MA Kunst- en Cultuurwetenschappen Afstudeerrichting Kunst, Cognitie en Kritiek Van Hamelstraat 3a
9714HH Groningen 0683055303
Stageverslag
Stichting Kunst & Cultuur Anoek Houben
S3267040 6-2-2019
Stichting Kunst & Cultuur: Michiel van der Kaaij, Marjelle Over
Rijksuniversiteit Groningen: Barend van Heusden
1 I NHOUDSOPGAVE
2 Inleiding ... 3
3 De organisatie ... 4
4 Taken ... 6
5 Evaluatie ... 8
6 Conclusie ... 10
7 Literatuur ... 11
9 Bijlagen ... 12
2 I NLEIDING
Van 1 december tot 31 januari heb ik stage gelopen bij Stichting Kunst & Cultuur in Assen. Deze stage was onderdeel van een onderzoek in opdracht van de provincie Drenthe naar de mogelijkheden tot culturele talentontwikkeling in de provincie. In de stageperiode heb ik interviews afgenomen met drie groepen: 1) belangrijke spelers in het culturele veld (organisaties), 2) ouders van kinderen die zich aan het ontwikkelen zijn in een culturele discipline en 3) jongeren die zich aan het ontwikkelen zijn in een culturele discipline.
Al sinds de start van mijn master – en daaraan voorafgaande premaster – ben ik bezig met (cultuur)educatie en (cultuur en) cognitie. Naast mijn masterstudie ben ik bovendien werkzaam als freelance ontwerper en animator in de educatieve sector in het noorden van Nederland. Ik ontwerp visueel educatief materiaal en geef culturele
workshops voor kinderen en jongeren. In zowel mijn studie als mijn werk probeer ik de koppeling te maken tussen de theorieën die ik op de universiteit leer en de praktijk die ik in mijn werk tegenkom. Ook voor mijn stage was ik dus op zoek naar zo’n koppeling, en Stichting Kunst & Cultuur paste hier goed bij. De stichting omschrijft zichzelf als een
“expertisecentrum en projectorganisatie op het gebied van cultuureducatie,
cultuurparticipatie, cultuurinnovatie en cultuurbeleid” (Stichting Kunst en Cultuur, 2019) waarbij ze zich richt op de culturele infrastructuur van de provincie Groningen en Drenthe. De stichting legt de koppeling tussen theorie en praktijk ook door zich (soms) te baseren op theorie, maar deze altijd kritisch te benaderen voor toepassing in een praktische situatie. Dit gold ook voor de stageopdracht die ik mee kreeg: de interviews stonden in relatie tot een geformuleerd theoretisch kader, maar moesten ook dienen voor de praktijk omdat de uitkomsten van het onderzoek gebruikt worden voor
(praktische) beleidsbeslissingen in de culturele sector in Drenthe. Een andere reden om
stage te lopen bij stichting Kunst & Cultuur was de ervaring die zij heeft in het culturele
veld in Groningen en Drenthe. Ik wil mij (als freelancer) verder ontwikkelen in het
culturele veld in het noorden van Nederland, en de stage bij stichting Kunst & Cultuur
vormde voor mij een goede leerervaring m.b.t. het culturele veld van Groningen en
Drenthe.
3 D E ORGANISATIE
Stichting Kunst & Cultuur is een publieke organisatie die in 2019 26 jaar bestaat. Ze voert opdrachten uit ter bevordering van de culturele sector in Drenthe (en Groningen) in de breedste zin. Haar opdrachtgevers zijn vooral (lokale) overheden, maar ook
fondsen, scholen, culturele instellingen, bedrijven en particulieren. De kerntaken van de stichting zijn als volgt geformuleerd:
• informeren;
• adviseren en begeleiding op maat;
• deskundigheidsbevordering (workshops en trainingen);
• bemiddeling;
• ondersteunen van netwerken;
• organiseren van symposia en ontmoetingen;
• beleidsontwikkeling;
• onderzoek en evaluaties;
• verzorgen, ondersteunen en begeleiden van projecten. (K&C, 2016, p. 7) Voor het uitvoeren van deze taken heeft de organisatie twee teams: Participatie en Educatie. Het team educatie richt zich voornamelijk op cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs. Het team participatie richt zich op culturele participatie buiten het onderwijs. Dit kan zowel productieve als receptieve deelname aan cultuur zijn.
