep deze commis- sie sereen en het dient gezegd dat de minis- ter er alles aan deed om gedurende de bijna vier uur durende vergadering keurig, gevat en volledig te antwoorden en welwillend in te gaan op de bemerkingen van de parlements- leden. Ere wie ere toekomt.

Geen zoden aan de dijk

Vrijdag was het dan de beurt aan Maggie De Block om zich te laten bevragen. Een mas- sa vragen moest op enkele minuten gesteld worden en ook de spreektijd van de minister was erg beperkt. We hadden het vorige week al over deze ongewone, maar vrij zinloze werkwijze. Sommige parlementsleden kre- gen een antwoord op hun vragen en andere niet, tot grote frustratie van deze laatsten. Zo werd op geen enkele van de vragen van Do- miniek Sneppe en Steven Creyelman (beide VB) geantwoord en ook bijvoorbeeld Yoleen Van Camp en Kathleen Depoorter (beide N-VA) zagen maar een deel van hun vragen beantwoord. De minister antwoordde dat ze een selectie had gemaakt en dat de andere vragen schriftelijk zullen beantwoord worden.

Het werd dus eens te meer een woordenvloed van jewelste en een draaipartij rond de hete brij. Een ding werd eens te meer duidelijk:

deze manier van werken heeft weinig zin en brengt politiek ook geen zoden aan de dijk.

Na de vergadering zinkt alles weg in de vergetelheid en worden de onbeantwoorde vragen vaak opnieuw ingediend… om wel- licht nooit nog deftig beantwoord te worden.

Anderzijds is het voor een minister ook geen lachertje om op deze manier een deftig ge- sprek te voeren met de Kamerleden.

Eensgezind

En dan was er natuurlijk donderdag ook nog de plenaire vergadering, waar eerste mi- nister Sophie Wilmès moest spitsroeden lo- pen na de slechte communicatie van de voor- bije dagen, in het bijzonder over het bezoek in de woonzorgcentra. Maar er was tussen de corona-overvloed toch ook een vraag van Ortwin Depoortere (VB) en Christoph D’Hae- se (N-VA) aan Pieter De Crem over de rellen in Anderlecht. Zij zaten op dezelfde golflengte en eisten een strenge aanpak, en bovendien hadden zij wel enige sympathie voor de uit- spraken en de aanpak van De Crem, zeker als hij het over nultolerantie had, maar vroegen het niet bij woorden te laten en de vergoe- lijkende woorden van de Franstaligen te ne- geren. Eensgezinde taal uit Vlaams-nationale hoek! Meer van dat, zouden wij durven zeg- gen.

Meppen

Dries Van Langenhove (VB) is een kuiten- bijter die zijn prooi niet lost. Zo probeert hij al enige tijd een antwoord van Maggie De Block te bekomen op de vraag of het inder- daad juist is wat een militair, een adjudant, beweerde, nl. dat een noodvoorraad mond- maskers werd vernietigd om ruimte te creë- ren voor de huisvesting van vluchtelingen. Hij stelt de vraag telkens weer in de bevoegde commissie en nadien ook weer in de plenaire vergadering. Het frustreert hem duidelijk dat De Block hierover elke keer opnieuw niets wil zeggen. Twee donderdagen geleden was hij daarnaast ook misnoegd over de vrijlating van 300 uitgeprocedeerde asielzoekers in het kader van de coronacrisis. Hij is een vaste vra- gensteller in de Kamer geworden en je merkt aan zijn toon en stijl dat wat De Block zegt - of niet zegt - op zijn systeem werkt. Na haar ant- woord zei De Block: ”Ik weet dat u het daar- mee niet eens bent. Wij zullen het nooit eens zijn en niet alleen daarover. Ik geef u echter kalm mijn antwoord en vraag u vriendelijk niet te hard te roepen.” Dat laatste zou Dries toch niet in de wind mogen slaan, want boven alle meningsverschillen zou toch op een rus- tige manier moeten kunnen gesproken wor- den, zelfs tegen een blunderminister als Mag- gie. En daar speelt zijn gedrevenheid hem wel eens parten… Zijn toerental en zijn stem- volume gaan dan vaak omhoog, waardoor zijn tussenkomst en vooral zijn repliek eerder een tirade worden, die - hoe vrijwel altijd inhoudelijk juist en pertinent - precies daar- door aan geloofwaardigheid en inhoudelijke kracht verliezen. Niemand luistert dan nog en men neemt het niet ernstig. Ja, Van Langenho- ve heeft zeker de gave van het woord en hij is verstandig, maar het zou toch tactischer zijn mocht hij zijn woorden wat beter kiezen en zijn tonaliteit wat temperen. Een ijzeren hand in een fluwelen handschoen wordt meer ge- vreesd dan een meppende bokshandschoen.

