• No results found

OVERZICHT VAN BUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVERZICHT VAN BUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN."

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVERZICHT VAN BUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.

"

1. liegerorg-anisaiie en Schutterij.

Het m i l i t a i r e p r o g r a m m a van de n i e u w e K a m e r . De bestaande mi- litaire wetten zijn alle nog te veel gegrond op het oude regime van monarchale legers; de nieuwe kamer moet een nationaal leger scheppen. De wijze waarop de wet op de recruteering herzien, de kaderquaestie opgelost, de bevordering ge- regeld moeten worden enz., worden besproken. (Sp M., Sept.)

S t u d i ë n o v e r het f r a n s c h e l e g e r . (Vervolg.) De inferieure kaders.

(Sp. M., Aoüt en Sept.)

De z e l f s t a n d i g e i n f a n t e r i e - d i v i s i ë n . Het 19de legerkorps is niet toe- reikend voor Algerië, wanneer men daar in moeilijkheden gewikkeld wordt. Om versterkingen te kunnen zenden en niettemin de overige legerkorpsen intact te houden, stelt men voor, uit de 4de bataljons 12 zelfstandige infanterie-divisiën te vormen. — Om een betere oefening in vredestijd mogelijk te maken, zou men voor het beoefenen der compagnieschool al de compagnieën van een bataljon tot één compagnie, en voor het beoefenen der bataljonschool al de bataljons van een regiment ,tot één bataljon wenschen te vereenigen, (Sp. M., Sept)

A p h o r i s m e n u i t d e o r g a n i s a t i e v a n h e t F r a n s c h e l e g e r . Aanvul- ling van gegevens in vroegere afleveringen van het tijdschrift, omtrent het Fran- sche leger verschaft. De samenstelling en de normale marschorder van de infan- terie-divisie en het legerkorps. (Oest. M, Z., Aug.)

D e d u i t s c h e w e e r k r a c h t e n d e l a n d v e r h u i z i n g . Wederlegging v a n fransche beschouwingen omtrent den invloed van de duitsche legerwet op de landverhuizing en over de verzwakking welke het leger hierdoor allengs zou on- dergaan. (Allg. M. Z., N». 48.)

D e p a r a d e v a n h e t f r a n s c h e l e g e r o p 1 4 J u l i 1881. Mededeeling van de order betrekkelijk de parade, van de uitvoering hiervan en van het oor- deel der fransche dagbladpers over de wapenschouwing. (Allg. M. Z., N". 58.)

De p a r a d e van de e n g e l s c h e v r i j w i l l i g e r s op 9 J u l i 1881 en de o n t w i k k e l i n g v a n d e e n g e l s c h e v r i j w i l l i g e w e e r b a a r h e i d . Terug- blik op het ontstaan en de ontwikkeling van de volunteers. De tegenwoordige or- ganisatie, kleeding en bewapening. De verhouding van de vrijwilligerskorpsen tot het leger Opgaaf van de troepen die aan de parade hebben deelgenomen.

Oordeel van de pers over den uitslag hiervan. (Allg. M. Z., N". 59 en 60.) D e v o o r g e n o m e n f r a n s c h e m o b i l i s a t i e - o e f e n i n g e n . D e ongunstige ondervinding door Frankrijk bij het uitbreken der vijandelijkheden met Tunis ten opzichte van de mobilisatie van een deel van het leger opgedaan, heeft tot het indienen van een wetsontwerp geleid, waarbij bepaald wordt dat elk jaar, ten be-

(2)

779

hoeve van de groote manoeuvres, een legerkorps zal gemobiliseerd worden. De inhoud van dit wetsontwerp wordt medegedeeld. (Allg. M. Z. , N". 60.)

II. Algemeene krijgskunst.

De k r i j g s k u n s t op de t e n t o o n s t e l l i n g van electrici teit. Overzicht van de tentoonstelling , voorzoover deze voor militair gebied van belang is. ( Wordt vervolgd.) (Sp. M., Sept.)

D e v e r m o e d e l i j k e s t r a t e g i s c h e o p m a r s c h d e r d u i t s c h e s t r i j d - k r a c h t e n n a a r de f r a n s c h e g r e n z e n . Vertaald uit het Journal des sciences militaires. Zie Mil. Speet., bladz. 218. (Jahrb. A. u. M., Sept.)

Van B u d a p e s t n a a r K i s - B é r en B a b o l n a . Op het einde van den rij- cursus werd door artillerie-officieren een bezoek gebracht aan de beide groote hon- gaarsche stoeterijen van Kis-Bér en Babolna. Bij die gelegenheid werd de afstand van 90 KM. in 13£ uur afgelegd. (Oest. M. Z. , Juli.)

