• No results found

Vergaderbundel 13 september 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vergaderbundel 13 september 2016"

Copied!
872
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COMMISSIE RUIMTE AGENDA

Datum : 13 september 2016 Tijd : 20.00 uur

Locatie : Raadzaal

U vindt de stukken digitaal op raad.asten.nl vanaf 2 september 2016.

Nr.

0. Opening.

1. Vaststellen agenda.

2. Besluitenlijst van de vergadering van 14 juni 2016.

3. Ingekomen stukken, gericht aan de raad:

Voor kennisgeving aannemen:

Brief van 31-5-2016, Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro: Benchmark a.

2015 gemeentelijke milieustraat;

Brief van 14-6-2016, Raad van State: Toezending stukken t.b.v. zitting d.d. 22 b.

juni 2016 Bp Heusden Behelp 13;

Brief van 29-6-2016, Vereniging van Nederlandse Gemeenten: Verzoek oplossing c.

knelpunten uitvoering richtlijn EED (artikel 8 energieauditplicht);

Brief van 16-8-2016, Raad van State: intrekking beroep Loverbosch c.s. tegen d.

Bestemmingsplan ‘Asten Bedrijventerrein Florapark 2013’;

Brief van 25-7-2016, Brabantse Milieufederatie en Fietsersbond:

e.

Bereikbaarheidsagenda ‘Brainport Duurzaam Slim Verbonden’;

In handen van B&W ter afdoening:

Brief van 22-8-2016, M. Hoeben, Heusden: bezwaar/verzoek om uitstel tegen f.

uitbreiding Verhoijsen, Gezandebaan 39-39a Heusden.

4. Herinrichting en rioolrenovatie Hoogstraat (presentatie) (Portefeuillehouder: de heer T. Martens, info: r.mertens@asten.nl) 5. Evaluatie herinrichting Markt en omgeving (opiniërend)

(Portefeuillehouder: de heer T. Martens, info: r.mertens@asten.nl)

6. Voorontwerpbestemmingsplan ‘Asten veegplan 2016-2’ (Heesakkerweg 39-41, Kennisstraat 7, Laarbroek 9 en naast 20, Schutter, Ommelseweg 51) (opiniërend)

(Portefeuillehouder: de heer T. Martens, info: m.vantienen@asten.nl) 7. Bereikbaarheidsagenda Metropoolregio Eindhoven (adviserend) (Portefeuillehouder: de heer T. Martens, info: m.vantienen@asten.nl)

8. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen: (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio, ODZOB)

Fietspad Meijelseweg a.

9. Stukken ter kennisneming aan de commissie:

Memo lichtmastreclame (toezegging 29-03-’16);

a.

(Portefeuillehouder: de heer T. Martens, info: d.janssen@asten.nl)

Memo Ottenstraat (toezegging 17-11-’15) en zebrapad Dijkstraat (toez.14-06-’16) b.

(Portefeuillehouder: de heer T. Martens, info: o.feekes@asten.nl) Lijst van toezeggingen en dynamische termijnkalender.

c.

10. Rondvraag en sluiting.

(2)

2/2

(3)

concept

COMMISSIE RUIMTE BESLUITENLIJST

van de openbare vergadering van de commissie Ruimte 14 juni 2016 in het gemeentehuis.

Geluidsfragmenten van de vergadering zijn per agendapunt terug te luisteren op raad.asten.nl.

Aanwezig:

De voorzitter P.W.J.M. van de Ven-Schriks De leden per fractie

Algemeen belang (AB) P.P.M. Bakens, J.M Jacobs

CDA J.G. Leenders, D.R. van Schijndel, J.P.E. Bankers (t/m ag.pt. 4) Leefbaar Asten (LA) M.A.T.M. van den Boomen, J.F.W. van Oosterhout

PGA/PvdA A.H.H. Beniers, D.W.J.H. Grein

D66-HvA A.J. Koopman, M.J.M. van den Eijnden VVD I.M.J. van Oosterhout-Swinkels, J. Bazuin

De genodigden wethouders J.H.J. van Bussel (JvB), Th.M. Martens (ThM), J.C.M. Huijsmans (JH)

Ambtelijke ondersteuning T. Smits, F. Stouthart, J. Meulendijks, P. Greijn, S. Olschewsky, H. Reumkens

De griffier M.B.W. van Erp-Sonnemans

- - - - - Nr

.

Onderwerp Besluit

Spreekrecht Hiervan is gebruik gemaakt door de heer Van de Heuvel inzake agendapunt 8 en de heer

Heijligers inzake agendapunt 5.

1. Vaststellen agenda Vastgesteld cf. voorstel.

De omvraag begint bij de fractie Algemeen Belang.

2. Verslag van de openbare vergadering van 17 mei 2016

Ongewijzigd vastgesteld.

3. Ingekomen stukken gericht aan de raad a. Brief van 15-4-2016, Vereniging van Nederlandse Gemeenten:

Inwerkingtreding Erfgoedwet per 1 juli 2016, gevolgen voor gemeenten;

b. Brief van 10-5-2016, Raad van State:

Beroep Bp Heusden Behelp 13 (Camping de Peel) 2014;

c. Brief van 3-5-2016, KNMVD:

Vestiging dierenklinieken in detailhandel

Cf. voorstel voor kennisgeving aangenomen; aan de orde gesteld:

D66-HvA; reactie JH*

a.

3. Ingekomen stukken gericht aan de raad d. Brief van 29-05-2016, fam. Peters:

advies commissie Ruimte inzake verhogen starterslening.

Cf. voorstel in handen gesteld van B&W ter afdoening; aan de orde gesteld:

d. AB, D66-HvA, LA, PGA/PvdA,VVD;

reactie ThM

(4)

Ruimte d.d. 14 juni 2016

2/3 4. Geurverordening en gebiedsvisie

(adviserend)

(PH: T. Martens, info: t.smits@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert in meerderheid positief over optie 0,5-5; fractie CDA is voor optie 1-8 b. stemt in met doorgeleiding als B-stuk

naar de raad 5. Vooroverleg en inspraakreacties

bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 (opiniërend)

(PH: T. Martens, info: s.olschewsky@asten.nl)

Het college* neemt kennis van wensen en bedenkingen, o.a.

- veel onjuistheden, evaluatie bureau overwegend instemming met aanvullende -

maatregelen

horecabeleid later meenemen -

6. Bestemmingsplan Asten veegplan 2016- 1 (Wilhelminastraat 33, Busselseweg 7, Antoniusstraat 49, Antoniusstraat 61, Waardjesweg 68, Bloemenwijk, Bergdijk 38) (adviserend)

(PH: T. Martens, info: h.reumkens@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad

7. Verordening Starterslening Asten 2016 (adviserend)

(PH: T. Martens, info: h.derison@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad*

8. Woonvisie gemeente Asten 2015 t/m 2014 (opiniërend, met presentatie) (PH: T. Martens, info: h.reumkens@asten.nl)

Presentatie is gegeven door de heer Theuws van Bergopwaarts.

Het college neemt kennis van wensen en bedenkingen, o.a.

- afstemming/overleg over behoefte in alle kernen, reële vraag, op basis van bevolkingssamenstelling

9. Jaarrekening 2015 en

meerjarenbegroting 2016-2020 Gemeenschappelijke regeling Blink (adviserend)

(PH: T. Martens, info: t.smits@asten.nl)

De commissie:

a. adviseert unaniem positief

b. stemt in met doorgeleiding als A-stuk naar de raad

10. Informatief overleg met de bestuurder over lopende belangrijke processen en projecten, o.a. verbonden partijen (MRE, Peel 6.1, Veiligheidsregio, ODZOB)

Fietspad Meijelseweg a.

Aan de orde is gesteld:

Fietspad Meijelseweg (ThM) a.

(5)

Ruimte d.d. 14 juni 2016

3/3 11. Stukken ter kennisneming aan de

commissie

a. Memo verzoek kappen Elzen voor Hulterman 15;

(PH: T. Martens, info: m.vanjole@asten.nl) b. Memo Stand van zaken

monumentensubsidie;

(PH:J. Huijsmans, info: m.rooijakkers@asten.nl) c. Memo Principebesluit huisvesting arbeidsmigranten Prinsenmeer (PH: J. van Bussel, info:

jori.meulendijks@asten.nl)

d. Beleidsplan gladheidsbestrijding 2016- 2020

(PH: T. Martens, info: d.janssen@asten.nl) Lijst van toezeggingen

e.

Voor kennisgeving aangenomen; aan de orde gesteld

AB, CDA, D66-HvA, LA, PGA/PvdA;

a.

reactie ThM

D66-HvA; reactie JH b.

