• No results found

OVERZICHT VAN BllTENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVERZICHT VAN BllTENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN."

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVERZICHT VAN BllTENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.

Blijkens de aan de lezers van De Militaire Spectator toegezonden circulaire zal het «Overzicht van buitenlandsche tijdschriften" voortaan eenigszins anders worden ingericht.

Ten einde den lezers den weg te wijzen , onder welke hoofden de verschillende onderwerpen moeten worden gezocht, volgt hieronder een opgave van de indeeling, die de Redactie denkt te volgen.

Wanneer bij do indceling niet dezelfde classificatie is gevolgd, die doorgaans bij militaire catalogussen of encyclopedieën wordt aangetroffen, dan geschiedt zulks om in geen te groote verscheidenheid van hoofden te vervallen, en het zoeken gemakkelijk te maken.

1. Legerorganisatie en schutterij.

Inrichting van leger, militie, schutterij. Recruteering. Plaatsvervanging. Be- vordering. Ontslag. Pensionneering. Soldijen. Belooningen enz.

II. Algemeene krijgskunst.

Strategie. Tactiek der drie wapens. Gecombineerde vredesmanoeuvres en oefe- ningskampen. Oorlogsvoering in Indie. Landsverdediging. Aanval en verdediging van vestingen en forten, uit een tactisch oogpunt beschouwd enz.

III. <>ienerale staf. Terreinleer. Opnemen van terrein. Topog-raphte.

Hieronder ook te verstaan de werktuigen tot het opnemen van het terrein.

Afstandmeters enz.

IV. Techniek der artillerie en nalistlek.

Geschut. Buskruit en andere voortdrijvende middelen. Ontplofbare vernielings- middelen. Munitie en ernstvuurwerkcn. Affuiten en voertuigen. Materialen. Draag- bare wapenen. Pontoriwezen. Proeven met vuurwapenen. Kogelbaan enz.

V. militaire administratie en intendance.

Onder dit hoofd wordt mede geschikt al wat betrekking heeft op uitrusting, kleeding, verpleging enz.

VI. Geneeskundige en veterinaire dienst.

Uieronder ook te begrijpen al wat betrekking heeft op gezondheidsleer.

VII. Militaire wetgeving. Algemeene wetten en voorschriften.

(2)

i

m

VIII. Militair onderwijs.

IX. I»e krijgswetenscnap met betrekking: tot Het wapen der infanterie.

X. Idem tot dat der cavalerie.

XI. Idem tot dat der artillerie.

XII. Idem tot dat der genie.

XIII. Onderwerpen betreffende marine.

XIV. KrlJgsgescHiedenis.

XV. Wiskunde. UTatuurkunde. Technologie.

XVI. «aeschiedenis. Land- en volkenkunde. Aardrijkskunde.

XVII. Staatkunde. Staatsrecht.

XVIII. Onderwerpen van ge mengden aard.

XIX. Ooekaankondigingen.

In verband met het bovenstaande zal men achter het uittreksel van elk artikel, dat onder een der opgenoemde hoofden gerangschikt wordt, het tijdschrift, waaruit het artikel getrokken is, vermeld vinden, met bijvoeging van het nomrner, de afleverino- of het deel van dat tijdschrift; terwijl het jaartal van den jaargang alleen dan genoemd zal worden, wanneer het niet overeenstemt met dat van den loopenden jaargang van De Uil. Speel. Hierbij zullen do volgende verkortingen worden in acht genomen: Sp. M. (Spectateur Militaire); Sc. M. (Journal des Sciences Militaires); Rev. d'A. (Revue d'Artillerie) ; Journ. B. (Journal de V armee beige) ; Mitth. A. u. G. (Mittfieilungen iiber Gegensfdnde des Artillerie- and Geme-wesens);

Jahrb. A. u. M. (Jakrbiicher fiir die Deutsche Armee uud Marine); Archiv (Arckiv f Ar die Artillerie- und Ingenieur-Offiziere des Deutschen Reichsheeres); Oest. M. L.

(Oesterreichische Wlitiirische Zeilschrift); Allg. M. Z. (Allgemeine Militar Zeitung);

Schw. A. (Zeitschrift fiir die Schweizerische Artillerie.)

I. Legerorganisatie en Schutterij.

Een b r i e f van C o r b u l o n . Mededeeling van den inhoud van een brief van den Romeinschen generaal CORBULON aan Keizer NERO , waarin de kwalen van het leger onbewimpeld blootgelegd en de middelen ter verbetering aangegeven worden. (Sp. M., Nov. 1873.)

De e e n j a r i g e vrijwilligers. Om voor het leger zooveel mogelijk nut van de eenjarige vrijwilligers, waarvan de eerste lichting ingevolge do wet van 27 Juli 1872 thans sedert 8 maanden onder de wapenen is, te trekken, moet men zoo- danige bepalingen maken, dat velen vrijwillig langer dan een jaar onder de wapenen blijven. Men wenscht hen in 2 gedeelten, 6 maanden na elkander, te doen opkomen, om zoodoende het eene gedeelte door het andere te kunnen doen onderrichten ; de examens wenscht men zwaarder te maken en aan het theoretisch onderricht groote zorg te besteden; dit wenscht men uit te breiden tot het geven van algemeene begrippen omtrent legerorganisatie, fortiflcatie, administratie, topographie, krijgsgeschiedenis, practische toepassing van het ge- leerde op het terrein enz. Een speciaal officier zou met een en ander, alsmede met de militaire vorming der eenjarige vrijwilligers moeten belast worden; terwijl in de kazerne geschikte localiteit voor de studiën zou moeten worden ingericht.

(Sp. M., Dec. 1873.)