Actueel

23 april 2020 5

Reeds als tiener zag ik in Deurne, waar ik woon, en in Antwerpen de islamisering en de problemen die daaruit voortkomen.

De voorbije decennia was daar een grote instroom van moslims. Ik ging daardoor de islam bestuderen en kwam tot het besluit dat die religieuze ideologie altijd en overal leidt tot oorlog, achterstelling en ellende, tot de drie a’s: analfabetisme, achterlijkheid en armoede.

Islamisering is volgens mij dus de groot- ste bedreiging voor onze vrije, westerse beschaving. Ik citeer de helaas recent over- leden Hongaars-Joodse auteur György Kon- rád, die stelde dat “de islam na het nazisme en communisme de derde totalitaire ideolo- gie is die de mensheid bedreigt”. En hij kon het weten, want hij heeft zowel onder het na- zisme als het communisme geleefd.

Vindt u het dan vreemd dat isla- misering niet voor meer mensen een prioriteit is, zoals klimaat dat wel lijkt te zijn?

Goh, het klimaat is voor de meeste men- sen ook maar een prioriteit zolang ze er niet voor hoeven te betalen, en gelijk hebben ze. Politici gebruiken klimaatbeleid om de democratie uit te hollen, onze vrijheid af te pakken en belastingen te verhogen of in te voeren. Het is ‘big business’ op de kap van de gewone burgers. De mensen zouden heel hun leefwijze moeten veranderen, wat ze eten, hoe ze wonen, hoe ze gaan werken en hoe ze reizen. Het is echt pure regelne- verij van machtsgeile politici die zich laten beïnvloeden door allerhande sluwe kli- maat- en energielobbygroepen en domme klimaathysterici.

Islamisering is echter een reëel pro- bleem dat steeds meer wijken en scholen treft en een rechtstreeks gevolg is van het beleid van massa-immigratie en islamge- pamper van traditionele politici. En die kunnen of willen dat niet tegengaan, laat staan terugdraaien, dus proberen ze de aandacht te verleggen naar een andere zo- genaamde ‘dreiging’, namelijk het klimaat van de aarde. Zélfs in tijden van corona wordt het klimaat naar voren geschoven als de grootste bedreiging. Er is vandaag een gezondheidscrisis en een economische cri- sis, maar géén klimaatcrisis. Wat hebben we trouwens aan een goed klimaat als de sharia hier is ingevoerd, zoals mijn eerste politieke leermeester, Geert Wilders, het zo goed uitdrukt? Want zorg voor ons mi- lieu en adaptatie aan klimaatverandering vergt rationeel, vrij en wetenschappelijk denken. Niets van dat alles is te vinden in de islam, want dat is inderdaad ‘een achter- lijke cultuur’, zoals Pim Fortuyn het zo goed uitdrukte.

Stel dat u morgen alleenheer- ser bent van een onafhankelijk Vlaanderen en alle middelen ter beschikking hebt. Wat zou u doen om islamisering te bestrij- den?

Het eerste dat moet gebeuren, is het stop- pen van de massale instroom. We moeten helemaal zélf de migratie naar ons land be- palen, op basis van hoeveel migranten we eventueel nog willen en wie dat dan precies zouden moeten zijn. Zo zouden we, bijvoor- beeld, een quotum van 5.000 migranten per jaar kunnen invoeren, waarna we als samenleving zélf kiezen wie precies die 5.000 migranten moeten zijn, en dit zowel op basis van sociaaleconomische als cul- tureel-religieuze eigenschappen. Moslims komen er uiteraard niet meer in.

Een deel daarvan kan best bestaan uit homo’s, afvalligen (ex-moslims, nvdr.) of christenen die met opsluiting of de dood worden bedreigd. Een ander deel kan be- staan uit migranten die ons een significante bijdrage leveren op zowel economisch als cultureel vlak. Dat culturele aspect is voor mij zeer belangrijk en is daarom mijn kri- tiek op bijvoorbeeld het Australische mo- del en het puntensysteem dat de Britten nu willen invoeren: het is louter gebaseerd op economische meerwaarde en neemt cultu- rele factoren niet in rekening. Daardoor kan bijvoorbeeld een hooggeschoolde Pakis- taanse dokter die goed Engels spreekt en geld bezit, maar tegelijkertijd sharia-opvat- tingen heeft, nog steeds immigreren.