D66-HvA, LA, PGA/PvdA; reactie JvB c.

CDA, PGA/PvdA; reactie ThM d.

2. Rondvraag Aan de orde is gesteld:

Overlast roeken Heerbaan (AB, VVD) -

Aanpak wilde zwijnen (AB; reactie ThM) -

Omgevingswet (D66-HvA; reactie ThM) -

Dassenrooster (D66-HvA; reactie ThM)*

-

Zebrapad Dijkstraat tbv Lambertusschool -

(VVD; reactie ThM)*

Einde vergadering 22:45 uur.

Toezegging PH Afd Afdoening

*3a De cie wordt geïnformeerd over aanpak Erfgoedwet

JH R&O Nog in te plannen

*5 Ambtelijk contact over diverse omissies TM R&O Nog in te plannen

*7 De cie wordt geïnformeerd over reikwijdte nieuwe intrekkingsgrond

TM R&O Voor raad 5-7-2016

*12 De cie wordt geïnformeerd over reactie initiatief dassenrooster

TM R&O Nog in te plannen

*12 De cie wordt geïnformeerd over mogelijkheden zebrapad Dijkstraat

TM R&O Nog in te plannen

griffier

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)

Raad

vanState Afdeling bestuursrechtspraak

Pagina 1 van 1

Raad van de gemeente Asten Postbus 2 9 0

5 7 2 0 A G A S T E N

Datum

13 juni 201 6

Ons nummer

201 5 0 8 6 7 5 / 1 / R 2

U w kenmerk

G E M E E N T E A S T E N

injjekonien I

1 4 JUN 2016

nr.: lAfë.

Inlichtingen

M w . M . A . M . Brautigam-van Gaaien 0 7 0 - 4 2 6 4 6 9 0

Procedure

Beroep

Onderwerp

A s t e n

Bp Heusden Behelp 13 (Camping de Peel 2 0 1 4

Geachte heer/mevrouw.

Hierbij zend ik u - ter informatie - stukken die betrekking hebben op de bovenvermelde procedure.

Zoals u is meegedeeld, zal de zaak op 22 juni 2 0 1 6 worden behandeld op een zitting.

Aangezien deze brief geautomatiseerd is aangemaakt, is deze niet ondertekend.

Hoogachtend, de griffier

De griffie is van 21 t/m 2 5 juli gesloten i.v.m. verbouwing.

29f)724j(Hj:^) Postbus 20019 - 2500 EA Den Haag - T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanstate.nl Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden

(12)

Mr. G.C.G. Raymakers Mr. L.C.J. Sars

Mw. Mr. F.A. van den Heuvel Mw. Mr. S.H.J. Raessens

RAAD VANSTATE

INGEKOMEN

13 JUNI 2Ü\S

BRAAKMAN ADVOCATEN

36

ZMKm AAK

B£HANCE,3 JD:

Mierloseweg 5

5707 AA HELMOND T: (0492)54 44 15 F: (0492)52 77 85

www.braakmanadvocaten.nl ra>Tnakers@braakmanadvocaten.nl

UZ

PER TELEFAX: (070) 3651380

Raad van State

t.a.v. Mw. M.A.M. Brautigam-van Gaaien Postbus 16113

2500 BC DEN HAAG

Nr.: 39647 RAY/ML

Inzake: Boom/gem. Asten bp R.van.St.

Uw ref.: 201508675/1/R2 Helmond, 10 juni 2016

Edelachtbare heer / vrouwe,

In opgemelde procedure zal de behandeling ter terechtzitting plaats vinden op 22 juni a.s.

om 11.45 uur. Appellant wenst hierna volgend gebruik te maken van de geboden gelegenheid om enige aanvullende opmerkingen te maken, mede in het licht van het verweerschrift van (de gemeenteraad van de) gemeente Asten, na te noemen "venteerder"

en de aldaar betrokken stellingen.

Eén van de belangrijke stellingen in het beroepschrift van appellant is dat venteerder, met name in retrospectief beschouwd, terzake de totstandkoming van het litigieuze bestemmingsplan in strijd handelt met haar vanaf 2006 geformuleerd beleid, neergelegd in diverse beleidsnotities (Toekomst "de Avance"), meer in het bijzonder ten aanzien van de zonering van gebieden waarin intensieve vormen van recreatie zijn toegestaan en gebieden waarin extensieve vormen is toegestaan. Op grond van de zonering en de duiding van het gebied (De Behelp), waarin het ondenterpelijk bestemmingsplan is gelegen, zijn slechts afgebakende vormen van recreatie toegestaan, meer in het bijzonder gericht op verblijfsrecreatie. Sleutelbegrippen in genoemde beleidstukken vormen: kleinschaligheid;

ondergeschiktheid (aan hoofdfunctie); voorkomen van publieks/verkeersaanwervende werking; voorkoming van onevenredige belasting op de infrastructuur en bereikbaarheid, vormen daarin de kern. Het (beoogde) plan van initiatiefnemer (Dhr. Beijers) voldoet in geen enkel opzicht aan genoemde beschrijving, gezien de enorme grootschaligheid daarvj

Rabobank nummer NL 63 RABO 0121 0684 04 t.n.v. Sticiiting Belieer Derdengelden, Mierloseweg 5.

Onze aansprakelijkfieid is beperkt tot het bedrag dat door onze verzekeraar ivordt uitbetaald.

De maatschap Braakman Advocaten bestaat mede uit rechtspersonen.

/ a F

I kuitooi

iMet Recht B Tevreden

(13)

B R A A K M A N ADVOCATEN

De ontwikkelingen volgend vanaf 2006, het jaar waarin de eerste beleidsnota het daglicht aanschouwde, en met name daarin het handelen van venteerder, kan geen andere conclusie opleveren dan dat venteerder haar beleid volledig ondergeschikt heeft gemaakt aan de ambities en (economische) belangen van de initiatiefnemer. Illustratief daarvoor is de wijze waarop de exploitant van de camping (oneigenlijk) gebruik heeft gemaakt van de RBV regeling als opgenomen in het Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Asten 2008, waarop hierna zal worden teruggekomen. Het handelen van venteerder wordt gekenmerkt door het "achter de feiten aanlopen" en rationalisatie achteraf. Het moge duidelijk zijn dat deze handelwijze in haar verschillende verschijningsvormen op gespannen, zo niet strijdige, voet staat met de beginselen van behoorlijk bestuur, meer in het bijzonder de zorgvuldigheid, de rechtszekerheid en een deugdelijke motiveringsplicht, laat staan dat dit handelen nog resultaat zou kunnen zijn van een goede ruimtelijke ordening. Deze stellingname zal verderop in dit schrijven nog op onderdelen worden toegelicht en geïllustreerd.

Het moge zo zijn, zo luidt één van de stellingen van venteerder, dat appellant niet tijdig en adequaat heeft geopponeerd tegen de gewraakte ontwikkelingen rondom de camping middels zienswijze, bezwaren respectievelijk verzoeken tot handhaving, hetgeen hem kennelijk ( N.B parafrasering advocaat) juridisch dient te worden aangerekend, doch zulks laat onverlet dat verweerder als overheidsorgaan hoeder dient te zijn van een goede ruimtelijke ordening en van haar mag worden ventacht dat zij handelt overeenkomstig geformuleerd beleid alsmede dat zij, overeenkomstig de normeringsfunctie van een bestemmingsplan, er op toeziet dat conform het bestemmingsplan en de daarin geformuleerde regels wordt gehandeld en desnodig ook dienovereenkomstig handhaaft.

De Algemene wet bestuursrecht schrijft ondermeer voor dat een bestuursorgaan zich inzake

haar besluitvorming laat leiden door een deugdelijk en zorgvuldig onderzoek naar de

(kenbare) feiten. Aan het bestemmingsplan buitengebied 2008 kan worden ontleend dat

daarin voor het eerst sprake is van een camping op de Behelp 13 met 15 staanplaatsen,

waarbij wordt verzocht (nota zienswijze) naar een uitbreiding van 25 standplaatsen. Het

Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Asten 2008 retrospectieve toets laat zien hoe de

aanduiding VAB, pagina 83, wordt omzeild door gebruik te maken van de RBV regeling

omschakelingen naar een paardenhouderij, om de mini camping te kunnen realiseren met

behoud van het bouwblok. De paardenhouderij is echter nooit een feitelijke dan wel

hoofdactiviteit geweest, maar ondergebracht op het perceel van de buurman 13A (RBV-

locaties met behoud agrarisch bouwblok op maat - paardenhouderij; mini camping (25

plaatsen) Ab verkleind t.b.v. overblijvende veehouderijtak, paardenhouderij; gelegen in

recreatief ontwikkelingsgebied). In het uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme (juni

(14)

B R A A K M A N ADVOCATEN

2007) pagina 25 onder het hoofdstuk "Toekomst gerichte ontwikkeling" wordt gesproken over een mini camping met 50 standplaatsen met een verzoek tot uitbreiding naar 100 standplaatsen. Dit gegeven sluit naadloos aan op de als productie 5 bij inleidend beroepschrift overgelegde foto van Google Earth uit 2005, op basis waan/an door appellant de stelling is verkondigd dat er in 2005 al sprake was van 40 of meer standplaatsen.