(3)

O v e r d o m i d d c l o n o m h o t g e b r e k a a n o n d e r o f f i e i e r e n te d o e n o p - h o u d e n . De schrijver is het over het algemeen eens met de strekking van het desbetreffend artikel, voorkomende in de Jahrh. A. u. M. N°. 21 -1873, doch verschilt in sommige opzichten van gevoelen, wat de middelen tot bereiking van het doel betreft. De verbetering der positie en soldij van den onderofficier is hoofdzaak.

Om op den duur waarborg te hebben, dat de betaling evenredig is aan de be- hoeften van den tijd waarin men leeft, wordt het denkbeeld geopperd , om de traetementen van alle officieren en minderen van het leger een veelvoud te doen zijn van een periodiek vast te stellen bedrag. Dit bedrag zou kunnen zijn do som , die over een zeker aantal, bijv. 10 jaren, gemiddeld voor het onderhoud en de kleeding van een soldaat door den staat wordt besteed. Bedroeg die som bijv.

in 1803 100 Th., in 1873 120 Th., en neemt men aan dat zij van 1873—1883 percentsgewijze evenveel toenemen en dus in 1883 144 Th. bedragen zal , dan

120 + 144

moet het bedrag voor 1873—1883 op = 132 Th. vastgesteld worden.

35

Voorts worden denkbeelden ontwikkeld omtrent de toe te kennen veelvouden van het bedrag, de verbetering in de kleeding, huisvesting en voeding; omtrent het vooruitzicht op burgerbetrekkingen die men den onderofficier, die 12 jaren trouw gediend heeft, per se wil verzekeren, al is hij niet geheel of gedeeltelijk onge- schikt voor den militairen dienst, en omtrent de verbetering der sociale positie van den onderofficier; het laatste door aan de meest verdienstelijken het vooruit- zicht te openen, om als onderwijzer in schermen , gymnastiek, schijfschieten enz.

don officiersrang te kunnen bereiken. (Jahrb. A. u. M., N". 20.)

H o e w a s h e t m o g e l i j k d a t G A M B E T T A g r o o t e l e g e r s s c h e p p e n , o e f e n e n en u i t r u s t e n k o n ? De schrijver gaat na door welke middelen GAM- BETTA zijne bevelen wist te doen uitvoeren en zich tot dictator kon verheffen.

De kern zijner legers vormde hij uit gepensioneerde officieren, het korps van GAiuriALDF, het teruggeroepen Pauselijk contingent, de depots, de Algerijnsche regimenten, matrozen en mariniers, de militairen die bij Sedan 'en Metz ont- snapt waren, de onderofficieren, die tot officier werden benoemd en uit geluk- zoekers van allerlei slag. Daaraan sloten zich de mobiele en nationale garden aan.

Voor de schepping en uitrusting der legers deed GAMBETTA het onmogelijke , zooals in bijzonderheden wordt nagegaan, en daarin slaagde hij vrij goed. De vereischte oefening, die kracht en samenhang schenkt, vermocht hij echter niet verkrijgen.

De vaste wil van den dictator en de door hem verkregen resultaten worden hoog geroemd , doch zijn karakter gelaakt, omdat hij zelf ten sterkste aan het gelukken zijner pogingen twijfelde. De volkslegers van GAMBETTA leveren het bewijs, dat met een dergelijke macht niets doortastends kan worden verricht. (Jahrb. A. u.

M. , N". 26.)

De n i e u w e wet op de o r g a n i s a t i e van het F r a n s c h e leger. (Slot.) (Allg. M. Z., N". 35—1873.)

D e m a t e r i e e l e t o e s t a n d d e r o f f i c i e r e n e n d e v e r b e t e r i n g d a a r v a n d o o r c o ö p e r a t i e v e en s t a a t s h u l p . De schrijver koestert de overtuiging, dat de staat op den duur de tractementen niet zoodanig kan verhoogen , dat de subalterne officieren naar hun stand leven kunnen. Hij ziet echter een krachtig hulpmiddel tot verbetering in aaneensluiting der officieren bij het aanschaffen van de verschillende benoodigdheden. Zoo bijv. zou het algemeen verplichtend kunnen gemaakt worden , dat officiers-kleeding-commissien aangesteld werden ; voor twee cavalerie-regimenton zou eenzelfde zadelmaker kunnen werken; de wasch van het geheele officierscorps van eenzelfde garnizoen zou aan één persoon kunnen worden uitbesteed; de paarden voor de bereden officieren der infanterie zouden tegen be- taling met jaarlijksche aflossing, uit de remonte kunnen worden verstrekt. Thans brengen de leveranciers den officieren in den regel de hoogste prijzen in rekening;

do voorgestelde wijze zou een aanmerkelijke daling daarvan ten gevolge hebben.

(Allg. M. Z., N». 39—1873.)

(4)

M i l i t a i r e r e i s b e r i c h t e n uit O o s t o n r i j k on R u s l a n d . II. Door een schets te geven van den toestand der Russische infanterie, cavalerie en artillerie, zooals die bevonden werd bij een bezoek aan het Russische leger in 1869 en in 1873, doet de schrijver uitkomen , dut er sedert het eerste bezoek groote vooruitgang is te bespeuren ; dat het leger in de moeste opzichten op den goeden weg, doch ook op menig punt nog tamelijk ver van het doel verwijderd is. De infanterie bijv. mist de noodige bewegelijkheid en voert het verspreide gevecht niet u i t , zooals dit door de tegenwoordige vuurwapenen geboden wordt. (Allg. M. Z., N°. 30, 1873.