In de praktijk zullen daar dus grondige screenings voor moeten gebeuren, met on- derzoek, achtergrondchecks en diepte-in- terviews. Dat zal tijd en geld kosten, maar een dergelijk systeem zou ons véél meer opleveren dan kosten. Dit alles is natuurlijk slechts mogelijk indien we als samenleving uit de verstikkende internationale kaders

breken, zoals de EU en de Conventie van Genève of het Vluchtelingenverdrag.

De instroom enorm verkleinen en controleren op basis van so- cio-economische en culturele factoren dus. Maar wat met de moslims die hier al zijn?

Dat is natuurlijk dé hamvraag en ik denk helaas ook niet dat er binnen de democra- tische rechtsstaat maatregelen zijn die het probleem van de islamisering volledig kunnen oplossen. Al die vrijheden die hier bestaan worden door moslimfundamenta- listen en zogenaamde salafisten misbruikt om diezelfde vrijheden te bestrijden. Het devies is dus: geen tolerantie voor de isla- mitische intolerantie, maar hoe doe je dat in de praktijk?

Kan de overheid bijvoorbeeld moskeeën en Koranscholen 24/24 en 7/7 monitoren zonder privacywetten te overtreden? Ik denk het niet. Daar is blijkbaar een under- coveronderzoek voor nodig, zoals in De- nemarken enkele jaren geleden, om vast te stellen dat in 7 van de 8 gecontroleerde moskeeën intolerantie, haat en apartheid wordt gepredikt.

Daarom moet de islam, zolang hij niet expliciet en fundamenteel is hervormd tot een tolerante religie, worden beschouwd en behandeld als een totalitaire, ongewens- te ideologie die hier niet thuishoort. Dat betekent dat de islam vandaag geen aan- spraak kan maken op onze vrijheden, zeker niet die van religie. Mogelijk brengt dat moslims dan eindelijk tot het fundamenteel hervormen van de islam.

Maar wat dan met onze demo- cratische rechtsstaat?

Voor welk verschrikkelijk dilemma de is- lamisering ons stelt, laat Denemarken zien:

na decennialange massa-immigratie van moslims en facilitering van de islam, komt dat land nu met een zogenaamd ‘getto-plan’

om te proberen geïslamiseerde wijken weer veilig, vrij en welvarend te maken.

Heel wat van die getto-maatregelen drui- sen in tegen mensenrechten en basisprin- cipes van de democratische rechtsstaat. Zo- als het binnen die gettowijken verdubbelen van de strafmaat voor eenzelfde overtre- ding. En zoals het minstens 25 uur per week afzonderen van piepjonge ‘getto-kinderen’

van hun ouders om hen de taal en Deense waarden en tradities bij te brengen. Ouders die niet meewerken, riskeren een deel van hun uitkeringen te verliezen.

Dat klinkt misschien wel goed, maar is dat echt de samenleving die we willen?

Principieel vind ik dat soort dwangmatige, bijna tirannieke maatregelen onwenselijk in een vrije samenleving. Ook is het vol- gens mij ‘too little too late’, zeker wanneer de instroom niet wordt gestopt. Want het is toch evident dat een democratische rechts- staat, tot nader order het minst slechte sys- teem op aarde, alleen valt te handhaven in een soort natuurlijke, fysieke gemeenschap die coherent is omdat ze grond, geschiede- nis, taal en cultuur deelt? Wanneer je steeds meer per wet moet gaan afdwingen omdat steeds minder van nature gebeurt, is het voorbij: dan liggen tirannie en (burger)oor- log op de loer. In bepaalde geïslamiseerde wijken zitten we al in die fase, denk maar aan de recente ‘corona-rellen’ in het Brus- selse Anderlecht.

Is er dan geen echte oplossing?

De kans op een vreedzame oplossing wordt steeds kleiner. De essentie van mijn boek “Voor vrijheid dus tegen islamise- ring” is dat een samenleving waar de is- lam wortel kan schieten en moslims demo- grafisch blijven groeien, uiteindelijk nog slechts de keuze zal hebben tussen de pest en de cholera. Namelijk: ofwel wordt de islam totale vrijheid gegund, waardoor de samenleving islamiseert tot een sharia-mo- del, een kalifaat, ofwel wordt de islam met harde hand onderdrukt om een min of meer seculier, vrij samenlevingsmodel te behou- den. Heel de islamitische wereld wordt ge- karakteriseerd door deze tweestrijd.

