Vraag nr. 17
van 8 november 1995
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Cultureel centrum Wevelgem – Franstalige filmvoor-stelling
Op 6 oktober 1995 vond een Franstalige filmvoorstel-ling plaats van Wereldcamera in het cultureel centrum te Wevelgem.
In het verleden heb ik reeds verschillende parlementai-re initiatieven genomen om tegen dergelijke voorstel-lingen te protesteren.
1. Wie heeft er opdracht gegeven om Franstalige film-voorstellingen te geven in het cultureel centrum te Wevelgem ?
2. Meent de minister niet dat dergelijke ééntalig Fran-se filmvoorstellingen in strijd zijn met de taalwetge-ving ?
3. Zijn er nog voorstellingen geprogrammeerd ? Zo ja, wanneer zullen deze plaatsvinden ?
4. Welke maatregelen heeft de minister reeds geno-men om deze ééntalig Franse activiteiten te verbie-den ?
Antwoord
De Franstalige filmvoorstellingen in het cultureel cen-trum te Wevelgem worden georganiseerd door Wereld-camera, die voor deze activiteiten een beroep doet op de infrastructuur van het centrum. Van zijn kant maakt het centrum deze voorstelling niet bekend via de gewo-ne kanalen waarlangs de gemeente publiciteit voert. Van de reeks van 6 voorstellingen vinden er in de toe-komst nog 4 plaats, op 14/12/95, 25/01/96, 22/02/96 en 28/03/96.
Overeenkomstig artikel 2 § 2 van het besluit van 21 oktober 1992 van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van de Nederlandstalige cul-turele centra, is het beheersorgaan, binnen de perken van de beschikbare middelen, bevoegd voor het opstel-len van de programmering en de inhoud van de eigen culturele activiteiten.
Wat de activiteiten betreft die door de verenigingen in het cultureel centrum worden georganiseerd, stipuleert artikel 17 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact het volgende : "De pro-grammatie of de inhoud van de activiteiten die plaats-grijpen in de culturele infrastructuur mogen niet het voorwerp zijn van enige inmenging vanwege de over-heid, of van de bestuurs- en beheersorganen, behalve wat de maatregelen betreft die behoren tot het straf-recht, het sociaal straf-recht, het belastingstraf-recht, de economi-sche reglementering en onverminderd de grondwettelij-ke waarborgen."
De programmering behoort m.a.w. tot de bevoegdheid van het lokale bestuur dat erop moet toezien dat de bovenvermelde reglementering niet wordt geschaad.