• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN

VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE

Bodegraven-Reeuwijk

Plaats : Bodegraven

Gemeentenummer : 1901 Onderzoeksnummer : 286666 Datum onderzoek : 7 januari 2016 Datum vaststelling : 25 mei 2016

(2)
(3)

VOORWOORD. . . 5

1 INLEIDING. . . 6

2 VVE IN DE GEMEENTE BODEGRAVEN-REEUWIJK. . . 8

3 CONCLUSIES. . . 14

INHOUDSOPGAVE

Pagina 3 van 15

(4)
(5)

In de periode 2007-2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op vve in werking getreden.

Het signaalgestuurde toezicht vve begon eind 2013 met het versturen van digitale vragenlijsten naar de 315 middelgrote en kleine gemeenten. Voor de 37 grote gemeenten is er tot en met 2015 een apart monitortraject.

Op basis van een analyse van de digitale vragenlijsten is besloten om in middelgrote en kleine gemeenten waar risico’s ten aanzien van de uitvoering van de wettelijke vve-verplichtingen lijken te bestaan, een onderzoek uit te voeren. Het onderzoek is uitgevoerd in het eerste kwartaal van 2016. Dit rapport beschrijft in hoeverre degemeenteBodegraven-Reeuwijkin 2015 voldoet aan de eisen ten aanzien van vve en welke veranderingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de bestandsopname.

De hoofdinspecteur primair onderwijs en speciaal onderwijs, Dr. A. Jonk

VOORWOORD

Pagina 5 van 15

(6)

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeenteBodegraven-Reeuwijkin 2015-2016.

De aanleiding van het onderzoek is het mogelijk bestaan van risico’s ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie in deze gemeente.

De basis van het onderzoek is een digitale vragenlijst die de gemeente heeft ingevuld. Wij hebben deze vragenlijst geverifieerd aan de hand van de aangeleverde documenten en de toelichting daarop in een gesprek met

betrokkenen van de gemeente. Vervolgens hebben wij de eisen met betrekking tot het vve-beleid beoordeeld en de veranderingen ten opzichte van de

bestandsopname in beeld gebracht.

Het signaalgestuurde toezicht op de vve-locaties maakt nog geen deel uit van dit onderzoek.Wij starten na de zomer van 2015 met het signaalgestuurde toezicht op vve op de locaties. De signalen van de GGD zijn leidend om te bepalen welke peuterspeelzalen en kinderdagverblijven met voorschoolse educatie worden bezocht.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Analyse van de beantwoorde digitale vragenlijst in relatie tot de bevindingen tijdens de bestandsopname.

• Analyse van aanvullend opgevraagde informatie in relevante beleidsdocumenten van de gemeente.

• Intern overleg met het team Kinderopvang over GGD-toezicht in de gemeente.

• Een gesprek met de betrokken beleidsambtenaar over het vve-beleid van de gemeente.

• Beoordeling van vve-beleid van de gemeenteBodegraven-Reeuwijk.

Als basis voor de beoordeling gelden de beoordelingscriteria toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie voor gemeenten, zoals die te vinden zijn op:

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

Toezichtkader

(7)

www.onderwijsinspectie.nl > onderwijssectoren > voor- en vroegschoolse educatie.

Hoofdstuk 2 geeft een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daar wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname (paragraaf 2.1) en op de door de gemeente aangeleverde vve-documenten (paragraaf 2.2). Tenslotte geven wij in dit hoofdstuk een oordeel over het gemeentelijke vve-beleid (paragraaf 2.3). Hoofdstuk 3 bevat de conclusies over het vve-beleid in de gemeenteBodegraven-Reeuwijk.

Opbouw rapport

Pagina 7 van 15

(8)

DegemeenteBodegraven-Reeuwijkheeft een digitale vragenlijst ingevuld. Op basis van de antwoordenhebben wijmogelijke risico’s gesignaleerd ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie.

De digitale vragenlijst levert informatie over:

• wel of geen afspraken van de gemeente met de schoolbesturen en de houders over de doelgroepdefinitie, toeleiding, doorgaande lijn en resultaatafspraken;

• het bereik;

• de veranderingen bij de aspecten ouderbeleid, integraal vve-programma, externe zorg en interne kwaliteitszorg;

• het aantal vve-locaties en het aantal locaties waar de GGD

tekortkomingen heeft gesignaleerd in het eerste domein (pedagogische praktijk).