Er bestaan daar slechts islamitische theocratieën en min of meer seculiere dic- taturen en tirannieën, en uiteraard vooral mengvormen van beide. Voor alle duide- lijkheid: ik vind geen van beide scenario’s wenselijk, maar bij gelijkblijvend beleid zijn ze helaas onvermijdelijk. Dat is dus de tragedie: de islam en de dynamiek van de islamisering zullen ons als vrije, voorals- nog niet-islamitische samenleving straks dwingen om maatregelen te nemen die we terecht niet zouden willen nemen.

TOM LALLEMAND

UIT DE WETSTRAAT

(6)

‘Dedramatiseren’

In het licht van de discussies rond het al dan niet heropenen van de scholen, ziet men vaak de Brusselse situatie over het hoofd. Zeker het Nederlandstalig onderwijs verdient bijzondere aandacht, want net daar bevinden zich meer precaire leerlingen dan elders in Vlaanderen.

En zonder zich iets aan te trekken van de Franstaligen, die duidelijk andere prioriteiten stellen.

Ons uitgangspunt, oprecht gemeend voor alle duidelijkheid, is dat het gros van de leerkrachten hun beroep met de beste be- doelingen uitoefenen. Ook - en zeker - in deze tijden die voor iedereen nieuw en spe- ciaal zijn. En dan krijg je dit wanneer je voor de buis neerploft, helemaal klaar voor de dagelijkse Marc Van Ranst-show. Eén brok verontwaardiging was het, die leerkracht

‘cultuurwetenschappen’ of zoiets. Het idee alleen al. Enkele dagen van het groot verlof moeten opofferen om wat te delibereren, kwestie van de periode ervoor meer voor lesgeven te kunnen reserveren. Ze zat nu al aan haar limieten, want zorgde de bijzonde- re periode die we allen ondergaan niet voor een werkweek van, men zegge en schrijve, 50 uur!?

Het zegt misschien wat over de eigen or- ganisatie, maar Google leert dat deze leer- kracht in Halle (met een VUB-achtergrond, waar we niets mee willen zeggen, hoewel…) ook ACOD-vertegenwoordigster is. Geluk- kig was er nog een andere leerkracht die opgevoerd werd, dynamisch en een andere mening toegedaan. “Die geeft les bij ons op school,” klonk het spontaan in het salon van mensen die wel vaker weken van 50 uur en meer presteren. Waarmee we ook wisten dat hij in een Brussels Jezuïetencollege les geeft.

Franstalige klemtonen

Met wat communautaire vooringenomen- heid zou men het standpunt van deze ACOD- vrouw als typisch Franstalig beschouwen, quod non. Toch valt het op dat de kijk op on- derwijs in deze coronatijden anders kleurt in Franstalige België. Zonder de gezondheid uit het oog te verliezen, hoopt men in Vlaan- deren op een heropening van de scholen. Zo snel maar mogelijk is. Niet aan Franstalige zijde. “Wat is drie maanden op een cyclus?”, verklaarde een CSC-vertegenwoordiger op het zondagse “Deborsu & Gasten” op RTL.

En voor een karrenvracht aan academici is het duidelijk: geen heropening voor eind juni, stellen ze in hun oproep. Krasser, ze pleiten ervoor om van de gelegenheid ge- bruik te maken om bij de leerlingen te ko- men tot een “réflexion citoyenne sur l’orga- nisation sociétale dans un monde globalisé,”

onvertaalbare onzin waar je alle richtingen mee uit kan dus. Nog eentje. In een omzend- brief van Onderwijsminister van de Franse Gemeenschap Caroline Désir (PS) wordt op- geroepen tot ‘dedramatiseren’. De fameuze onderwijsstaking in de jaren negentig, toen ene Laurette Onkelinx op die functie zat, zou geen nefaste gevolgen gehad hebben (“(…) il n’y a pas été constaté d’augmentation sig- nificative du taux d’échec ou de redouble-

ment”). Zo staat het er echt. Dat is dan toch iets anders dan wij opvingen. Dergelijke gratuite verklaringen van een onderwijsmi- nister zouden in een beschaafd land syno- niem staan voor ontslag.

