• No results found

Vergaderbundel 12 september 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vergaderbundel 12 september 2016"

Copied!
342
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COMMISSIE BURGERS AGENDA

Datum : 12 september 2016 Tijd : 20.00 uur

Locatie : Raadzaal

U vindt de stukken digitaal op raad.asten.nl vanaf 2 september 2016.

Nr.

0. Opening.

1. Vaststellen agenda.

2. Besluitenlijst van de vergadering van 13 juni 2016.

3. Ingekomen stukken, gericht aan de raad:

Voor kennisgeving aannemen:

Brief van 1-6-2016, Vereniging van Openbare Bibliotheken: Verzoek om het a.

KinderManifest mee te laten wegen in de gemeentelijke democratie;

Brief van 4-7-2016, Stichting Verenigde Bonden Overleg Brabant (VBOB):

b.

Gevolgen uitspraken Centrale Raad van Beroep van 18 mei 2016 en Raadsinformatiebrief Gevolgen uitspraak CRvB HO Peel 6.1;

Brief van 8-7-2016, Vereniging van Nederlandse Gemeenten: Model c.

Algemene subsidieverordening 2013 - update zomer 2016;

Brief van 1-7-2016, Vereniging van Nederlandse Gemeenten: Informatie over d.

besluit kabinet om 60 miljoen euro beschikbaar te stellen voor peuteropvang.

Brief van 11-7-2016, PlatOO: Jaarverslag 2015;

e.

Brief van 25-7-2016, GGD: vastgestelde programmabegroting 2017 en 2e f.

begrotingswijziging 2016.

4. Cliëntervaringsonderzoek WMO en Jeugdzorg (informerend, incl. presentatie) (Portefeuillehouder: de heer J. Huijsmans, info: p.baudoin@asten.nl)

5. Rapportage 1e halfjaar 2016 – zorg en ondersteuning (informerend) (Portefeuillehouder: de heer J. Huijsmans, info: p.baudoin@asten.nl)

6. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen: (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio, ODZOB) 7. Stukken ter kennisneming aan de commissie:

Memo Jaarverslag kinderopvang 2015;

a.

(Portefeuillehouder: de heer J. Huijsmans, info: m.manders@asten.nl)

Memo bijdragen basisscholen aan cultuureducatie (toezegging 18-05-’16);

b.

(Portefeuillehouder: de heer J. Huijsmans, info: s.hendriks@asten.nl)

Memo Evaluatienota Tegenprestatie Participatiewet (toezegging 07-07-’15);

c.

(Portefeuillehouder: de heer J. Huijsmans, info: d.vandijck@asten.nl) Memo Stand van zaken taakstelling statushouders

d.

(Portefeuillehouder: de heer J. Huijsmans, info: p.baudoin@asten.nl) Lijst van toezeggingen en dynamische termijnkalender.

e.

8. Rondvraag en sluiting.

(2)

2/2

(3)

concept

COMMISSIE BURGERS BESLUITENLIJST

van de openbare vergadering van de commissie Burgers 13 juni 2016 in het gemeentehuis.

Geluidsfragmenten van de vergadering zijn per agendapunt terug te luisteren op raad.asten.nl.

Aanwezig:

De plv. voorzitter P.W.J.M. van de Ven-Schriks De leden per fractie

Algemeen belang (AB) F.C. van Helmond

CDA J.P.E. Bankers

Leefbaar Asten (LA) P.A.J.M. Berkers-Coolen, I.A.A.M. Berkers PGA/PvdA N. Hagelaar-Koppens, L.J. Drost, A. Urlings D66-HvA A.J. Koopman, G.M. Koomen–Driessen

VVD A.W. van Egmond, J. Bazuin

De genodigden wethouder J.C.M. Huijsmans (JH) en gemeentesecretaris W.M.A. Verberkt

Ambtelijke ondersteuning P. Baudoin, H. Woltring, P. van de Kruijs, J. van den Bogaart, A. Verberkt, S. Hendriks, M. Feijen, L. Ceelen, P. Greijn

De griffier M.B.W. van Erp-Sonnemans

- - - - -

Nr Onderwerp Besluit

Spreekrecht Hiervan is geen gebruik gemaakt.

1. Vaststellen agenda Vastgesteld cf. voorstel.

De omvraag begint bij de fractie Algemeen Belang.

2. Besluitenlijst van de openbare vergadering van 18 mei 2016

Ongewijzigd vastgesteld.

3. Ingekomen stukken gericht aan de raad a. Brief van 15-4-2016, Atlant Groep:

Jaarrekening 2015;

b. Brief van 25-4-2016, Stichting PlatOO Bestuur voor Openbaar en Algemeen Toegankelijk Onderwijs: Jaarrekening 2015;

Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen; aan de orde gesteld:

VVD a.

3. Ingekomen stukken gericht aan de raad c. Brief van 18-4-2016, Atlant Groep:

Kadernota/concept ondernemingsplan 2017-2018;

d. Brief van 17-5-2016, Peel 6.1:

Begroting 2017 Peel 6.1.

Cf. voorstel in handen gesteld van B&W ter voorbereiding; aan de orde gesteld:

d. D66-HvA; reactie JH

4. Businesscase Peelgemeenten Wmo Jeugd BMS (presentatie/informerend,

Presentatie is gegeven door de heer Verberkt.

De commissie neemt kennis van de rapportage

(4)

Burgers d.d. 13 juni 2016

2/3 opiniërend)

(PH J. Huijsmans, info: w.verberkt@asten.nl)

bestuursopdracht.

