• No results found

Vraag nr. 49 van 22 december 1997 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 49 van 22 december 1997 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 49

van 22 december 1997

van mevrouw SONJA BECQ

Hervorming successierechten – A d m i n i s t r a t i e v e interpretatie

Bij decreet van 20 december 1996 houdende bepa-lingen tot begeleiding van de begroting 1997 wer-den de successierechten in de rechte lijn en tussen echtgenoten gevoelig hervormd.

Eén van de maatregelen van de hervorming betreft de vervanging van de vroegere abattementen en bijabattementen in het voordeel van de erfopvol-gers in de rechte lijn en de echtgenoot, door een degressief belastingkrediet van maximum 20.000 frank en een bijkomende vermindering voor de kinderen van de overlevende die de leeftijd van 21 jaar niet hebben bereikt, alsook voor de langst levende echtgenoot.

Hoewel dat niet terug te vinden is in de tekst van het decreet van 20 december 1996, noch in de administratieve aanschrijving nr. 1 van 24 maart 1 9 9 7 , staat de administratie de toepassing van voormelde bijkomende vermindering maar toe in het voordeel van de kinderen en/of echtgenoot van de overledene voorzover hun netto-erfdeel minder dan twee miljoen bedraagt.

Het is onmiskenbaar juist dat het degressief belas-tingkrediet van maximum 20.000 frank maar kan worden genoten indien het netto-erfdeel minder dan twee miljoen bedraagt. Maar nergens in het decreet van 20 december 1996 wordt de toeken-ning van de bijkomende vermindering onderwor-pen aan de voorwaarde dat de betrokken erfopvol-gers het degressief belastingkrediet van maximum 20.000 frank genieten.

Naar verluidt maakt de administratie de toeken-ning van de bijkomende vermindering nochtans afhankelijk van deze voorwaarde. Dit administra-tief standpunt zou bovendien terug te vinden zijn in de (interne) cursus inzake successierechten die onder de ambtenaren van de registratie werd ver-s p r e i d , en werd ook vertolkt in volgende twee com-mentaren die uitgaan van huidige of gewezen amb-tenaren van het hoofdbestuur van de BTW, R e g i s-tratie en Domeinen : J. De Cuyper, "Het nieuwe successierecht in V l a a n d e r e n " , N o t a r i u s, 1 9 9 7 , bladzijde 256 ; G. Van Parys, "Administratieve com-mentaar inzake het successierecht in het V l a a m s e Gewest (Deel I)", Nieuwsbrief Notariaat Fi s c a a l , nr. 11, 16 juni 1997, bladzijde 8.

Dit administratief standpunt heeft in een aantal gevallen een gevoelige verhoging van het bedrag van de verschuldigde successierechten in hoofde van de kinderen en de echtgenoot van de overlede-ne tot gevolg.

Nochtans staat in de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet dat geleid heeft tot het decreet van 20 december 1996 te lezen dat de Vlaamse regering met de hervorming ervoor heeft geopteerd de belastingdruk niet te verhogen en dat niet wordt aangestuurd op een meeropbrengst, maar op een lagere heffing op een bredere basis (Stuk 428 (1996-1997) – Nrs. 1 en 5).

1. Kan de minister bevestigen dat voormelde administratieve interpretatie niet overeenstemt met het beleid van de Vlaamse regering, en dat bijgevolg de kinderen en de echtgenoot van de overledene in ieder geval de bijkomende ver-mindering kunnen genieten, zelfs indien het bedrag van hun netto-erfdeel hoger is dan twee miljoen ?

2. Wordt de nodige informatie terzake aan de betrokken administratie bezorgd ?

Antwoord

De vermindering van successierechten voor kinde-ren onder de 21 jaar en voor de langst levende echtgenoot zoals bedoeld in artikel 18, 2de alinea, van het decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997, is geen afzonderlijke maatregel. Deze verminde-ring komt bovenop het degressief belastingkrediet van maximum 20.000 frank toegestaan onder arti-kel 18, 1ste alinea van het decreet van 20 december 1996.

De administratieve aanschrijving nr. 1 van 24 maart 1997 is duidelijk : de vermindering voor kinderen onder de 21 jaar en voor de langst levende echtge-noot wordt onder punt 8.2 gedefinieerd als comple-mentair aan de basisvermindering onder punt 8.1. De nieuwe regeling is in dit opzicht analoog met de vroegere regeling, waarin de bijabattementen even-eens de abattementen volgden. Er kan dus ook geen sprake zijn van een belastingverzwaring, i n t e-gendeel.

De administratieve interpretatie is dus in overeen-stemming met de geest van het beleid van de Vlaamse regering, zodat het niet nodig is aan de

(2)

administratie van de BTW, Registratie en Domei-nen terzake richtlijDomei-nen te geven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het vonnis bepaalt onder meer dat de kosten voor plaatsing ten laste zijn van de Staat (dus in het geval van een CKG ten laste van Kind en Gezin).. Daarnaast bepaalt het

In het ontwerp van decreet houdende de alge- mene uitgavenbegroting van de V l a a m s e Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 werd in de mogelijkheid voorzien

Op 25 september 1996 werd een met redenen omklede motie (Stuk 392-1 (1995-1996) goedgekeurd waarin wordt gevraagd zo snel mogelijk middelen over te hevelen van de post

Het rapport van de Koning Boudewijnstichting over de problematiek van autisme in België stelt dat het niet wenselijk is om kinderen met autisme binnen het buitengewoon

De modaliteiten van een eerste studieop- dracht die de opportuniteit, de haalbaarheid, d e infrastructuur en dergelijke moet onderzoeken, worden momenteel onderhandeld..

De doelgroep bestaat uit kinderen tussen 0 en 12 jaar van ouders die steun nodig hebben bij hun opvoedingstaak en deze ondersteuning niet via hun eigen sociale netwerk

Dit houdt in dat hij in zijn binnen- dienst en in zijn betrekkingen met Kind en Gezin uitsluitend het Nederlands gebruikt, docht dat hij in zijn contacten met het

Hoeveel jongeren vangt de bijzondere jeugdzorg op – zowel in gemeenschapsinstellingen als in andere voorzieningen – met specificatie van het aantal