Vraag nr. 485 van 8 april 2005
van de heer ERIK MATTHIJS
Kluizendokken Evergem – Onteigeningen
Op 12 december 2003 heeft de Vlaamse Regering een onteigeningsplan en een onteigeningsbesluit goedgekeurd voor het gebied Kluizendokken (Hultjen, Zandeken, Hoogstraat, Lage Avrije). Er werd door de Vlaamse Regering 25 miljoen euro uitgetrokken gespreid over drie jaar (ontei-gening in fasen) : fase 1, 2004, 11 miljoen euro ; fase 2, 2005, 6 miljoen euro ; fase 3, 2006, 8 mil-joen euro. Einde 2004 keurde de minister een vast-leggingskrediet van 10.730.000 euro goed (Vlaams Infrastructuurfonds).
Onrust en onzekerheid blijven de hele buurt ech-ter beroeren. De buurt bestaat uit 97 te onteigenen woningen, 10 landbouwbedrijven en 10 KMO-bedrijven.
Op de gemeenteraad van 24 maart 2005 werd gesteld dat vele landbouwers nog steeds geen dui-delijkheid hebben over de onteigeningsvergoe-ding, en dit "terwijl de eerste boeren eind 2005" al moeten vertrekken. Ook de KMO's moeten nog bezocht worden. Ondertussen vorderen de werken voor de aanleg van de Kluizendokken snel.
De mensen kunnen inderdaad niet uitkijken naar een nieuwe locatie zolang ze niet weten over welk kapitaal ze beschikken. Dit leidt tot sociale dra-ma's. "Slechts 22 van de 99 gezinnen vonden een oplossing, 29 andere zoeken op de private markt een woning, 44 kijken uit naar een sociale huur- of koopwoning en vier bejaarden kiezen voor een rusthuis. Ondanks de goede bedoelingen van soci-aal bemiddelaar Aelbers zijn slechts negen ver-koopakten getekend. De werken vorderen volgens de planning. Een eerste zone moet eind 2005 vrij zijn om vanaf begin 2006 zand uit het Kluizendok op te spuiten. Voor de land- en tuinbouwers en de KMO's staat nochtans weinig vast", werd in de gemeenteraad gezegd.
Het Comité van Aankoop van het Ministerie van Financiën kwam nog met geen enkel concreet bedrag voor de dag.
1. Blijft de planning en budgettering gehand- haafd ?
2. Hoever staat de procedure ?
Hoeveel mensen zijn door de commissarissen van het eerste Comité van Aankoop van het Ministerie van Financiën bezocht ?
3. Met betrekking tot de waardebepaling : a) hoeveel aktes zijn reeds verleden ;
b) waarom wordt er niet aan alle eigenaars (van woningen, landbouwbedrijven, KMO-bedrij-ven) een voorlopige raming bezorgd, zodat eigenaars en bedrijfsleiders toekomstplannen kunnen ontwikkelen ?
4. Heeft de minister reeds stappen ondernomen bij zijn federale collega van Financiën om de ontei-geningsplannen voor "Zandeken en omgeving" prioritair te behandelen ?
Antwoord
1. Ik ga er vanuit dat inderdaad binnen de geplande timing voldoende tijd moet worden voorzien opdat bestaande bedrijven op een realistische manier tot hervestiging kunnen overgaan. Naast de mogelijkheid tot hervesti-ging moeten ook andere sociale begeleidings-maatregelen ten volle kunnen worden ingezet. De beperkende factor is op dit ogenblik niet budgettair maar administratief van aard. Met Financiën wordt gekeken hoe het proces kan versneld worden.
2. Alle gebouwen in de eerste fase zijn reeds enige tijd bezocht. Sinds de week van 18/04/05 wor-den de prioritaire gebouwen van de tweede en derde fase geschat.
ver-huis- en uitwinningvergoedingen, winstderving, verlies op stock enz.). Minimumwaarden zijn reeds geruime tijd meegedeeld aan de meeste betrokkenen. De administratie Waterwegen en Zeewezen rekent op zeer korte termijn op een doorbraak, waarbij definitieve waarden zullen bepaald zijn.
Alle landbouwers en een deel van de KMO's hebben in deze dezelfde raadsman gekozen om hen te vertegenwoordigen ten opzichte van het Aankoopcomité. Hierbij wordt er gestreefd naar een algemeen globaal resultaat, waardoor individuele gevallen mogelijks een iets tragere oplossing krijgen.
3. Sedert januari zijn, op datum van 14/04/2005, 9 akten verleden (alle particuliere woningen). Prioritair zullen de landbouwbedrijven en de
KMO's bezocht worden omdat de problematiek qua hervestiging er groter is dan bij de particu-liere woningen.
Uw voorstel van een voorlopige raming van de eigendommen zal verder onderzocht worden. Hierdoor kunnen evenwel mogelijks vertra-gingen optreden omdat dit impliceert dat het Aankoopcomité minimum twee keer elke ont-eigende dient te bezoeken. In sommige gevallen kan een voorlopige raming a$p onteigenden toelaten meer zicht te krijgen op de grootteorde van het bedrag dat voor hervestiging zal worden toegekend. Een voorlopige raming is overigens vaak niet van aard om de onteigenden volledige gemoedsrust te kunnen bezorgen. Er moet dan ook over gewaakt worden dat aan de onteigen-den geen valse verwachtingen woronteigen-den gegeven. Dit dossier is reeds een prioritair, dossier voor