De w a c h t aan de Li m. Gedurende den veldtocht in Bosnië werden door de oostenrijksche troepen verdedigbare hutten gebouwd. Als eenig werktuig diende de infanterieschop. De hutten werden van losse steenen of aarde opgezet en ge- dekt met rijshout of zoden. Zij werden voorts door loopgraven omgeven. (Oest.

M. Z., Aug.)

B e n i g e w o o r d e n o v e r t a c t i e k e n s t r a t e g i e v a n d e n n i e u w e r e n tijd. (Slot.) (Allg. M. Z. , N°. 43.)

N o g e e n p a a r o p m e r k i n g e n o v e r d e d u i t s c h e e n f r a n s c h e spoor- w e g e n . Verbeteringen omtrent opgaven voorkomende in het daarop betrekkelijk artikel in N°. 26 der Allg. M. Z. (Zie Mil. Speet. , bladz. 498.) (Allg. M. Z. , N". 44.)

E e n f r a n s c h e b e s c h o u w i n g o v e r d e n s t r a t e g i s c h e n o p m a r s c h v a n de d u i t s c h e s t r i j d k r a c h t e n naar de R i j n - g r e n s . Overzicht van het daarop betrekkelijk artikel voorkomende in het Journal des sciences militaires. Janv.

et Févr. 1881 (zie Mil. Speet. , bladz. 218.) (Allg. M. Z. , N». 45—47.)

De h e r f s t o e f e n i n g e n v a n h e t f r a n s c h e l e g e r i n 1881. Circulaire van den Minister van Oorlog aan de commandanten der legerkorpsen over de te houden oefeningen. Gunstige beoordeeling over de wijze waarop deze zullen plaats hebben. (Allg. M. Z. , N". 53 en 54,)

H e t n i e u w e b e v e s t i g i n g s t e l s e l v o o r d e o o s t e l i j k e g r e n s v a n F r a n k r i j k . Volgens den voormaligen directeur der genie, Gen. DE RIVIÈRES, is de Regeering nalatig in het bouwen van een tweede linie van versterkingen ter verdediging van de oostelijke grenzen. Men treedt in beschouwingen in hoever een dubbele linie al of niet wenschelijk is. (Allg. M. Z. , N". 57.)

i

l W. Techniek der artillerie en ballistiek.

B e s c h o u w i n g v a n e e n , b i j d e g e t r o k k e n v u u r w a p e n e n voorko- m e n d e t e r u g w e r k i n g van het s c h o t . Door de wenteling waartoe het pro- jectiel , tijdens het de ziel doorloopt, wordt gedwongen, ontstaat een terugwerking op den vuurmond ; en wel in dien zin , dat wanneer het projectiel een positieve rotatie ontvangt , de vuurrnond een negatieve wenteling zal trachten aan te nemen.

Dé invloed hiervan op de affuit wordt nagegaan , en aangetoond dat de practijk in overeenstemming is met de afgeleide theorie. Ook wordt opmerkzaam gemaakt op den door de bovenbedoelde terugwerking veroorzaakten scheeven terugloop. (Rev.

d'A., Sept.)

O v e r z i c h t v a n d e v o o r n a a m s t e p r o e v e n d o o r d e o o s t e n r i j k s c h e a r t i l l e r i e in 1880 g e n o m e n . Overgenomen uit de Mitth. Art. und Genie.

Heft 5 and 6. Zie Mil. Speet. , bladz. 708. ( Wordt vervolgd.) (Rev. d'A. , Sept.)

(3)

S c h i e t p r o e v e n van de f i r m a K R Ü P P . De proeven hebben betrekking op het schieten met granaatkartetsen met een lang belegeringkanon van 10,5 cM.

en uit een getrokken mortier van 15 cM. Met het kanon van 10,5 cM. werd op de afstanden van 2000 en 2500 M., met den mortier op den afstand van 1700 M.

gevuurd tegen 5 schijven L. 30, H. 2,7 op 20 M. onderlingen afstand. De uit- komsten worden tabellarisch medegedeeld. (Schw. A. u. G., Heft 8.)

P r o e v e n o m t r e n t h e t w e e r s t a n d v e r m o g e n v a n b r o n s . D e samen- stelling en eigenschappen van het brons alsmede de middelen om de hoedanigheid hiervan te bepalen, worden besproken. Vervolgens wordt medegedeeld wat men te verstaan heeft onder grens van veerkracht, elasticiteits-coëfficient, volstrekte vastheid enz. en welke waarde aan de grootte dezer factoren voor geschutmetalen te hechten is. Daarna volgt een beschouwing over de oorzaken, waarom de uit- komsten van verschillende proefnemers moeilijk met elkander te vergelijken zijn.

(Wordt vervolgd.) (Schw. A. u. G., Heft 8.)