Stichting Kunst & Cultuur heeft zo’n 40 medewerkers, waarvan de meeste parttime voor het bedrijf werken. In het team participatie bevinden zich onder andere een aantal adviseurs in verschillende disciplines zoals popmuziek, beeldende kunst, dans en creatieve industrie. Deze adviseurs hebben vaak, naast hun werkzaamheden bij de stichting, ook werkervaring in de culturele sector als bijvoorbeeld aanbieder.
In het beleidsplan 2016-2020 zijn door de directeur van de stichting, Marieke Vegt, zes speerpunten geformuleerd waarop de stichting moet investeren:
• interne organisatie: verbetering projectmatig werken en uitbreiding flexibele inzet
• uitbreiding van de digitalisering van dienstverlening
• verbeteren van de gemeentelijke samenwerking (met kunstencentra en met gemeenten)
• visieontwikkeling voor talentontwikkeling op alle disciplines
• versterken van de financiële bemiddelingsfunctie (regionale, nationale en Europese subsidies)
• bestendigen van de samenwerking met de provincie en de gemeente Groningen (K&C, 2016, p. 4)
Deze zes speerpunten moeten ervoor zorgen dat Stichting Kunst & Cultuur de culturele sector in Drenthe en Groningen kan versterken. Een van de speerpunten is gericht op talentontwikkeling, het onderwerp van het onderzoek wat ik bij de stichting heb
uitgevoerd. Met betrekking tot talentontwikkeling neemt stichting Kunst & Cultuur niet
alleen een rol in het ontwikkelen van een visie, maar ook in het ontwikkelen van
trajecten of projecten die bijdragen aan talentontwikkeling in verschillende disciplines.
De adviseurs van bijvoorbeeld popmuziek dragen bij aan talentontwikkeling in deze
discipline door trajecten op te zetten als Hit the North, een traject in samenwerking met
Friesland en Groningen dat zich richt op de professionalisering van poptalent in de
noordelijke provincies. Ook organiseert de stichting (mede) trajecten voor beeldende
kunst waarin (amateur)kunstenaars begeleid worden in professionalisering in deze
discipline. Voor deze en andere projecten die de stichting (mede) organiseert geldt altijd
dat ze in samenwerking met het bestaande culturele veld van Drenthe ontwikkeld en
uitgevoerd worden.
4 T AKEN
De focus van mijn stageopdracht had betrekking op het vierde punt van bovengenoemde zes speerpunten: visieontwikkeling voor talentontwikkeling op alle disciplines. Voor deze visieontwikkeling was een inzicht in de actuele stand van zaken nodig, een meting van het aanbod van culturele activiteiten met betrekking tot talentontwikkeling in alle disciplines in de provincie Drenthe. Mijn stage was onderdeel van een groter onderzoek met als hoofdvraag Welke problemen zijn er in het aanbod en gebruik van activiteiten gericht op talentontwikkeling in de culturele sector in Drenthe? Met betrekking tot de stage heb ik een aantal stagedoelen geformuleerd, welke te vinden zijn in bijlage 1.
Voorafgaand aan de stage heb ik een onderzoeksplan geschreven voor het gehele onderzoek waarin de methodologie en een theoretisch kader worden behandeld. In september 2018 ben ik begonnen met de uitvoering van het onderzoek. Het eerste deel van het onderzoek bestond uit deskresearch naar het culturele aanbod met betrekking tot talentontwikkeling in de provincie Drenthe, in de vorm van een telling van het aantal organisaties per cultuurdiscipline. Het tweede deel van het onderzoek bestond uit het uitzetten van vragen(lijsten) onder organisaties, gebruikers en ouders van gebruikers naar hun ervaringen met betrekking tot de mogelijkheden tot culturele
talentontwikkeling in de provincie Drenthe. In deze vragenlijsten is een eerste idee verkregen van visies en problemen m.b.t. talentontwikkeling in Drenthe. Deze visies en problemen zijn vervolgens verder uitgediept in 14 interviews met organisaties,
(beginnende) talenten en ouders van (beginnende) talenten. De eerste twee delen van het onderzoek zijn buiten de stage uitgevoerd. Het huidige stageverslag richt zich dus op het derde en laatste deel van het onderzoek – de interviews – en het schrijven van het onderzoeksrapport op basis van de resultaten van zowel dit als voorgaand onderzoek.
