r v
i n
( N
v
cl 33*
J
sassssss!
p a r t i j e nProportionaliteit
Deze week is met de staatssecretarissen van Justitie en Buitenlandse Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken een ^ 3 A debat gevoerd over de onduidelijkheid die was ontstaan over
de monitoring van teruggekeerde uitgeprocedeerde Iraanse asielzoekers.
Er zijn fouten gemaakt in de berichtgeving aan de Tweede Kamer over deze monitoring. Dit had te maken met een verkeerde voorstelling van zaken die onbedoeld in het ambtsbericht van Buitenlandse Zaken werd vermeld. Ook de communicatie tussen de bewindslieden onderling liet te wensen over. Geen van hen bleek hiervan op de hoogte te zijn. De bewindslieden hebben dit onderkend en hun excuses hierover aan de Tweede Kamer aangeboden. De VVD-fractie heeft deze excuses aanvaard. Maar politiek relevant is de vraag of deze fouten zo ernstig zijn dat de Kamer het vertrouwen in de bewindslieden opzegt. De frac ties van CDA, GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP en de RPF hebben tijdens net debat van afgelopen week een motie van afkeuring over de onjuiste informatieverstrekking door de bewindslieden ingediend. Ais deze motie door de Kamer was aangenomen, hadden de bewindslieden moeten aftreden.
In het debat beriep de woordvoerder van GroenLinks zich op de Carrington-doctrine. Lord Carrington heeft in 1982 zijn ontslag ingediend omdat hij niet op de hoogte was van het voornemen van Argentinië om de Falklands binnen te vallen. Dat Carrington de verantwoordelijkheid nam voor deze fout, siert hem. Maar dit is van een iets andere orde dan de tekortkoming waarvoor de bewindslieden deze week hun excuses hebben aange boden. Het argument van de Carrington-doctrine wint aan inhoud als het element van proportionaliteit voldoende wordt meegewogen. De ambtelijke fouten die de bewinds lieden hebben gemaakt zijn niet te vergelijken met die van het Britse Foreign Office in 1982. Daarom nebben wij de motie van het CDA niet gesteund.
Frits Bolkestein
Ambtsbericht Iran
Naar aanleiding van een Algemeen O verleg met staatssecretaris Schmitz van Justitie en Patijn van Buitenlandse Zaken is op 4 november jl. gesproken over de terugkeer van uitgeprocedeerde Iraanse asielzoekers. In een hoorzitting over Iran van 20 oktober jl. kwam naar voren dat de Kamer onjuist was geïnformeerd over de monitoring van teruggekeerde asielzoekers naar Iran door de Nederlandse ambassade in Teheran. Deze monitoring is bedoeld om informatie te verstrekken die kan bijdragen aan nadere onderbouwing van het beleid of aanleiding kan geven tot heroverweging hiervan. De Tweede Kamer had in juni 1997 een motie aangenomen waarin de regering is verzocht ae monitoring van teruggekeerde asielzoekers in Iran te intensiveren. Echter, in het ambtsbericht van Buitenlandse Zaken over Iran werd geen melding gemaakt van het feit dat de monitoring a f in december 1996 was stopgezet. Dit feit was wel bekend bij de ambtenaren, maar de bewindslieden waren hiervan niet op de hoogte. Daarom is de Kamer hierover niet eerder geïnformeerd.
De bewindslieden zijn wel voor een juiste berichtgeving verantwoordelijk. Zowel de betrokken staatssecretarissen als de minister van Buitenlandse Zaken hebben ruiterlijk erkend dat er onvoldoende gecommuni ceerd is en dat de coördinatie tussen de ambtenaren van Buitenlandse Zaken en Justitie op een hoger politiek niveau moet worden gebracht. O ok de communicatie tussen de bewindslieden onderling liet te wensen over. Zij hebben hiervoor hun excu ses aan de Kamer aangeboden. De VVD- fractie heeft dit aanvaard en heeft genoe-
en genomen met de uitleg die de ewindslieden hebben gegeven. Naar de
mening van VVD-w oordvoerder Jan Rijpstra was de tekortkom ing van de bewindslieden niet van dien aard dat het vertrouwen in hen moest worden opgezegd.