Het college neemt kennis van wensen en bedenkingen, o.a.:

unaniem voorkeur voor GR -

Aandacht voor personeel en ICT -

Lokale koers -

Nuldelijn eerst, geen dubbelingen met -

bovenlokale organisatie, efficiencyverbetering Extra aandacht voor mantelzorgtaken

-

Klant centraal, duidelijke communicatie -

Bovenlokale kwaliteitsfunctie ook tbv raden -

Waarborgen privacy -

5. Businesscase Asten lokale taken Wmo, jeugd en BMS in eigen beheer

(opiniërend)

(PH: J. Huijsmans, info: p.baudoin@asten.nl)

Het college neemt kennis van wensen en bedenkingen, o.a.:

Conclusies worden onderschreven, logische -

keuze

Klant centraal -

Behoefte aan concreter inzicht in revenuen -

van lokale organisatie vooruitlopend op evaluatie eind 2017*

6. Evaluatie Huishoudtoeslag 2015 en doorontwikkeling huishoudelijke ondersteuning (opiniërend)

(PH: J. Huijsmans, info: p.baudoin@asten.nl)

Het college neemt kennis van wensen en bedenkingen, o.a.:

Algemene instemming met overwegingen en -

acties

Meer informatie/communicatie tbv kwetsbare -

inwoners en afbouwregeling 7. Evaluatie mantelzorgcompliment 2015 en

voorstel 2016-2017 (opiniërend)

(PH: J. Huijsmans, info: j.vandenbogaart@asten.nl)

Het college neemt kennis van wensen en bedenkingen, o.a.:

Budget gebruiken voor mantelzorg, goede -

communicatie

Zo min mogelijk bureaucratie, administratieve -

afhandeling in evaluatie meenemen Informatie over registratie mantelzorgers -

Aandacht voor jongere mantelzorgers -

8. Concept Ondernemingsplan Werkbedrijf Atlant De Peel 2017-2018, concept begroting 2017 en Jaarrekening 2015 Atlant Groep (adviserend)

(PH: J. Huijsmans, info: d.vandijck@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad*

(5)

Burgers d.d. 13 juni 2016

3/3 9. Eerste wijziging Afstemmings-

verordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Asten 2015 (adviserend)

(PH: J. Huijsmans, info: d.vandijck@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad

10. Wijziging Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant-Zuidoost (adviserend) (PH:J. Huijsmans, info: a.verberkt@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad

11. Programmabegroting 2017, tweede begrotingswijziging 2016 en jaarstukken 2015 van de GGD Brabant-Zuidoost (adviserend)

(PH: J. Huijsmans, info: a.verberkt@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad

12. Evaluatie Subsidiebeleid Welzijn en Zorg Nieuwe Stijl 2014-2016 en

uitgangspunten subsidiebeleid welzijn en zorg 2018-2020 (opiniërend)

(PH: J. Huijsmans, info: s.hendriks@asten.nl)

Het college neemt kennis van wensen en bedenkingen bij 14 vragen (unanieme beantwoording met ja)

13. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen:

(GGD, Peel 6.1, Atlant).

Aan de orde is gesteld:

--

14. Stukken ter kennisneming aan de commissie

a. Memo regeling Individuele Inkomens Toeslag (PH: de heer J. Huijsmans, info:

j.vandenbogaart@asten.nl) b. Lijst van toezeggingen

Voor kennisgeving aangenomen; aan de orde gesteld:

LA a.

15. Rondvraag Aan de orde is gesteld:

Werkwijze commissievoorstel subsidiebeleid -

(AB)

Casus Asten in programma Monitor (LA;

-

reactie JH)

Vragen PGB-budget bij VNG-congres (LA;

-

reactie JH)

Einde vergadering 22:00 uur.

Toezegging PH Afd Afdoening

*5 De cie wordt geïnformeerd over het cliëntervaringsonderzoek 2016

JH MO Planning 3e kwartaal 2016

*8 Ph vraagt bij Atlant aandacht voor specifieke aanpak doorstroom WSW

JH MO Nog in te plannen

griffier

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

(6)
(7)

1/3

Muzentoren, Wijnhaven 6 • 2511 GA Den Haag • Postbus 16146 • 2500 BC Den Haag • T 070 309 05 00 • vereniging@debibliotheken.nl • www.debibliotheken.nl • Deutsche Bank NL51DEUT0519009223 • BIC DEUTNL2N •

KVK Den Haag 40407381

Geachte leden van de gemeenteraad en geachte leden van het college van B&W,

Politici moeten meer rekening houden met de wensen, rechten en meningen van kinderen. Dat blijkt uit onderzoek van de Vereniging van Openbare Bibliotheken in samenwerking met onderzoeksinstituut Qrius en de Kindercorrespondent.

KinderManifest

De resultaten van het onderzoek zijn in de vorm van een KinderManifest aangeboden aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Twee kinderen van de Nederlandse Kinderjury, Amira en Benjamin, hebben het KinderManifest aangeboden tijdens een interview dat zij met de minister hadden. Hij beloofde de bevindingen van de kinderen mee te nemen naar de ondertekening, samen met zijn Europese collega’s van het ‘Pact of Amsterdam’

welke op 30 mei jl. heeft plaatsgevonden. Het KinderManifest is die dag tevens aangeboden aan alle Europese ministers die het Pact of Amsterdam hebben ondertekend en aan de directeur van Openbare Bibliotheek Amsterdam.