D e s c h i e t p r o e v e n t e G r a u d e n z m e t z w a a r g e s c h u t . Mededeeling van eenige berichten uit dagbladen omtrent het ongeluk op 2 J u n i , waarbij een schot uit een kanon van 15 cM. werd afgegeven , voordat de observatiepost in veiligheid was, en hierdeor 3 officieren en 2 minderen gedood en bovendien eenige personen gewond werden. (Allg. M. Z., N°. 45.)

Het s p r i n g e n van een g r a n a a t van 21 c M. aan b o o r d van de Mars.

Officieel bericht over de vermoedelijke oorzaak van dit onheil. De granaat sprong enkele oogenblikken na het aanzetten bij het inbrengen der kardoes. (Allg. M.

Z., N". 46.)

N o g m a a l s d e s c h i e t p r o e v e n t e G r a u d e n z m e t z w a a r g e s c h u t . Nadere bijzonderheden omtrent het onheil op 2 Juni. (Allg. M. Z., N". 47.)

V. militaire administratie en intendance.

T w e e a d m i n i s t r a t i e v e e v o l u t i ë n . Ofschoon de definitieve stemming over de wet op de administratie nog niet heeft plaats gehad, staat toch reeds het beginsel vast, dat voortaan de administratie, niet alleen in oorlogstijd maar ook reeds in vredestijd ondergeschikt zal zijn aan de commandanten der legerkorp- sen. Uitvoerig tracht men te betoogen, dat dit laatste verkeerd is en dat, nu deze evolutie volbracht is, de commandanten der korpsen zelven moeten trachten een evolutie in tegengestelden zin op het getouw te zetten. (Sp. M. . Aoüt.)

S t u d i e o v e r d e a p p r o v i a n d e e r i n g v a n d e t r o e p e n t e v e l d e . (Ver- volg.) (1). De verstrekking van brood. De approviandeering van het leger tijdens de operatiën. (Sp. M., Sept.)

VIII. Militair onderwij*.

De n i e u w e i n s t r u c t i e v o o r de w a p e n o e f e n i n g e n van het K. K.

l e g e r . In April is een nieuwe instructie voor de oefening der verschillende wa- pens verschenen; deze instructie moet als een verbetering worden beschouwd.

Het doel van alle militaire oefeningen: soldaat en aanvoerder voor hun oorlogs- werkzaamheid te vormen en voor te bereiden, zal door dit nieuwe voorschrift op doeltreffender wijze worden bereikt. (Oest. M. Z., Juli.)

N o g m a a l s het d e t a c h e m e n t s k r i j g s s p e l , Niettegenstaande het groote nut van het krijgsspel, wekt het betrekkelijk nog weinig belangstelling op. De oorzaak hiervan moet gezocht worden in de veelal gevolgde methode. Met de geschriften van VERDY en het onlangs verschenen werk van NAUMANN als grond- slag, en op grond van eigen beschouwingen en wenschen, worden daarom nog- maals de verschillende factoren van het krijgsspel besproken, (Allg. M. Z N"

48 en 49.)

(1) Het uittreksel uit het eerste gedeelte van dit op

velijk onder de rubriek 111. in plaats van onder V. (Mil. Speet., bladz. 707) staat abusie-

(4)

781

IX. De krififswetenschap met betrekking tot het wapen der infanterie.

D e g e s c h i e d k u n d i g e o n t w i k k e l i n g v a n d e g e v e c h t s v o r m e n d e r i n f a n t e r i e m e t h e t o o g o p h a r e b e t e e k e n i s v o o r d e n t e g e n w o o r - d i g en tijd. (Vervolg.} (Jahrb. A. u. M., Sept.)

P r o e v e n m e t k a r t e t s p a t r o n e n v o o r i n f a n t e r i e g e w e r e n . H e t pro- jectie] van het W<?rMd/-gewcer werd in drie gedeelten verdeeld; deze deelen werden met koord te zamen gebonden en in een gewone met 3 tot 4 G. kruit gevulde W'ernd/'huls gestoken. Op 150 pas sloegen de stukken door twee, l duim dikke, achter elkaar staande planken. (Oest. M. Z., Aug.)

O v e r het g e b r u i k van het v u u r . De noodzakelijkheid om de opleiding j van den soldaat in het gebruik van het vuur, door oordeelkundige reglementaire [^voorschriften te regelen, wordt in alle rijken erkend. Het oostenrijksche regle- ment onderscheidt: salvovuur, snelvuur en tirailleurvuur. Proeven leidden tot de overtuiging dat de uitkomsten van het salvovuur, grooter zijn dan die van het snelvuur. De houding bij het schieten is van grooten invloed op de uitwer- king van het schot. De staande houding leverde proefondervindelijk bij het af- deelingsvuur de beste uitkomsten. Be opstelling op twee gelederen, het voorste geknield, het achterste staande, wordt ook voor het vuur tegen de cavalerie, als de beste aanbevolen. — Bij de verdediging moet vooral met het munitieverbruik rekening worden gehouden; een streven, om van de theorie der vuren op groote afstanden terug te komen, is merkbaar, — De aanvaller heeft met de moeilijk- heid der munitie-aanvulling te worstelen; tien man per compagnie moeten voor den aanvoer worden gebezigd. Cavalerie-aanvallen worden door salvo's binnen den afstand van 600 pas afgewezen; buiten het bereik van den aanval staande afdee- lingen kunnen op grooteren afstand, door het vuur aan het afslaan der charge deelnemen. (Oest. M. Z., Aug.)