Op 17 september 2014 heeft de provincie Noord-Brabant (in het kader van vooroverleg reactie voorontwerp - bestemmingsplan "Behelp 13 Heusden 2014) in beginsel vastgesteld - behoudens enige ondergeschikte aspecten van strijdigheid- dat het bestemmingsplan spoort met de provinciale belangen en het provinciaal ruimtelijk beleid. Deze vaststelling heeft plaatsgevonden op basis van een plan (opzet) waarin perceel P750 niet is meegenomen.

Desondanks heeft venteerder geen aanleiding gezien om het bestemmingsplan Heusden Behelp 13 (camping De Peel) 2014 versie juli 2015 met een gewijzigde plan opzet waarin perceel P750 wel is opgenomen niet wederom voor te leggen aan de provincie. Dit had temeer voor de hand gelegen nu ten aanzien van perceel P750 een substantiële aanpassing heeft plaatsgevonden van "waterberging" naar "sport en spel".

De wijze van meten alsmede de maatvoering betreffende de bebouwen oppervlakte is volstrekt oninzichtelijk doordat venteerder bestaande begrippen van kampeermiddelen zoals lodges, (sta)caravans trekkershutten opnieuw definieert als verhuuraccommodaties. Het begrip verhuuraccommodatie komt in de "regels" onderdeel uitmakend van litigieuze bestemmingsplan in de gedefinieerde begrippen wel voor als zijnde een bouwwerk (en dus omgevingsvergunningplichtig), doch wordt gelijkgesteld aan een lodge of stacaravan, die ieder hun eigen maximale oppervlakte hebben. Door het gegoochel met deze definities is dus een trekkershut gelijk aan een lodge en aan een verhuuraccomodatie van 60 m=.

Controle op wat nu wel of niet behoort tot kampeermiddelen en met welk oppervlak wordt volstrekt onmogelijk. Ook de bewering dat de totale oppervlakte 750 m^ zou mogen bedragen op grond van het vigerende bestemmingsplan is niet vast te stellen op grond van een zelfde soortgelijke gelijkstelling van een lodge van 27 m^ en een stacaravan van 50 m=.

Het is te kort door de bocht om dan maar 15 stuks van 50 m^ te vermenigvuldigen om op 750 m^ uit te komen en dit als uitgangspunt voor het ondenterpelijke plan te benutten.

Het bestemmingsplan camping De Peel 2011 gaat uit van een totaal te bebouwen

oppervlakte van 2175 m^. In het litigieuze bestemmingsplan is deze oppervlakte, zonder

nader uitleg, reeds verhoogd naar 2395 m^. Op basis van wat binnen het litigieuze

bestemmingsplan aan bebouwing wordt gerealiseerd, zulks met in acht name van

(15)

BRAAKMAN ADVOCATEN

ingeruimde maatvoering, dan komt men uit op een totaal te bebouwen oppervlakte van 2985 m^. De facto is derhalve sprake van een grove overschrijding.

Door het perceel P750 te bestemmen voor sport en spel waaronder ten deze tevens dient te worden verstaan de zogenaamde speur- en G P S tochten treedt evidente strijd op met (provinciale) beleidsuitgangspunten. Genoemde activiteiten zijn immers niet locatie gebonden. Daarvan zal een publieks- en met name verkeersaanwervende werking uitgaan, nog buiten beschouwing gelaten de activiteit boerengolf waarbij groepen mensen met autobussen worden aangevoerd. Hier treedt evidente strijd op met de Structuurvisie Bebouwingsconcentraties en ontstaan onveilige situaties doordat de bestaande infrastructuur daarop niet is berekend.

A fortiori geldt dat eveneens voor de door venteerder eerst in het vaststellingbesluit toegevoegde (dag)recreatieve activiteit "Peelexpres". Het betreft hier immers een activiteit met een volstrekt "open einde", waaraan de exploitant naar wens en behoefte allerlei activiteiten kan toevoegen met navenante verkeersaanwervende gevolgen.

Daarnaast schrijft de verordening ruimte 2014 voor dat een recreatiebedrijf een aaneengesloten geheel dient te zijn, hetgeen in casu niet het geval is doordat deze wordt doorsneden door de weg Behelp.

Het onderhavige plangebied bestaat uit vijf kadastrale percelen, te weten gemeente Asten, sectie P, nummer 121, 1995, 1962, 1963 en 750 (vide producties 20 en 21 bij inleidend beroepschrift). Op de percelen PI 995 en PI 962 rust een bouwtitel ten gevolge van een artikel 19 W R O procedure. Het smalle gedeelte van PI963 is met opzet verkaveld om een nieuwe (derde) ontsluiting te maken). In de toelichting staat dat men voornemens is de ingang en de receptie te verplaatsen naar PI963 - ondanks dat het bouwblok daarop is komen te vervallen (zie de pagina 13 toelichting bestemmingsplan) met als reden dat de huidige inrit teveel overlast heeft voor de exploitant. De percelen P1995 en P1962 zijn eigendom van de heer Beijers junior, tevens vennoot van de VOF De Peel welke het recreatiebedrijf exploiteert. De stelling van venteerder dat er geen sprake zou zijn van planologische binding met de camping wordt ten stelligste betwist. Hieruit kan derhalve geen andere conclusie worden getrokken dan dat er de facto sprake is van de oprichting van twee bedrijfswoningen.

Geheel tot slot. Tijdens de behandeling van het verzoek voorlopige voorzieningen op 22 februari 2016 heeft de voorzieningenrechter bij haar afwijzig van het verzoek verstaan dat de

- 4 -

(16)

BRAAKMAN ADVOCATEN

exploitant/initiatiefnemer de heer Beijers heeft toegezegd "dat hij in afwachting van de uitspraak van de afdeling in de bodemprocedure de nieuwe mogelijkheden op de noord oostelijke zijde van het recreatie terrein niet zal benutten voordat het plan onherroepelijk is en hij derhalve ook geen omgevingsvergunning voor bouwen zal aanvragen". Korte tijd na de behandeling heeft de heer Beijers de inrit en de erf verharding gerealiseerd. Hoewel venteerder aanvankelijk heeft ontkend dat beide projecten niet - vergunningplichtig waren - is nadien erkend dat deze vergunningplicht weldegelijk aanwezig was. De vergunning voor beide projecten is niet voor handen en bij gebrek aan wetenschap ook niet aangevraagd, zodat voorshands sprake is van een illegale situatie. Daarnaast moet worden vastgesteld dat de heer Beijers gehandeld heeft in strijd met de toezegging.

Een afschrift van onderhavig schrijven werd bij separaat schrijven toegezonden aan de gemachtigde van verweerder.

Het vorenstaande in uw aandacht vertrouwende,jk/er5Ii]ft

(17)

Brief aan de leden

T.a.v. het college en de raad

informatiecentrum tel.

(070) 373 8393

uw kenmerk bijlage(n)

1

betreft

De EED richtlijn (artikel 8 energieauditplicht) en de rol van het bevoegd gezag

ons kenmerk

ECFD/U201600977 Lbr. 16/052

datum

28 juni 2016

Samenvatting

In deze brief informeren wij u over de afspraken die VNG en IPO samen met de Rijksoverheid in gang hebben gezet om de knelpunten in de uitvoering voor het bevoegd gezag als gevolg van invoering van artikel 8 van de Europese Energie-Efficiency Directive (EED) op te lossen. Artikel 8 gaat over de uitvoering van energie-audits door grote ondernemingen. Gemeenten en provincies zijn bevoegd gezag voor het toezicht hierop.

Daarnaast vragen wij u om op lokaal en regionaal niveau twee acties in gang te zetten,

vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek dat het Rijk is gestart naar de uitvoeringslasten van deze extra toezichtstaak voor gemeenten en provincies. Deze acties zijn:

- Het op korte termijn organiseren van een aanspreekpunt in uw eigen organisatie of bij uw omgevingsdienst waar auditplichtige ondernemingen zich kunnen melden;

- Het reserveren van extra capaciteit voor de toetsing van energieaudits in uw jaarplanning of in dienstverleningsovereenkomsten met uw omgevingsdienst voor 2017.