Brusselse bekommernis

De Brusselse realiteit werpt een apart licht op dit onderwijsdebat. Luisteren we even naar de immer interessante Wouter Duyck in De Tijd van het afgelopen weekend. “Als ons onderwijs op dit moment in good shape was, kwamen we zo’n tegenslag wel te boven.

Maar uit het internationale PISA-onderzoek weten we dat de leerprestaties in Vlaande- ren jaar na jaar dalen. Wij vechten dus tegen een achtergrond waar er al geen vet meer op de soep lag.”

En dan heeft hij het over het onderwijs in, zeg maar, het Vlaams Gewest. Om allerhan- de redenen zijn de Brusselse resultaten (en dan hebben we het enkel over het Neder- landstalig aanbod) minder dan elders. Aan inzet van leerkrachten zal het niet gelegen hebben, want die is wel nodig in die scholen.

Het is een vaste trend dat het Nederlands- talig onderwijs in de hoofdstad systematisch is gaan verbrusselen, wat in andere termen betekent: vervreemden. De logische taal- achterstand maakt het er vaak erg moei- lijk werken op, alle theorieën van psycho-, peda- en andere -logen ten spijt. Het school- jaar 2020-2021 zal bijzondere inspanningen vergen, want net deze groep zal sneller deze wat verloren weken/maanden als ballast meesleuren. Verstandig zou zijn daarop te anticiperen, eerder dan te ‘dedramatiseren’.

KNIN.

Binnenland 23 APRIL 2020

6

BRUSSEL

Adil: de held van de VRT

De VRT geeft wekelijks aan een columnist de opdracht om op zondag in het ochtendprogramma van Radio 1 een “held van de week” aan te duiden. Vo- rig weekend was die taak toevertrouwd aan een dame die waarschijnlijk we- reldberoemd is in Vlaamse progressieve kringen, maar wier naam ik niet onthouden heb omdat ik hem nog nooit eerder had gehoord

.

De held was deze keer Adil, de knaap die zich op Goede Vrijdag in Anderlecht op een politiewagen te pletter reed toen hij op de vlucht sloeg voor een coronacontrole. In de laudatio werd aangevoerd dat hij die ti- tel had verdiend omdat hij een slachtoffer was van het racisme dat in Brussel heerst en van de noodtoestand waarin veel mensen uit zijn gemeenschap zich in onze hoofdstad bevinden.

Er werd aan toegevoegd dat volgens Van Dale een rel een verstoring van de openba- re orde is, maar dat de incidenten die zich op Paaszaterdag voordeden en waarbij de politie door ‘jongeren’ met stenen werd be- kogeld, in feite niet als rellen mogen wor- den beschouwd, maar eerder als een uiting van rouw en van wanhoop. De echte rel was dat “een auto dwars door het lichaam van een jongen was gereden”.

Hoe lang nog?

Dit verslag van deze uitzending van onze openbare omroep mag u niet verbazen. Wat kan je ook verwachten van een zender die de Braziliaanse president Bolsonaro (die steevast met het epitheton ‘extreemrechts’

wordt geduid) dagelijks aan de kaak stelt als ‘coronascepticus’, maar nog steeds met geen woord gerept heeft over het linkse dictatoriaal regime van Nicaragua, dat nog geen enkele maatregel met betrekking tot de heersende pandemie heeft getroffen.

Of waarvan de correspondente in China kritiekloos en zonder enig voorbehoud het Chinese verhaal over de oorsprong van de coronavirus overneemt?

Hoe lang zullen de Vlaamse regering en het Vlaams parlement nog dulden dat de VRT het nieuws manipuleert en censureert?

FRANCIS VAN DEN EYNDE

Benjamin Dalle dient klacht in tegen SCEPTR

Benjamin Dalle, Vlaams minister van Media en Jeugd, heeft bij de Raad voor de Journalistiek klacht ingediend tegen de nieuwswebstek SCEPTR.

De minister vindt dat SCEPTR zijn woorden heeft verdraaid in een arti- kel met de titel “CD&V neemt het op voor allochtone relschoppers”. Hij meent dat dat besluit zo schandalig is dat het moet beschouwd worden als een beroepsfout en moet bestraft worden door de Raad voor de Jour- nalistiek.

Het artikel ging over de recente rellen in Anderlecht naar aanleiding van het do- delijke ongeval met Adil, en de reactie die minister Dalle daarover had geplaatst op zijn eigen Facebookpagina. Die reactie begon Dalle met een obligate afkeuring van het geweld tegen de politie. Daarop volgde echter een reeks beschouwingen die moeilijk anders dan als een pleidooi voor verzachtende omstandigheden kun- nen gelezen worden.