XI. Aljfemeene krijgskunst.

Het v e r l i e s van F r a n k r i j k aan g r o n d g e b i e d in de 19de e e u w . Na een kort overzicht van de wijziging in Frankrijk's grondgebied sedert den dood van HENDRIK IV tot aan de XIXde eeuw, wordt meer uitvoerig bij het verlies aan grondgebied in laatstgenoemd tijdvak stilgestaan, den omvang daarvan nage- gaan en aangetoond, dat, gerekend naar het zielental, Frankrijk in deze eeuw Vis van zijn gebied in Europa verloren heeft. Aan het bereiken van den Rijn zijn door de laatste verliezen tal van hinderpalen in den weg gelegd, zoodat, als ooit weder pogingen mochten worden aangewend, de weg door België moet worden genomen. (Sp. M., Oct. 1873.)

S t u d i o o v e r h e t s t r a t e g i s c h b e l a n g e n o v e r h e t i n s t a a t v a n v e r d e d i g i n g b r o n g e n v a n de o m s t r e k e n v a n P a r i j s . D e schrijver geeft bepalingen : 1° van hetgeen in don tegcnwoordigen tijd door versterkingskunst moet worden verstaan; 2° van duurzame, veld- en vluchtige versterkingskunst, en gaat den invloed n a , die strategie, tactiek, topographio, artillerie, metallurgio en militaire bouwkunde, daarop uitoefenen. Hij vermeldt voorts do eischen waaraan iedere nieuwere versterking moet voldoen; levert een beschouwing over sperwer- ken , militaire vestingen , dienende tot steunpunt voor een opereerend legerkorps, wapenplaatsen on geretrancheerde kampen, geeft van elk een voorbeeld en bere- kent do kosten daarvan. Daarna worden beknopte opgaven gedaan betrekkelijk de navolgende onderworpen: de actieve rol der versterkingskunst, waaronder gebracht wordt het gebruik van de artillerie, van het klein geweer, van mijnen en inun- datien; de passieve rol der versterkingskunst (hindernissen, dekking tegen het vijandelijk v u u r , casernement, bewaring van levensmiddelen); oefening van het personeel in don vestingoorlog; uitvoering van werken. Om de techniek, voor zoover het krijgswezon betreft, op de hoogte te houden van den tijd, wordt de oprichting voorgesteld van een krijgsacademie van 20 leden, waarin bij concours de officieren van het leger en civiele ingenieurs, die doorwrochte verhandelingen over de krijgskunde geleverd hebben, zitting nemen. Vergelijking van kosten van twee door don schrijver voorgestelde ontwerpen tot verdediging van Parijs. Bere- kening van de waarde dor terreinen die in beide gevallen aan de vernielende hand des vijands worden onttrokken. Het duurste ontwerp is dikwijls, en zoo ook hier, het goedkoopste. (Sp. M., Oct., Nov. en Dec. 1873.)

S t u d i e o v e r het b e l e g van B e l f o r t in 1870—1871. (Zie onder XI.) D e i n f a n t e r i e i n v e r b i n d i n g m e t d e a n d e r e w a p e n s . Bespreking v a n het 3de doel der Studiën zur neuen Infanterie-Taktik von W. v. SCHEUFF. Het gevoelen van v. SCHERFF orn de dubbele posten door posten van 3 man te ver- vangen , wordt niet gedeeld. Overigens is de beoordeeling hoogst gunstig, zoodat zelfs de wensch wordt uitgedrukt, dat de reeds verschenen en naar men hoopt nog te verschijnen Neue Studiën van v. SCHEEFF spoedig algemeene toepassing in Duitschland mogen vinden. (Jahrb. A. u. M.. N". 25.)

S t u d i e n a a r a a n l e i d i n g d e r « S t u d i ë n ü b e r T r u p p e n f ü h r u n g " v a n den K o l o n e l VON V E R D Y . 3de Deel. (Vervolg.} Besproking van den inhoud van dit deel. (Jahrb. A. u. M., N°. 25.)

'De o m s i n g e l i n g s - o p e r a t i e n bij Metz. (Venoly.) De stellingen van do Duitsche troepen ; versterkingsmaatregelen binnen de vesting; wederzijdsche troe-

(5)

04

pensterktc; oorsto poging der Franschon om zich door to slaan. (Ocst. M. Z. Oct.

en Nov. 1873.)

R e g l o m e n t e n - s t u d i p . XIV. Hot Italiaansche dienstreglomcnt, reeds in hot artikel «Reglementen-studie IX" besproken, is met een supplement vermeerderd, bevattende bepalingen over: kleeding, tenue, verloven, indeeling der kompagnien, eskadrons en batterijen , verpleging en behandeling der paarden , de toepassing dei- straffen bij de Carabinieri's (korps gendarmerie); nadere uiteenzetting dezer punten (Oest. M. Z. Oct. en Nov. 1873.)

N a t i o n a l i t e i t s - e n s p r a a k g r e n z e n i n h e t l i c h t d e r s t r a t e g i e b e - s c h o u w d . Betoog dat de strategie soms eischen moet stellen, die met deze grenzen geen rekening kunnen houden. De schrijver stelt een artikel uit de Revista militara italiana in het licht, waarin wordt gezegd , dat Italië met moed en vol- harding naar zijn natuurlijke grenzen moet streven , en toont aan , dat het berei- ken daarvan voor Duitschland gevaarlijk zou kunnen worden. (Allg. M. Z., N". 38.

1873.)

M i l i t a i r e b r i e v e n uit N o o r d - D u i t s c h l a n d . II. (Zie onder XIII.) De p r a c t i s c h e o e f e n i n g e n dor Z w i t s e r s c h e 4de d i v i s i e in 1873.

(Vervolg.) Beoordeeling der oefeningen. (Schw. A . , N". 12, 1873.) Hl. fïreuerale staf. Terreinleer. Opnemen van

terrein. Topograpliie.

