1 Inleiding
Op 1 mei 2004 verandert het toezicht op de naleving
van het Europese mededingingsrecht. Naast de
Europese Commissie gaat dan ook de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa) toezicht houden op de
naleving van het Europese mededingingsrecht. Ook
vervalt de mogelijkheid voor ondernemingen om een
ontheffing te verkrijgen van het Europese kartelverbod.
Deze brochure is bedoeld voor ondernemingen en
geeft een korte uitleg over deze en andere
veranderingen van het Europese mededingingsrecht
per 1 mei 2004
1.
2 De modernisering van het
Europese mededingingsrecht
In de Mededingingswet is neergelegd dat ondernemingen geen afspraken mogen maken die de mededinging beperken of vervalsen en dat
ondernemingen met een economische machtspositie hiervan geen misbruik mogen maken. Hetzelfde kartelverbod en verbod op misbruik van een economische machtspositie zijn neergelegd in het Europese mededingings-recht, respectievelijk in artikel 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna: EG-verdrag). Sinds 1962 is in de Europese Verordening 17 geregeld hoe het Europese mededingingsrecht wordt gehandhaafd. Per 1 mei 2004 vervangt Verordening 1/2003 deze oude verordening. Dit wordt ook wel aangeduid als de modernisering. Het doel van de modernisering is een effectievere toepassing van het Europese
mededingingsrecht. Het kartelverbod en het verbod op misbruik van een economische machtspositie blijven onverkort van toepassing. Verordening 1/2003 verandert alleen de manier waarop toezicht wordt gehouden. Zo moeten per 1 mei 2004 alle lidstaten van de Europese Unie (EU) het Europese kartelverbod en het Europese verbod op misbruik van een economische machtspositie handhaven. Hiertoe werken de nationale mededingings-autoriteiten en de Commissie onderling samen in het zogenaamde Europese mededingingsnetwerk (European Competition Network, ECN). Ook vervalt per 1 mei 2004 de mogelijkheid een ontheffing voor mededingingsbeperkende afspraken met interstatelijk effect bij de Europese Commissie aan te vragen. Interstatelijke effect is aanwezig wanneer de handel tussen lidstaten wordt of kan worden beïnvloed. Dit is bijvoorbeeld het geval bij grensoverschrijdend economisch verkeer2.
2Meer informatie over het begrip interstatelijk effect is te vinden in de “Bekendmaking Commissie
3 Wat zijn de gevolgen voor
ondernemingen?
Er zijn verschillende situaties denkbaar waarin u met de NMa te maken kunt krijgen. De NMa is belast met de handhaving van de Mededingingswet en het Europese Mededingingsrecht en verricht daarvoor onderzoek naar overtreding van het kartelverbod en het verbod op misbruik van economische
machtsposities. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de NMa mededingings-beperkende afspraken ontheffen van het kartelverbod3. Hiervoor kunt u bij de
NMa een aanvraag indienen voor ontheffing. Wanneer u hinder ondervindt van ondernemingen die mogelijkerwijs het mededingingsrecht overtreden, kunt u een klacht indienen bij de NMa. Ook verricht de NMa op eigen initiatief onderzoek naar mededingingsbeperkende gedragingen van ondernemingen. Dit hoofdstuk geeft de gevolgen weer voor ondernemingen in bovengenoemde situaties.
3.1 Het aanvragen van een ontheffing
Mededingingsbeperkende afspraken met interstatelijk effect
Tot 1 mei 2004 kon uitsluitend de Europese Commissie, op aanvraag van partijen, een ontheffing – op grond van artikel 81 lid 3 EG-verdrag – verlenen voor mededingingsbeperkende afspraken met interstatelijk effect. Deze mogelijkheid een ontheffing van de Commissie te verkrijgen komt met ingang van 1 mei 2004 te vervallen. Evenmin bestaat de mogelijkheid om bij de NMa een ontheffing op grond van artikel 81, lid 3 EG-verdrag aan te vragen. Vanaf 1 mei 2004 moeten ondernemingen zelf beoordelen of hun afspraken voldoen aan alle vier de uitzonderingscriteria van artikel 81, lid 3 EG-verdrag. Indien aan alle criteria is voldaan zijn de afspraken niet verboden4. De
uitzonderingscriteria zijn:
1. de afspraak moet bijdragen tot verbetering van de productie of distributie dan wel een technische/economische vooruitgang opleveren;
2. de voordelen die voortvloeien uit de afspraken moeten voor een redelijk deel ten goede komen aan de gebruikers;
3. de concurrentie mag niet verder worden beperkt dan strikt noodzakelijk is; 4. er moet in de markt voldoende concurrentie overblijven.
3In haar standpunt bij de evaluatie van de Mededingingswet stelt het kabinet voor de nationale
ontheffingsmogelijkheid af te schaffen.
4Meer informatie is te vinden in de “Bekendmaking Commissie toepassing artikel 81 lid 3 EG”,
Voorbeeld
Hier volgt een voorbeeld van de uitzonderingscriteria aan de hand van de casus: Gastgebruik van
betaalautomaten.