Pact van Amsterdam

De EU Urban Agenda is de gezamenlijke inspanning van de Europese Unie, de lidstaten en Europese Netwerken van Steden om het belang van de stedelijke dimensie bij Europese en nationale beleidsmakers scherper op het netvlies te krijgen. Doel: de kwaliteit van leven in Europese steden te verbeteren en te borgen. De focus is gericht op steden, niet omdat het platteland er niet toe doet, integendeel, maar omdat de economische kracht zich voornamelijk in de steden ophoudt, en verwacht wordt dat in heel Europa de trek naar steden steeds verder zal toenemen. Op 30 mei ondertekenen de Europese landen het Pact van Amsterdam waarin deze ambities zijn samengebracht.

Onderwerpen die aan de orde komen in de Urban Agenda zijn ondermeer:

 Werk en skills in de lokale economie

 Huisvesting Aan :

College van B&W en Gemeenteraad

datum ons kenmerk contactpersoon

1 juni 2016 7410-00/16-00543/CW/FvB/sd Francien van Bohemen

Uw kenmerk

onderwerp doorkiesnummer e-mail

KinderManifest 070-3090540 bohemen@debibliotheken.nl

(8)

2/3

 Armoede

 Inclusie van vluchtelingen en migranten

 Circulaire economie

 Duurzame ontwikkeling en ‘groene’ oplossingen

 Energietransitie

 Luchtkwaliteit en klimaatbeleid

 Stedelijke mobiliteit

 Digitale transitie en toegang tot informatie

Iedere gemeente heeft vanuit uiteenlopende invalshoeken te maken met (een aantal van) deze thema’s. Bibliotheken en andere maatschappelijke en culturele instellingen zijn eveneens actief betrokken bij meerdere onderwerpen. Veelal trekken we daarin ook samen op. Deze opvatting vinden we ook terug in het Pact of Amsterdam waarin het belang van maatschappelijke en culturele partners, waaronder bibliotheken, specifiek wordt benoemd. In het Pact wordt het opgenomen o.a. voor gelijke toegang tot informatie, een zaak waar bibliotheken zich hard voor maken.

Wat vinden kinderen belangrijk?

De bibliotheken hebben, om een vertaalslag te maken naar de praktijk van vandaag, vervolgens ingezet op het ontwikkelen van een KinderManifest. Zij hebben dat mogelijk gemaakt omdat kinderen de grootste gebruikersgroep zijn van de openbare bibliotheek.

Uit het onderzoek dat als onderlegger dienst voor het KinderManifest, blijkt dat kinderen zich zorgen maken over wat er in de wereld gebeurt en dat ze het belangrijk vinden om daarover mee te denken en mee te praten. Ruim 85% van de kinderen vindt dat volwassenen meer rekening met kinderen moeten houden

'Gezond en gelukkig zijn', 'vrienden' en 'familie' zijn voor kinderen het belangrijkst. Geld verdienen scoort heel erg laag. Kinderen vinden het belangrijk dat iedereen gelijke kansen heeft. Ongeacht afkomst, huidskleur of geloof. En ze vinden het belangrijk dat mensen goed voor elkaar maar ook voor het milieu en de aarde zorgen. Kinderen willen heel erg graag zichzelf kunnen zijn. Ze willen wonen in een fijne buurt. En ze willen heel erg graag dat kinderen in alle landen veilig kunnen leven. Scholen, ouders en politici zouden daar meer aandacht aan moeten besteden. Ze geven zichzelf het cijfer 8,1 als antwoord op de vraag hoe gelukkig ze zijn!

Wat bieden wij u aan!

U ontvangt hierbij van ons een digitale versie van het KinderManifest evenals een korte film rond de lancering daarvan. Wij vragen u om samen met de kinderen in uw gemeente, de

bibliotheek en andere relevante instellingen in gesprek te gaan over hoe er nog beter geluisterd kan worden naar de mening van onze kinderen. Wij vragen u ook om dit KinderManifest in de gemeentelijke democratie mee te laten wegen. Op de site van de Vereniging Openbare Bibliotheken kunt u meer gedetailleerde informatie vinden over de uitkomsten van het onderzoek dat Qrius in onze opdracht heeft uitgevoerd www.debibliotheken.nl.

(9)

3/3

Wij hopen en wensen dat dit een bijdrage levert aan de gemeentelijke afwegingen en besluitvorming. Bibliotheken spannen zich in voor een goed geïnformeerde samenleving met grote mensen en kinderen die mee kunnen doen.

Mocht u vragen hebben over het KinderManifest dan kunt u een bericht sturen naar Francien van Bohemen bohemen@debibliotheken.nl

Met vriendelijke groet,

Cor Wijn directeur a.i.

(10)

iVB O B

Stichting Verenigde Bonden Overleg Brabant

S e c r e t a r i a a t V B O B Helvoirtseweg 181 5263 EC Vught

telefoon: 073 - 747 00 61 website: www.vbob.nl e-mail: info@vbob.nl

Aan de leden van de Gemeenteraad Gemeente Asten

Postbus 290 5720 AG ASTEN

G E M r . t N T L A S 5 L.N

ingokoiri*"'^

- k JUL 2016

nr.: lAfr-

Bank

Rabobank Breda

IBAN: NL02 RABO 0341 5449 73 KvK: 180 62 721

Datum : 1 juli 2016 Briefnummer : U16-017

Onderwerp : uitspraken Centrale Raad van Beroep van 18 mei 2016

Geachte raadsleden.

Vandaag hebben wij bijgaande brief gestuurd aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Brabantse gemeenten met het verzoek ons te laten weten op welke manier uitvoering wordt gegeven aan de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 18 mei 2016 over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Wij gaan ervan uit dat dit onderwerp ook uw aandacht heeft en dat u hierover in gesprek gaat met het college van burgemeester en wethouders van uw gemeente.

