Vraag nr. 224 van 26 maart 1997
van de heer JOHAN SAUWENS
NV Ontex Buggenhout – Milieuvergunning
De firma Ontex in Buggenhout loopt reeds gerui-me tijd rond gerui-met uitbreidingsplannen. Vermits het een uitbreiding betreft in een agrarisch gebied, i s een onderzoek nodig naar de ruimtelijke draag-k r a c h t . Op basis van zo’n onderzoedraag-k draag-kent de minis-ter van Leefmilieu al dan niet een milieuvergun-ning toe.
In het verleden schorste de Raad van State twee voorlopige milieuvergunningen voor Ontex omdat de ruimtelijke draagkracht wordt overschreden door de geplande uitbreiding.
Twee weken geleden bracht de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie een gunstig advies uit over de uitbreidingsplannen van Ontex. Zich base-rend op dit advies kan de minister van Leefmilieu opnieuw een milieuvergunning toekennen aan het bedrijf voor de uitbreidingsplannen in het agra-risch gebied.
1. Heeft de minister en/of zijn administratie een aanvraag ontvangen van het bedrijf Ontex uit Buggenhout voor een nieuwe milieuvergunning m . b. t . uitbreidingsplannen in een agrarisch gebied ?
2. Houdt de minister bij het al dan niet toekennen van een nieuwe milieuvergunning aan Ontex rekening met de eerdere schorsingen van twee milieuvergunningen door de Raad van State ? a) Zo ja, ligt de beslissing van de minister in de
lijn van de uitspraken van de Raad van State (dit wil zeggen een weigering van een nieu-we milieuvergunning) ?
b) Zo neen, hoe motiveert de minister zijn be-sluit om geen rekening te houden met de uit-spraken van de Raad van State betreffende de overschrijding van de ruimtelijke draag-kracht door de uitbreidingsplannen ?
3. Zal de Raad van State volgens de minister niet opnieuw overgaan tot een schorsing van een nieuwe milieuvergunning, gezien de voorgaande uitspraken in die richting ?
Antwoord
1. Op 24 oktober 1996 heeft de bestendige deputa-tie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen uitspraak gedaan over een milieuvergunnings-aanvraag van de NV Ontex tot het veranderen en verder exploiteren van haar inrichting gele-gen in Buggele-genhout. Tegele-gen de door deze deputa-tie in eerste aanleg verleende vergunning wer-den in november en december 1996 bij mijn ambt beroepen aangetekend.
De behandeling van deze beroepen verkeert in zijn eindfase, zodat ik eerstdaags hierover uit-spraak zal kunnen doen.
2. In mijn beslissingen houd ik steeds rekening met de arresten van de Raad van State.
De uiteindelijke beslissing en de motivering ervan zullen steunen op alle elementen die zich in het dossier bevinden. Het is echter te vroeg en in tegenspraak met elke regelgeving inzake bekendmaking van ministeriële beslissingen om nu reeds over de aard van deze beslissing gege-vens te verschaffen.
3. Het is voor mij niet mogelijk, en gelet op de souvereiniteit terzake van de Raad van State ook niet gepast, enige voorspelling te doen over een mogelijke beslissing van de Raad van State over een eventueel beroep tegen een door mij nog te nemen beslissing.