Tijdens de stageperiode heb ik twee dagen per week meegedraaid in het Participatie team van stichting Kunst & Cultuur, maandag en dinsdag. Ik heb
meegedraaid in het tweewekelijkse team-overleg, waar ik ook gevraagd werd mee te denken over en te reageren op kwesties en vraagstukken die niet tot mijn eigen onderzoek behoorden. Om mijn taken als onderzoeker naar talentontwikkeling uit te voeren kreeg ik alle vrijheid. Voor vragen, feedback en begeleiding kon ik aankloppen bij alle collega’s van de stichting – dit beperkte zich niet tot mijn stagebegeleiders. Om zeker te weten dat ik de interviews met de juiste personen zou afnemen heb ik daar dankbaar gebruik van gemaakt. Vanwege de nauwe banden met instellingen,
organisaties en particulieren uit het culturele veld in Drenthe wisten collega’s relevante personen aan te bevelen of mijn keuzes voor de interviews te bevestigen. Ook konden zij helpen met contact leggen met deze personen vanwege deze band en de goede naam die de stichting in het culturele veld heeft opgebouwd. Tenslotte hebben de medewerkers van de stichting kunnen helpen met het controleren van gespreksgidsen voor de interviews, toegespitst op de die verschillende doelgroepen.
Door middel van input van collega’s heb ik 13 interviews afgenomen. Zes van deze
interviews waren met aanbieders uit vijf verschillende disciplines: 1) popmuziek, 2)
klassieke muziek, 3) beeldende kunst, 4) theater en 5) dans. Deze aanbieders hebben
aanbod op verschillende niveaus: van beginner tot gevorderde.
In de groep gebruikers heb ik met zeven
1jongeren in de leeftijd 15 – 24 en drie ouders van jongeren in de leeftijd 13 – 19 gesproken. Zij bevinden zich op verschillende plekken in de keten van talentontwikkeling en in verschillende disciplines. Drie van deze jongeren zijn actief in de popmuziek of klassieke muziek. Ook twee van de
geïnterviewde ouders hebben kinderen die actief zijn in de muziek. Alle jongeren in de muziek bevinden zich in latere stadia van talentontwikkeling, richting verdieping en professionalisering. Tijdens de interviews met deze personen is vooral gesproken over hun ervaringen met talentontwikkeling in de muziek in hun omgeving, maar is het algemene aanbod ook aan bod gekomen. Een andere jongere en een ouder van een jongere, afkomstig uit Assen, zijn over het algemene aanbod in hun buurt geïnterviewd.
Gaandeweg dit interview kwam er een focus op het aanbod in theater te liggen. De laatste jongere, afkomstig uit een kleine gemeente (±2000 inwoners), is ook over het algemene aanbod in haar buurt geïnterviewd.
De interviews heb ik zelf afgenomen en verwerkt. Ze zijn niet volledig
uitgeschreven in het onderzoeksrapport opgenomen. Omdat het aanbod in de culturele sector in Drenthe in bepaalde disciplines (zeer) klein is, kan anonimiteit niet
gegarandeerd worden als de interviews volledig opgenomen zouden worden in het onderzoek. Een lezer met kennis van het veld zou door de combinatie van de discipline en het werkgebied dat besproken wordt kunnen achterhalen welke aanbieder aan het woord is in de afzonderlijke interviews. Om de privacy van de geïnterviewden te beschermen en hen zo vrij mogelijk te laten spreken is er dus gekozen om alleen te parafraseren of onherleidbare citaten op te nemen in het onderzoek. Zoals hierboven gezegd, waren de interviews een deel van een groter onderzoek waar deskresearch en vragenlijsten zijn gebruikt voor het doen van kwantitatief onderzoek. Deze parafrases en citaten zijn dus gebruikt als aanvulling op resultaten uit dit kwantitatieve onderzoek.
1