De motie van afkeuring van GroenLinks, de SP, het G PV , de RPF en het CD A is niet aangenomen.
Binnenkort zal nader overleg plaatsvinden over de manier waarop de monitoring van de uitgeprocedeerde asielzoekers in Iran zal moeten plaatsvinden.
V o o rste l D 66
De V V D heeft zich krachtig verzet tegen het voorstel van D '66 een commissie in te stel len die een selectie moet maken van zaken uit de 1300 uitgeprocedeerde asielzoekers uit Iran (1 993/1994 ) die opnieuw moeten worden bekeken.
De VVD-fractie is van mening dat de huidige asielprocedure zorgvuldig is. Als nieuwe feiten aan het licht worden gebracht, kan een asielzoeker een nieuwe procedure starten. Dat is staand beleid en daar houdt de VV D zich aan vast. De VVD - heeft echter geen enkele behoefte aan een nieuwe beoordelingscommissie of aan andere asielprocedures. De woordvoerder zal zich hier tegen blijven verzetten.
Inlichtingen:
Jan Rijpstra, 070-3.182905
Verder in dit nummer:
• opties op aandelen
• Begroting Economische Zaken • Begroting Justitie
e s s e
257
Alternatief plan VVD inzake opties op aandelen
De VVD-fractie is van mening dat opties op aandelen een reëel belo ningsinstrument behoren te blijven. De fiscaliteit dient dit flexibele belo ningsinstrument te ondersteunen. De VVD-fractie vindt dat de huidige optieregeling op haar beloningskarak- ter dient te worden beoordeeld en niet tegen het licht van een stijging van de beurskoersen.
Het wetsvoorstel van de Staats secretaris van Financiën voorziet in een verzwaarde belastingheffing van aandelenopties op het tijdstip van toekenning. Belastingheffing vindt plaats tegen het progressieve tarief op basis van een verwachtingswaarde tabel die zeer sterk oploopt (van 4% tot 5 0 % ). Bij uitoefening of ver
vreemding binnen een termijn van 3 jaar na de toekenning, vindt een bijheffing plaats voor de waarde in het economisch verkeer. De VVD is het eens met de herinvoering van de 3-jaars-termijn.
De VVD-fractie heeft echter een aantal bezwaren tegen het voorstel van Staatssecretaris Vermeend. Belastingheffing bij toekenning kent van oudsher het bezwaar van de voorfinanciering van de loonbelas ting. De forfaitair bepaalde verwach tingswaarde zal door de snelle stij ging van het percentage leiden tot een hoge loonheffing. Dit is onge wenst. Bovendien vormt de tabel geen stimulans om werknemers
langer lopende opties te verstrekken. De VVD-fractie is van mening dat herziening van het regime van aande lenopties nu juist ook bedoeld was om net aantrekkelijk te maken om werknemers voor langere tijd aan het bedrijf te binden. Daarnaast heeft de werknemer nog steeds het risico dat hij loonbelasting betaalt zonder dat hij het optierecht heeft uitgeoefend, bijvoorbeeld in geval van koersdaling.
De Staatssecretaris heeft geen oplos sing gezocht voor het feit dat belas tingheffing op het tijdstip van toexenning internationaal ongebrui kelijk is. Nederland blijft op dit punt uit de pas lopen. Dit is jammer, gezien het feit dat werknemers steeds mobieler worden.
D e O n d e r g a n g v a n h e t A v o n d l a n d ?
g e d a c h te n o v e r E u ro p a en h e t B in n e n la n d s B e s t u u r
d o o r Ja n K e e s W ie b e n g a
Deze publicatie bevat een weergave van een reeks columns die in 1996 versche
nen in het blad Binnenlands Bestuur. Jan Kees Wiebenga gaat op een persoonlijke en luchtige wijze in op een aantal actuele Europese vraagstukken, met een schuin oog gericht op de 'mede-overheden'. Aan ae orde komt een aantal inhoude
lijke onderwerpen als het immigratie- en asielbeleid, de bestrijding van de inter
nationale misdaad en Euro-fraude. In zijn bijdrage over het verdovende
middelenbeleid bepleit hij de totstand koming van een “roesarme sam enle ving".