Met vriendelijke groet,

namens het bestuur van het V B O B ,

Frans Slangen, voorzitter

Bijlage: 1

NOMB Netwerk Oudere Migranten Brabant KBO-Brabant Belangenvereniging van senioren

PCOB Protestants Christelijke Ouderenbond - Provinciaal Overleg Brabant (POBRA) PVGE Voor iedereen van 50-plus

Platform Samenwerkende Seniorenorganisaties Brabant

(11)

IVBOB

Stichting Verenigde Bonden Overleg Brabant

Secretariaat VBOB Helvoirtseweg 181 5263 EC Vught

telefoon: 073 - 747 00 61 website: www.vbob.nl e-mail: info(5)vbob.nl

College van burgemeester en wethouders Gemeente Asten

Postbus 290 5720 A G ASTEN

Bank

Rabobank Breda

IBAN: NL02 RABO 0341 5449 73 KvK: 180 62 721

Datum : 1 juli 2016 Briefnummer : U16-016

Onderwerp : uitspraken Centrale Raad van Beroep van 18 mei 2016

Geacht college,

Als samenwerkende seniorenverenigingen in Noord-Brabant vragen wij uw aandacht voor het volgende.

Op 18 mei 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep een viertal uitspraken gedaan ( E C L I : N L : C R V B : 2 0 1 6 : 1402, 1403, 1404, 1491) waarin een oordeel is gegeven over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Over de wijze waarop de wet wordt uitgevoerd, zijn veel klachten ontvangen, die met name gericht waren op de versobering van de huishoudelijke ondersteuning vanaf 2015.

Over de gevolgen die aan de CRvB-uitspraken dienen te worden verbonden, bent u geïnformeerd door een ledenbrief van de VNG van 3 juni 2016 en een brief van 6 juni 2016 van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In de contacten die onze cliëntondersteuners met de verschillende gemeenten hebben, onder meer naar aanleiding van verzoeken om meer huishoudelijke hulp en nieuwe meldingen, zijn signalen ontvangen dat in een aantal gemeenten geen of onvoldoende gevolg wordt gegeven aan deze uitspraken.

In zijn brief van 6 juni 2016 schrijft staatssecretaris drs. M.J. van Rijn op pagina 4 het volgende:

"Mijn dringende oproep aan u is om uw verantwoordelijkheid te nemen in

overeenstemming met de uitspraken van de CRvB en het in deze brief daarover gestelde.

In dit kader zal ik op de voet volgen of de uitspraken van de CRvB, en daarmee de kern van de wet, voldoende (snel) opvolging krijgen en waar nodig zal ik in het kader van het interbestuurlijk toezicht in contact treden met individuele gemeenten."

Verder heeft de staatssecretaris u verzocht snel duidelijkheid te geven aan uw inwoners en daarover helder te communiceren. Hij heeft u ook gevraagd te bezien hoe u tegemoet kunt komen aan inwoners die - op basis van bestaand beleid dat strijdig is met de

uitspraken van de CRvB - een afwijzing op hun aanvraag voor ondersteuning hebben ontvangen, ook al hebben zij daartegen geen bezwaar gemaakt of beroep ingesteld.

Uiteraard geldt deze oproep, zo stelt de staatssecretaris, ook richting inwoners die zich momenteel nog in procedures bevinden.

NOMB Netwerk Oudere Migranten Brabant KBO-Brabant Belangenvereniging van senioren

PCOB Protestants Christelijke Ouderenbond - Provinciaal Overleg Brabant (POBRA) PVGE Voor iedereen van 50-plus

Platform Samenwerkende Seniorenorganisaties Brabant

(12)

Daar waar de huishoudelijke hulp is versoberd, is dat in het algemeen gebeurd op een wijze die de rechterlijke toets niet kan doorstaan en is er dus reden om het beleid en de regelgeving aan te passen en de betrokken inwoners weer meer hulp te bieden. Gelukkig zijn er ook gemeenten waar de Wmo wel op de juiste wijze wordt uitgevoerd.

Graag zouden wij geïnformeerd willen worden welke aanpassingen in het beleid en de regelgeving u - zo nodig - gaat treffen om te voldoen aan de uitspraken van de CRvB en hoe u inwoners die in het verleden zijn gekort op hun huishoudelijke hulp of geen

huishoudelijke hulp meer hebben ontvangen, weer voorziet van (meer) huishoudelijke hulp.

Om de besturen van onze lokale seniorenverenigingen en onze cliëntondersteuners goed te kunnen informeren, zouden wij graag de beschikking krijgen over de beleidsstukken waarop u uw besluitvorming hebt gebaseerd en over de informatie die u hebt gegeven aan de gemeenteraad en aan uw inwoners. U kunt deze informatie bij de beantwoording van deze brief digitaal toesturen aan mevrouw mr. M. Pette, projectleider

Cliëntondersteuning, mpette(Q)kbo-brabant.nl.

Wij sturen een afschrift van deze brief aan uw gemeenteraad.

Met vriendelijke groet,

namens het bestuur van het V B O B ,

Frans Slangen, voorzitter

NOMB Netwerk Oudere Migranten Brabant KBO-Brabant Belangenvereniging van senioren PCOB Protestants Christelijke Ouderenbond PVGE Voor iedereen van 50-plus

Provinciaal Overleg Brabant (POBRA)

Platform Samenwerkende Seniorenorganisaties Brabant

(13)

Onderwerp: Raadsinformatiebrief Gevolgen uitspraak CRvB HO

Geachte leden van de gemeenteraad,

De Wmo huishoudelijke ondersteuning is de laatste tijd regelmatig en nadrukkelijk in het nieuws geweest. Dit vanwege de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep d.d. 18 mei jl. De

uitspraken vormden aanleiding om ons beleid en werkwijze onder de loep te nemen. Bij deze berichten wij u over de uitkomsten.

