• No results found

Vraag nr. 161 van 3 februari 1997 van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 161 van 3 februari 1997 van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 161 van 3 februari 1997

van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS

Bebossing – Stand van zaken – Ve r g u n n i n g s p r o-cedure

De bebossing in Vlaanderen is onvoldoende. Vo o r 1996 werd 20.000 ha gepland. Voor het bebossen van privé-grond is men gebonden door twee regel-gevingen die nogal verschillen.

Artikel 35 § 5 van het Veldwetboek van oktober 1886 :

– er is een vergunning vereist van het college van burgemeester en schepenen,

– het college beslist binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag,

– zoniet wordt de vergunning geacht verleend te zijn,

– beroep is mogelijk.

Artikel 87 van het Bosdecreet van september 1992 : – voegt hier een "eensluidend advies van de

dienst Landbouw en de dienst Bos en Groen" aan toe,

– de termijn waarbinnen moet worden beslist evenals de beroepsmogelijkheid vermeldt dit artikel niet.

1. Hoeveel ha nieuw bos werd gerealiseerd in '96 ? 2. Hoeveel ha is privé-bos, hoeveel openbaar ? 3. Hoeveel ha hiervan ligt in agrarisch gebied ?

Hoeveel in natuurgebied ?

4. Hoeveel ha nieuw bos is gepland voor '97 ? 5. Hoeveel aangevraagde vergunningen voor

bebossing werden geweigerd in '95 en '96 ? Hoeveel ha werd geweigerd ?

6. Kan het gemeentebestuur bij het afleveren van de bebossingsvergunning afwijken van het advies van de dienst Landbouw en de dienst Bos en Groen ? Zo ja, in welke zin ? Zo neen, is dit dan nog een advies ?

7. Wat is de termijn waarbinnen de beslissing bij de aanvrager moet toekomen ?

Wat kan gebeuren na die termijn ?

8. Bij welke instantie is beroep mogelijk tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen ? Onder welke voorwaarden ?

Antwoord

1. In 1996 werd in het Vlaamse gewest 183,3 ha nieuw bos gerealiseerd. Dit betreft de opper-vlakte die bij de afdeling Bos en Groen bekend i s. Voorlopig worden geen gegevens genoteerd voor de provincies OosVlaanderen en A n t-werpen. Zodra deze gegevens in mijn bezit zijn, worden ze meegedeeld. Uit wat volgt, zal blij-ken dat niet steeds beblij-kend is waar en hoeveel nieuw bos werd aangelegd.

2. Van deze totale oppervlakte is 52,94 ha privé-bos en 130,36 ha openbaar privé-bos.

Voor het privé-bos is enkel de oppervlakte nieuw bos opgenomen die vervat zit in de subsi-d i e subsi-d o s s i e r s. Van subsi-deze subsi-dossiers is met zekerheisubsi-d bekend dat alle vereiste adviezen en vergunnin-gen werden ingewonnen en dat de bosaanleg werkelijk werd uitgevoerd. Gegevens in ver-band met bosuitbreiding waarvoor geen subsi-die werd gevraagd, zijn niet bekend bij de afde-ling Bos en Groen, aangezien de gemeentebe-sturen in vele gevallen geen kopie van de ver-leende vergunning sturen aan deze afdeling. Bovendien worden wellicht toch niet alle ver-gunde bebossingen op het terrein gerealiseerd. De oppervlakte nieuw openbaar bos bestaat zowel uit aanleg of uitbreiding van domeinbos-sen, als uit aanleg van andere nieuwe openbare bossen.

3. Van de in 1 opgegeven totale oppervlakte nieuw bos ligt 44,43 ha (30,46 ha privé-bos + 13,97 ha openbaar bos) in agrarisch en 58,82 ha (13,75 ha privé-bos + 45,07 ha openbaar bos) in natuurge-bied.

4. Voor 1997 is 162,55 ha openbaar bos gepland (voorlopig geen gegevens voor de provincies Oost-Vlaanderen en A n t w e r p e n ) . De opper-vlakte nieuw privé-bos in 1997 zal wellicht, zoals de voorbije jaren, schommelen tussen 50 à 110 ha. Indien in grote mate wordt gebruikgemaakt van de recente subsidieregeling voor het bebos-sen van landbouwgronden ter uitvoering van de EG-verordening nr.2080/92, zal deze oppervlak-te grooppervlak-ter zijn.