Daarnaast worden ook institutionele onderwerpen aangeroerd als de
Brusselse bureaucratie, het Europese lobbywezen, het (pan-Europese) refe- l rendum en de verhouding tussen de
vier bestuurslagen gemeente, provin cie, rijk en Europa.
I Die laatste onder het motto "radicale I decentralisatie".
Wiebenga acht de ondergang van Europa geenszins nabij. Integendeel. Zijns inziens maken we een periode van bloei door: "er is nu al vijftig jaar vrede; er is een redelijke welvaart; en de mensenrechten worden, zeker in vergelijking met veel andere gebieden, doorgaans geëerbiedigd."
De leidraad van deze bundel is, dat een goed werkend Europa in het belang is van ons binnenlands bestuur en een goed werkend binnenlands bestuur in het belang van Europa.
Jan Kees Wiebenga is lid van het Europees Parlement voor de VVD
De bundel is te verkrijgen na overmaking van het bedrag van ƒ 1 5 ,-op reke ningnummer 49 69 45 882 (ABN /AM RO ) t.n .v. Mr. H.R. Nordstichting onder vermelding van "De ondergang van het avondland?".
ISBN 90-9011063-1
De VVD stelt het volgende alterna tieve plan voor:
1 . Het forfaitaire percentage wordt vastgesteld op een vast percentage van bijvoorbeeld 12 of 16% . 2 . Het invoeren van een conserve rende aanslag voor wat betreft de loonheffing die zijn beslag vindt op het moment van uitoefening. Voordelen VVD-plan:
• Door een vast verwachtings- percentage wordt een reële moge lijkheid gegeven werknemers langer aan het bedrijf te binden.
• Het probleem van de voorfinancie ring wordt opgelost.
• Indien de optie niet wordt uitgeoe fend wordt er geen loonbelasting betaald; immers er is ook geen voordeel gerealiseerd.
• De conserverende aanslag biedt de mogelijkheid in grensoverschrij dende situaties dubbele belasting heffing te voorkomen.
Inlichtingen:
Bibi de Vries, 070-3182908
Benedictus de Spino
Wat is de huidige en toekomstige rol v worden beantwoord door Grigori Javlir parlement. Het bestuur van de Benedic tweede Benedictus de Spinoza-lezing.
Na de lezing zal mr drs F. Bolkestein re Engels.
Vrijdag 21 november 1997 om 20.00 l
Nieuwe of Littéraire sociëteit de Witte, Zaal open en koffie-ontvangst vanaf 1‘ welkom. Na afloop, rond 22.00 uur is e
e s s e
257
Begroting Economische Zaken 1998
Deze week is gedebatteerd over de begroting Economische Zaken 1998. VVD-woordvoerder Johan Remkes begon met de constatering dat de financieel-economische prestaties van dit kabinet er mogen zijn. Het CDA wijt het economische succes aan het in de vorige kabinetten in gang gezette poldermodel, waaroij ae nadruk ligt op overeenstemming tussen de sociale partners. Niets ten nadele daarvan, maar ook de forse bezuiniging op de collectieve sector, waardoor een aanzienlijke lastenver lichting mogelijk werd als basis voor loonmatiging en banengroei zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk geweest voor het economische succes van dit kabinetsbeleid.
Ook in een volgend paars kabinet is nog veel te doen. De VVD-fractie heeft speciale aandacht gevraagd voor het Midden- en Kleinbedrijf (M KB). Dit heeft geresulteerd in de formulering van 10 aandachtspunten voor het MKB/bedrijfsleven voor een volgende kabinetsperiode (zie pag.4 van deze W D -expresse).