E e n s c h i e t p r o e f m e t h e t z w i t s e r s c h e r e p e t e e r g e w e e r . (Slot.) Tabellarisch overzicht van de uitkomsten, verkregen met 10 geweren op de af- standen van 100 tot 1600 M. (Schw. A. u. G., Heft 8.)

D e i n t e r n a t i o n a l e v e r g e l i j k e n d e s c h i e t p r o e f m e t r e p e t e e r g e w e - r e n . Over den uitslag van dit te Weenen gehouden concours, waaromtrent in N°. 37 der Aug. M. Z. het een en ander werd medegedeeld (zie Mil. Spfct., bladz.

644) worden thans nadere bijzonderheden vermeld naar aanleiding van het in de Vedette van l Juni verschenen rapport. (Allg. M Z., N". 50.)

O v e r s l u i p p a t r o u i l l e s in den v o o r p o s t e n d i e n s t . Doel, sterkte, for- matie, bestemming van eiken man, opdracht, te volgen wegen, bijzondere op- drachten, terugtochtsweg, rapporten. (Allg. M. Z., N". 52—56.)

N o g m a a l s de r e p e t e e r g e w e r e n . Wederantwoord op een critiek in de Vedette van 3 Juli betrekkelijk het opstel in de Allg. M. Z., N*. 9 over het re- peteergeweer van SPITALSKY. (Allg. M. Z., N". 57.)

X. l»e krijg-swetenschap met betrekking tot liet wapen

<ler cavalerie.

G e s c h i e d k u n d i g e , p r a c t i s c h e e n w e t e n s c h a p p e l i j k e b e s c h o u w i n - g e n o v e r d e t y p h o ï d e , w e l k e t e g e n w o o r d i g h e e r s c h t o n d e r d e p a a r d e n v a n h e t l e g e r e n v a n d e g r o o t e i n d u s t r i e e l e m a a t s c h a p - p i j e n van P a r i j s . De wezenlijke aard van deze ziekte — door sommigen influenza, door anderen typheuse koorts enz. genoemd — is nog niet bekend. Om hierover meer licht te verspreiden, geeft de Schrijver in de eerste plaats een geschiedkundig overzicht van de vroegere epidemiën van denzelfden aard, om vervolgens de verschijnselen der ziekte, het verloop, de veranderingen daardoor in het bloed veroorzaakt, de oorzaken en de behandeling te bespreken. (Sp. M., Aoüt)

(5)

782

D e g r o o t e m a n o e u v r e s d e r c a v a l e r i e - d i v i s i ë n i n F r a n k r i j k e n h e t p r o g r a m m a v o o r d e m a n o e u v r e s d e r i n C h a l o n s g e c o n c e n - t r e e r d e e e r s t e g r o e p . Aan de groote cavalerie-manoeuvres zullen dit jaar onder leiding van den Generaal GALLIFET , 3fi regimenten deelnemen, verdeeld in 3 groepen van 12 regimenten, waarvan de eene bij Chalons, een tweede bij Avor en een derde bij Vezelise zal manoeuvreeren. De samenstelling der eerste groep, het programma harer oefeningen alsmede de hoofdpunten uit de memorie van den Leider betreffende de punten, waarop bijzonder de aandacht moet worden gevestigd, worden medegedeeld. (Jahrb. A. u. M., Sept.)

H e t g e b r u i k d e r c a v a l e r i e b i j d e o e f e n i n g e n m e t d e a n d e r e w a - pens. Het ontwerp voor de oefening moet zoodanig zijn ingericht, dat de cava- lerie in den verkenningsdienst correct kan handelen, juist en ter rechter tijd kan melden. Als minimum voor de ruimte tusschen partijen moet een duitsche mijl worden genomen ; de verkenningspatrouilles der cavalerie moeten een kwartier vóór het opbreken der infanterie worden afgezonden. Ter sterkte van één peloton inge- deeld , zal de cavalerie geheel voor den verkonningsdienst worden gebezigd. Van een half eskadron kan zoo noodig één peloton tot andere doeleinden worden be- stemd. Na de verkenning blijft de cavalerie ter bes-chikking van den bevelhebber;

zoodra haar alsdan een doel wordt aangewezen , moet aan den commandant der ruiterij volkomen vrijheid van handelen worden gelaten, (üest. M. Z., Aug.)