O n t w e r p v o o r d i e n s t r e i z e n van den g e n e r a l e n staf. De opdrachten moeten betrekking hebben op troepenbewegingen, verkenningen van operatie-lijnen, positien of van operatie-terreinen. Voor Frankrijk moet men bij de troepenbewe- gingen een defensieven oorlog op het oog hebben ; de samenstelling van een leger- korps moet ondersteld worden als bij het Fransche leger. Er moeten tactische voorschriften gegeven worden. Verder worden beschouwingen geleverd over de individueele en collectieve dienstreizen; de dienstregeling der officieren, hun uit- rusting, en over de voorbereidende werkzaamheden. (Sp. M., Nov. 1873.)

IV. Techniek der artillerie en ImlintieU.

V e r g e l i j k e n d e s t u d i e v a n d e F r a n s c h e e n P r u i s i s c h e a r t i l l e r i e g e d u r e n d e den v e l d t o c h t van 1870—71. Het Fransche personeel was goed;

het materieel stond bij het Pruisische achter door de mindere schootsverheid en bostrekenheid van de baan der projectielen, door de gebreken aan het Fransche voorlaadgeschut eigen, door het gering aantal springstukken der granaat en door de gebrekkige inrichting der buizen. Het achterlaadkanon van 7", waarvan een beschrijving mot teekening wordt gegeven , vergelijkt men in bijzonderheden met vreemde vuurmonden , om te doen uitkomen, dat die vuurmond en zijne munitie, niettegenstaande de haast, waarmede een en ander was ontworpen , veel goeds bevat. (Sp. M., Oct. 1873.)

O v e r o o r l o g s r e v o l v e r s . Na de nadeelen opgesomd te hebben, die volgens VON PLÖNNIES alle tot nu toe bestaande revolvers aankleven en deze als oorzaak aangegeven te hebben, waarom tot nu toe die wapenen nog slechts in weinig staten ingevoerd zijn , worden eenige mededeelingen godaan betreffende de bij de Oostenrijksche en Zwitsersche legers ingevoerde revolvers. (Jahrb. A. u. M., N". 26.)

" W a n d e . l i n g o n u i t e e n m i l i t a i r o o g p u n t d o o r W e e n e n e n d e w e r e l d - t e n t o o n s t e l l i n f . I. Het uit een militair oogpunt bezienswaardige op de wereld- tentoonstelling. (Vervolg en slot.) Kort overzicht van het gietstalen geschut, ten toon gesteld door KUUPP , door de Bochumer-rnaatschappij voor bcrgbouw en giet- staalfabricage , en door de fabriek te Witten a/d. Ruhr ; van de draagbare vuur- wapenen uit de fabriek van DREYSE te Sörnmcrda, uit de Kon. Beiersche geweer- fabriek te Amberg en uit eenige particuliere fabrieken van minderen rang. Omtrent

(6)

65

het vermogen dor voornaamste fabrieken worden mede eenige opgaven gedaan.

Voorts worden eenige bijzonderheden vermeld omtrent het ten toon gestelde op het gebied van rartographio, militaire litteratuur, ziekenverpleging te velde, militaire kleeding, verpleging op marsch enz. (Allg. M. Z., N°. 35, 36 en 37, 1873.

G e s c h u t e n h a n d v u u r w a p e n o p d e W e e n e r - t c n t o o n s t e l l i n g . M e t een plaat. (Vervolg.) Het Russische materieel: Raam tot kustaffuit van 9 duim (22cra,5). Zee-artillerie, bestaande u i t : kanonnen van 4'S (8cm,7) , 6 duim (15C'",2) en 8 duim (20cm,3); getr. mortieren van 8 duim en kanonnen van 12 duim (30cm,5). — Russische handvuurwapenen. (Schw. A. 1873, N". 12.)

U e a r t i l l e r i e te v e l d e in de S c a n d i n a v i s c h e R i j k e n . (Zie onder XI.) V. militaire administratie en intendance.

K l e e d i n g e n u i t r u s t i n g d e r l e g e r s o p d e W e e n e r t e n t o o n s t e l l i n g van 1873. Op dit gebied was de tentoonstelling niet rijk voor/ien; alleen Oosten- rijk , Pruisen, Rusland en Rumenie hadden kleeding- en uitrustingstukken inge- zonden. Vergelijkende beschouwingen over de verschillende stukken. (Oost. M. Z.

Oct. en Nov. 1873.)

N o g m a a l s de o f f i c i e r s k l e e d i n g f o n d s e n . Naar aanleiding van een artikel in N". 31 en 32 der Allg. M. Z. omtrent deze aangelegenheid, worden eenige wenken ter opvolging aanbevolen, om die fondsen aan hun bestemming te doen beant- woorden. Vooral wordt aanbevolen dat de officieren in een garnizoen allen bij den- zelfden kleedcrmaker laten werken. (Allg. M. Z., N°. 36 en 37, 1873.

VII. militaire wetgeving. Alg-emeene wetten en voorschriften.

Het p r o c e s B A Z A . I N E . Na opgemerkt te hebben, dat men in Frankrijk na iederen veldslag, die verloren werd en na het vallen oener vesting, den bevel- hebber steeds van zijn ambt ontzetten en straffen wilde, wordt de klacht van gen. RIVIÉRE medegedeeld, en opgemerkt, dat hetgeen door BAZAINE als veldheer in don laatsten oorlog verricht werd, beneden het middelmatige is gebleven.

(Wordt vervolgd.) Allg. M. Z. , N«. 39, 1873.

VIII. militair onderwijl.

S t u d i e b e t r e f f e n d e h e t o n d e r w i j s i n d e g y m n a s t i e k b i j h e t D u i t - s c h c l e g e r . Overzicht van een daarop betrekkelijk artikel in de Jahrb. A. u.