A r b e id s p a r t ic ip a t ie
Een ander belangrijk aandachtspunt voor een volgend kabinet is de verbe tering van de arbeidsparticipatie. Daarvoor zijn een verbeterde scho- ling/onderwijs en systemen van levenslang leren nodig, een beter en meer flexibel functionerende arbeids markt, meer flexibele, prestatie- en resultaatgerelateerde vormen van beloning en loonkostenontwikkeling. Verder moeten collectieve afspraken van arbeidsovereenkomsten (CAO's) meer ruimte bieden voor flexibiliteit. De VVD-fractie is van mening dat er vooral aandacht moet komen voor de partiële tekorten die op de arbeids markt ontstaan of gaan ontstaan. Zo dreigt een tekort aan werknemers in de zorg. Het GVBA heeft nog honderden conducteurs nodig en kan ze niet krijgen. Daf-trucs in
Eindhoven is bezig mensen in het
ng
3lisme in Rusland? Deze vraag zal er van het Jabloko-blok in het Russisch za-Stichting nodigt u uit voor de
ma volgt een discussie. De voertaal is
i11 CS Den Haag.
toegang is gratis. Introducés zijn id om na te praten tijdens de borrel
i/Verff, 128335
buitenland te werven. Dit is para doxaal tegen de achtergrond van de hoge inactiviteit en de vele mensen in de Bijstand en de W .W . Hier moet iets aan worden gedaan. In de eerste plaats via scholing en opleiding en via een betere voorlichting aan studenten over arbeidsmarktperspectieven. Ook ouderen moeten meer in de gelegen heid worden gesteld om actief te zijn op de arbeidsmarkt. Daarbij is ook, als sluitstuk, een actiever
sanctiebe-De Begroting Justitie 1998 is deze week plenair behandeld.
C r im in a lit e it
De VVD-fractie acht de risico's van georganiseerde criminaliteit voor de samenleving zeer groot. De aanpak moet doelgericht zijn en gebaseerd op duidelijke prioriteiten. Een van de eerste vereisten daarvoor is dat op korte termijn, op basis van de lande lijke beschikbare politiële informatie, een overzicht beschikbaar komt van criminele organisaties die een gevaar voor de samenleving vormen. VVD- woordvoerder heeft de minister gevraagd of er een zogenaamde 'landelijke criminaliteitskaart' kan worden samengesteld. Die kaart moet duidelijk maken wie er actief zijn en hoe gevaarlijk zij zijn.
De VVD-fractie ondersteunt het voor nemen van de minister het ophelde ringspercentage van aangiften te verhogen. Een onderzoek naar de reden waarom het percentage daalt, lijkt op zijn plaats.
De woordvoerder heeft het voorne men van de minister om rechters en officieren een functie in de woonwijk te geven, ter discussie gesteld. In plaats daarvan heeft hij gepleit voor gebiedsgebonden werk door de poli tie. Dus meer blauw in de wijk.
C o rru p tie
Georganiseerde criminaliteit kan zeer lucratief zijn. Een van de grote problemen vormt de corrumperende invloed op de overheid en de particu liere sector. Actueel in dit verband zijn de beursschandalen, waarbij miljoenen aan smeergeld zijn betaald. Het wettelijk instrumentarium biedt onvoldoende mogelijkheden om corruptie te bestrijden. Daarom heeft de VVD-fractie de minister gevraagd dit wettelijk instrumentarium op korte termijn te evalueren. Daarbij zouden de volgende maatregelen moeten worden genomen:
• Omkoping van een ambtenaar moet ook strafbaar zijn als er van schen ding van ambtsplicht sprake is; • Het Wetboek van Strafrecht moet
leid nodig om mensen die langer dan een h alfjaar werkloos zijn en een baan of een opleiding weigeren, te korten op hun uitkering.
Inlichtingen:
Johan Remkes, 070-3182883
zo worden gewijzigd dat ook de voormalige of toekomstige ambtena ren kunnen worden vervolgd; • De strafmaat moet worden verhoogd. Een gevangenisstraf van twee jaar op omkoping van een ambtenaar is te weinig.
• Het aannemen van giften en belo ningen als zodanig zou strafbaar
esteld moeten worden, zonder de ijkomende eis van een oorzakelijk verband met de goedgunstige ambte lijke handeling.
M o tie B o lk e s t e in
De druk op de rechterlijke macht is groot. Dit heeft grotendeels te maken met onderbezetting.
