• No results found

Vraag nr. 561 van 11 mei 2005 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 561 van 11 mei 2005 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 561 van 11 mei 2005

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Scheldebrug Temse – Stand van zaken

Uit persberichten blijkt dat de minister afziet van het voornemen om de brug over de Schelde tussen Temse en Bornem te voorzien van drie baanvak-ken.

Zoals de minister ongetwijfeld weet, is de NI6 een primaire weg die een belangrijke rol speelt in de verkeersafwikkeling van de regio tussen Gent, Antwerpen en Brussel. Ook wanneer er geen wer-ken zijn aan de Ring rond Antwerpen, vormt de brug een flessenhals. In een regio met belangrijke distributiebedrijven is dit natuurlijk nefast. De zogenaamde Brabantse Poort zou wel eens moei-lijk open te houden kunnen zijn.

Het bericht dat de oplossing van de drie baan-vakken niet doorgaat, is toch wel verwonderlijk. In november 2004 verklaarde de minister bij zijn bezoek aan de regio nog dat de ingenieurs rond waren met hun studie over de aanleg van drie rijstroken. Bedoeling was om de niet-gebruikte trottoirs aan weerskanten van de rijbaan weg te werken en drie - weliswaar smallere - rijstroken aan te leggen. Het enige dat nog moest gebeuren, was nagaan of de brug geen bijkomende steunbalken behoefde. "Voor de rest is het huiswerk af', aldus de minister.

Thans zou blijken dat de kostprijs te hoog is ten opzichte van het rendement.

Het prijskaartje voor de ontdubbeling van de brug of de aanleg van een tunnel zal allicht nog hoger liggen. Bovendien toonde de minister zich nogal terughoudend m.b.t. een dergelijke oplossing, meer bepaald wat een aantal nevenaspecten betreft. Daartegenover staat dat het economisch onverant-woord is om dit dossier te laten aanslepen. Er die-nen dus knopen te worden doorgehakt.

1. Kan de minister meer bijzonderheden geven over de kostprijs voor een derde rijstrook? 2. Er is sprake van een zoektocht naar een

duur-zaam alternatief.

Houdt dit in dat men onderzoekt of een ver-dubbeling van de brug mogelijk is, dan wel of de aanleg van een tunnel wordt onderzocht? Of zoekt men nog een oplossing in een andere

richting?

3. Wat is er op dit ogenblik aan studies terzake voorhanden? Kan de minister voor de daarbij onderzochte alternatieven ook de kostprijs mee-delen?

4. Wanneer mag er meer duidelijkheid worden verwacht omtrent de definitieve opties van de Vlaamse Regering in dit dossier?

Antwoord

1. De aanpassingswerken kunnen worden geraamd op minimum 10 miljoen euro. De ombouw van de bestaande Scheldebrug van twee naar drie rijstroken zou grote aanpassingswerken mee-brengen aan zowel de vaste toegangsoverspan-ningen als aan het beweegbaar gedeelte met onaanvaardbare grote hinder.

Van de vaste toegangsoverspanningen zou de vol-ledige draagstructuur van de rijweg moeten ver-nieuwd worden. Het beweegbaar gedeelte dient weggenomen te worden, vervolgens aangepast (met inbegrip van een nieuwe ballastkist) en teruggeplaatst te worden. Hierdoor zou gedu-rende minstens 6 maanden de brug voor alle verkeer gesloten zijn.

2. De eventuele bouw van een tunnel werd onder-zocht maar deze is technisch en financieel niet te verantwoorden.

Een tunnel vergt langs beide zijden lange toe-gangen rekening houdend met de diepte van de vaargeul in de rivier en met de toegelaten hel-lingspercentages.

(2)

hebben op de timing. De ontdubbeling van de bestaande brug is dan ook de meest voor de hand liggende oplossing.

Er is dan ook geopteerd voor de bouw van een volledig nieuwe brug naast de bestaande, die het verkeer van Temse richting Bornem moet verwerken.

3. De bouw van deze nieuwe brug vereist een her-localisatie van de firma Belgomine. De combi-natie van het brugproject met de herlokalisatie van de loskade Belgomine wordt dan ook gelijk-tijdig aangepakt.