M., Januari 1872. (Sp. M., Oct. 1873.)

E e n v o o r s t e l t o t h e t d o e n o p t r e d e n v a n w a n d e l l e e r a a r s o p h e t g e b i e d der w a p e n t e c h n i e k . Het denkbeeld wordt geopperd om in het ge- bied van elke divisie of elk legerkorps een officier als wandelleeraar in de wapen- techniek te doen optreden, omdat de kennis daarvan voor infanterio-officieren hoogst nuttig, en door gebrek aan modellen van vreemde wapenen in de meeste garnizoenen, moeilijk voldoende te verkrijgen is. (Jahrb. A. u. M., N'. 25.)

D e K o n i n k l i j k e S a k s i s c h e o n d e r o f f i c i e r s s c h o o l t e M a r i ë n b e r g . Doel dezer school. Duur van den cursus. Wijze van toelating. (Jahrb. A. u. M., N». 26.)

E e n w o o r d n a a r a a n l e i d i n g d e r s l o t b e s c h o u w i n g e n i n h e t arti- k e l ; nBeschouwingen o v e r d e w a a r d e d e r m i l i t a i r e g y m n a s t i e k tot o e f e n i n g der m a n s c h a p p e n " (1). Betoog dat de gymnastiek reeds langer in het leger beoefend wordt dan men uit bedoeld artikel zou opmaken. Weder- legging van eenige daarin voorkomende beschouwingen. (Jahrb. A. u. M., N°. 26.)

r

C) Zie Jahrb. A. u. M. Band V i l , blz. 156—1G5.

III. S. 19. D. N». 1.

(7)

IX. De krijg-swetenscliap met betrekking tot het wapen «Ier infanterie.

S t u d i e o v e r d e n i e u w e o e f e n i n g e n . In verband met de herziening der rafenterifi-reglemeuten, waartoe een commissie benoemd is, wordt een beschou- wing geleverd over de oefeningen in het algemeen en over de wijzigingen, die volgens sehrijver's meening in de reeds door de commissie ontworpen gedeelten /ouden moeten worden gebracht. Van de gedachte uitgaande dat het gronddenk- beeld der militair*; vorming moet zijn het versterken van het lichaam en het ontwikkelen vari den recruut, het gewennen aan tucht, het leeren eerbiedigen

•van chefs , en het leeren van het gebruik der wapenen alsmede van het oorlog- voeren, ontwikkelt de schrijver zijne denkbeelden over oefeningen in het algemeen.

Daarna volgen zijne bemerkingen op de reeds ontworpen soldaten- en tirailleur- school. De soldatenschool is in vele opzichten omslachtig ; er is veel overtolligs in;

een en ander wordt met den t<>kst van het reglement toegelicht. De pas van 0"',G5 is te kort; de tijdmaat van 110 in de minuut is te langzaam. Ook de tirailleurschool -wordt aan een scherpe critiek onderworpen. (Sp. M., Oct. 1873.)

D e v e r s p r e i d e v e c h t w i j z e d e r P r u i s i s c h e i n f a n t e r i e . Overzicht v a n de Pruisische voorschriften tot oefening in het verspreide gevecht. (Wordt ver- volgd.) (Sp. M., Nov. en Dec. 1873.)

De v o o r b e r e i d e n d e s c h i e t o e f e n i n g e n . Er is geen oefening die in het Fransche leger meer weerzin ondervindt dan de voorbereidende schietoefeningen.

Zij zijn niettemin van het hoogste gewicht. Men moet zich daarbij niet in te veel details verdiepen. Het schieten is een zaak die aangeleerd moet worden.

Eenvoudige, voor den soldaat begrijpelijke bepalingen van vizierlijn en schootslijn worden gegeven, zonder hem lastig te vallen met hetgeen door kogelbaan ver- staan wordt. De regels voor het schieten in het Reglement zijn ingewikkeld en onvoldoende; gedeeltelijk is dit aan de vizier en de vizierkorrel van hot Chassepot- geweer toe te schrijven, waarvan de gebreken uiteengezet worden. De schrijver stelt een eenigszins gewijzigde Oostenrijkschc vizier voor, en levert verder een beschouwing over de staande, knielende en liggende houding bij het schieten , alsmede over het aftrekken. (Sp. M., Dec. 1873.)

E o n e s t u d i e b e t r e f f e n d e he^t e x e r c i t i e - r e g l e m e n t d e r i n f a n t e r i e . Ten gevolge der kabinets-order van'den l Oden Maart 1873, waarbij onderscheidene wijzigingen in het Pruisisch exercitie-reglement der infanterie werden gebracht , wordt een herziening daarvan noodig geoordeeld. De schrijver zet breedvoerig uiteen , hoedanig de redactie van het reglement volgens zijne meening zou moeten worden. (Jahr. A. u. M., N". 25.)

De i n f a n t e r i e in v e r b i n d i n g met a n d e r e w a p e n s . (Zie onder II.) O p m e r k i n g , n a a r a a n l e i d i n g v a n h e t a r t i k e l : f fE e n w o o r d o v e r d e j a g e r s u i t e e n z u i v e r t a c t i s c h oogpunt", v o o r k o m e n d e i n d e J a h r b . B a n d VIII, H e f t 2. Naar aanleiding van den in bedoeld artikel uitgedrukten wcnsch om tot de kennis te geraken van de oorzaken , waardoor de jagerkorpsen in het leven zijn geroepen en hoedanig ,hun voortbestaan is gemotiveerd , wordt zulks voor de Beiersche jagerkorpscn beantwoord. (Jahr. A. u. M., N°. 26.)