Bovendien vertragen vele mega-straf- zaken de doorstroming. Daarom stelt de woordvoerder voor de 20 miljoen
ulden die door de motie Bolkestein eschikbaar is gekomen in eerste instantie te gebruiken om de capaci teit van de zittende magistratuur te vergroten. Gedacht kan worden aan het opzetten van een arbeidspool voor rechters en officieren om piek- belastingen te verwerken.
De woordvoerder is van mening dat de minister veel beweging en veran dering heeft gebracht in ae geves tigde structuren van haar eigen Ministerie en het Openbaar Ministerie. Dat is een respectabele prestatie. Echter, het gezag van Justitie en het vertrouwen van de burger daarin is nog niet echt hersteld. De spiraal van geweldsdelic ten en jeugdcriminaliteit moet aantoonbaar worden omgebogen. De aanpak daarvan staat nog teveel in de ambtelijke steigers. Kortom, er is weliswaar veel in beweging gezet, maar de resultaten zijn nog beschei den.
Inlichtingen:
Otto Vos, 070-3182900
e
e s s e
257
Tien puntenplan MKB/Bedrijfsleven
1 . Ook in de nieuwe kabinetsperiode moet weer een fiscaal MKB-pakket samengesteld worden, qua aard en omvang vergelijkbaar met het 500 miljoen pakket van dit kabinet. Daarnaast moet het MKB vanzelfspre kend ook mee kunnen profiteren van een generiek fiscaalverlichtingsbeleid. Het zou in dit verband een goede gedachte zijn het nieuwe belastingplan voor de volgende eeuw specifiek te toetsen op ae effecten voor het MKB.
Vanzelfsprekend moet het MKB- pakket in overleg met het Midden- en Kleinbedrijf zelf worden samenge steld. De VVD doet de volgende suggesties:
• verdere verhoging van de zelfstan digenaftrek, de fiscale oudedagsreser- vering en de investeringsaftrek. • veeTfamiliebedrijven (80% van het bedrijfsleven) worden geconfronteerd met financiële knelpunten bij over dracht c.q. opvolging. Daarover moet nog een wetsvoorstel worden inge diend, dat al voor begin dit jaar was toegezegd. Mochten na de maatrege len van ait kabinet nog knelpunten resteren in de sfeer van successie- en schenkingsrechten voor onderne- mingsgebonden vermogen en over drachtsbelasting, dan moeten die door het volgende kabinet worden opgeruimd;
• het creëren van fiscale reserverings- mogelijkheden ten behoeve van milieurisico's;
• knelpunten in de "Tante Agaath- regeling" moeten worden opgehe ven. In dit verband moet kritisch
f
ekeken worden naar de omvang van e fiscaal af te trekken bedragen, de criteria (1225-uurscriterium), en de te volgen procedures (volstaan met een eenmalige aanvraag voor een beschikking, het niet vragen van overbodige of niet te verschaffen informatie).• Deze beoordeling dient plaats te vinden vanuit de signalering in de tweede concurrentietoets dat er aan de onderkant van de kapitaalmarkt nog een mismatch is tussen vraag en aanbod. Uit de signalen die ons bereiken blijkt overigens dat die knel punten zich met name bij de door- starters voordoen;
• Het afschaffen van de vermogens belasting op ondernemingsvermogen heeft de allerhoogste urgentie;
2 . Hoewel dit kabinet een eerste
begin heeft gemaakt met het terug dringen van de administratieve lasten en ae staatssecretaris in de
voort-f
angsrapportage heeft laten weten at ae doelstelling van -10% gehaald zal worden, moet het tempo opge voerd worden, met name ook omdat de administratieve lasten het MKB onevenredig zwaar treffen. Daarbijmoeten als speerpunten die terreinen gekozen worden waarvan de resulta ten ook in de EZ-begroting als minder
f,
impc
• de europese regelgeving; • de sociale zekerheid; ook de arbeidsomstandighedenwet is nog steeds veel te ingewikkeld; • de administratieve lasten van
rovincies en gemeenten. De VVD- ractie onderschrijft het schrappen van de milieuleges in dit licht van harte (lastenverlichting 85 miljoen). Positief is ook dat eerder in het MDW -traject het aantal vergunnings- plichtige bedrijven aanzienlijk is gedaald. Datzelfde geldt voor het streven naar een gecombineerde heffing in het kader van belastingen en sociale fondsen. Verder heeft net ondernemerspanel aangegeven dat de enquetedruk van het CBS nog steeds veel te hoog is. Overigens heeft ook het ministerie van Economische Zaken daar aan bijge dragen met de in het kader van deze begroting uitgevoerde onderzoeken.