In september verwachten wij, op basis van het onderzoek dat het rijk is gestart naar de

uitvoeringslasten van deze extra taak voor het bevoegd gezag, duidelijkheid te hebben over de inzet van mensen en middelen die nodig is voor de toetsing van de energieaudits. Vooruitlopend op de compensatie van de extra uitvoeringslasten vragen wij u om voor 2017 capaciteit te reserveren voor de beoordeling van de energieaudits

IPO stuurt een brief met eenzelfde inhoud naar alle provinciale besturen.

(18)

Aan de leden

informatiecentrum tel.

(070) 373 8393

uw kenmerk bijlage(n)

1

betreft

De EED richtlijn (artikel 8 energieauditplicht) en de rol van het bevoegd gezag

ons kenmerk

ECFD/U201600977 Lbr. 16/052

datum

28 juni 2016

Geacht college en gemeenteraad,

In deze brief informeren wij u over de afspraken die VNG en IPO samen met de Rijksoverheid in gang hebben gezet om de knelpunten in de uitvoering voor het bevoegd gezag als gevolg van invoering van artikel 8 van de Europese Energie-Efficiency Directive (EED) op te lossen. Artikel 8 gaat over de uitvoering van energie-audits door grote ondernemingen. Gemeenten en provincies zijn bevoegd gezag voor het toezicht hierop.

Daarnaast vragen wij u om op lokaal en regionaal niveau twee acties in gang te zetten,

vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek dat het Rijk is gestart naar de uitvoeringslasten van deze extra toezichtstaak voor gemeenten en provincies. Deze acties zijn:

- Het op korte termijn organiseren van een aanspreekpunt in uw eigen organisatie of bij uw omgevingsdienst waar auditplichtige ondernemingen zich kunnen melden;

- Het reserveren van extra capaciteit voor de toetsing van energieaudits in uw jaarplanning of in dienstverleningsovereenkomsten met uw omgevingsdienst voor 2017.

Welke acties zijn in gang gezet om de knelpunten op te lossen?

De energieaudit is een mooi instrument dat grote kansen biedt om te zorgen voor structurele inbedding voor energiebesparing bij ondernemingen. In de bijlage vindt u meer informatie over de energieaudit, welke ondernemingen hieraan moeten voldoen en over het implementatieproces tot nu toe.

Om te zorgen voor een adequate uitvoering en toetsing van deze energieauditplicht heeft het Rijk acties in gang gezet om knelpunten als gevolg van de korte implementatieperiode,

onduidelijkheden over de reikwijdte en gebrek aan mensen en middelen bij het bevoegd gezag op te lossen. Dit in samenwerking met VNG en IPO.

(19)

De belangrijkste acties zijn:

- Op aandringen van VNG en IPO start het ministerie van Economische Zaken deze maand (juni 2016) een onderzoek naar de uitvoeringslasten voor het bevoegd gezag van de extra taak als gevolg van de invoering van de EED richtlijn (artikel 8). De uitkomsten van dit onderzoek zijn de basis voor compensatie dit jaar nog van de extra uitvoeringslasten die voor deze tranche gemaakt worden. Deze compensatie loopt via het Gemeente- en Provinciefonds. Volgend jaar vindt een actualisatie van het onderzoek plaats op basis van de praktijkervaringen die dan zijn opgedaan. Dit met het oog op de uitvoeringskosten voor de lange termijn.

- Eén van de acties is dat EZ een verbeterde bedrijvenlijst levert. Alle ondernemingen op hoofdvestigingsniveau die op de lijst staan ontvangen in juli een brief van RVO

(uitvoeringsorganisatie van EZ) om ze te informeren over de energieauditplicht.

- Om te voorkomen dat toezichthouders in het land dubbel werk gaan doen, is er een kernteam in het leven geroepen van toezichthouders die een pre-advies geven over energieaudits van landelijk opererende concerns. Het concern stuurt dit pre-advies door naar gemeenten c.q. provincies die bevoegd gezag zijn voor de verschillende onderdelen van het concern.

Wat vragen wij van u?

1. Wij willen u vragen om op korte termijn een aanspreekpunt in uw eigen organisatie of bij uw omgevingsdienst te organiseren waar auditplichtige ondernemingen zich kunnen melden. In juli stuurt RVO bedrijven de hierboven genoemde brief om ondernemingen te informeren over de auditplicht. Ondernemingen melden zich in principe bij de gemeente of de provincie als het bevoegd gezag voor de toetsing van de audits. Sommige gemeenten of omgevingsdiensten hebben overigens zelf al bedrijven aangeschreven.

2. Reserveer extra capaciteit voor de toetsing van energieaudits in uw jaarplanning of dienstverleningsovereenkomsten met uw omgevingsdienst voor 2017. Afhankelijk van de compensatie van de extra uitvoeringslasten is de verwachting dat de beoordeling van de meeste audits in het 1e kwartaal van 2017 komt te liggen.

Toelichting:

Ad 1. Vanwege de late implementatie en gebrek aan middelen hebben gemeenten en hun omgevingsdiensten dit jaar nog geen goede afspraken kunnen maken om verzoeken van

bedrijven om uitstel of indienen van audits in behandeling te kunnen nemen. Actieve bedrijven die graag willen voldoen aan Europese regels melden zich echter al bij het bevoegd gezag. Voor een bedrijf is het echter vaak niet duidelijk waar ze zich moeten melden. Om te voorkomen dat bedrijven van het kastje naar de muur worden gestuurd, willen wij u vragen om op korte termijn, voor zover dat nog niet gebeurd is, in uw eigen organisatie of bij uw omgevingsdienst een aanspreekpunt te organiseren waar bedrijven zich kunnen melden met verzoeken om uitstel of verzoeken om audits te beoordelen.

Ad 2. In september verwachten wij op basis van het onderzoek dat uitgevoerd wordt, duidelijkheid te hebben over de inzet van mensen en middelen die nodig is voor de toetsing van de

energieaudits. Vooruitlopend op de compensatie van de extra uitvoeringslasten vragen wij u om in uw eigen jaarplannen of dienstverleningsovereenkomsten met uw omgevingsdienst voor 2017 capaciteit te reserveren voor de beoordeling van de energieaudits. Afhankelijk van de

compensatie van de uitvoeringslasten is de verwachting dan ook dat de beoordeling van de

(20)

meeste audits in het 1e kwartaal van 2017 komt te liggen. Wij zullen u in september nader informeren over de uitkomsten van het onderzoek en het besluit van het ministerie van EZ inzake de hoogte van de compensatie zodat u weet waar u rekening mee kunt houden in de definitieve begroting.

RVO stuurt in juli een brief sturen naar alle auditplichtige bedrijven. Bedrijven hebben 4 tot 6 maanden nodig om een audit op te stellen. De verwachting is dan ook dat de beoordeling van de meeste audits in het 1e kwartaal van 2017 komt te liggen. Het ministerie van Economische Zaken zal in april 2017 aan Europa rapporteren hoeveel audits zijn beoordeeld.

Naast de hierboven gevraagde acties, adviseren wij u om zoveel mogelijk op regionaal niveau de kennis en expertise van toezichthouders te bundelen. Zoals al vermeld, is voor concerns met vestigingen op landelijk niveau inmiddels een kernteam van toezichthouders actief dat een pre- advies geeft over deze audits. Daarnaast zijn er regionaal opererende concerns met vestigingen in meerdere gemeenten. Hiervoor is het handig om op regionaal afspraken te maken voor

afstemming tussen toezichthouders bij de beoordeling van deze audits. Dit om dubbel werk te voorkomen.

Tot slot,

Wij hopen dat wij u met deze brief voldoende hebben geïnformeerd over wat er zoal speelt rond de energieauditverplichting op grond van artikel 8 van de EED richtlijn. Wij hopen dat we met de hierboven gevraagde of inmiddels in gang gezette acties gezamenlijk ervoor kunnen zorgen dat ondernemingen aan de slag gaan met de energieaudits. Zo krijgen ondernemingen inzicht in hun energieverbruik en in de maatregelen om energie en daarmee kosten te besparen.

Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van deze brief dan kunt u contact opnemen met het programmateam Energie van de VNG via Rommy Bakker (rommy.bakker@vng.nl). Ook kunt u zich aanmelden voor de groep Energiebesparing bij bedrijven op het ROM netwerk van de VNG zodat u op de hoogte blijft van nieuwe ontwikkelingen. Dit kunt u doen door een mail te sturen naar: romnetwerk@vng.nl

Hoogachtend,

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

J. Kriens

Voorzitter directieraad

Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.

