• No results found

Vraag nr.10van 27 oktober 2000van de heer JULIEN DEMEULENAERE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.10van 27 oktober 2000van de heer JULIEN DEMEULENAERE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 10

van 27 oktober 2000

van de heer JULIEN DEMEULENAERE OCMW-dienstverlening – Bijdragebepaling

Bij de prijsberekening van hun maatschappelijke dienstverlening houden de OCMW's voor de sec-toren waarvoor geen wettelijke of decretale rege-ling bestaat inzake prijszetting, rekening met het inkomen van de gebruiker. Daartoe ontwerpen zij inkomensschalen die bepalen welke bijdragen de verschillende inkomenscategorieën verschuldigd zijn voor elke dienstverlening.

Zo ook voor de aanrekening van de kostprijs van de maaltijdbedeling.

Heel wat mensen genieten vervangingsinkomens, zoals hulp aan bejaarden, i n t e g r a t i e t e g e m o e t k o-ming voor gehandicapten, en weldra zullen een aantal mensen ook een tegemoetkoming van het Vlaams Zorgfonds ontvangen.

1. In hoeveel gemeenten worden bovenstaande te-gemoetkomingen beschouwd als inkomen voor de berekening van de prijs voor de maaltijdbe-deling ?

2. Welke regeling wordt uitgewerkt met betrek-king tot de uitkeringen van het Zorgfonds ?

Antwoord

Ik heb geen precies beeld van de door de OCMW's gehanteerde barema's inzake bijdrageplicht voor de niet-gesubsidieerde diensten. Naar mijn aanvoe-len hoeft dit ook niet, aangezien de wetgever deze bevoegdheid uitdrukkelijk aan de autonomie van het lokale bestuur heeft overgelaten.

Artikel 98, § 1 van de organieke OCMW-wet be-paalt in dit verband het volgende :

"Onverminderd de toepassing van andere wettelij-ke en reglementaire bepalingen, bepaalt het O C M W, rekening houdend met de inkomsten van de betrokkene, de bijdrage van de begunstigde in de kosten van de maatschapppelijke dienstverle-ning."

Deze bepaling werd geëxpliciteerd in artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 mei 1984 tot uitvoering van artikel 13, tweede lid, 1° van de wet van 7 au-gustus 1974 tot instelling van het recht op een be-staansminimum en artikel 100bis, § 1 van de

orga-nieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn : "De begun-stigde komt tussen voor het geheel van de kosten van de dienstverlening indien hij hiertoe de midde-len heeft of voor het gedeelte dat het OCMW vast-stelt rekening houdend met zijn mogelijkheden." Het lijkt mij evident dat het OCMW bij de vaststel-ling van de mogelijkheden van de betrokkene re-kening houdt met zijn bestaansmiddelen, en dus niet enkel met de aan de personenbelasting onder-worpen inkomsten. De door de zorgverzekering uitgekeerde bedragen kunnen evenwel niet als staansmiddel in de bovenvermelde zin worden be-s c h o u w d , aangezien het hier gaat om een terugbe-taling van de concrete kosten, met name deze van niet-medische hulp- en dienstverlening.

Het lijkt mij op dit moment weinig zinvol om bij de OCMW's een bevraging te organiseren rond de ge-stelde problematiek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Vlaamse regering zal van haar kant het pact uitvoeren en uitdiepen om tot een gezamenlijk bestuursakkoord te komen.Ze verwacht een ge- lijkaardige loyale houding van de gemeenten

In artikel 2, § 1, 1° en 2° van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven staat dat er geen

Deze inventaris is de basis voor een gestart technisch overleg in een interkabinettenwerk- groep die gecoördineerde maatregelen zal voor- bereiden teneinde oplossingen te

Uit zijn antwoord blijkt dat het moeilijk is een overzicht te geven van de projecten die werden ingestuurd en nog niet definitief werden goedge- k e u r d ,

Bij het onderscheid in de bijdrage bij het dos- sier Boelwerf Vlaanderen versus het dossier Scheepswerven Seghers zal waarschijnlijk de overweging hebben meegespeeld dat

Gewestgronden Plassendalevaart – Huuropbrengst Ik verwijs naar mijn schriftelijke vragen nrs. 1592 – red.). Wat laatstgenoemde vraag betreft, stel ik vast dat de minister

Op 5 februari 1994 werd de beheersformule onder- tekend voor het domein Hoge Dijken in Ouden- b u r g - Jabbeke door toenmalig gemeenschapsminis- ter van Leefmilieu en Huisvesting,

Het indicatief driejarenprogramma voor de wegen 1999-2000-2001 (investeringen) voorziet voor het jaar 2001 in de aanleg van een dubbel- richtingsfietspad langs de N369, vanaf de