De beoordeling van het gemeentelijke beleid is gebaseerd op de digitale vragenlijst, opgevraagde gemeentelijke beleidsdocumenten, eventuele aanvullende informatie en het gesprek met de gemeente (zie paragraaf 2.3).

Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.

Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.

1. Evaluatierapport vve-beleid Bodegraven-Reeuwijk maart 2012.

2. Raadsbesluit onderwijskansenbeleid.

3. Raadsvoorstel kaders onderwijskansenbeleid.

4. Overdrachtsprotocol van PSZ en KOV naar de basisschool.

5. Getekende offerte traject bevordering ouderbetrokkenheid.

6. Jaarverslagvve 2014.

VVE IN DE GEMEENTE BODEGRAVEN-REEUWIJK 2

Lijst met de vve-documenten die de gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft aangeleverd

2.2

(9)

In deze paragraaf geven wij onze bevindingen weer over het gemeentelijke vve- beleid. Per domein is beschreven op welke punten wij het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordelen, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’) als met (‘1’) afspraken en op welke punten wij de gemeente als een voorbeeld voor anderen zien (‘4’).

Wij baseren onze bevindingen op de uitkomsten van de verificatie van de digitale vragenlijst door middel van documentenanalyse en gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd.

De inspectie publiceert jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer informatie hierover zie www.onderwijsinspectie.nl onderwijssectoren Kinderopvang.

Het gemeentelijk vve-beleid 2.3

HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID 1 2 3 4

• 1A1 Definitie doelgroepkind

1A2 Bereik 1A3 Toeleiding 1A4 Ouders

1A5 Integraal vve-programma 1A6 Externe zorg

1A7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen 1A8 Doorgaande lijn

1A9 Resultaten

1B Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau

1C Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau

DE VVE-CONDITIES 1 2 3 4

• 2A GGD-rapport

2B Gemeentelijk subsidiekader

Pagina 9 van 15

(10)

Toelichting:

'2' Verbeterpunten

1a4 Ouders

De gemeente heeft acties ondernomen om ouderbetrokkenheid te vergroten. Zo hebben alle voorscholen en vroegscholen het aanbod gekregen om

ouderbetrokkenheid via een Quick scan in beeld te krijgen. Het merendeel van de scholen heeft hiervan gebruik gemaakt.

Daarnaast worden er aanvullende progamma's ingezet om ouders thuis te stimuleren en te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind.

De gemeente heeft echter geen concreet beleid ontwikkeld waarin is aangegeven welke doelen zij nastreeft op het gebied van ouderparticipatie.

Evenmin is duidelijk op welke wijze zij deze doelen wil verwezenlijken, welke instellingen hierbij betrokken zijn en welke concrete resultaten zij verwacht te behalen. Voor het inzetten van effectief beleid is het noodzakelijk dat de gemeente een grondige analyse van de ouderpopulatie heeft.

1a6 Externe zorg

De scholen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk hebben een heldere

zorgstructuur. Voor de vier peuterspeelzalen en kinderdagverblijven ontbreekt in de gemeente echter nog een dergelijke structuur. Hierdoor is niet duidelijk wat de procedures zijn voor het aanmelden van peuters bij externe zorginstanties, wie de regie heeft om overlap in zorgverlening te voorkomen en hoe deze externe zorgstructuur wordt geëvalueerd.

1a7 Interne kwaliteitszorg voor en vroeg-scholen

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk stelt in haar subsidievoorwaarden dat voorscholen een jaarverslag moeten maken. Hierin is niet opgenomen op welke wijze de gemeente wil dat zij rapporteert over haar kwaliteitszorg. De gemeente heeft ook geen standaarden hoe zij wil dat de vve kwaliteit per locatie wordt geëvalueerd, verbeterd en geborgd.

Dit is nog een aandachtspunt aangezien de effecten van vve mede afhankelijk zijn van de kwaliteit van de vve die geleverd wordt. Het gaat dan om

pedagogische en educatieve vaardigheden van de medewerkers, de wijze waarop het vve programma wordt gebruikt, de zorg en begeleiding, ontwikkeling van de peuters en het gebruik van de inrichting.

(11)

1a8 Doorgaande lijn

De gemeente heeft met de vve-instellingen en de schoolbesturen afspraken gemaakt over het overdragen van kindgegevens van voor- naar vroegschool. In het door alle participanten getekende overdrachtsprotocol is vastgelegd hoe de overdracht van de ontwikkeling van kinderen van de voor- naar de vroegschool is. Nog niet opgenomen in dit protocol is de warme overdracht van

zorgkinderen. De overdracht van aan kinderen verleende zorg en begeleiding is in 2016 een aandachtspunt.

