• No results found

Hoe werk je met de bouwstenen? Niveau 2F en 3F Niveau 2F en 3F. Taalblokken Nederlands Hoe werk je met de bouwstenen? Malmberg s-hertogenbosch

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoe werk je met de bouwstenen? Niveau 2F en 3F Niveau 2F en 3F. Taalblokken Nederlands Hoe werk je met de bouwstenen? Malmberg s-hertogenbosch"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe werk je met de bouwstenen?

Niveau 2F en 3F Hoe werk je met de bouwstenen?

Niveau 2F en 3F

(2)

INTRODUCTIE

In deze handleiding nemen we je kort mee door de leerlijn bouwstenen van Taalblokken. Je komt meer te weten over wat bouwstenen zijn, welke stappen je doorloopt in de leerlijn en hoe elke bouwsteen is opgebouwd. Ten slotte vind je nog antwoorden op veel gestelde vragen (FAQ’s) en een aantal tips.

WAT ZIJN BOUWSTENEN?

De generieke leerlijn binnen Taalblokken is voor elk referentie-niveau opgebouwd uit verschillende bouwstenen (BS’en). Elke bouwsteen is een hoofdstuk dat draait rondom een theoretisch of taalkundig begrip, zoals bijvoorbeeld ‘tekstsoorten’, ‘samenhang’ of ‘samenvatten’ en creëert verbinding tussen niveaus en vaardigheden. Ter illustratie: als je eenmaal weet hoe een geschreven tekst samenhang kan vertonen, kun je die kennis vervolgens toepassen bij het schrijven van je eigen teksten.

In het overzicht hieronder is uitgewerkt hoe de bouwstenen per niveau aangeboden worden.

Bouwsteen leerlijn 2F leerlijn 3F

1. Tekstdoelen Tekstsoorten en tekstdoelen

2. Onderwerp en hoofdgedachte Onderwerp en hoofdgedachte

3. Inleiding, kern, slot Inleiding, kern, slot

4. Samenhang Samenhang

5. Hoofd- en bijzaken Hoofd- en bijzaken

6. Informatie en meningen Argumenteren

7. Evalueren Evalueren

8. Samenvatten Samenvatten

(3)

WELKE STAPPEN VOLG JE?

Als startpunt van de gehele leerlijn kun je per referentie-niveau een scan afnemen, die inzicht geeft in de globale score van de studenten op de verschillende bouwstenen1. Vervolgens doorloop je per bouwsteen de volgende stappen:

1 Meer informatie over de opbouw en werking van de scan lees je in de handleiding ‘Hoe werk je met toetsen in Taalblokken?’

• gericht op receptieve vaardigheden

• genereert persoonlijke leerroute: eventuele vrijstelling op lees- en/of luistervaardigheid

INSTAPTOETS

• alle vaardigheden gecombineerd in één BS

• van receptief naar productief

• van gesloten naar open

• inductieve benadering

• activerende eindopdracht

LEERROUTE

• gericht op productieve vaardigheden maar het wordt wel receptief bevraagd/gesloten vragen

• formatief en door studenten in te plannen

• oefenen voor de eindtoets

VOORBEREIDINGS- TOETS

• gericht op productieve vaardigheden maar het wordt wel receptief bevraagd/gesloten vragen

• summatief en door docent in te plannen

• geeft inzicht in beheersing BS

EINDTOETS

(4)

HOE IS ELK BOUWSTEEN OPGEBOUWD?

Elke bouwsteen is opgebouwd rondom een thema en bestaat uit acht paragrafen in een vaste structuur. In deze structuur is een woordenschatlijn geïntegreerd met aandacht voor

woordraadstrategieën, woordenschatuitbreiding, het gebruik van vaste uitdrukkingen (handige zinnen bij 3F) en leuke weetjes . Alle onderdelen van een bouwsteen zijn beschikbaar in de online leeromgeving, inclusief infographics en uitlegvideo’s bij de theorie. Werk je liever blended? Met uitzondering van Luisteren en Spreken zijn alle paragrafen ook in het boek opgenomen. Hieronder worden alle paragrafen van een bouwsteen toegelicht.

1 Warmlopen

De paragraaf Warmlopen dient als introductie waarin studenten op een luchtige manier kennismaken met de inhoud en het thema van de bouwsteen. Het doel van Warmlopen is het activeren van voorkennis, het thema en het onderwerp introduceren en studenten

enthousiasmeren om met het bouwsteen aan de slag te gaan. In Warmlopen is aandacht voor:

- de leerdoelen van de bouwsteen;

- de introductie van het thema en de bouwsteen;

- introductie-opdrachten met bronnen (geschreven, audio en/of video);

- een vooruitblik naar de Eindopdracht.