Het g e v e c h t der i n f a n t e r i e . Dit opstel vat in het algemeen samen, wat over gemeld onderwerp in de militaire literatuur is geschreven. (Wordt vervolgd.) (Ocstr. M. Z., Oct. en Nov. 1873.)

B r i e v e n o v e r de t i r a i l l e u r s c h o o l . (Vervolg en slot.) De majoor TELLEN- BACH schrijver van het werk „de tirailleurschool", beantwoordt eenige daarop verschenen beoordeelingen. (Allg. M. Z., N". 35 en 30, 1873.)

X. Me krijsswetenscliap met betrekking1 tot het -wapen der cavalerie.

O v e r d e n v o o r p o s t e n d i e n s t. Het artikel is geschreven naar aanlei- ding van een door den Minister van Oorlog uitgeschreven vraag waarvan de

(8)

67

f

ten worden gegeven, (WV* „«•!* Dee.

D o o x e r c i t i o . t e r r o i n o n v a n ^ot^a^e

langer hoe mocil.jXri. >oor u ter oe oorlJLp voorkomen, heeft men die

E ,

vooral ook door SEÏDLITZ, werd begrepen. (J. A. u. M., N . 2.>.)

n,- , i n v u i l i n K van p a a r d e n v o o r o n s l e g e r . (Slot.) Nadere mteenz, t- 4^Y. iiStSlfi waarop de n,nvu,üng van paarden bij het ZwHSer-

Se,he leger moet geschieden. (Schw. A., 187.J, N . l

Xï. »e KrlJffSwetenScl,ap met ftetreKhing tot I.et wapen der artillerie.

U pÜ'l militairo vorming; daare„t,f ,, hehben _do

< / t r o e p voort«ekoiuen, te weini- th-oretisdie kennis; één 'U ",,,,' °'v.r|ll r (, die 2 aar vóór hunne benoeming als zoo-

' art-onhcicn-n ,

soort van ««'1 .mn n de damg als ondoioil K u n n » ' - het algemeen slecht en wo d t v u

dienen, liet kader der artillerie is over

r bevorderd. 1),- waarde der man-

^külnstig ,i|n m de levenswijze die . Niet allen kunnen op dezelfde wijze H van gelijkheid, voortvloeiende _uit den tegen- egéèringsvorn,, werkt slecht op de discipline b,,, de nnndere standen.

(Sp. M., Oct. 1873.)

n M on t m éd v in 1870. (Slot.) De Duitsche batterijen werden den i L e n D e c g e l ^ L v r d e n ' i e n d e n het* vuur. Het Fransche geschut beant-

herstelde zooveel mogelijk de schade. Beschnjving van het Duits

(9)

68

Nadat gedurende, hot bombardement, dat door de artillerie der vesting niet kon worden tegengegaan , het buskruitmagazijn door twee granaten van 21™ zeer ernstig was beschadigd , werd tot de overgaaf besloten. Opmerkzaam wordt ge- maakt, dat de Fransche wet, die gebiedt dat een bestorming de overgaaf moet zijn voorafgegaan , geenszins altijd is toe te passen. De raad van onderzoek bil- lijkte dan ook de overgaaf en keurde het alleen af, dat het geschut, de munitie enz. niet vooraf onbruikbaar waren gemaakt. (Sp. M., Oct. en Nov. 1873.)

S t u d i e o v e r het b e l e g van B e l f o r t in 1870 — 71. Do navolgende punten worden behandeld: de ligging van Belfort; het strategisch gewicht der sterkte;

de beschrijving van het terrein; de geschiedenis van de versterking der plaats ; de beschrijving dor versterkingen, zooals die waren bij het uitbreken van don oorlog; de sterkte en samenstelling van hot garnizoen ; de voorraad aan munitie on proviand ; de werkzaamheden bij het in staat van verdediging brengen. Een drietal plaatjes verduidelijken den tekst. (Wordt vervolgd.) (Sp. M., Dec. 1873.)

D e a r t i l l e r i e t e v e l d e i n d e S c a n d i n a v i s c h e R i j k e n . Organisatie.

Uniform. Materieel. Op 3 platen wordt oen voorstelling gegeven van vuurmon- den , affuiten , tuigen, projectielen en buizen. (Wordt vervolgd.) (Schw. A. ,1873 N". 12.)

XII. I>«- krijgswetenscliap met betrekking tot liet wapen der g-enie.

l i e t b e l e g van M o n t m é d y in 1870. (Zie onder IX.)

S t u d i e o v e r het b e l e g van B e l f o r t in 1870 — 1871. (Zie onder XI.) De g r o o t e p i o n n i e r - o e f e n i n g e n t e L i n t z i n S e p t e m b e r 1873. Twee pionnier-bataljons worden aangewezen om bij Lintz practische oefeningen te houden in het slaan van oorlogsbruggen op groote schaal. Gelijktijdig worden de in Opper-Oostenrijk liggende doelen der 3de troependivisie bij Lintz verecnigd tot het verrichten van groote tactische manoeuvres. Door het gelijktijdig plaats bobben dier oefeningen werd de gelegenheid verkregen, om hot op troepen-overgangen betrekking hebbende gedeelte der manoeuvres practisch uit te voeren en aan de oefeningen dor troepen meerdere uitbreiding en afwisseling te geven. Tabellarisch overzicht der geslagen bruggen , aantal en soort dor pontons , bruglengte , tijd, enz. Technische details der oefeningen. (Oost. M. Z., Oct. en Nov. 1873.)

XIII. Onderwerpen betreffende marine.

O v e r de p l a a t s van do s t o o m k e t e l s op s c h e p e n . Zij laat op verschil- lende schepen veel te wenschen over. (Jahrb. A. u. M. N". 25.)