(21)

Bijlage 1 bij VNG ledenbrief met achtergrondinformatie over de EED inzake reikwijdte en implementatieproces tot nu toe

Wat is een energieaudit en wie moeten een energieaudit maken?

In 2012 stelde het Europees Parlement (EP) de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) vast. De richtlijn vermeldt de Europese doelstelling van een 20% lagere Europees

energieverbruik in 2020. Het bevat verplichtingen voor zowel lidstaten als bedrijven . De energieaudit is een mooi instrument dat grote kansen biedt om te zorgen voor structurele aandacht voor energiebesparing bij ondernemingen. De energieaudit geeft ondernemingen inzicht in hun energieverbruik en welke kosteneffectieve en

energiebesparende maatregelen ze het beste kunnen nemen. De energieaudit is verplicht voor ondernemingen met meer dan 250 werknemers en/of een jaaromzet van meer dan 50 miljoen euro en een balanstotaal groter dan 43 miljoen euro. Bedrijven moeten de audit eens in de vier jaar opstellen. Het opstellen van een energieaudit duurt gemiddeld 4 tot 6 maanden. Overigens zijn bedrijven die zijn aangesloten bij de convenanten MEE of MJA3 al vrijgesteld van de auditplicht. Ook kan deelname aan bepaalde energie- of

milieubeheerssystemen vrijstelling geven van de energieauditplicht.

Het is lastig om te bepalen welke en hoeveel bedrijven onder de implementatieregeling vallen en welke bedrijven door het bevoegd gezag aangeschreven dienen te worden. De criteria waarop getoetst moet worden zijn geen standaard bedrijfsgegevens die het bevoegd gezag voor handen heeft en moeten betrokken worden uit de jaarverslagen zoals die bij de Kamer van Koophandel zijn gedeponeerd. Inmiddels werkt het ministerie aan een

verbeterde lijst van auditplichtige ondernemingen.

Op dit moment wordt nog uitgegaan van 6000 ondernemingen. Hieronder vallen

bijvoorbeeld winkelketens maar ook overheidsorganisaties die economische activiteiten (bijvoorbeeld grondtransacties) uitvoeren kunnen auditplichtig zijn. Een landelijk opererende winkelketen wordt gezien als één onderneming, terwijl deze wel honderden vestigingen kan hebben. Omdat alle vestigingen van een concern ook onder de auditverplichting vallen, gaat het om een veelvoud aan bedrijven. Dit betekent dat per onderneming meerdere

gemeenten als bevoegd gezag kunnen optreden.

Het implementatieproces tot nu toe:

In juli 2015 is dit artikel via een tijdelijke regeling van kracht geworden in Nederland. Het bevoegd gezag toetst of de energieaudits voldoen aan de richtlijn. Hoewel artikel 8 van de richtlijn pas in de zomer van 2015 in Nederland van kracht is geworden, moesten bedrijven al per 5 december 2015 audits indienen bij het bevoegd gezag, terwijl er nog veel

onduidelijkheden waren over de reikwijdte van de richtlijn. De meeste bedrijven hebben de

deadline dan ook niet gehaald. Een gedeelte van de bedrijven heeft uitstel gevraagd bij het

bevoegd gezag. Ook hadden gemeenten, provincies en hun omgevingsdiensten nog geen

(22)

mensen en middelen beschikbaar. In de jaarplannen en/of dienstverleningsovereenkomsten tussen gemeenten en omgevingsdiensten voor dit jaar is dan ook niet of nauwelijks

capaciteit voor de EED richtlijn geregeld.

Het standpunt van VNG en IPO is dat het rijk gemeenten en provincies moet compenseren voor de uitvoeringslasten als gevolg van de extra taken op grond van artikel 8 uit de EED richtlijn. Het rijk ging er aanvankelijk vanuit dat het toezicht op de EED richtlijn makkelijk mee kon lopen met het toezicht op de al bestaande wet- en regelgeving en dat het aantal bedrijven beperkt zou zijn. Daarom zijn bij inwerkingtreding van de tijdelijke regeling de uitvoeringslasten voor het bevoegd gezag niet onderzocht. Deze aannames stroken echter niet met de praktijk.

Om knelpunten als gevolg van de korte implementatieperiode, onduidelijkheden over de reikwijdte en gebrek aan mensen en middelen bij het bevoegd gezag op te lossen, heeft het Rijk eind 2015 een aantal acties in gang gezet. Dit in samenwerking met VNG en IPO. De belangrijkste acties zijn in de brief beschreven.

Ondertussen wordt ook gewerkt aan verbetering van de samenhang in wet- en regelgeving en instrumentarium inzake energiebesparing bij bedrijven. Zo sluiten de EED en de

energiebesparingsverplichting op grond van de Wet Milieubeheer nu niet goed op elkaar aan. Ook wordt onderzocht hoe bestaande keurmerken maar ook de

Energieprestatiekeuring die in ontwikkeling is “EED-proof” gemaakt kunnen worden, zodat

bedrijven die meedoen aan zo’n keurmerk of EPK, vrijstelling kunnen krijgen.

(23)

tt • « • •

Raad

van^tatc Afdeling bestuursrechtspraak

Pagina 1 van 1

Raad van de gemeente Asten Postbus 2 9 0

5 7 2 0 A G A S T E N

GEMEENTE ASTEN

"laekomen

1 7 AUG 2016

Afd.:

Datum Ons nummer U w kenmerk

1 6 augustus 201 6 201 5041 0 7 / 3 / R 2 A S T / 2 0 1 6 / 0 0 5 8 9 1

Inlichtingen

M w . M . A . M . Brautigam-van Gaaien 0 7 0 - 4 2 6 4 6 9 0

Onderwerp

Asten

Bp ' A s t e n Bedrijventerrein Florapark 2 0 1 3 '

Procedure

Beroep

Geachte heer/mevrouw,

Hierbij zend ik u de intrekking(en) in bovenvermelde procedure.

Dit betekent overigens niet dat de behandeling van de zaak als geheel is beëindigd. De behandeling van het geschil tussen de overige partijen wordt voortgezet.

Aangezien deze brief geautomatiseerd is aangemaakt, is deze niet ondertekend.

Hoogachtend, de griffier

2'.).'^(.200(I.^0) Postbus 20019 - 2500 E A Den Haag - T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanstate.nl Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden

(24)

lÊ-flUG-2016 11 0.8, Fnom: fiKD- 0882535934 To:00703651380 Paae:1^1

RAAD ^.'AN ST-JE

I N G E K O M c N

1 6 AUG £Üiö

BE

AANTEKENEN

AAN Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA 's-Gravenhage

Tevens per fax: 070 - 3651380

DATUM 16 augustus 2016

OMDERWERP Loverbosch/gemeente Asten uw KENMERK 2015Ü4107/1/R3

Asten Bp 'Asten Bedrijventerrein Florapark 2013'

0NSWNM6RK 261869.22248 jmo

VAN E.W.3. de Groot en J.A. Mohjddy advocatan

TtLEFOON +31 53 Z53 5925 / 5951 FAX 431 88 2S3 S934

E-HAIL egdegroot@3kd.nl / jmohuddy@akcl.nl

BEzgeiWDREg Bijster 1 4817 HX BREDA POSTADRES Postbus 4714

4803 es SREDA Nederland iNTERNET WWW.Skd.nl

I N T R E K K I N G BEROEP

Hoogedelgestreng college,

Namens cliënten, Loverbosch Beheer B.V., gevestigd aan de Nobisweg 1 (5721 VA) te As- ten, Horeca Exploitatie Nobis Asten B.V., gevestigd aan de Nobisv/eg 1 (5721 VA) te Asten en Vd Boomen Fuel Exploitatie Maatschappij B.V., gevestigd aan de Avennelaan 6 (5711 BC) te Someren, wend ik mij tot u in verband met het volgende.

Bij brief van 22 mei 2015 hebben wij bij uw Afdeling beroep ingesteld tegen het raadsbesluit van de gemeenteraad van de gemeente Asten d.d. 3 maart 2015, waarbij het bestem- mingsplan 'Asten Bedrijventerrein Florapark 2013' gewijzigd is vastgesteld.

Namens cliënten kan ik u berichten dat zij hierbij het genoemde beroep wensen in te trek- ken.

Graag ontvang ik hiervan een schriftelijke bevestiging.