De bestaande beleidsMER-studie werd afge-rond en conform verklaard. Een aantal studies worden op korte termijn opgestart:

Start technische studies – Hydrografische inmeting – Hydraulisch / nautische studie

– Geotechnische studie (sonderingen / borin-gen)

– Tracéstudie (brug met fietspaden en aanslui-tingen op N16)

– Technische / stabiliteitsstudie

– Elektromechanische / -technische studie – Start studies regelgeving

– Opstart MER-procedure (ontheffing en/of projectMER)

– Opstart synthesedossier i.f.v. de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplandossier (RUP) en bouwvergunning.

De kostprijs van het tunnelalternatief is gerela-teerd aan de drie mogelijke uitvoeringswijzen: 1. Een afgezonken tunnel.

Een afgezonken tunnel afwaarts Temsebrug voor 2x2 rijstroken met een totale lengte van 500m (de Schelde is ruim 300m breed en op beide oevers is in eerste instantie te

reke-nen met aansluitingen van telkens ongeveer 100m) en die voldoet aan de huidige veilig-heidsvoorschriften kan geraamd worden op 50 miljoen euro.

In deze ramingsprijs zijn de toegangshel-lingen niet inbegrepen evenmin als de aan-sluitende wegenis. Omtrent deze elementen van het project is vooralsnog geen kostprijs voorop te stellen vermits de tunnel niet in de onmiddellijke omgeving van Temse gebouwd kan worden waardoor een groot aantal onbe-kende randvoorwaarden overblijven.

Bij de opmaak van de raming is ervan uit-gegaan dat de tunnelelementen minstens 9m hoogte moeten hebben om de vrije hoogte in de kokers te kunnen garanderen (vloerplaat, dakplaat, verlichting, verluchting, signalisa-tie, e.d.). De Schelde is in de omgeving van Temse bij laag water 4m diep zodat alleen al voor het transport van de tunnelelementen tussen de plaats waar zij gebouwd worden en de plaats van afzinken, de Schelde dient uitgebaggerd te worden. De daarmee ver-bonden kosten zijn evenmin in de raming inbegrepen.

2. Een geboorde tunnel.

Een geboorde tunnel is op zich nog duurder gelet op de veiligheidsafstand die moet geres-pecteerd worden tussen de rivierbodem en de bovenkant van de tunnel ten einde doorslag te vermijden. De grotere diepteligging van de tunnel heeft dan weer zijn impact op de toe-gangshellingen.

3. Een in situ gebouwde tunnel.

Een in situ gebouwde tunnel binnen een kist-dam, kofferdam of dergelijke is omwille van de veiligheid en de continuïteit van de scheep-vaart niet te verantwoorden op de Schelde. 4. Als minister bevoegd voor Openbare Werken

heb ik de beleidsbeslissing genomen om in de N16 te Temse / Bornem een bijkomende brug te laten bouwen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Blijkens een persbericht vernamen de omwonen- den van de brug over het Kanaal van Willebroek in Schiplaken (Boortmeerbeek) tot hun verwonde- ring dat de nieuwe brug half september

Op 22 april 1997 besliste de Vlaamse regering om niet in te gaan op het verzoek van het gemeentebe- stuur van Overijse om het bestaande structuurplan van de gemeente, op grond

Hierdoor dienden de palen onder de pijlers en landhoofden te wor- den herbruikt voor de fundering voor de nieuwe brug (ingeval van een betonnen brug zou de

De N16 tussen de E17 en de A12 wordt niet omge- vormd tot een autosnelweg, maar aangelegd vol- gens de principes van een primaire weg 1, dat is conform het statuut dat de

Ik laat alleszins nagaan in hoeverre in voor- komend geval het Gemeenschapsonderwijs, dat met ettelijke academies voor muziek, woord en dans aanwezig is in het Brusselse

Daarmee insinueert hij dat Export Vlaanderen zich zou moeten beperken tot initiatieven binnen Europa en dat initiatieven buiten Europa zouden moeten worden overgelaten aan

Wanneer en op welke manier werd door het stadsbestuur van Sint-Niklaas bij de Vlaamse overheid een aanvraag voor subsidiëring inge- diend voor werken aan het stationsplein of

Met andere woorden, de omzendbrief RO/2002/3 zou soepeler moeten worden toegepast voor uitbrei- dingsgebieden in de Vlaamse rand rond Brussel?. Zoals de minister weet, is in