D e b e r a a d s l a g i n g e n d e r f r a n s c h e c a v a l e r i ' e - c o m m i s s i e t e T o u r s . De commissie , benoemd tot het doen van voorstellen tot verbetering van de fran- sche cavalerie, bestond uit 42 generaals en 65 hoofdofficieren, waarvan de namen vermeld worden , onder voorzitterschap van den Gen. DE GALLIFET. Een over- zicht wordt gegeven van de beraadslagingen in de 6 zittingen die gehouden zijn.

(Allg. M. Z., N°. 44.)

XI. De krijgawetenachap met betrekking- tot het wapen der artillerie.

D e n i e u w e f o r m a t i e e n d e t e g e n w o o r d i g e s a m e n s t e l l i n g v a n d e d u i t s c h e a r t i l l e r i e . Overgenomen uit de Rev. mil. de Vétranger. (Wordt vervolgd.) (Rev. d'A., Sept)

XXI. Me krijgswetenschap met betrekking tot liet wapen der genie.

O v e r de f o r m a t i e der g e n i e - t r o e p e n . Wederlegging van sommige pun- ten voorkomende in het opstel onder dien titel voorkomende in Schw. A. u. G., Heft l (zie Mil. Speet., bladz. 710). (Schw. A. u. G., Heft 8.)

XIV. Krijgigeschiedenig.

A l g e r i ë en S a h a r a . De G e n e r a a l M A K Q U E R I T E . (Vervolg.) (Sp. M., Aoüt et Sept.)

O v e r d e g e v e c h t e n a a n d e L o m g e d u r e n d e d e n tijd v a n 2 1 J u l i tot 2 Oct. 1877. In de nummers 86, 87 en 88 der Jahrb. A. u. M. zijn om- trent deze gevechten opstellen van een ooggetuige geleverd, die in het russische tijdschrift Wajeny Sbornik vertaald en van aantcckeningen voorzien zijn. Later zijn in hetzelfde russische tijdschrift de bedoelde opstellen aan een uitvoerige cri- tiek onderworpen geworden. Uit dien hoofde wordt nogmaals op deze opstellen teruggekomen en op de bedoelde critiek geantwoord. (Jahrb. A. u. M., Sept.)

D e o n l u s t e n i n A l g e r i ë E e n t o c h t i n h e t i n o p s t a n d z i j n d e l a n d . Reisindrukken en beschrijving van het land en de bevolking. (Sp. M., Sept.)

G E R H A R D D A V I D V Q N S C H A R N H O R S T . (Vervolg.) (Jahrb. A . u . M., Sept.)

(6)

V e r g e l i j k i n g t u s s c h e n d e n o v e r g a n g v a n d e n B a l k a n d o o r d e n G e n e r a a l G U R K O i n d e n w i n t e r v a n 1877 — 7 8 e n d o o r d e n G e n e - r a a l D I E B I T S O H in den z o m e r van 1829. De tweede overgang over den Balkan van den Gen. GURKO in 1877 en de overgang van den Gen. DIEBITSCH in 1829 worden beschreven met opgaaf van de omstandigheden waaronder zij plaats hadden, en een vergelijking tusschen beide operatiën gemaakt. De Schrijver is van oordeel, dat laatstgenoemde veldheer met zijn overgang een nog grootere daad heeft verricht dan GURKO, wijl hij niet alleen overmachtige vijandelijke strijd- krachten te trotseeren, maar, wat nog erger was, met verwoestende ziekten in zijn eigen leger te kampen had. (Jahrb. A. u. M., Sept.)

D e g e v e c h t e n t u s s c h e n d e E n g e l s c h e n e n d e B o e r e n i n d e T r a n s - v a a l . Kort overzicht van den strijd der Boeren tot herkrijging hunner onafhan- kelijkheid. (Oest. M. Z., Juli.)

V e r d e d i g i n g v a n d e b e r g v e s t i n g B a r d e n d e v e l d t o c h t e n v a n 1799 en 1800. Het fort Bard werd in 1799 te vergeefs door de franschen ge- durende 9 dagen belegerd. Bij het begin van den veldtocht van 1800 opnieuw ingesloten, werd het eerst na een vijftiendaagsch beleg door een fransch korps genomen. De bezetting bedroeg nog geen 400 man met 20 stukken geschut.

(Oest. M. Z., Aug.)

B i j d r a g e t o t d e g e s c h i e d e n i s v a n d e n o o r l o g t u s s c h e n C h i l i e n Peru. (Slot.) (Allg. M. Z., N°. 43.)

H e t 1 0 0 - j a r i g j u b i l é v a n h e t B e i e r s c h e 1ste i n f . r e g i m e n t

» K o n i n g " . Uitvoerig overzicht van de geschiedenis van het regiment. Beschrij- ving van de feestviering. (Allg. M. Z., N". 49—52 en 55—56.)

