II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen. II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen

(1)

2010-2011 Auteur zelfstudiepakket: Joke Knockaert 1

II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen

Psycho- analyse

Behaviorisme Cognitief

Humanisme

Systeem- theoretisch

Kritische theorie Waar komen ze vandaan?

2.3. Ecosysteem modellen

Ecologie

Algemene systeemtheorie

Ecosysteem modellen

Ecosociale benadering Ecosysteem benadering

Life model

Vrij vertaald uit: Payne, M., Modern SocialWorkTheory, 2nd edition, 1997, Mac millan, Houndsmills Peeters, J., Uittreksel uit verslag projectjaar 2007-2008: Conceptueel onderzoek, Leuven, SOWEDO, 58 blz

II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen

2.3. Ecosysteem modellen

 Systeem en ecologische modellen focussen zich op hoe mensen met hun omgeving interageren

 Twee grote stromingen: algemene systeemtheorie en ecologische theorie 2.3.1. Algemene systeemtheorie

 Sociale systemen bestaan uit elementen (individuen, groepen, structuuronderdelen).

Binnen een systeem kunnen relevante subsystemen worden afgebakend.

 De elementen zijn op een bepaalde manier met elkaar verbonden (connecties) en hebben een particuliere betekenis voor elkaar. Het systeem zorgt voor hulpbronnen en betekenissen waarmee de elementen hun competenties kunnen opbouwen.

 Een systeem is een open structuur. Systemen hebben instroom, doorstroom, uitstroom en feedbacklussen die elk onderdeel van het systeem beïnvloeden

 Kern = holistisch en interactief

 Focus op in kaart brengen van invloed van systeem op cliënt

 Verandering = verbeteren van de fit tussen personen (systeem) en de omgeving

Vrij vertaald uit: Chenoweth L., Mc. Auliffe D., The road to socialwork and humansevicepractice, South Melbourne, Vic. : Cengage Learning, 2008, 278p

Vrij vertaald uit: Sheafor B., Horesji C., Techniques and guidelines for social Work practice, 2005, Boston: Allyn& Bacon, 672p

II Bouwstenen van Sociaal Werk

2. Theoretische modellen

(2)

PROPERTIES

On passing, 'Finish' button: Goes to Next Slide On failing, 'Finish' button: Goes to Next Slide Allow user to leave quiz: At any time User may view slides after quiz: At any time User may attempt quiz: Unlimited times

2.3. Ecosysteem model

Peeters, J., Uittreksel uit verslag projectjaar 2007-2008: Conceptueel onderzoek, Leuven, SOWEDO, 58 blz Närhi, K. (2004), The Ecosocial Approach in Social Work and the Challenges to the Expertise of Social Work, Jyväskylä: University of Jyväskylä.

2.3.2. Ecologische perspectief

 Ecologie is de studie van de relatie tussen organismen en hun biologische en fysieke omgeving

 ook al worden de gehanteerde modellen ‘ecologisch’ genoemd’, de ‘omgeving’ toch vooral begrepen wordt als ‘sociale omgeving’. De biofysische omgeving bleef daarbij buiten beeld. (Peeters, J., 2008)

 “two rather different understandings of the meanings of ecology and environment in the social work literature” (Nähri 2004)

 hoofdklemtoon op de sociale omgeving - beklemtonen het denken in termen van persoon-in-omgeving.

 het ‘eco-sociale’ vraagstuk

II Bouwstenen van Sociaal Werk

2. Theoretische modellen

(3)

Vrij vertaald uit: Payne, M., Modern SocialWorkTheory, 2nd edition, 1997, Mac millan, Houndsmille Peeters, J., Uittreksel uit verslag projectjaar 2007-2008: Conceptueel onderzoek, Leuven, SOWEDO, 58 blz

2.3.1. Eco-systeem perspectief

 Life-model- beklemtonen het denken in termen van persoon-in-omgeving.

 Daarbij gaan zij ervan uit dat problemen in de betreffende relaties kunnen opgelost worden via individualisering binnen de wetten van de systeemtheorie. Daarbij gebruikt men ‘ecologie’ als een metafoor voor de praktijk. Net zoals in de natuur zal elke persoon zich aanpassen aan de omgeving waarin hij verblijft en net zoals in de natuur functioneert iemand beter in sommige omgevingen dan in andere. De combinatie van factoren biedt al of niet een omgeving waarin iemand beter gedijt.

 Ecosystemen zijn nooit statisch, ze veranderen constant en dus moeten ook mensen zich aanpassen aan een constant veranderende (sociale) omgeving

 Verandering = versterken van adaptieve- en veranderingscompetenties + wegwerken van obstakels in omgeving

II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen

II Bouwstenen van Sociaal Werk

2. Theoretische modellen

(4)

2010-2011 Auteur zelfstudiepakket: Joke Knockaert

II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen

10

2.3.1. Eco-systeem perspectief

Bekijk de volgende video aandachtig

Schrijf de kernwoorden die op het scherm verschijnen op

Probeer nu adhv deze kernwoorden uit te leggen waarom dit hulpverlenend gesprek een voorbeeld is van het ecosysteem model

II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen

(5)

2.3. Ecosysteem perspectief

Vrij vertaald uit: Payne, M., Modern SocialWorkTheory, 2nd edition, 1997, Mac millan, Houndsmille Peeters, J., Uittreksel uit verslag projectjaar 2007-2008: Conceptueel onderzoek, Leuven, SOWEDO, 58 blz Matthies, A-L. (2001), ‘Perspectives of eco-social sustainability in social work’, in Matthies, A-L., e.a. (2001), 127-152.

2.3.2. Eco-sociaal perspectief

 Eco-sociale vraagstuk vormt de basis binnen de ‘eco-sociale benadering’ (eco-social approach) en ‘eco-sociaal beleid’ (eco-social policy)

 Kenmerkend voor de ecosociale benadering is dat ecologische ideeën de politiek inzetten om sociale uitsluiting te bestrijden (Payne, 1997) sustainable development

 Verandering= eco-sociale duurzaamheid in de leefomgeving

 “The eco-social approach deals with the sustainability of the development of urban living areas by connecting social, physical, cultural, labour and economical development.” (Matthies, 2001p.134)

II Bouwstenen van Sociaal Werk 2. Theoretische modellen

2.3. Ecosysteem perspectief

2.3.2.2. Eco-sociaal perspectief

• Dit perspectief gaat uit van de aarde als een gesloten systeem, met begrensde bronnen  Milieukwesties zijn dus ook sociale kwesties of ecologische crisis en sociale problemen verbinden met elkaar

• Sociaal werk = duurzame ontwikkeling

• contextuele kijk te verbredentot de fysische omgeving

• de notie ‘biofysische grenzen’ in rekening brengen

• betekenis van natuurlijke omgeving voor welzijn

• aandacht voor ruimtelijke planning en inrichting

• Geen model met klemtoon op deficiënties maar een positieve visie op de eigen mogelijkheden van cliënten en doelgroepen, die daarbij benaderd worden als ‘partners’ van het SW, als participantenin een proces van leren, ontwikkeling en sociale verandering.