Met vriendelijke groet,

m ^ ^ T i a m e n s E.W.J. de Groot,

r^ohuddy :aat^'''

AKO N,V. Is statutair gevestigd in Rotterdam. Derdenrekening: NL28INGB0678001677. Voor algemene voonwaarden

en beperking van de aansprakelijkheid zie achterzijde. AKDi«9473305vi

(25)

Platform Duurzame Mobiliteit Zuidoost-Brabant (voorheen Platform Noordoost Corridor)

Tilburg/Eindhoven, 25 juli 2016

Aan de gemeenteraden van de MRE-gemeenten en de gemeente Veghel In afschrift aan de Colleges van B&W

Betreft: Bereikbaarheidsagenda ‘Brainport Duurzaam Slim Verbonden’

Geachte dames en heren,

Met waardering hebben ondergetekenden kennis genomen van de Bereikbaarheidsagenda ‘Brainport

Duurzaam Slim Verbonden’, van het proces dat tot dit document geleid heeft, en van de brede instemming die het in korte tijd binnen de regio heeft verkregen.

Wij zijn vooral tevreden over de andere toonzetting en aanpak van de mobiliteitsproblematiek die uit dit document spreekt. Termen als ‘co-modaal’ en een 'ketenbenadering van de mobiliteit', ‘smart mobility’,

‘schaalsprong fiets’, ‘social design en gedragsverandering’ spreken ons bijzonder aan. We vragen nog wel extra aandacht voor de samenhang tussen de maatregelen die getroffen worden en de mate waarin deze een bijdrage leveren aan het verbeteren van de verkeers(on)veiligheid in deze regio.

Wij kunnen ons ook verenigen met de eerste fase van het maatregelenpakket en hopen dat aanpak en gezamenlijkheid ook in de uitwerking tot uiting komen.

Als volgende belangrijke stap in dit proces moeten de gemeenteraden in de regio zich er in oktober over uitspreken. Onze organisaties hopen dat u instemt met het eindresultaat, dat u er bij uw College op aandringt dat de gestelde doelen op korte en middellange termijn op een krachtige manier nagestreefd worden, de benodigde budgetten hiervoor vrijmaakt en dat de nieuwe aanpak breed wordt uitgerold en dus niet blijft steken in qua tijd en plaats geïsoleerde projecten.

Bij deze nadere uitwerking staan onze organisaties u graag met kennis en inzet terzijde.

Met vriendelijke groet,

Nol Verdaasdonk, directeur Brabantse Milieufederatie

Pieter Nuiten, Voorzitter Platform Duurzame Mobiliteit Zuidoost-Brabant (voorheen Platform Noordoost Corridor)

Annemie Driessen, voorzitter Fietsersbond Zuidoost-Brabant Janique Huijbregts, ANWB Regiomanager Zuid

(26)
(27)

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend

BIJ ZAAKNUMMER: AST/2016/013290

Voorstel voor de vergadering van de Commissie Ruimte op 13 september 2016

Agendanummer : 5

Onderwerp: Evaluatie markt rapportage resultaten Opsteller: De heer R. Mertens, team Ruimte Portefeuillehouder: De heer T. Martens

Datum: 4 juli 2016

Voorstel: Wensen en bedenkingen meegeven aan college van burgemeester en wethouders over het vervolg van de evaluatie over de herinrichting van de Markt en omgeving.

Presentatie: Nee

Bijlage(n)/ter inzage rapport Evaluatie herinrichting Markt en omgeving (AST/2016/013240)

rapport Evaluatie Markt aanvulling Marktkooplieden (AST/2016/013840)

rapport Evaluatie Markt aanvulling Ondernemers (AST/2016/014030)

memo Evaluatie herinrichting Markt (AST/2016/014193)

Samenvatting

Bijgaande rapportage betreft de evaluatie van de herinrichting Markt en omgeving. De rapportage ontvangt u ter kennisgeving. Tevens willen we graag weten of, en zo ja, welke items u op basis van de resultaten van het onderzoek nog verder onderzocht of uitgewerkt ziet.

Inleiding

In april dit jaar is gestart met de evaluatie van het project “Herinrichting Markt en omgeving”. Begin dit jaar bent u over het plan van aanpak geïnformeerd.

Basis voor de evaluatie is een enquête, uitgezet bij bewoners, ondernemers, werknemers en bezoekers. Ook de marktkooplui en de organisatoren van evenementen in het

centrum zijn benaderd. In totaal zijn 708 bruikbare enquêtes verzameld. Daarnaast zijn wethouder Martens en een afvaardiging van het Centrum Management geïnterviewd.

De resultaten van het onderzoek staan in bijgaande rapportage weergegeven. Het betreft de bevindingen over het gebied zoals ze door de gebruiker worden ervaren. Het rapport bevat geen aanbevelingen.

Wat willen we bereiken

Middels dit voorstel ontvangt u de rapportage ter kennisgeving.

Daarnaast willen we graag weten of, en zo ja, welke items u op basis van de resultaten van het onderzoek nog verder onderzocht of uitgewerkt ziet.

Resultaat

Doel van de heringerichte markt is een breed gedragen inrichting met een kwalitatief hoogwaardig centrum waar het prettig winkelen, recreëren en verblijven is.

(28)

2/2 Een centrum waarin gekozen is voor veel groen en waar in principe alleen aan de randen van het directe centrumgebied geparkeerd mag worden. In de zomer moet het plaats bieden aan terrasjes van de aangrenzende horecagelegenheden. Auto’s worden op basis van de inrichting ‘natuurlijk’ geweerd. Het nieuwe plein biedt daarnaast ruimte voor de tweewekelijkse markt en evenementen.

Om te kijken of aan de doelstelling wordt voldaan geeft het rapport antwoord op een aantal onderzoeksvragen:

1) Parkeercapaciteit: De respondenten reageren over het algemeen positief over de beschikbare parkeercapaciteit.

2) Sluipverkeer: Een deel van de respondenten vindt dat er verkeer door het centrum rijdt dat er niet hoeft te zijn. Ook het kentekenonderzoek wat in 2015 heeft plaatsgevonden laat zien dat er sprake is van doorgaand verkeer.

3) Knelpunten: De hoeveelheid autoverkeer wordt als negatief ervaren;

Vrachtverkeer; combinatie verkeer en terrassen; de tweewekelijkse Markt zou beter moeten kunnen; de doorsteek bij Midas/Kompas; te weinig bomen en groen.

4) Inrichting en verkeerssituatie: Over het algemeen is men positief, er zijn wel verbeterpunten (zie punt 3, Knelpunten). De respondenten zijn blij met de herinrichting, het centrum en de bereikbaarheid is er op vooruit gegaan.

5) Wensen: Uit de enquête blijkt de wens voor een autovrij centrum. Daarnaast vraagt men om meer groen en aankleding en wordt gesproken over een fontein of waterpartij. De wensen staan nauw in relatie tot de knelpunten. Ook bestaat er vanuit het verleden nog altijd de wens om een watertappunt aan te brengen, deze moet nog worden gerealiseerd.

Vervolgens is nog een afzonderlijk rapportje opgesteld waarin de bevindingen staan weergegeven van de ondernemers in het centrum, met onderscheid in horeca,

detailhandel en overige ondernemers. Ook is nog een afzonderlijke rapportage opgesteld met de resultaten van de marktkooplieden. Deze groepen vallen namelijk niet op in het totaal en het kan zijn dat men nog een duidelijk andere mening heeft dan de overige gebruikers.

De meest opvallende afwijkingen van deze afzonderlijke resultaten worden in de bijgaande memo weergegeven. Het gaat hierbij vooral over autoverkeer.

Noemenswaardig is het gegeven dat in tegenstelling tot de meeste gebruikers van het centrum, de ondernemers duidelijk tegen een autovrij centrum zijn.

Vervolg

De evaluatie zelf is hiermee afgerond en geeft een beeld hoe de gebruiker het centrum ervaart.

Middels dit stuk willen we de commissie Ruimte vragen of, en zo ja, welke items men op basis van de resultaten van het onderzoek nog verder onderzocht of uitgewerkt ziet.

Wat mag het kosten

Afhankelijk van het gewenste vervolg brengen we de daarbij horende financiële consequenties in beeld. Het krediet herinrichting Markt biedt geen ruimte om fysieke aanpassingen uit te voeren. Mochten er aanpassingen wenselijk zijn dan dient de raad hiervoor financiële middelen beschikbaar te stellen.