'3' Voldoende

1a1 Definitie Doelgroepkind

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk hanteert een brede doelgroepdefinitie waarbij naast de gewichtentregeling ook alle kinderen met een taalachterstand en alle kinderen met een risico op taalachterstand worden bedoeld.De JGZ stelt vast wanneer een kind tot de doelgroep behoort. In hetjaarverslag van 2014 heeft de gemeente zich voorgenomenomdeze brededoelgroepomschrijvingte herdefiniëren. Ze wilde deze uitbreiden met sociaal-emotionele kenmerken en omzetten in de zogenoemde GIZ (gezamelijk inschatten van zorgbehoeften). Na een heroriëntatie in 2015 heeft zijdit beleidsvoornemen ingetrokken omdat er onvoldoende valide normen zijn om sociaal-emotionele achterstand te indiceren.

1a2 Bereik

In 2013 en 2014 heeft de gemeente per jaar 72 plekken voor voorschoolse educatie beschikbaar. Dit is ruim voldoende voor de respectievelijk 43 en 32 kinderen die volgens de eigen doelgroepdefinitie in de regio zijn.Uit de gemeentelijkejaarverslagenwordt duidelijk dat in 2013, 42 kinderen gebruik maakten van 10 uur voor- en vroegschoolse educatie, en in 2014 warener 56 kinderen die vve op de voorscholen hebben ontvangen. De gemeentevraagt de aanbieders jaarlijksom hen deze infomatie te geven

1a3 Toeleiding

De JGZ werkt binnen het CJG aan de signalering en toeleiding van kinderen naar vve. Dit is een samenwerking van het consultatiebureau en preventieve

logopedie. De medewerkers zijn in de afgelopen twee jaar geschoold om nog beter spraak- en taalproblemen te signaleren. Daarmee is er een sluitend systeem om te vve-kinderen te kunnen signaleren.Indien een kind is

geïndiceerd voorvve maar zich vervolgens niet aanmeldt bij een voorschool dan volgt een huisbezoek.

Pagina 11 van 15

(12)

In 2014 zijn er zeven kinderen ondanks dit toeleidingsbeleid niet bereikt. De gemeente heeft nog geen zicht op de reden van dit non-bereik en zal dit binnenkort agenderen in het vve-overleg.

1a5 Integraal vve-programma

Op de voorscholen wordt er gewerkt met een erkend vve-programma. De

basisscholen waarvve wordt gegeven zijn door het geringe aantal vve-leerlingen (minder dan 15%) niet door de gemeente verplicht om met een bepaald

programma te werken. De gemeente ziet hierdoor risico's voor de doorgaande lijn van taal en wil dan ook met de werkgroep lokaal onderwijsberaad hier aandacht aan gaan besteden in 2016.

Daarnaast worden de kinderen in zowel de voor-als de vroegscholen gevolgd in hun ontwikkeling door middel van een observatiesysteem en genormeerde toetsen.In het door alle betrokkenen ondertekende "Convenant vve

Bodegraven-Reeuwijk" stellen zij zich gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van een dekkenden kwalitatief volwaardig vve-aanbod.

1a9 Resultaten

In 2014 heeft de gemeente concrete afspraken gemaakt wat de gewenste inhoudelijke resultatenzouden moeten zijn van vve. Deze zijn met name gericht op taalopbrengsten aan het eind van groeptwee van de basisschool en zijn concreet omschreven. Ook zijn er met de scholen afspraken gemaakt over het aanleveren van de toetsgegevens.

De streefdoelen of resultaten die de kinderen op de voorschool zouden moeten realiseren zijn nog niet bepaald door de gemeente.

1b Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau

De gemeente is voorzitter en regievoerder van de werkgroep

onderwijskansenbeleid. Deze komt 4x per jaar bij elkaar envve is daar hetvaste agendapunt. Alle aanbieders vanvve en de JGZ worden uitgenodigd op deze bijeenkomsten waar het beleid wordt gemonitoord en geëvalueerd. De gemeente laat zich in deze regierol ondersteunen door een extern adviesbureau.

1c Systematische evaluatie en verbetering vve op gemeentelijk niveau Het vve-beleid en de afspraken met de partners over de uitvoering van vve worden jaarlijks geëvalueerd en vastgelegd in een jaarverslag. Wat hierin nog niet is opgenomen zijn de verbeterpunten voor de komende jaren. De gemeente wil de beleidsvoering in de komende periode systematisch op gaan pakken en daarmee ook concrete doelen een tijdpad en verbeterpunten opnemen in haar beleidscyclus.