Hij stelt dat “sommige jongeren zich niet aangesproken voelen door de maat- regelen tegen corona,” hij pleit voor

“voor meer respect, begrip en medele-

ven... ook voor de situatie van veel jonge- ren” en voegt eraan toe: “Er heerst diepe frustratie, woede ook. Veel jongeren voe- len zich vergeten.”

Oordeel zelf

Het artikel van SCEPTR.net had de woorden van Dalle letterlijk weergege- ven. Elke lezer wordt trouwens uitgeno- digd zijn eigen conclusies te trekken, want het artikel bevat een link naar de tekst van de minister. Dalle vindt het ech- ter ongehoord dat de redacteur zijn re- actie had omschreven als “het opnemen voor allochtone relschoppers.”

In principe zou de klacht van Dalle geen enkele kans mogen maken. Zijn ei- genlijke woorden werden niet verdraaid.

Het besluit van de journalist was duide- lijk herkenbaar als diens eigen mening en was, naar de normen van de Belgische pers, bijzonder braaf.

En hopelijk krijgen we ook voor dit ar- tikel zelf geen klacht aan ons been. De minister lijkt nogal lichtgeraakt.

KARL VAN CAMP SCEPTR.net is een digitale nieuws- webstek, ontstaan in de schoot van ’t Pallieterke, maar met een eigen redac- tie. SCEPTR krijgt geen subsidies (wat had u gedacht), maar moet roeien met beperkte financiële middelen. Wie zich ook voelt aangesproken door de klacht van minister Dalle, kan en mag SCEPTR steunen... BE39 7390 1640 4519. Alle in- formatie via: www.sceptr.net.

Citaat van de week > Margot Cloet (Zorgnet Icuro)

Er zijn tal van mensen die nooit over de staatshervorming of het Belgische politieke systeem spreken of als ze er wat over horen er de schouders voor ophalen. Tot men tegen de grenzen ervan aanbotst. Een van die mensen is Margot Cloet, tot nog niet zo lang geleden kabinetschef van welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V). De jongste weken kwam zij herhaaldelijk in beeld als dé belangenbehartiger van de zorgsector, en dan vooral van de woonzorgcentra. Het gemis aan communicatie tussen de diverse beleidsniveaus, de misverstanden, het niet doorstromen van informatie, de versnip- pering van de bevoegdheden en dies meer deden haar ervaren dat een en ander niet of op zijn minst slecht functioneert. Wat ‘de Belgische politiek’ de jongste tijd ten- toonspreidt, is echt niet fraai. Haar besluit was dan ook duidelijk: deze staatsstruc- tuur is hinderlijk. Het valt te hopen dat zij en anderen die tegen dezelfde obstakels aanbotsen na de coronacrisis mee aan de kar zullen trekken om de politiek te doen inzien dat dit land moet omgebouwd worden in functie van een zo groot mogelijke zelfstandigheid van de regio’s.

“Al weken bemoeilijkt onze

complexe staatsstructuur de zaken”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ons advies is: gebruik geen alcohol in de periode dat u zwanger wilt worden, en zeker niet tijdens uw

Leg ook vast wie mandaat heeft voor toestem- ming voor noodkap en op welk moment.. Openbare orde

Wat ter wereld ziet God dan toch in de mens, Dat Hij wordt de ‘Man aan het kruis’.. De Farizeeërs samen, ja ze kijken

drs. Welten is korpschef van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland... macht en de politie voor een deel met dezelfde ontwikkelingen hebben te maken en dat de

Waar God uw vrouw, ofschoon zij een zondares is, genade geeft, genade des levens, opdat zij niet sterve, maar eeuwig voor Zijn aangezicht leve, daar zult gij, man, slechts dan

„Maar de dialoog moet meer zijn dan camaraderie”, zegt Paolo Dall’Oglio.. „We moeten ook het theologische gesprek durven

Wat mijn woordje betreft, bij ouderen be- gin ik niet over het trouwboekje, maar voorts is de liefde hetzelfde voor jong en oud.” „Bij ons was het intiem, sfeervol en

Door de lagere inkomensgroepen niet of nagenoeg niet in de belastingheffing te betrekken, maar daartegenover de hogere inkomensgroepen zeer zwaar te treffen