Een aantal banken heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten om gastgebruik van betaalautomaten mogelijk te maken. Hierdoor kunnen klanten van één bank ook bij geld-automaten van andere banken geld opnemen.
“Bijdragen tot verbetering van de productie of distributie dan wel een technische/economische vooruitgang opleveren”
Door de overeenkomst wordt het netwerk van geldautomaten van elke aan de samenwerking deelnemende bank uitgebreid tot het totaal van de geldautomaten van alle deelnemers tezamen. Dit is een verbetering in de distributie.
“De voordelen die voortvloeien uit de afspraken moeten voor een redelijk deel ten goede komen aan de gebruikers”
De koppeling van de netwerken van geldautomaten van de deelnemende banken komen direct ten goede aan de klanten die via gastgebruik bij meer geldautomaten geld kunnen opnemen.
“De concurrentie mag niet verder worden beperkt dan strikt noodzakelijk is”
Het regelen van het gastgebruik en het vastleggen in de overeenkomst van het systeem van verrekening van de kosten van het gastgebruik zijn noodzakelijk om de voordelen van het gastgebruik te realiseren.
“Er moet in de markt voldoende concurrentie overblijven”
De bij de overeenkomst aangesloten banken zijn vrij om voor het gebruik van geldautomaten de tarieven voor hun eigen klanten vast te stellen. Hierdoor blijft er een belangrijke mogelijkheid voor concurrentie tussen de banken bestaan.
Verder kunt u bij de beoordeling gebruik maken van hetgeen is bepaald in de bestaande Europese groepsvrijstellingen, zoals de groepsvrijstellingen Verticale overeenkomsten en Horizontale samenwerkingsovereenkomsten5.
Ook kunnen de richtsnoeren van de NMa en eerdere uitspraken van de NMa of de Europese Commissie u de gewenste zekerheid geven. Hiervoor verwijzen wij u naar onze website: www.nmanet.nl. Tot slot kunt u de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en het Gerecht van eerste aanleg raadplegen6. In de meeste gevallen zal raadpleging van
bovengenoemde informatiebronnen u duidelijkheid geven over de toepassing van artikel 81, lid 3 EG-verdrag. Indien er na raadpleging bij u vragen blijven bestaan is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om de Commissie of de NMa informeel om advies te vragen7.
Mededingingsbeperkende afspraken zonder interstatelijk effect
De nationale ontheffingsaanvraag blijft vooralsnog mogelijk op grond van artikel 17 Mededingingswet8. De NMa verleent alleen ontheffingen voor
5respectievelijk: Verordening (EEG)2790/1999 en Verordeningen (EEG)2658/2000 en (EEG)
2659/2000
6Zie www.europa.eu.int/rapid/start/cgi/ midday.htm
7Zie “Bekendmaking Commissie – Informeel advies betreffende nieuwe vragen met betrekking tot de
artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag die in individuele gevallen rijzen (adviesbrieven)”, www.europa.eu.int/comm/competition
8In haar standpunt bij de evaluatie van de Mededingingswet stelt het kabinet voor de
nationale ontheffingsmogelijkheid af te schaffen.
3.2 Het indienen van een klacht: de meest
geschikte autoriteit behandelt uw klacht
Klachten over ondernemingen, die mogelijk het mededingingsrecht overtreden, kunt u bij de NMa indienen op de wijze die in de brochure “Indienen van klachten” is beschreven. Dit blijft onveranderd. Indien uw klacht echter betrekking heeft op mededingingsbeperkende gedragingen met interstatelijk effect, dan zijn zowel de Europese Commissie als de nationale mededingingsautoriteiten van de betrokken lidstaten bevoegd uw klacht te behandelen. In zulke gevallen is het voldoende uw klacht bij één bevoegde instantie in te dienen. Binnen het Europese mededingingsnetwerk wordt vervolgens nagegaan welke autoriteit(en) de klacht het beste kan of kunnen behandelen. Bij doorverwijzing van een zaak aan de meest geschikte mededingingsautoriteit(en) zal dit worden meegedeeld aan de betrokken ondernemingen.3.3 U bent betrokken bij een onderzoek
van de NMa
De NMa kan op eigen initiatief, dan wel naar aanleiding van een klacht een onderzoek starten naar een mogelijke overtreding van het mededingingsrecht. Bij onderzoeken naar overtreding van het Europese mededingingsrecht kan de NMa binnen het Europese mededingingsnetwerk samenwerken met de mededingingsautoriteiten van andere lidstaten. Zo kunnen gegevens worden uitgewisseld en kan de NMa een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat verzoeken een inspectie uit te voeren. De onderzoeksbevoegdheden van de NMa in Nederland, bijvoorbeeld het vorderen van inlichtingen en andere informatie, blijven onveranderd ongeacht de toepassing van het nationale dan wel het Europese mededingingsrecht.
4 Bijzondere onderwerpen
4.1 Hoe gaat de NMa om met uw
bedrijfsvertrouwelijke gegevens?