Start aangepaste werkwijze: 25 juli 2016

De analyse van de uitspraken (o.a. door contacten met andere gemeenten/organisaties en de VNG), leert ons dat wij door kunnen gaan met resultaatgericht werken. Indiceren op basis van resultaat (“schoon en leefbaar huis”) blijft voor ons het vertrekpunt voor toekenning van een maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning. Wij gaan niet terug naar besluitvorming in uren zoals in het oude CIZ-protocol.

Wel gaan we op basis van de uitspraken het toekenningsproces aanpassen:

1. De Wmo-consulent wordt nadrukkelijker in het toekenningsproces gepositioneerd. Het traject start in beginsel met een huisbezoek door de Wmo-consulent. Tijdens het

huisbezoek wordt besproken of Huishoudelijke Ondersteuning nodig is. Aan de orde komen dan ook de eventuele bijzondere omstandigheden. Deze informatie gaat naar de

zorgaanbieder met het verzoek samen met de cliënt invulling te geven aan het ondersteuningsplan. Het ondersteuningsplan zoals aanbieder en klant dat in

gezamenlijkheid opmaken, wordt getoetst door de Wmo-consulent en maakt expliciet onderdeel uit van de toekenningsbeschikking.

2. Het format van het ondersteuningsplan wordt aangepast met als doel om het ondersteuningsplan concreter te maken.

3. De concretiseringsslag in ons toekenningsproces wordt zichtbaar via aanvullingen in de beschikking; via een uitgebreidere format voor het ondersteuningsplan; via een folder die de burger ontvangt in geval van een melding / aanvraag voor huishoudelijke

ondersteuning; en via een websitepagina.

De startdatum voor de nieuwe werkwijze ligt op 25 juli aanstaande.

Consequenties voor bestaande klanten en communicatie

De nieuwe werkwijze heeft in beginsel geen inhoudelijke consequenties (zorgomvang) voor bestaande cliënten. Maar wie meent dat het huis op dit moment onvoldoende schoon en leefbaar is, kan vragen om een nieuwe beoordeling. Dan volgt een nieuw onderzoek conform de nieuwe

werkwijze.

Via een artikel in de wekelijkse gemeentelijke publicatie in week 30 wordt gecommuniceerd over de

veranderingen. In het artikel wordt voor meer informatie verwezen naar de website van Peel 6.1.

Communicatie overig

Over dit onderwerp is in de media de afgelopen 2 maanden veel gezegd en gesproken. De wijze waarop gaf soms niet de nuanceringen die nodig waren, waardoor er bij burgers onduidelijkheid bleef. Zelf hebben we gecommuniceerd dat er nog veel onduidelijkheid was en dat we kozen voor een heroverweging. Nu we helderheid hebben over de door te voeren veranderingen kunnen we als gemeente heel gericht gaan communiceren. We zorgen voor publicatie richting burgers zoals

(14)

hierboven aangegeven. Daarnaast organiseren we in september op Peelregionaal niveau een informatiebijeenkomst voor instanties en organisaties die betrokken zijn bij dit thema (zoals Wmo- raden en cliëntondersteuners). De datum van deze bijeenkomst wordt via een vooraankondiging voor de zomervakantie doorgegeven aan de verschillende organisaties.

Doorontwikkeling de komende maanden

De komende maanden blijven we de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning doorontwikkelen:

• contractering van een onafhankelijk bureau dat steekproefsgewijs de

schoonmaakwerkzaamheden bij de mensen thuis kan beoordelen op schoon en leefbaar.

Dit bureau kan ook een rol hebben in het proces bij klachten en bezwaarschriften;

• de doorontwikkeling van HHT naar een nieuwe categorie HO-extra;

• de doorontwikkeling van het pgb-beleid huishoudelijke ondersteuning.

Na de zomer zullen wij u daarom opnieuw berichten over dit thema.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zijn graag bereid tot een nadere toelichting.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Asten de burgemeester de secretaris

(15)
(16)
(17)
(18)
(19)
(20)
(21)
(22)
(23)
(24)
(25)
(26)

1 De leeswijzer staat boven de tekst van de raadsvoordracht.

2 Het gaat hierbij om het aanbrengen van cursiveringen en vette tekst.

Bijlage 1: Implementatiehandleiding bij Model Algemene subsidieverordening 2013 – update zomer 2016

Eerder gemaakte keuzes

Diverse artikelen die nu gewijzigd worden bevatten facultatieve of nader door de gemeente in te vullen onderdelen of varianten. Veelal zullen de daarbij te maken keuzes al gemaakt zijn bij de eerste implementatie. Uiteraard kunnen er met de onderhavige wijziging andere keuzes gemaakt worden;

voor zover de betreffende modelbepalingen niet noemenswaardig inhoudelijk zijn gewijzigd verwijzen wij naar de implementatiehandleiding, onderdeel van de ledenbrief bij de eerste publicatie van de Model ASV (Lbr 13/075). De nieuwe nog lokaal te maken keuzes worden hieronder toegelicht.

Overleggen gegevens en bescheiden bij aanvraag (artikel 6, tweede en derde lid)

Het tweede lid, onder b, c en e, en het derde lid zijn thans als facultatieve onderdelen aangemerkt, uit het oogpunt van vermindering van de administratieve lasten. In veel gemeenten zal het in meestal niet nodig zijn om over al deze gegevens en bescheiden te beschikken om een aanvraag te kunnen beoordelen. Voor zover – met betrekking tot een specifieke subsidie – het wel nodig wordt geacht, kan een verplichting om aanvullende gegevens en bescheiden te overleggen op grond van het vierde lid bij subsidieregeling geregeld worden. Gemeenten die echter m.b.t. een of meer van de facultatieve onderdelen het wel degelijk wenselijk achten om in alle gevallen over de betreffende

gegevens/bescheiden te beschikken, die kunnen de betreffende onderdelen overnemen in de ASV.