(29)
(30)
(31)
(32)
(33)

(34)
(35)
(36)

(37)

(38)
(39)
(40)
(41)
(42)
(43)
(44)
(45)
(46)

(47)
(48)
(49)
(50)
(51)
(52)
(53)
(54)
(55)
(56)
(57)
(58)
(59)
(60)
(61)
(62)
(63)

😊👍

(64)
(65)
(66)
(67)
(68)
(69)
(70)
(71)
(72)
(73)
(74)
(75)
(76)
(77)
(78)
(79)
(80)
(81)
(82)
(83)
(84)
(85)
(86)
(87)
(88)
(89)
(90)

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Het maakt mij niet uit hoe het centrum van Asten…

In het centrum is het nu fijner dan een paar jaar…

Ik ben blij met de herinrichting De bereikbaarheid met de auto is nu slechter Het centrum is er met de herinrichting op vooruit…

In welke mate bent u het eens of oneens met de stelling?

eens beetje mee eens neutraal beetje mee oneens oneens weet niet

(91)

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

De doorsteek tussen de Midas en het Kompas De opstelling van de 2-wekelijkse markt Verlichting in het centrum De ruimte die door terrassen gebruikt wordt Bomen in het centrum Hoeveelheid vrachtverkeer door het centrum Voorzieningen voor voetgangers Bereikbaarheid tijdens evenementen Stallingsmogelijkheden voor de fiets De hoeveelheid autoverkeer in het centrum De nieuwe verkeerscirculatie met eenrichtingsverkeer Parkeermogelijkheden voor de auto

In welke mate ervaart u de volgende onderwerpen na de herinrichting als positief of negatief?

positief beetje positief neutraal beetje negatief negatief weet niet

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Ik mis een waterpartij of fontein op de Markt, het…

Er rijdt verkeer door het centrum dat er niet hoeft te…

Terrassen en verkeer gaan goed samen in het…

Er is bij de herinrichting goed rekening gehouden…

De winkels en horeca in het heringerichte centrum…

Ik wil een autovrij centrum

In welke mate bent u het eens of oneens met de stelling?

eens beetje mee eens neutraal beetje mee oneens oneens weet niet

(92)

(93)
(94)
(95)
(96)
(97)
(98)
(99)
(100)
(101)
(102)

MEMO Evaluatie Markt.

ZAAKNUMMER : AST/2016/001842

Het rapport “Evaluatie herinrichting Markt en omgeving” geeft de bevindingen weer zoals de gebruiker het heringerichte centrum ervaart. De resultaten zoals beschreven geven de bevindingen weer van alle gebruikers tezamen.

Op verzoek is nog een afzonderlijke memo opgesteld waarin de bevindingen staan weergegeven van de ondernemers in het centrum, met onderscheid in horeca, detailhandel en overige ondernemers. Ook is nog een afzonderlijke rapportage opgesteld met de resultaten van de marktkooplieden. Deze groepen vallen namelijk niet op in het totaal en het kan zijn dat men nog een duidelijk andere mening heeft dan de overige gebruikers. Op de volgende pagina’s worden allereerst de resultaten van de ondernemers/horeca vergeleken met het totaal.

Daarna volgt een vergelijking van de Marktkooplieden met het totaal.

(103)

1. Ondernemers

De resultaten uit de memo van de ondernemers zijn overgenomen in de grafieken van de rapportage. Hierdoor is het verschil meteen inzichtelijk. Belangrijk om te weten is het aantal reacties dat is binnengekomen ten opzichte van het totaal aantal reacties (708 stuks).

- Horecaondernemers, 6 reacties, - Detailhandel, 14 reacties

- Overige ondernemers, 3 reacties.

In de verdere vergelijking zijn de laatste 2 samengevoegd onder de noemer ondernemers.

De figuren zijn hieronder weergegeven.

Bent u positief over het eindresultaat Totaal Ondern. Horeca

Positief 26% 18% 33%

Beetje positief 29% 12% 33%

Neutraal 9% 17% 0%

Beetje negatief 19% 24% 17%

negatief 17% 29% 17%

Tabel 7

(104)
(105)
(106)

Opvallende zaken/afwijkingen ten opzichte van het totaal:

Tabel 7, mening over eindresultaat:

- Van de ondernemers is een veel groter aantal negatief (29%) of een beetje negatief (24%) over het eindresultaat. Samen 53%.

Figuur 3, antwoorden per stelling (deel 1)

- Beduidend meer ondernemers vinden dat de bereikbaarheid met de auto nu slechter is geworden, men is minder blij met de herinrichting en vindt het centrum niet fijner dan een paar jaar geleden.

Figuur 4, ervaring per onderwerp

- Ondernemers zijn duidelijk minder tevreden over Parkeermogelijkheden, over de bereikbaarheid tijdens evenementen, over terrassen en over de doorsteek bij Midas en het Kompas.

- De opstelling van de 2-wekelijkse markt vinden de ondernemers duidelijk positiever

- Horeca is duidelijk positiever over parkeermogelijkheden, over de verkeerscirculatie en autoverkeer in het centrum, over

fietsstallingsmogelijkheden, over voorzieningen voor voetgangers en over de ruimte die terrassen innemen.

- De Horeca is duidelijk negatiever over de hoeveelheid vrachtverkeer door het centrum en de opstelling van de 2-wekelijkse markt.

Figuur 5, antwoorden per stelling (deel 2)

- Bijna geen enkele ondernemer wil een autovrij centrum. Men is minder positief over de bereikbaarheid van de winkels en horeca. Ook ervaart men minder dat er verkeer door het centrum rijdt dat er niet hoeft te zijn.

- Horeca wil geen autovrij centrum en vindt meer dat er goed rekening is gehouden met fietsers en voetgangers. Ook vindt de Horeca meer dat terrassen en verkeer goed samengaan.

(107)

2. Marktkooplieden

15 Marktkooplieden hebben de enquête ingevuld. Veel reacties liggen in het midden of men weet het niet. Dat is ook niet vreemd, men is hier normaliter maar een halve dag per 2 weken. Daarbij, als het markt is, is een deel van het plein afgesloten en gedraagt het verkeer zich anders. Dat maakt echter hun input niet minder belangrijk.

Voor de resultaten van de marktkooplieden zijn de figuren met elkaar vergeleken, de resultaten zijn niet in de grafieken verwerkt.

Bent u positief over het eindresultaat Totaal Marktkooplieden

Positief 26% 0%

Beetje positief 29% 7%

Neutraal 9% 80%

Beetje negatief 19% 13%

negatief 17% 0%

Tabel 7

Opvallende zaken bij de marktkooplieden ten opzichte van het totaal:

Tabel 7, mening over eindresultaat:

- Het overgrote deel is neutraal over het eindresultaat.

Figuur 3, antwoorden per stelling (deel 1)

- De resultaten uit de stellingen komen redelijk overeen met het totaal. Ze zijn wat neutraler

Figuur 4, ervaring per onderwerp

- Men is minder positief over de bereikbaarheid tijdens evenementen en over de ruimte die door terrassen wordt gebruikt.

- De opstelling van de 2-wekelijkse markt wordt door 47%als positief ervaren en 13% als beetje positief. 20% is neutraal, 13% is negatief en 7% weet het niet of heeft geen mening.

Figuur 5, antwoorden per stelling (deel 2)

- De resultaten komen redelijk overeen met het totaal, echter ook hier wat meer een neutrale mening. Een waterpartij of fontein op de Markt wordt niet gemist, geven aan dat men minder eens is met de stelling om een autovrij centrum.

(108)

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend

BIJ ZAAKNUMMER: AST/2016/012309

Voorstel voor de vergadering van de Commissie Ruimte op 13 september 2016

Agendanummer : 6

Onderwerp: Asten veegplan 2016-2

Opsteller: Mevrouw M. van Tienen, team Ruimte Portefeuillehouder: de heer T. Martens

Datum: 15 augustus 2016

Voorstel: Wensen en bedenkingen meegeven aan college van burgemeester en wethouders over Asten veegplan 2016- 2.

Presentatie: Nee

Toelichting (AST/2016/12586), Regels

(AST/2016/12584) Ruimtelijke onderbouwingen

(AST/2016/12599, AST/2016/12601, AST/2016/12603, AST/2016/12604), Verbeeldingen AST/2016/16590 Bijlage(n)/ter inzage

Samenvatting

Sinds 2015 wordt er gewerkt met veegplannen. In één bestemmingsplan worden dan meerdere losse initiatieven opgenomen (bij elkaar geveegd). In mei zijn we weer gestart met een nieuwe ronde waarvoor aanvragers ruimtelijke onderbouwingen hebben

ingediend. Deze zijn getoetst en nu opgenomen in voorliggend

voorontwerpbestemmingsplan Asten veegplan 2016-2. Het vooroverleg is opgestart en wij verzoeken u nu uw wensen en bedenkingen op het veegplan te geven.