2 Lezen

In de paragraaf Lezen werken de studenten aan hun leesvaardigheid door opdrachten te maken bij geschreven bronnen en daarmee de bijbehorende theorie en aangeboden woordenschat te

verwerken. In Lezen is aandacht voor:

- de leerdoelen van de bouwsteen en de referentie-subvaardigheden;

- theorie met betrekking tot leesvaardigheid in het licht van de bouwsteen;

- opdrachten aan de hand van authentieke bronnen in drie varianten: gericht op de inhoud van het BS, op verwerking van de referentie-subvaardigheden en op woordenschat;

- voorbereidingsvragen op het examen.

3 Schrijven

De paragraaf Schrijven werkt toe naar één of meerdere productieve schrijftaken. De studenten verwerken bronnen ter illustratie of contextvorming, oefenen met theorie, woordenschat en handige zinnen (3F) en maken kennis met conventies in schriftelijk taalgebruik. In Schrijven is aandacht voor:

- de leerdoelen van de bouwsteen en de referentie-subvaardigheden;

- theorie met betrekking tot schrijfvaardigheid in het licht van de bouwsteen;

(5)

- opdrachten aan de hand van authentieke bronnen in verschillende varianten, zie ook Lezen;

- productieve schrijftaken nemen een prominente rol in binnen Schrijven. Dit zijn open opdrachten die beoordeeld worden aan de hand van een kort beoordelingsformulier op basis van rubrics. De beoordeling is flexibel inzetbaar met mogelijkheden voor self feedback (zelfbeoordeling door de student), peer feedback (beoordeling door een medestudent) of feedback door jou als docent.

4 Luisteren

De paragraaf Luisteren is op een vergelijkbare manier opgebouwd als de paragraaf Lezen, maar in dit geval staan gesproken bronnen centraal, in video of audio. In Luisteren is aandacht voor:

- de leerdoelen van de bouwsteen en de referentie-subvaardigheden;

- theorie met betrekking tot luistervaardigheid in het licht van de bouwsteen;

- voorbereidingsvragen op het examen.

- opdrachten aan de hand van authentieke bronnen in drie varianten: gericht op de inhoud van het BS, op verwerking van de referentie-subvaardigheden en op woordenschat.

5 Spreken

De opbouw van de paragraaf Spreken is te vergelijken met die van Schrijven: studenten werken toe naar een productieve taak, in dit geval een spreek- en/of gesprekstaak. De inhoud van bepaalde bouwstenen leent zich beter voor ofwel spreken, ofwel gesprekken voeren. In sommige gevallen is dus gekozen om één van beide onderdelen te behandelen, in andere bouwstenen komt zowel Spreken als Gesprekken aan de orde. In Spreken is aandacht voor:

- de leerdoelen van de bouwsteen en de referentie-subvaardigheden;

- theorie met betrekking tot spreek- en gespreksvaardigheid in het licht van de bouwsteen;

- opdrachten aan de hand van authentieke bronnen in verschillende varianten, zie ook Lezen;

- productieve spreek- en gesprekstaken nemen een prominente rol in binnen

Spreken/Gesprekken. Dit zijn open opdrachten die beoordeeld worden aan de hand van een kort beoordelingsformulier op basis van rubrics. De beoordeling is flexibel inzetbaar met mogelijkheden voor self feedback (zelfbeoordeling door de student), peer feedback (beoordeling door een medestudent) of feedback door jou als docent.

6 Meer taal

Het referentieniveau kenmerkt zich door functionele, veelal zakelijke uitwerkingen van

taalvaardigheden. Meer taal richt zich op een rijk taalaanbod waarin positieve ervaringen opdoen met taal centraal staat. Studenten maken opdrachten bij een uiteenlopend scala aan bronnen en

(6)

materialen, denk aan muziek, gaming, literatuur, films en series, cultuur, poëzie, puzzels, enzovoorts. In Meer taal is aandacht voor:

- leerdoelen met betrekking tot creatief taalgebruik;

- uiteenlopende opdrachten, veelal aan de hand van authentieke bronnen.

7 Eindopdracht

Elke bouwsteen wordt afgesloten met een Eindopdracht: een praktijkgerichte, projectmatige opdracht, waarbij studenten samenwerken in kleine groepen. De Eindopdracht focust op één of meerdere productieve vaardigheden, al komen de receptieve vaardigheden in de voorbereiding en de contextvorming ook aan de orde. De Eindopdracht bestaat uit: een introductie met

casusbeschrijving, voorbereiding, uitvoering en beoordeling.

8 Samengevat

In de afsluitende paragraaf Samengevat wordt de aangeboden theorie, strategieën en woordenschat gebundeld en herhaald. Studenten kunnen daarnaast extra oefenen met

woordenschat in woordenschatoefeningen en met de woordtrainer. In Samengevat is aandacht voor:

- herhaling van de aangeboden theorie en woordenschat in de bouwsteen;

- begrippen theorie. Dit zijn (belangrijke) woorden die in de theorieblokjes worden onderstreept;

- een digitale woordtrainer2 waarin studenten oefenen met vier elementen: het doelwoord, een betekenis, een contextzin en audio.