Omdat de formulering van de wijzigingsbepaling enerzijds afhankelijk is van keuzes t.a.v. de voorheen als facultatief aangemerkte onderdelen en anderzijds van de keuzes t.a.v. de in de gewijzigde modelbepaling als facultatief aangemerkte onderdelen, is het niet goed mogelijk een modelwijzigingsbepaling te maken overeenkomstig de leeswijzer1 die we hanteren voor de raadsvoordracht. Afhankelijk van de eerdere en nieuwe keuzes zullen gemeenten de

wijzigingsbepaling zelf aan moeten vullen. Ten behoeve hiervan staan hieronder de bestaande en nieuwe tekst van de modelbepaling naast elkaar. Op de in de raadsvoordracht uitgewerkte bepaling zal de leeswijzer nog ‘toegepast’ moeten worden.2

Bestaande tekst modelverordening

Artikel 6. Aanvraag

1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

2. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:

a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

b. de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

c. een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het

Nieuwe tekst modelverordening

Artikel 6. Aanvraag

1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

2. Bij de aanvraag legt de aanvrager in elk geval de volgende gegevens over:

a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

[b. de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

c. een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het

(27)

dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

[d. als de aanvrager een onderneming is:

1° een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

2° een verklaring als bedoeld in de de- minimisverordening (de-minimisverklaring);]

e. als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

4. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

d. als de aanvrager een onderneming is:

1° een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

2° een verklaring als bedoeld in de de- minimisverordening (de-minimisverklaring);

e. als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.]

4. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

De Wnt-bepalingen (artikel 9, derde lid, onder f, van de Model ASV en de artikelen 5 en 7 van de Model Subsidieregeling)

Gemeentebesturen die besluiten de facultatieve Wnt-bepalingen over te nemen krijgen te maken met een (zeer) ingewikkelde regeling die tot extra administratieve lasten zal leiden. Of het desondanks opportuun is zal mede van de lokale politieke tendens afhangen. Voor de volledigheid moet ook in aanmerking worden genomen dat het overgangsrecht in de Wnt zodanig is vormgegeven dat in principe uiterlijk per 1 januari 2022 alle bezoldigingen van topfunctionarissen zullen (moeten) zijn teruggebracht tot de salarisnorm van de Wnt. Een regeling als nu opgenomen in de Model ASV en Model Subsidieregeling is dus per definitie maar tot 1 januari 2022/2023 nodig.

Wat betreft de hoogte van het bezoldigingsmaximum is aangesloten bij de Wnt-normering. Het Wnt- bezoldigingsmaximum is door de regering aangemerkt als een evenwichtige, verantwoorde en maatschappelijk aanvaardbare bezoldiging binnen de publieke en semipublieke sector. Hoewel gemeenten op zich vrij zijn om een andere grens te kiezen, wordt dat om twee redenen niet

geadviseerd. Ten eerste suggereert het hanteren van andere (hogere of lagere) grenzen dat het doel is – indirect en naast de Wnt – de bezoldigingen die gesubsidieerde instellingen aan functionarissen betalen te normeren. Dat is in het licht van de in paragraaf 5 van de ledenbrief aangehaalde

uitspraken juridisch kwetsbaar. Ten tweede is het denkbaar dat subsidieontvangers in het geval van meerdere subsidiërende bestuursorganen met verschillende normen worden geconfronteerd. Dat is niet wenselijk.

Het bezoldigingsmaximum van de Wnt wordt jaarlijks bij ministeriële regeling geïndexeerd (zie artikel 2.3, tweede, derde en vierde lid, van de Wnt). Die regeling wordt bekend gemaakt vóór 1 november van het kalenderjaar. Door in de weigeringsgrond niet het bedrag van € 179.000 te noemen, maar naar de wettelijke bepaling te verwijzen, wijzigt de hoogte van het

(28)

bezoldigingsmaximum bedoeld in de weigeringsgrond automatisch mee met de indexering van het wettelijke bezoldigingsmaximum van de Wnt.

De bepalingen van artikel 5, tweede en/of derde lid, van de Model Subsidieregeling kunnen worden gehanteerd als er in een specifiek geval geen aanleiding is om te weigeren op grond van artikel 9, derde lid, onder f, van de Model ASV. De raad kan er uiteraard óók voor kiezen om die

weigeringsgrond niet over te nemen en in plaats daarvan artikel 5, tweede en/of derde lid, op te nemen in die subsidieregeling waarbij zij daar specifiek aanleiding toe zien.

Met het nieuw aan artikel 5 van de Model Subsidieregeling toegevoegde derde lid kan geregeld worden dat overheadkosten, voor zover subsidiabel, niet meer mogen bedragen dan een bepaald percentage van de subsidiabele loonkosten. Onderzoek laat zien dat de feitelijke

overheadpercentages sterk variëren tussen verschillende sectoren, tussen circa 12 en 42%. De in de bepaling opgenomen suggestie van 20% is binnen de genoemde bandbreedte van 12 tot 42% een redelijk strenge norm. Het staat gemeenten vrij een andere norm te kiezen.

(29)

Leeswijzer modelbepalingen

- [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II.

- [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde de lid, onder f, ‘nieuwe tekst’.