3 . De aanbevelingen van de
Commissie Cohen, het tegengaan van concurrentie-verstoring door private activiteiten van publieke of daarmee verwante organisaties, moeten met voortvarendheid worden uitgevoerd.
4 . Sommige sectoren van het MKB
zullen met nogal wat extra kosten geconfronteerd worden als gevolg van de mogelijke invoering van de EURO. Berekeningen van KPM G/EIM wijzen op omvangrijke bedragen. Er moet worden gezocht naar vormen van financiële tegemoetkoming.
5. Ook de millennium-problematiek
zal door het MKB vroegtijdig onder kend moeten worden. Ook in die zin dient deze problematiek dus hoog op de agenda te komen en voortvarena door het ingestelde platform te worden aangepakt.
6
.
Nog steeds laat de verspreiding van kennis en technologie naar een groot deel van het MKB veel te wensen over. In de eerste plaats moet daartoe de bereikbaarheid van de instrumenten door het MKB en de bekendheid van het instrumentarium bij MKB-bedrijven verbeterd worden. Gelet op de samenhang tussen tech nologie, milieu en energie, is het aan te bevelen Novem en Senter te laten fuseren zodat 1 loket ontstaat, aansluitend bij overheidsloket 2000. Ook uit de onlangs aangeboden evaluatie van de prestaties van de Innovatiecentra blijkt dat nogal wat verbetering mogelijk is. Verder zal een belangrijk accent moeten liggen op regionaal niveau bij de regionale brancne-organisaties. Twee anderebelangrijke aandachtspunten zijn: het voldoende meespelen van MKB- bedrijven bij het clusterbeleid en het meer gebruik maken van de informa tietechnologie.
7. Hoewel de exportprestaties van de
reeds exporterende MKB-bedrijven steeds beter worden, is het aandeel van MKB-bedrijven in ons totale exportvolume en het aantal exporte rende bedrijven nog steeds te laag (1 5 % ). De ambitie om dit te verho gen naar 20% moet in een nieuwe periode uitgangspunt zijn. Ook hier speelt een gebrekkige kennis over het instrumentarium een rol. Er zou
f
eprobeerd moeten worden, te omen tot 1 winkel voor exportrege- lingen. In het BEB zullen met name ook de meer nabije markten veel aandacht moeten blijven vragen.8
.
Het versterken van de werkgele genheid in de marktsector als belang rijke pijler onder het GroteStedenbeleid komt tot dusver onvol doende uit de verf komt. Dit pleit voor grotere betrokkenheid van het ministerie van Economische Zaken bij dit beleid. Uit de Stirea-middelen worden met name buitenstedelijke bedrijventerreinen gefinancierd. Ook de vernieuwing van verouderde binnenstedelijke bedrijventerreinen zouden voor deze regeling in aanmerking moeten komen.
9 . Om een begin te maken met het
oplossen van knelpunten in het beroepsonderwijs, heeft de voorzitter van de VVD-fractie tijdens de Algemene Beschouwingen een terzake dienende motie ingediend. Het wordt tijd om samen met het bedrijfsleven (scholingsproject van lassers van FME als voorbeeld) het onderwijsveld en de betrokken depar tementen (EZ, Onderwijs, Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken en Justitie) een uitgebreid actiepro gramma op te stellen.
1 0 . Het startersbeleid moet nog inte- graler worden aangepakt. Niet alleen geld is van belang, ook ervaringsdes kundigheid en advies. Ook het in dienstnemen van de eerste werkne mer kan van groot belang zijn. Ook allochtoon ondernemerschap kan voor de integratie een belangrijk middel zijn.