2 Naast een woordtrainer voor het gehele bouwsteen bevat elke paragraaf een woordtrainer met een selectie van woorden uit die paragraaf.

(7)

FAQ’S

Hoe is woordenschat verwerkt in de leerlijn?

In de leerlijn wordt op een aantal verschillende manieren aandacht besteed aan woordenschat. Ten eerste is er een belangrijke positie voor woordraadstrategieën die studenten handvatten geven om hun woordenschat zelfstandig uit te breiden. Daarnaast worden uit de aangeboden bronnen doelwoorden geselecteerd, die in de leerlijn verwerkt worden in opdrachten. Naast individuele woorden is er ook aandacht voor uitdrukkingen (handige zinnen) met vaste chuncks, met als doel deze productief in te zetten. Studenten kunnen per paragraaf en bouwsteen hun woordenschat oefenen met de woordtrainer en in Samengevat aanvullende woordenschatopdrachten in een nieuwe context maken.

Op welke manier wordt theorie aangeboden?

De theorie wordt inductief en just in time aangeboden in de leerlijn. Daarnaast is de theorie per paragraaf ter naslag beschikbaar onder de lesstofknop, aangevuld met andere relevante

theorieonderdelen zoals woordraadstrategieën uit een eerder bouwsteen. Een volledig overzicht van alle theorie van een niveau vind je in een pdf in het docentenmateriaal.

Waar vind ik informatie over de inhoud en thema’s van specifieke BS’en?

In het docentemateriaal vind je een lesstofoverzicht waarin je in één oogopslag kunt zien welke theorie en referentie-subvaardigheden in welke bouwsteen aan bod komen.

Wat is het toetsaanbod binnen de bouwstenen?

Op verschillende momenten in de leerlijn zijn toetsen voorzien met elk hun eigen doel: de globale beheersing op de bouwstenen bepalen (scan), vrijstellingen genereren (instaptoetsen), formatieve evaluatie (voorbereidingstoetsen) en de beheersing bepalen van een geheel bouwsteen

(eindtoetsen). Meer informatie over toetsing vind je in de handleiding ‘Hoe werk je met de toetsen?’ in het docentenmateriaal.

Waar vind ik meer achtergrondinformatie over Taalblokken Nederlands?

In het document ‘Achtergrond en verantwoording’ in het docentenmateriaal vind je meer informatie over de achtergrond, gebruikte kaders en didactische keuzes en een toelichting hoe we aandacht besteden aan onderwerpen als motivatie en feedback.

(8)

Hoe kan ik jullie bereiken?

Heb je nog een vraag die niet beantwoord is? Onze collega’s van de klantenservice helpen je graag.

Je kunt ons mailen via deze link of bellen op 073 - 628 8788.

TIPS

- Wil je in tijdens je lessen ingaan op de actualiteit? Maak gebruik van ons online aanbod actueel lesmateriaal via de website Onderwijs van Morgen.

- Wil je meer uitleg ontvangen over de methode? Maak een afspraak met onze methodespecialist Jean-Paul Kokkeler via de website van Malmberg.

- Wil je een online presentatie volgen via een webinar? Bekijk ons aanbod van actuele webinars Taalblokken en meld je aan via onze website.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Bij opdracht 3 kijk je naar de moeilijke woorden in de tekst en probeer je van de woorden die je niet kent achter de betekenis te komen?. Bij opdracht 4 beantwoorden jullie

Als startpunt van de gehele leerlijn kunnen studenten per ERK-niveau een scan maken die inzicht geeft in de globale score van de studenten op de verschillende building blocks

Elke Test Jezelf bestaat uit een set gesloten vragen die automatisch door het systeem beoordeeld worden waardoor de student direct inzicht krijgt in hoe hij de opdrachten in de Test

De lezer moet gelijk kunnen zien welke acties zijn afgesproken, welke besluiten er zijn genomen en welke informatie er nog meer is uitgewisseld, bijvoorbeeld welke mededelingen

Tijdens het Centraal Examen krijg je vragen over samenvatten van (een gedeelte van) een tekst. Dat kunnen vragen zijn waarbij je een gegeven samenvatting moet beoordelen of

Doen zich ten tijde van het Centraal Examen voor een kandidaat zeer bijzondere familieomstandigheden (ernstige ziekte of overlijden) voor of wordt een kandidaat zelf ziek, dan

Vrij vertaald uit: Payne, M., Modern SocialWorkTheory, 2nd edition, 1997, Mac millan, Houndsmille Peeters, J., Uittreksel uit verslag projectjaar 2007-2008: Conceptueel onderzoek,

3 zwaaiende armen over de dijk. Hij zeist met 4 onbesuisde bewegingen het gras van de berm. 5 Hij striemt met een wilgentak de kamille en de 6 klaprozen. Zelfs 's avonds