XVII. Staatkunde. Staatsrecht.

S c h o l e n en v o l k s o o r l o g . Beschouwing over de plichten van den staat en over de waarde van de militaire instellingen. Betoog dat de oorlog van een ont- wikkelde natie slechts een volksoorlog kan zijn; dat men in de school en in het , leger het heil van den Staat moet zoeken en dat het doel van den Staat moet zijn,

de weerbaarheid tot het hoogste peil op te voeren. (Schw. A. u. G., Heft 8.) XVIII. Onderwerpen van gemengden aard.

M a a n d e l i j k s c h e k r o n i e k . De militaire gebeurtenis van den dag is de serie cavalerie-manoeuvres, die op dit oogenblik onder de leiding van den Gen.

DE GALLIFET worden gehouden. Men heeft groote verwachtingen van de hervor- mingen voor de fransche cavalerie ontworpen en reeds in practijk gebracht door dezen opperofficier, die geacht wordt een der mannen met den machtigsten geest van initiatief en den meest vasten wil te zijn, die Frankrijk sedert langen tijd heeft opgeleverd. — De vaststelling der verkiezingen op 21 Augustus — volgens velen, naar men meent ten onrechte, zoo vroeg gesteld om over een gehoorzame meerderheid in de Kamer te kunnen beschikken bij de te verwachten moeilijk- heden in Algerië — is oorzaak geweest van het uitstellen van het oproepen der reservisten tot 6 Sept.; men vreest dat ten gevolge van het dan reeds gevorderde saizoen, daardoor veel nadeel voor de oefeningen kan ontstaan. — De meeste orga- nen der militaire pers hebben den wensch uitgesproken, dat de nieuwe Kamer de herziening der militaire wetgeving zal ter hand nemen. Men verwacht hiervan echter weinig, omdat men de Kamer onbevoegd acht om militaire orgrnisatiën tot stand te brengen ; het parlement moest zich bepalen tot het hechten van hare goed- keuring aan den arbeid eener gemengde commissie van kamerleden en militairen. — Wegens de groote onkosten kan de wet op het bereden maken van de kapiteins der infanterie, nog niet ten volle worden uitgevoerd. — Ook de uitvoering der onderofflcierswet is uitgesteld. (Sp. M., Aout.)

M a a n d e l i j k s c h e k r o n i e k . De opstand in Tunis heefteen onverwachte uit-

(7)

breiding gekregen. Het gaat echter niet aan, het gouvernement te verwijten, dat het, door terugroepen van troepen na de eerste expeditie , te kortzichtig is geweest. Veeleer ligt de schuld bij de oppositie, die het gouvernement hiertoe als het ware gedwongen heeft. De demping van den opstand zal bovendien niet moeilijk zijn, zoodra men slechts een sterke macht vertoont. — Met het oog op den polltieken toestand in Europa, is het geraden, zoodra mogelijk de wanorde weg te nemen, die door het uitzenden van troepen naar Afrika, in de voor- schriften voor de mobilisatie van het leger gebracht is. (Sp. M., Sept.)

V e r s c h e i d e n h e d e n . Duitschland : Granaatkartetsschoten uit een lang kanon van 10,5 en met een getr. mortier van 15 cM. — Engeland: Wijzigingen in de organisatie der artillerie. — België: Samenstelling van de artillerie. — Bulgarije : Samenstelling van de artillerie en wapening der troepen. — Denemarken: Benoe- ming van een commissie voor het onderzoek van het vraagstuk der repeteerwa- penen. — Portugal: Samenstelling van de artillerie. — Rumenië: Oprichting van een regiment artillerie. Reorganisatie van de territoriale artillerie. — Zwitser- land : Reglement voor de oprichting en het onderhoud van een depot van mate- rieel voor den aanmaak en het opleggen van munitién. (Rev. d'A., Sept.)

N i K L A. s J U R I S C H I C Z v r ij h e e r VON G U N s. Levensbericht van den overste

•van dien naam, 1490—1543. (Oest. M. Z., Juli.)

T a a l e n s c h r i f t e n d e d u i t s c h e s p e l l i n g d e r n a a s t e t o e k o m s t . De noodzakelijkheid om taal en schrift in Oostenrijk, in overeenstemming te brengen met die van Duitschland, wordt niet betwijfeld. Ofschoon deze overeen- stemming nog veel te wenschen overlaat, wordt het tot stand brengen in de naaste toekomst als verzekerd beschouwd. (Oest. M. Z., Juli.)

V e r s c h e i d e n h e d e n . De spaansche lichte inf.-spade. Bepaling van de dyna- mietladingen voor het doen springen van rotsen. Invoering van geweren voor het onderricht der schoolgaande kinderen in den wapenhandel, in Frankrijk.