M i l i t a i r e b r i e v e n uit N o o r d - D u i t s c h l a n d . II. Kiel. Van de kolossale havenwerken dezer stad , alsmede van de marine-etablissementen en de verster- kingen aldaar wordt een beschrijving gegeven. Men acht de versterking aan do land zijde noodig om bestand te zijn tegen het onverwacht landen in de nabijheid van een troepenmacht , die groote vernielingen zou kunnen te weeg brengen.

voordat het eigen leger ter hulp zou kunnen snellen. (Allg. M. Z. , N°. 38, 1873.) XIV. Hrijgsg-eschiedenis.

H e t v e r l i e s v a n F r a n k r i j k a a n g r o n d g e b i e d i n d e 19de e e u w . (Zie onder II.)

H e t a a n d e e l v a n h e t 1 2 d e ( S a k s i s c h e ) l e g e r k o r p s a a n d e n s l a g bij S e d a n , op l S e p t e m b e r 1870. Do opdracht aan en de verrichtingen van het bedoelde korps op den 31 Aug. en l Sept. worden tot in bijzonderheden beschreven door den kol. SCHUHOT , die als chef van den staf dor tot dat korps bchoorende 23ste inf.-divisio bij den slag tegenwoordig was. Een tableau van de ordre van bataille van het korps en een slagplan verduidelijken den tekst. (Jahrb. A. u. M., N°. 26.)

(10)

69

G e v e c h t bij L o n g p r é - l e s - c o r p s - s a i n t s . Uittreksel uit liet artikel »La France du Nord", voorkomende in do Revue des deux mondes, 16 Juli 1873. Het betreft een verhaal, van een jacht op uhlanen en van de verdediging van Longpré, door inwoners en mobielen tegen de Duitschers. (Jahrb. A. u. M., N". 26.)

O b e r - P r a u s s u i t z of P r a u s s n i t z . Eene bijdrage tot de studie van de ge- vechten van Trautenau en Neu-Rognitz. (Oest. M. Z., Oct. en Nov. 1873.)

De o o r l o g van 1805 in D u i t s c h l a n d . (Vervolg.) (Oest. M. Z., Oct en Nov. 1873.)

U i t d e g e v e c h t e n v a n h e t O o s t e n r i j k s c h e v r i j k o r p s i n M e x i k o . (Vervoly.) Strijd tegen de Cuatacomacos in het jaar 1865. (Oest. M. Z., Oct. en Nov. 1873.)

De o m s i n g e l i n g s - o p e r a t i ë n bij Metz.. (Zie onder II.)

D,e i n n e m i n g v a n ' h e t k a s t e e l v a n C h a m b o r d e n d e F r a n s c h e pers.

Tegenover Fransche berichten , waarin een geheel valsche voorstelling van do overrompeling van het kasteel van Chambord gegeven en o. a. de sterkte der Duitschers bij die gelegenheid op 12000 man infanterie met 36 stukken en 5000 ruiters geschat wordt, blijkt uit authentieke bescheiden, dat de sterkte der Duit- schers 3 officieren en 51 man bedroeg, terwijl het Fransche garnizoen op 3300 man geraamd wordt, waarvan 250 gevangenen en bovendien 5 vuurmondoa buit gemaakt werden. (Allg. M. Z. , N°. 36 en 37, 1873.)

X I I I I . Onderwerpen van gemeng-den aard.

M a a n d e l i j k s c h e k r o n i e k . De formatie der 18 legerkorpsen en het be- trekken der standplaatsen. Het proces BAZAINE. Politieke toestand van Frankrijk.

(Sp. M., Nov. 1873.)

M a a n d e l i j k s c h e k r o n i e k . Het kamp te Sathoray. Het proces BAZAINE.

De wet op de kaders. Het voorstel om officieren in activiteit niet verkiesbaar te doen zijn tot lid der Nationale Vergadering. (Sp. M., Dec. 1873.)

O v e r het R o o d e K r u i s . In verband met de bescherming, door het Duit- sclie gouvernement in hooge mate verleend aan de verecnigingen tot het verplegen van zieken en gewonden in tijd van oorlog, wordt een betoog geleverd over het wenschelijke, dat de leden van de St. Johanniter- en van de Johanniter-Malthezer- orde reeds in tijd van vrede tevens leden worden van het Roodc Kruis. Om de wenschelijkheid daarvan nog meer te doen uitkomen , wordt een overzicht gegeven van twee brochures van den heer MOYNIER, voorzitter van het internationale comité te Genève : „Les 10 premières années de la croix rouge" en ,Jia convention de Genève pendant la yuerre fratico-allemande." Genève 1873. (Jahrb. A. u. M., N". 25.)

Uit O o s t e n r i j k . Mededecling der oprichting van een voorbereidingscursus voor adspirarit-hoofdofficieren der artillerie, en van een daarmede verbonden artil- lerie-schietschool, met vermelding welke officieren daarop worden toegelaten en wat er onderwezen wordt. — Verklaring van de nieuw ingevoerde wet op de onteigening van paarden bij een mobilisatie. De vcrdeeling van den oefeningstijd en de aard der oefeningen bij de drie wapens in Oostenrijk. (Jahrb. A. u. M. , N». 25.)

Bij d e i n w i j d i n g v a n h e t t e B e r l i j n o p g e r i c h t e g e d e n k t e c k e n d e r o v e r w i n n i n g e n . Het gedenkteeken heeft betrekking op de oorlogen van 1864—

65, 1866 en 1870—71. Het draagt tot opschrift: «.Het dankbare vaderland aan het in overwinningen rijke leger." (Allg. M. Z. , N". 35, 1873.)

W a n d e l i n g e n u i t e e n m i l i t a i r o o g p u n t d o o r W c e n e n e n d e w e r e l d - ten t o o n s t e l l i n g e n z . (Zie onder IV.)