- [(iets)] = een voorbeeld ter illustratie of uitleg voor gemeente, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 12a, eerste lid,

‘nieuwe tekst’.

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene

subsidieverordening – update zomer 2016

De raad van de gemeente [naam gemeentenaam gemeentenaam gemeentenaam gemeente];

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders [datum en nummerdatum en nummerdatum en nummer];datum en nummer gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de [naam commissienaam commissienaam commissienaam commissie];

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de [citeertitel Algemene subsidieverordeningciteertitel Algemene subsidieverordeningciteertitel Algemene subsidieverordeningciteertitel Algemene subsidieverordening].

Artikel I Artikel I Artikel I Artikel I

De [citeertitel Algemene subsidieverordeningciteertitel Algemene subsidieverordeningciteertitel Algemene subsidieverordeningciteertitel Algemene subsidieverordening] wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17

juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 127), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013

betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352), verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 352/9) en verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening

op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

(30)

onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een

economische activiteit uitoefent;

Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

• B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Subsidieregelingen Artikel 3. Subsidieregelingen Artikel 3. Subsidieregelingen Artikel 3. Subsidieregelingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Europees steunkader Artikel 4. Europees steunkader Artikel 4. Europees steunkader Artikel 4. Europees steunkader

Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen 1.

burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees 2.

steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.

Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking 3.

naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, 4.

doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in 5.

aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

D

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud Variant 1

Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij 1.

subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

(31)

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:

2.

het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of a.

goedgekeurd; en

de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden b.

ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige 3.

lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend 4.

onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Variant 2

De raad kan subsidieplafonds vaststellen.

1.

In dat geval bepalen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de 2.

betrokken subsidie.

De raad kan een subsidieplafond verlagen als:

3.

het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of a.

goedgekeurd; en

de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden b.

ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige 4.

lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend 5.

onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

E

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Aanvraag Artikel 6. Aanvraag Artikel 6. Aanvraag Artikel 6. Aanvraag

Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor 1.

een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

2.

een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

a.

NB NB NB

NB Zie de implementatiehandleiding. Zie de implementatiehandleiding. Zie de implementatiehandleiding. Zie de implementatiehandleiding.

Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

4.

(32)

F

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren 1.

burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:

als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft a.

vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt.

als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een b.

eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als de 2.

subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in a.

moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

b.

Onverminderd de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder 3.

geval weigeren:

als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de a.

gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de b.

activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te c.

komen;

als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

d.

als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met e.

toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

[als de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een f.

functionaris een bezoldiging als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomt of is overeengekomen die hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van die wet;]

in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

g.

Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering 4.

van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

G

(33)

Artikel 11 komt te luiden als volgt:

Artikel 11. Algemene verplichtingen van Artikel 11. Algemene verplichtingen van Artikel 11. Algemene verplichtingen van

Artikel 11. Algemene verplichtingen van subsidie-ontvangerssubsidie-ontvangerssubsidie-ontvangerssubsidie-ontvangers

Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig 1.

of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

Een subsidie-ontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

2.

beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor a.

subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

b.

ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen c.

niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, d.

de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

H

Aan artikel 12 wordt drie leden toegevoegd, luidende:

Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidie-ontvanger ook andere 2.

verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.

Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de 3.

subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger, voor 4.

zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan

burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht voordoet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

I

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 12a. Egalisatiereserve Artikel 12a. Egalisatiereserve Artikel 12a. Egalisatiereserve Artikel 12a. Egalisatiereserve

Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger van een per kalender- of 1.

boekjaar verstrekte subsidie die meer dan [bedrag (bijvoorbeeld € 50.000)bedrag (bijvoorbeeld € 50.000)bedrag (bijvoorbeeld € 50.000)bedrag (bijvoorbeeld € 50.000)] bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vormt.

(34)

De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan burgemeester en 2.

wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

J

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000 Artikel 13. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000 Artikel 13. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000 Artikel 13. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000

Subsidies tot en met € 5.000 worden door burgemeester en wethouders direct vastgesteld of 1.

verleend en – tenzij toepassing wordt gegeven aan het volgende lid – binnen [aantalaantalaantalaantal] weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld.

Als bij verleningsbeschikking de subsidie-ontvanger wordt verplicht om op de daarbij aangegeven 2.

wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen [aantalaantalaantalaantal] weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 5.000 wordt een voorschot verstrekt ter 3.

hoogte van de verleende subsidie.

K

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14. Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000 Artikel 14. Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000 Artikel 14. Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000 Artikel 14. Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000

Bij subsidies van meer dan € 5.000 doch ten hoogste € 50.000 dient de subsidie-ontvanger uiterlijk 1.

[aantalaantalaantalaantal] weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

De aanvraag bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten 2.

zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

Bij subsidieregeling kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de 3.

activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

L

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000 Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000 Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000 Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000

Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidie-ontvanger een aanvraag tot vaststelling in:

1.

in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op [datum datum datum datum a.

(bijvoorbeeld 30 april) (bijvoorbeeld 30 april)(bijvoorbeeld 30 april)

(bijvoorbeeld 30 april)] van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

(35)

in geval van een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt, uiterlijk [aantalaantalaantalaantal] weken na b.

afloop van het betrokken boekjaar;

in andere gevallen uiterlijk [aantalaantalaantalaantal] weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn c.

verricht.

De aanvraag bevat:

2.

een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn a.

verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en b.

inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en c.

een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

d.

Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden 3.

verlangd.

M

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000 Artikel 16. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000 Artikel 16. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000 Artikel 16. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000

Burgemeester en wethouders stellen een subsidie van meer dan € 5.000 vast binnen [aantalaantalaantal] weken aantal 1.

na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.

Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste [aantalaantalaantal] weken worden verdaagd.aantal 2.

Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidie-ontvangers worden aangewezen waarvoor de 3.

subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid 4.

en 15, eerste lid, aanhef en onder a, b of c, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie-ontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

N

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze 1.

door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij subsidieregeling voorgeschreven berekeningswijze.

Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van de bij 2.

subsidieregeling voorgeschreven definities.

(36)

Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en 3.

kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

O

Artikel 18 komt te luiden:

Artikel 18. Hardheidsclausule Artikel 18. Hardheidsclausule Artikel 18. Hardheidsclausule Artikel 18. Hardheidsclausule

Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of - 1.

ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

In een subsidieregeling kan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders van een of meer 2.

bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere

omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag 3.

gedaan aan de raad.

Artikel II Artikel II Artikel II Artikel II

Dit besluit treedt in werking op [datumdatumdatum].datum

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van [datumdatumdatumdatum].

De voorzitter, De griffier,

(37)

Bijlage 3 - Model Raadsvoordracht wijziging Algemene subsidieverordening – update zomer 2016

Leeswijzer modelbepalingen

- [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II.

- [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde lid, onder f, ‘nieuwe tekst’.

- [(iets)] = een voorbeeld ter illustratie of uitleg voor gemeente, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 12a, eerste lid, ‘nieuwe tekst’.

In de ‘bestaande tekst’ zijn de woorden en leestekens waaraan iets verandert cursief gezet.

Facultatieve onderdelen waaraan niets verandert staan tussen blokhaken en zijn cursief gezet, maar niet onderstreept. In de ‘nieuwe tekst’ zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt.

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

De raad van de gemeente [naam gemeente];

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders [datum en nummer];

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de [naam commissie];

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de [citeertitel Algemene subsidieverordening].

Artikel I

De [citeertitel Algemene subsidieverordening] wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- algemene groepsvrijstellingsverordening:

verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese

Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard („de

algemene groepsvrijstellingsverordening”) (PbEU L 214/3), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

- de-minimisverordening: verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van

Nieuwe tekst

Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- algemene groepsvrijstellingsverordening:

verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 127), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

- de-minimisverordening: verordening (EU)

nr. 1407/2013 van de Commissie van 18

(38)

Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379/5), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese

Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-

minimissteun in de

landbouwproductiesector (PbEU L 337/35) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese

Gemeenschappen van 24 juli 2007

betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-

minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr.

1860/2004 (PbEU L 193/6), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

- Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 en 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

- onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

- Verdrag: Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.

december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het

Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352), verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 352/9) en verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

- Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

- onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

- Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Artikel 3. Subsidieregelingen

Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling (hierna te noemen:

subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie.

Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Nieuwe tekst

Artikel 3. Subsidieregelingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (hierna te noemen:

subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke

doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden

uitbetaald.

C

(39)

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Artikel 4. Europees steunkader 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het toepasselijke steunkader.

3. Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de

toepasselijke bepalingen van het steunkader.

4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

5. Bij subsidies waarop de de-

minimisverordening van toepassing is, komen onderneming alleen in aanmerking voor subsidies die voldoen aan de

voorwaarden van de de- minimisverordening.

Nieuwe tekst

Artikel 4. Europees steunkader 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.

3. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het

desbetreffende steunkader.

5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het

desbetreffende steunkader.

D

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud Variant 1

1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen:

a. als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of

b. als de subsidieaanvragen waarop het

Nieuwe tekst

Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud Variant 1

1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:

a. het wordt vastgesteld voordat de

begroting voor het betrokken jaar is

vastgesteld of goedgekeurd; en

(40)

subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

3. Bij de bekendmaking van een

subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging.

4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Variant 2

1. De raad kan subsidieplafonds vaststellen.

2. In dat geval bepalen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

3. De raad kan een subsidieplafond verlagen:

a. als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of

b. als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

4. Bij de bekendmaking van een

subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging.

5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

b. de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

3. Bij de bekendmaking van een

subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Variant 2

1. De raad kan subsidieplafonds vaststellen.

2. In dat geval bepalen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

3. De raad kan een subsidieplafond verlagen als:

a. het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; en b. de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

4. Bij de bekendmaking van een

subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

E

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst Artikel 6. Aanvraag

Nieuwe tekst

Artikel 6. Aanvraag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verder is het mij niet duidelijk hoe vanuit het aanvaarde raadsprogramma mandaten door de raad aan B&W gegeven worden om naar goedbevinden te handelen, zonder dat de raad

1° een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor

De Participatiewet is van belang voor de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de wet, maar ook het werkbedrijf, dat in opdracht van de in de

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een structurele – en/of incidentele subsidie staan vermeld in de ‘Algemene subsidieverordening gemeente Asten 2017’ en

Deze maatregel wordt niet direct uitgevoerd bij de aanleg van het fietspad, maar worden wel opgenomen in het beheerplan van gemeente Asten. Dit betekent dat per zes jaar gekeken

In de Woningwet 2015 wordt gesproken over “controleerbare en bindende prestatieafspraken tussen de gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties waarbij elementen als de omvang van

Vervolgens hebben alle colleges op 19 juli 2016 ingestemd met het Bedrijfsplan waarin de contouren zijn geschetst voor een uitvoeringsorganisatie die ten dienste staat van (de

Expliciet gaat het dan in ieder geval om een geobjectiveerd normenkader voor huishoudelijke ondersteuning (hoe bepaal je of een huis schoon is) met de NEN 2075:2000 als basis.