(2)

5. Aangezien de vergunning voor bebossing wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen en er meestal geen kopie van deze vergunning wordt doorgestuurd naar de afdeling Bos en Groen,kan deze vraag niet wor-den beantwoord.

In enkele gevallen wordt een kopie van het advies van de afdeling Land voorgelegd. Daar-uit kan echter niet worden besloten of de ver-gunning al of niet wordt geweigerd, of dat de bebossing niet wordt uitgevoerd.

6. In de ministeriële omzendbrief van 2 april 1991 betreffende de toepassing van het Bosdecreet op gemeentelijk vlak, wordt bepaald dat het aangewezen is dat het college van burgemeester en schepenen zelf onmiddellijk de adviezen aanvraagt bij de bevoegde diensten ; toch is het college niet verplicht deze adviezen zelf te vra-gen en/of te verkrijvra-gen.

In de omzendbrief van 10 december 1996 hou-dende toelichting bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1996 betreffende de subsi-diëring van de bebossing van landbouwgronden, wordt bepaald dat de vergunning door het colle-ge van burcolle-gemeester en schepenen al dan niet wordt afgeleverd in het kader van het gemeen-telijk beleid.De verschillende bevoegde afdelin-gen van het ministerie van de Vlaamse Ge-meenschap geven in een latere fase onafhanke-lijk van elkaar hun advies, op vraag van de afde-ling Bos en Groen.

In deze zin zal bij het verlenen van de bebos-singsvergunning door het college kunnen wor-den afgeweken van de in te winnen adviezen. 7. Artikel 35 bis, § 5 van het Veldwetboek bepaalt :

"Het college beslist binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag. Doet het dit niet binnen die termijn, dan wordt de vergunning geacht verleend te zijn."

Er is hier duidelijk sprake van een b e s l i s s i n g s -termijn, die vrij kort is. In de wet is er daarente-gen niets bepaald over de kennisgevingstermijn. Aangezien enerzijds geen kennisgevingstermijn werd bepaald in de wet en anderzijds het doel van de wetgever duidelijk was rechtszekerheid te geven aan de burger, kunnen we ervan uit-gaan dat de termijn waarbinnen de beslissing bij de aanvrager moet toekomen een redelijke ter-mijn moet zijn die, rekening houdend met de

feitelijke omstandigheden, eveneens vrij kort zal zijn.

Indien de aanvrager na een redelijke termijn nog steeds geen beslissing heeft ontvangen, kan hij een schrijven richten aan het college van burgemeester en schepenen om mee te delen dat hij nog steeds geen kennis kreeg van een beslissing en dat de wet uitdrukkelijk bepaalt dat indien het college van burgemeester en schepenen niet binnen dertig dagen na indie-ning van de aanvraag beslist, de vergunindie-ning wordt geacht verleend te zijn.

8. Tegen de beslissing van het college van burge-meester en schepenen kan in beroep worden gegaan bij de bestendige deputatie van de pro-vincie (artikel 35 bis, § 5 Veldwetboek).

In de wet werden geen specifieke voorwaarden opgenomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo de lestijdenschaal voor de Brusselse scholen dezelfde zou zijn als die in Vlaande- ren, dan zou dit voor de scholen in het Brus- sels Hoofdstedelijk Gewest een daling van

Het komt toe aan de Vlaamse regering om zich uit te spreken over een eventueel voorstel voor ondersteuning van een opvolgproject voor het "Huis van de Toekomst".. De

[r]

Vandaag de dag schakelt een belangrijk Belgisch distributiebedrijf voor de aanmaak van haar druk- werk voor het fotograferen van niet-bewegende beelden over op digitale

[r]

Deze oprichting heeft echter een beperkte ruimtelijke impact, die niet noodzakelijk via een gewestplanwijziging moet worden gerealiseerd.. Aangezien geen gegevens zijn bekend

Ook de task force, die op het Vlaamse niveau instaat voor de operationele leiding van het convenantenbeleid, en waarvan alle externe experten die op provinciaal niveau

Vandaag de dag schakelt een belangrijk Belgisch distributiebedrijf voor de aanmaak van haar druk- werk voor het fotograferen van niet-bewegende beelden over op digitale