Inleiding

Het bestemmingsplan ‘Asten veegplan 2016-2’ bevat de volgende nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen:

Heesakkerweg 39-41 1.

Aan de Heesakkerweg 39-41 te Asten zijn de bedrijven ‘Autobedrijf Frans Hoefnagels’ en ‘Maarten Hoefnagels Auto’s’ gevestigd. De eigenaar van het bedrijf, Hoefnagels Beheer BV, wenst een deel van de bestaande bebouwing te slopen om vervolgens een nieuwe grotere bedrijfshal te bouwen (buiten het huidige bouwvlak).

Kennisstraat 7 2.

Het verzoek betreft de huidige woonbestemming (buitengebied bebouwingsconcentratie) om te zetten naar een (kleinschalige)

bedrijfsbestemming voor een kledingbedrijf. Daarnaast zal de woning worden herbouwd en daarbij iets worden verschoven.

Laarbroek 9 en naast 20 3.

De familie Heijligers is eigenaar van de locaties Laarbroek 9 en nabij Laarbroek 20 te Asten. Ze verzoeken om op beide locaties een Ruimte voor Ruimte woning op te richten.

(109)

2/2 Schutter

4.

Op de locatie is nu geen bebouwing aanwezig en er zijn geen bouwmogelijkheden.

Het verzoek betreft het toevoegen van een tweekapper op het braakliggende terrein.

Ommelseweg 51 5.

Een leidingstrook (riool) op het bedrijventerrein is verkocht. De grond mag voor de bedrijfsmatige activiteiten worden gebruikt maar niet worden bebouwd. Om dit zeker te stellen is er een dubbelbestemming opgenomen.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de beschrijving van de ruimtelijke ontwikkelingen in hoofdstuk 3 van de toelichting bij het voorontwerp en naar de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen die als bijlagen deel uitmaken van de toelichting.

Wat willen we bereiken

Een vastgesteld bestemmingsplan.

Wat gaan we daarvoor doen

Na behandeling in uw commissie en na afloop van de termijn van vooroverleg zal het ontwerp veegplan worden opgesteld, rekening houdend met de ingekomen reacties op het voorontwerp.

Voordat het ontwerpbestemmingsplan ‘Asten veegplan 2016-2’ ter inzage wordt gelegd worden met verzoekers anterieure overeenkomsten voor bovengenoemde ruimtelijke ontwikkelingen aangegaan.

Mogelijke alternatieven N.v.t.

Risico’s

In de anterieure overeenkomsten is vastgelegd dat het risico van eventuele planschade als gevolg van de ruimtelijke ontwikkelingen op verzoekers wordt afgewenteld.

Wat mag het kosten

In de anterieure overeenkomsten zijn afspraken over de planontwikkelingskosten vastgelegd. Daarbij is onder meer bepaald dat de gemeentelijke apparaatskosten op verzoekers worden verhaald.

(110)

Asten veegplan 2016-2

Toelichting

Voorontwerp

Publicatiedatum ontwerpbestemmingsplan datum Datum vastgesteld

Datum onherroepelijk

(111)

Toelichting veegplan 2016-2 – juni 2016 2

INHOUDSOPGAVE

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding

1.2 Plangebied 1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 Toetsingskader 2.1 Inleiding

2.2 Rijksbeleid 2.3 Provinciaal beleid 2.4 Gemeentelijk beleid

2.5 Planologisch relevante (milieu)aspecten 2.5.1 Bodem

2.5.2 Waterhuishouding 2.5.3 Cultuurhistorie 2.5.4 Archeologie 2.5.5 Flora en fauna 2.5.6 Geluid

2.5.7 Bedrijven en milieuzonering 2.5.8 Externe veiligheid

2.5.9 Luchtkwaliteit 2.5.10 Landschapswaarden 2.5.11 Verkeer en infrastructuur 2.5.12 Besluit m.e.r.

2.5.13 Ladder duurzame verstedelijking

Hoofdstuk 3 Ruimtelijke ontwikkelingen 3.1 Inleiding

3.2 Planologische verantwoording

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving 4.1 Inleiding

4.2 Vertaling ruimtelijke ontwikkelingen in bestemmingsplan

Hoofdstuk 5 Uitvoeringsparagraaf / procedure 5.1 Economische uitvoerbaarheid

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Bijlagen

Ruimtelijke onderbouwing ontwikkeling Heesakkerweg 39-41 Ruimtelijke onderbouwing ontwikkeling Kennisstraat 7

Ruimtelijke onderbouwing ontwikkeling Laarbroek 9 en naast 20 Ruimtelijke onderbouwing ontwikkeling Schutter

Eindverslag inspraak en overlegprocedure Eindverslag zienswijzenprocedure

(112)

Toelichting veegplan 2016-2 – juni 2016 3

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1.1. Aanleiding

Per 1 januari 2015 hanteert de gemeente het principe van “veegplannen”. In de veegplannen worden de plannen van (particuliere) initiatiefnemers gebundeld in één bestemmingsplan, worden de projectomgevingsvergunningen verwerkt en worden ambtelijke wijzigingen (omissies) hersteld.

Het voorliggende bestemmingsplan is “Asten veegplan 2016-2.” en bestaat uit:

1. Nieuwe ontwikkelingen

Als er een nieuwe ontwikkeling plaatsvindt, moeten initiatiefnemers (particulier of gemeente) zelf een ruimtelijke onderbouwing (met de eventueel benodigde onderzoeken) laten opstellen. De verschillende ruimtelijke onderbouwingen zijn in dit bestemmingsplan “Asten veegplan 2016-2”

gebundeld. De nieuwe ontwikkelingen betreffen:

- Heesakker 39-41 te Asten;

- Kennisstraat 7 te Ommel;

- Laarbroek 9 en naast 20 te Asten;

- Ommelseweg 51 te Asten - Schutter te Asten.

2. Ambtshalve aanpassingen

Met dit veegplan heeft de gemeente Asten ook een kleine aanpassing/reparatie doorgevoerd. Dit is:

- Meijelseweg

1.2 Plangebied

Het plangebied betreft de ondergrond van de nieuwe ontwikkelingen, onherroepelijke

projectomgevingsvergunningen en ambtshalve aanpassingen zoals vermeld in paragraaf 1.1. Het plangebied bestaat daarmee uit verschillende locaties van het volledige grondgebied van gemeente Asten. Op onderstaande afbeelding is het plangebied weergegeven, waarop de locaties genoemd in paragraaf 1.1 zijn gekenmerkt.

(113)

Toelichting veegplan 2016-2 – juni 2016 4

1.3 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het toetsingskader voor de nieuwe ontwikkelingen beschreven. Dit toetsingskader betreft enerzijds diverse relevante beleidsdocumenten en

anderzijds relevante planologische (milieu)aspecten.

In hoofdstuk 3 worden de nieuwe ontwikkelingen beschreven, aangevuld met samenvattingen van de ruimtelijke onderbouwingen.

In hoofdstuk 4 wordt vervolgens een juridische planbeschrijving gegeven.

Tot slot bevat hoofdstuk 5 de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan, waarbij de financiële haalbaarheid en de uitkomsten van de inspraak en overlegmomenten zijn opgenomen.

Voor de nieuwe ontwikkelingen hebben de initiatiefnemers de ruimtelijke aanvaardbaarheid moeten aantonen. In dat verband hebben zij ruimtelijke onderbouwingen opgesteld en planologische onderzoeken laten uitvoeren. De ruimtelijke onderbouwingen met de bijbehorende onderzoeken zijn in de bijlagen opgenomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hiervoor is met de principes ‘smart’ en ‘co-modaal’ een samenhangend maatregelenpakket samengesteld (Deel1 maatregelenpakket t.b.v. Hiermee krijgt in het oostelijk

Bij in werking treden van de Omgevingswet kan de ODZOB voor de deelnemers in de GR die daar om verzoeken en, onder voorwaarden, voor andere overheidsorganisaties, alle taken die

indien en voor zover er sprake is van cultuurhistorische waarden, mogen deze cultuur-historische waarden door verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijken niet onevenredig

1° een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor

indien en voor zover er sprake is van cultuurhistorische waarden, mogen deze cultuurhistorische waarden door verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijken niet

indien en voor zover er sprake is van cultuurhistorische waarden, mogen deze cultuurhistorische waarden door verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijken niet onevenredig

indien en voor zover er sprake is van cultuurhistorische waarden, mogen deze cultuur-historische waarden door verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijken niet onevenredig

indien en voor zover er sprake is van cultuurhistorische waarden, mogen deze cultuurhistorische waarden door verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijken niet onevenredig