Aanschaffing van engelsche en iersche paarden voor de fransche cavalerie. Nieuw . schoeisel voor de fransche troepen te voet. Oorlogsbudget bij de verschillende groote mogendheden. Granaatgeweren bij de infanterie voor het inschieten. Ge- bruik van handgranaten op den Schipka-pas. Meten -van windsnelheden. De nieuwe italiaansche bergkanonnen van 7 cM. Werking van den winddruk op bruggen. (Schw A. u. G., Heft 8.)

V e r s c h e i d e n h e i d . Statistiek van de keuring der dienstplichtigen in de jaren 1876, 1877 en 1878. (Allg. M. Z., N". 44.)

V e r s c h e i d e n h e i d . Levensbericht van den Luit.-Veldmaarschalk v. UCHA.TIUS en vermoedelijke aanleiding tot diens zelfmoord. (Allg. M. Z., N°. 45.)

V e r s c h e i d e n h e i d . Het kanon van den Mont Valérien in het kastanjebosch te Berlijn. (Allg. M. Z., N». 46.)

V e r s c h e i d e n h e i d . D e m i n i s t e r v a n o o r l o g , G e n e r a a l M I L J U T I N . Mededeeling van hetgeen door dezen opperofficier tijdens zijn 20-jarig minister- schap gedaan is voor het russische leger. (Allg. M. Z., N°. 47.)

V e r s c h e i d e n h e i d . Een heraldieke tentoonstelling te Berlijn. (Allg. M. Z., N°. 49.)

V e r s c h e i d e n h e d e n . 1. Een oordeel van den Gen. DE RIVIÈRES over het nieuwe vestingsstelsel voor het oosten van Frankrijk. — Het marine-postkantoor van het duitsche rijk. (Allg. M. Z., N". 51.)

V e r s c h e i d e n h e i d . Nogmaals het oordeel van den Gen. DE RIVIÈRES over het nieuwe vestingsstelsel voor het oosten van Frankrijk. (Allg. M. Z . , N". 56.)

V e r s c h e i d e n h e d e n . 1. De lotgevallen van het eerste gedenkteeken van Rosz- BACH. — Het in gevangenschap verkeeren van het standbeeld van een franschen maarschalk. (Allg. M. Z., N". 60.)

K o r t e m e d e d e e l i n g e n . Oostenrijk-Hongarije: Voorgenomen wijzigingen in

(8)

785

het wapen der genie en oprichting van een spoorwegregiment. — Rusland : De A aanstaande wijzigingen in de kleeding der infanterie. (Allg. M. Z., N°. 43.)

Oostenrijk-Hongarije: Aanstaande reorganisatie van den generalen staf. Voor- genomen reorganisatie van de 80 reserve-commando's tot nieuwe regimenten.

Tweehonderdjarig jubilé van het inf. regiment N". 20. — Frankrijk : Plan tot uitbreiding van de herfstmanoeuvres. Beraadslagingen in de Kamer van Afge- vaardigden over den dienstplicht der geestelijken en onderwijzers. — Vereenigde Staten: Tegenwoordige toestand van de marine. (Allg M. Z., N°. 44.)

Duitsche rijk : Viering van het 60-jarig bestaan van het jagerbataljon N". 14. — Italië: De wisseling in het ministerie en de voorgenomen wijzigingen in het krijgs- wezen. (Allg. M. Z., N'. 45.)

Duitsche rijk: De aanstaande uitreiking van vaandels aan de nieuw opgerichte korpsen. — Frankrijk: De aanstaande vervanging van het militaire schoeisel door

^ halve laarzen. Verplaatsing van de onderofficiersschool van St. Avor naar St.

Maixent. Voorgenomen verbeteringen in het nachtleger. — Zweden en Noorwegen : Plan tot het opwerpen van veldverschansingen om Stockholm. Een teruggevonden oude marine-vuurmond. — Zwitserland : Uitbreiding van de oefening der landweer.

(Allg. M. Z., N". 46.)

Oostenrijk-Hongarije : Nieuwe formatie der cavalerie. — Italië: Plan tot invoe- ring van den graad van generaal-commandant tusschen die van luit.-generaal en generaal. (Allg. M. Z., N". 47.)

Duitsche rijk : De aanstaande wijding der vaandels. Opheffing van de studièn- commissie bij het cadettenkorps. De recrutecring in 1881. Voltooiing van het onderaardsche rijks-telegraafnet. — Frankrijk: Aanneming van een buitengewoon crediet voor de najaarsoefeningen. (Allg. M. Z., N°. 48.)

Oostenrijk-Hongarije: Benoeming van een nieuwen chef van den generalen staf en reorganisatie hiervan. — Italië: Schietproeven met kanonnen van 100-ton.

(Allg. M. Z. , N". 49.)