Verordening 1/2003 geeft de Commissie en de nationale mededingings-autoriteiten de bevoegdheid alle gegevens – in onderzoeken naar aanleiding van artikelen 81 en 82 EG-verdrag9 – onderling uit te wisselen en als bewijs
te gebruiken. De verordening waarborgt dat bedrijfsvertrouwelijke gegevens niet openbaar worden gemaakt.
Daarnaast worden nog aanvullende waarborgen verbonden aan het gebruik van uitgewisselde gegevens. Ten eerste mogen uitgewisselde gegevens alleen als bewijsmiddel worden gebruikt voor de toepassing van het Europese mededingingsrecht en met betrekking tot het onderwerp waarvoor zij zijn verzameld. Verder regelt Verordening 1/2003 dat de lidstaten de uitgewisselde gegevens niet als bewijs mogen gebruiken om vrijheidsbenemende sancties aan natuurlijke personen op te leggen.
4.2 Bescherming voor clementieaanvragers
Ondernemingen die hun betrokkenheid bij een kartel willen beëindigen en de NMa van het kartel op de hoogte stellen, kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor boetevermindering die kan oplopen tot volledige boete-immuniteit. Meer hierover vindt u in de ‘RichtsnoerenClementietoezegging’ die te vinden is op onze website: www.nmanet.nl.
Informatie-uitwisseling en clementie
De mededingingsautoriteit, die een zaak behandelt waarin de artikelen 81 en 82 EG-verdrag worden toegepast, dient de andere leden van het Europese mededingingsnetwerk te melden dat er een onderzoek is begonnen. Dit geldt ook als een zaak is gestart naar aanleiding van een aanvraag voor clementie. De clementiezaak wordt gemeld, maar de andere mededingingsautoriteiten mogen de informatie, dat er clementie is aangevraagd, niet gebruiken om een eigen onderzoek te beginnen.
Eén van de bekendmakingen van de Commissie10bevat een beperking voor
Zonder toestemming van de clementieaanvrager mogen de mededingings-autoriteiten in beginsel geen gegevens van de clementieaanvrager uitwisselen. Uitzonderingen zijn echter:
• als de ontvangende autoriteit ook een clementieaanvraag voor diezelfde inbreuk van diezelfde aanvrager als de toezendende autoriteit heeft ontvangen en hierop clementie heeft toegezegd.
• als de ontvangende autoriteit een schriftelijke toezegging heeft gedaan om geen gebruik te maken van enige informatie die haar is toegezonden of enige andere informatie die zij daarna zou verkrijgen om sancties aan de clementieaanvrager, die een gunstige behandeling van de toezendende autoriteit zal krijgen, op te leggen.
Clementieaanvraag in meerdere lidstaten
Als u bij meerdere mededingingsautoriteiten in aanmerking wilt komen voor clementie moet u bij iedere betrokken mededingingsautoriteit afzonderlijk een clementieaanvraag indienen. Anders dan bij het indienen van een klacht vindt er bij het indienen van een clementieverzoek geen doorverwijzing binnen het ECN plaats. Ondernemingen zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van clementieverzoeken bij de betrokken mededingingsautoriteiten of de Commissie.
4.3 Compliance Programma
De NMa houdt toezicht op de naleving van het Europese en nationale mededingingsrecht. U kunt ook zelf de naleving van deze regels waarborgen door een zogenaamd Compliance programma op te stellen.
Een Compliance programma is er op gericht medewerkers bewust te maken van het feit dat het maken van kartelafspraken verboden is. Het bevat interne procedures om kartelafspraken te voorkomen. Periodiek kan getoetst worden of deze interne procedures worden gevolgd. Een goed Compliance
programma verkleint de kans dat ondernemingen de Europese of nationale mededingingsregels overtreden.
9 Gegevens mogen eveneens worden aangewend voor parallelle toepassing van het nationale
mededingingsrecht, mits deze toepassing betrekking heeft op dezelfde zaak en niet tot een andere uitkomst leidt.
10 Zie “Bekendmaking Commissie samenwerking binnen het netwerk van mededingings-
5 Contact
Informatielijn en Internet
Voor nadere informatie over de Mededingingswet en de veranderingen die de nieuwe verordening mogelijk voor u teweegbrengt kunt u telefonisch of per e-mail contact opnemen met de NMa. De Informatielijn is speciaal in het leven geroepen voor consumenten en ondernemers. De Informatielijn hanteert een beantwoordingstermijn van 10 werkdagen. U kunt ook terecht op de website van de NMa.
• De Informatielijn is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 9-17 uur op het nummer: 0800-0231 885 (vanuit het buitenland +31 70 330 1306). • E-mail: info@nmanet.nl
• Website NMa: www.nmanet.nl
Brochures en formulieren
Brochures en formulieren kunt u bestellen via de Informatielijn en de website van de NMa. Ook kunt u een aantal brochures en formulieren downloaden van de website.
Wet en Verordening
De volledige wettekst van de Mededingingswet vindt u op de website van de NMa. De volledige tekst van de Verordening 1/2003 en van genoemde Bekendmakingen van de Europese Commissie vindt u op de website: www.europa.eu.int/comm/competition
Civiele rechter
Met klachten over ondernemingen die mogelijk in strijd met de