Vraag nr. 157 van 9 januari 1997
van de heer JOHAN SAUWENS
Vonnissen en arresten ruimtelijke ordening – Bete-kening en uitvoering
In veel betwiste dossiers betreffende ruimtelijke ordening wordt uiteindelijk door het hof van beroep een arrest gewezen dat het dossier beslecht in deze of gene zin. Om de uitspraak van de rechter af te dwingen, dient het arrest te worden betekend en de uitvoering ervan te worden opgeëist.
Voor de betrokkenen in dergelijke dossiers is er al een hele weg afgelegd om tot een uitspraak van de rechter te komen. Dikwijls echter moeten zij daar-na nog lang wachten tot de beschikkingen van het arrest effectief worden uitgevoerd.
1. Hoeveel vonnissen en arresten liggen bij de administratie Ruimtelijke Ordening en Huisves-ting (Arohm) op betekening en uitvoering te wachten ?
2. Wat is de gemiddelde wachttijd vooraleer tot de betekening wordt overgegaan ?
3. Om welke redenen gebeuren betekening en uit-voering van sommige vonnissen en arresten niet onmiddellijk of worden die uitgesteld ?
Antwoord
1. Het is de Vlaamse volksvertegenwoordiger wel-licht niet onbekend dat de overtredingsproble-matiek in het verleden onvoldoende werd onderkend.
Tot gedwongen uitvoeringen werd vrijwel niet o v e r g e g a a n . Hieromtrent werden in het verle-den dan ook geen specifieke gegevensbestanverle-den opgemaakt.
In een praktische afspraaknota van april 1996 heb ik mijn administratie echter opgedragen om voortaan alle vonnissen/arresten waarbij een dwangsom werd vastgesteld, te laten betekenen wanneer de veroordeelde niet zelf tot uitvoe-ring overgaat binnen de gestelde termijn bepaald in het vonnis/arrest.
Bovendien verzocht ik mijn administratie over te gaan tot inventarisatie van alle niet-uitge-voerde vonnissen/arresten waarbij het herstel
van de plaats werd bevolen en die in kracht van gewijsde zijn gegaan.
Deze inventaris is, op nog enige details en cor-recties na, klaar voor de jaren 1994, 1993 en 1992.
Het gaat hier om een driehonderdvijftigtal gevallen.
Op basis van deze inventaris zal er in het voor-jaar een aanvang worden gemaakt met ambts-halve uitvoering.
2. en 3. Een vonnis of arrest kan niet onmiddellijk worden uitgevoerd. In elke rechterlijke uit-spraak wordt aan de veroordeelde immers een termijn toegekend om zelf de plaats in de vorige staat te herstellen. Er zijn rechterlijke uitspra-ken die termijnen toeuitspra-kennen van één jaar, maar ook van zes of drie maanden bijvoorbeeld. Aldus zal de gemachtigde ambtenaar (of het college van burgemeester en schepenen) eerst de termijn waarover de veroordeelde beschikt krachtens het vonnis om zelf de plaats in de vorige staat te herstellen, moeten laten verstrij-k e n . Pas dan verstrij-kan er eventueel een proces-ver-baal van niet-herstelling van de plaats in de vorige toestand worden opgesteld.
Zo zal, indien aan de overtreder een dwangsom werd opgelegd, vervolgens in naam van de gemachtigde ambtenaar het vonnis of arrest door een gerechtsdeurwaarder worden bete-kend aan de veroordeelde, om tot invordering van de dwangsom te laten overgaan.