(13)

2a GGD beoordeelt de basiskwaliteit

De gemeente heeft geregeld dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen beoordeelt. De gemeente is met name gefocust opde scholing van

medewerkers. Doel daarbij is dat alle vve-medewerkers over een vastgesteld taalniveau beschikken. In 2014 hebben zes van de 38 medewerkers de taaltoets met goed gevolg gehaald. Uit de voorlopige gegevens van 2015 blijkt op drie medewerkers na het overgrote deel van de pedagogisch medewerkers de toets met goed gevolg te hebben afgesloten. Het scholingsaanbod voor degenen die het gewenste taalniveau nog niet hebben behaald wordt gecontinueerd.

2b Er is een gemeentelijk subsidiekader

De gemeente heeft een subsidiekader waarin voorwaarden zijn opgenomen conform de wet op de kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

De aanvullende voorwaarden worden in een nieuw vast te stellen subsidiekader in 2016 opgenomen.

'4' Voorbeeld voor anderen

Er zijn geen standaarden als voorbeeld voor anderen beoordeeld.

Pagina 13 van 15

(14)

De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Bodegraven-Reeuwijkbeoordeeld. Dit vanwege mogelijke risico’s ten aanzien van de uitvoering van wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie.

Conclusies gemeentelijk vve-beleid

Ten opzichte van debestandsopname in 2012 heeft de gemeente Bodegraven- Reeuwijk haar vve-beleid verbeterd. Destijds waren erdrie onderdelen van het gemeentelijk beleid voldoende beoordeeld en op tien onderdelen was

verbetering noodzakelijk.In het huidigeonderzoek is het beleid tot en met 2014 beoordeeld en daaruit blijkt dathet grootste deel namelijk negenonderdelen, nu op orde is. Toch zijn er nog enkele belangrijke verbeterpunten te noemen.

Verbeterpunten

De gemeente zal de verbeterpunten in de eerstvolgende vergadering van de werkgroep Onderwijskansenbeleid agenderen.

• 1a4 Ouders

• 1a6 Externe zorg

• 1a7Internekwaliteitszorg van de voor en vroegscholen

• 1a8Doorgaande lijn

Voldoende

• 1a1 Definitie doelgroepkind

• 1a2 Het bereik

• 1a3 Toeleiding

• 1a5 Integraal VVE-programma

• 1a6 Externe zorg

• 1a9 Resultaten

• 1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau

• 2a GGD beoordeelt basiskwaliteit

• 2b Gemeentelijk subsidiekader

Vervolgafspraken:

• Signaalgestuurd toezicht: wij zulleneind 2016 opnieuw een vragenlijst sturen naar de middelgrote en kleine gemeenten en een inschatting maken van mogelijke risico’s. Tevens nemen wij de uitkomsten van

CONCLUSIES

3

(15)

eventuele locatieonderzoeken mee. Op grond van de analyses bekijken wij opnieuwin welke gemeenten in 2017 een onderzoek plaats zal vinden.

Pagina 15 van 15

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de

De gemeente heeft echter ze lf nog geen concreet be le id ontw ikke ld over we lke doe len ze nastreeft op het geb ied van ouderpart ic ipat ie, we lke m idde len of instrumenten ze

1a3 toeleiding: de gemeente zorgt dat ten laatste 1 december 2016 afspraken zijn gemaakt over wie er wanneer verantwoordelijk is voor de toeleiding van doelgroepkinderen

Door het ontbreken van aanstur ing vanu it de gemeente en het fe it dat de houder deze inhaa ls lag moest maken, hebben de inhoude l ijke ontw ikke l ingen b innen de vve in.. VVE

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de

D it rapport is het vers lag van een onderzoek van de Inspect ie van het Onderw ijs naar het gemeente l ijke be le id ten aanz ien van voor- en vroegschoo lse educat ie (vve) in

De gemeente Menterwolde heeft op gemeentelijk niveau geen afspraken gemaakt over de wijze waarop de voor- en vroegscholen hun interne kwaliteitszorg monitoren.. Wel heeft zij in

De voorscholen moeten wel voldoen aan de wettelijke verplichtingen (zoals het verplichte taalniveau), maar er zijn geen aanvullende afspraken opgenomen hoe de voor- en