Duitsche rijk: Wijziging van den naam der centrale scherminrichting in dien van militaire scherminrichting. Het militaire schermen. De zomeroefeningen der r troepen. Voorgenomen verplaatsing van het garde-schützen-bataljon naar Char- lottenburg. — Engeland : Bouw van een nieuw pantserschip Polyphemus. (Allg.

M. Z., N°. 50.)

Duitsche rijk: De manoeuvres van het 13de legerkorps. — Denemarken: Be- noeming van een commissie om een advies uit te brengen betreffende de quaestie der repeteergeweren. — Zweden en Noorwegen: Plan tot reorganisatie van het krijgswezen. (Allg. M. Z., N". 51.)

Duitsche rijk: Nadere bepalingen betrekkelijk de herfstoefeningen der Beiersche troepen. Ministerieele aanschrijving bepalende, dat voortaan het ontslag van ver- oordeelde officieren niet meer door het Militiir-Verordnungsblatt bekend gemaakt zal ' worden. — België: De tegenwoordige toestand van het leger. (Allg. M. Z.,

N". 52.)

Duitsche rijk: Plan tot versterking van de haven van Kiel en tot het opgeven van de stelling Düppel-Sonderburg. Het plan van het Noord- en Oostzee-kanaal. — Engeland: Voorgenomen invoering van een nieuwe soort oorlogsschepen. Lcve- ranciën van paarden voor Frankrijk. (Allg. M. Z , , N". 53.)

Duitsche rijk: De viering van het 80-jarig bestaan van het militaire gezelschap- De aanstaande eerste oefening van de aanvullings-reserve (Ersatz-Reserve) der eerste 15 legerkorpsen. De werkzaamheden tot versiering van het tuighuis. Plan tot ƒ het maken van badinrichtingen in de kazernes. (Allg. M. Z., N°. 54.)

Oostenrijk-Hongarije: De nieuwe versterkingen van Pola Het bouwen van 2 groote torpedo-booten, in Engeland. — Frankrijk: Aanstaande verhooging van de officierstraktementen. (Allg. M Z., N°. 55.)

(9)

Duitsche rijk: De herfstoefeningen van het 15de legerkorps. De oefening van de manschappen der aanvullingsreserve. (Allg. M. Z., N". 56.)

Duitsche r i j k : De 125ste verjaardag van het cadettenkorps in Reieren. — Zwit- serland : Verslag van de militaire directie, over 1880. (Allg. M. Z. , N". 57.)

Oostenrijk-Hongarije : De aanstaande invoering van zwaar geschut van staalhard brons. (Allg. M. Z., N». 58.)

Duitsche rijk : Voorgenomen uitbreiding van de kustversterkingen van Cuxhaven.

— Frankrijk: Het dagblad »le Temps" over de bewapening der vestingen. — Italië : De versterkingen aan de oostenrijksche grenzen. (Allg. M. Z., Nc. 59.)

Duitsche rijk : De aanstaande groote manoeuvres van het gardekorps. De Keizers- manoeuvres in Holstein en de marine-manoeuvres bij Kiel. De bewapening van de kurassierregimenten met karabijnen. Verbeteringen in de constructie der Krupp'sche ringkanonnen. Gebruik van cellulose voor patroonhul/en. (Allg. M.

Z., N°. 60.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 23 Mei 1936 werd bekend gemaakt, dat de regeering over- ging tot het contingenteeren van ongeveer een 80-tal invoerartikelen. Alleen goederen afkomstig van het Ver. Koninkrijk

(Vervolg.) Deze oorlog heeft be- wezen , hoe niet alleen een goed verdedigde, maar hoe zelfs een slecht, of bijna in liet geheel niet verdedigde vesting in staat is den vijand

De Duitsche cavalerie gedurende de dagen van Coulmiers. Fransche vertaling van het werk van den Geni. VON PELET NARBONNE : „Der Kavallerie-Dieust im Kriege&#34;. Bewapening,

D e schrijver geeft bepalingen : 1° van hetgeen in don tegcnwoordigen tijd door versterkingskunst moet worden verstaan; 2° van duurzame, veld- en vluchtige versterkingskunst, en

(Met eene teeliening.) Nadat de sap- peur-oefeningen Ie Coblentz in 1808 voor hel sappcnhoofd van eene volle sappe hadden aangewezen eene sappe diep l 1 &#34;,40, waarbij de

N a t e hebben betoogd, dat met den vooruitgang der militaire wetenschap, de kennis der to- pographie hoc langer hoe noodzakelijker wordt ook voor subalterne officieren

Tegen een onverhoedscheu aanval is tegenwoordig flankement door geweer- v u u r voldoende; de laatste oorlog heeft, geleerd dat het doorbreken eener insluitings- linie bij de

Hoewel dit denkbeeld toegejuicht wordt, meent men dat daarin als eerste plicht moest worden aangegeven, dat men niet alleen eerbied moet hebben voor de wet maar ook voor