D e o n t h u l l i n g v a n h e t g e d e n k t e e k e n o p h e t s l a g v e l d v a n Beau- n i o n t . Openbare betuiging van erkentelijkheid aan het Beiersche ofïicicrskorps,

(11)

70

dat tijdens de onthulling van het gcdenkteekcn te Sedan garnizoen hield. (Allg.

M. Z., N». 38, 1873.)

XIX. Boekaankomligiiig-en.

DE MAUNI. Mémoire sur l'armée de CUANZY. Paris. SANDOZ et FISCIIBACHER. — JOLIVOT. Manuel pratiquc du recrutement de l'armée selon la loi du 27 Juillet 1872. Paris. BERGER—LEVRAULT ET C1". (Sp. M., 15 Oct. 1873.)

PARIS. Traite de tactique appliquée. Paris. J. DUMAINE. — DEL&RD. Histoire de Franco de 350 a 1789. Agen. QUILLOT. — GIROD. Dix ans de mes souvenirs militairs. Paris. DUMAINE. (Sp. M. , 15 Nov. 1873.)

COSTA DE SERDA. Laguerre franco-allemande de 1870—71 , rédigée parlasection historique du grand état-major prussien (Traduction). Paris. DUMAINE. (Sp. M., Dec. 1873.)

VON SCHMIDT. Das 2. Thiiringische Infanterie-Regiment N". 32 im Feldzuge gegen Frankreich 1870 und 1871. Berlin 1873. SCHLESIER. — Allgemeine Biblio- graphic der Militair-Wissenschaften. Leipzig. LUOKHARDT. — VON GOESSEL. Marsch- Routen-Karte für die Corps resp. Infanterie- und Cavallrrie-Divisionen der Deut- scheri Armeen im Kriege gegen Frankreich 1870—71. Berlin. MITTLER u. SOIIN. — PUSLOWSKI. Die Heeresverfassungen in ihrern Einfluss auf don Volkswohlstand.

Berlin. 1873. — VON SARAUW. Das Russische Reich in seiner finanziellen und ökonomischen Entwickelung seit dom Krimkriege. Leipzig. 1873. SCHLICKE. — VON PACH zu BERNEGG. Gedanken eines Truppcn-Offiziers üher Werth, Verwon- dung und Krafte-Verhaltnisz der Cavallerie-Waffe. Wien. 1873. SEIBEL u. SOHN. — BRIGNONE. Sulla difesa degli stati in generale e dell' Italia in particolare. Difese interni della valle del Po. Rome. 1873. — VON PLÖTZ. Cavalerie-Divisionen und Remonte-Depots oder Theilung der Arbeit. Ilalberstadt. 1873. FISCHER. (Jahrb.

A. u. M. , N°. '25.)

HEINZE. Pferd und Reiter. Die Reitkunst in ihrem ganzen Umfange. Leipzig.

1873. SPAMEH. — R E I N H A R D und v. MAREES. Taschenkalendcr mit militairstatis- tischen Notizen für die Off. der kon. Preus. Armee. Berlin 1874. SCHNEIDER UND COMP. (Jahrb. A. u. M., N". 26.)

Betrachtungcn über den Subalterncn Officier der Schweizorisehe Infanterie. Basol.

1873. ScHWEiGHAUSER'sche Buchhandlung. — BÖOKLIN. Anlcitung zur systema- tische Ausbildung im Felddienste. Wien. 1873. GEISLER. — Bücher-catalog der K. K. Armee. Teschen. 1873. PROHASKA. — BÜGEAUD. Maximes, conseils et instructions sur l'art de la guerre. Vervolstandigt und in Einklang gebracht mit den Erfahrungen aus den Kriegen 1870—71. Paris. 1872. LENEVEU. — CHIALA.

Cenni storici sui preliminari della guerra dell 186(5 e sulla battaglia di Custozza.

Volume secondo. Fascicolo II. Roma. 1873. VOGHERA CAHLO. — CORNARO. Stra- tegische Betrachtungen über den Feldzug in Italien 1790—97. Wien. 1873. — COSENTINO. La fortiflcazione campale. Modena. 1873. — Dei- deutsdi-franzó'sische Kricg 1870—71. Redigirt von der kriegsgeschichtlichen Abtheilung des grossen Generalstabes. le Theil. Heft 3. Berlin 1873. — HENTSCH. Die Entwickelungs- gcschichte und Construction samrritlu'her Hinterladungsgcwehre der europaischen Staaten und Nord-Amerika's. Frankreich. Licferung N°. 1. Leipzig. 1873. LUCK- IIARDT. — A. VON W R. Militarische Zeit- en Streitfragen. Gefecht der Infan- terie gegen Cavalerie, nach den Erfahrungen der Kriege von 1866 und 1870.

Leipzig. 1873. LUCKHARDT. — Osio. Verona e la linea dell Adige nclla frontiera Nord-Est. Verona. 1873. CJVEIJ.I. — ROSKEWICZ. Tcrraindarstellung mit Rück- sicht auf die zu erzielenden Einheitskarten. Wien. 1873. SEIDLER u. SOHN. — TISCHENDORF. Das Lehnwesen in den moslenisehen Staaten, insbesondere im osmanischen Rciche. Leipzig. 1872. — Kritische und unkritische Wanderungen über die Gefechtsfelder der preussischen Armeen in Böhrnen. 1866, 3e9 Heft. Berlin.

1872. MITTLER u. SOHN. — ZELENY. Ueber Zerstörung von Eisenbahnen im Kriege.

Prag. 1873. (Oost. M. Z. Oct. en Nov.)

(12)

71

T ',Pmfr. do l'avenir Paris. 1872. DUMAINE. - Handbuch für den allgemeinen

VON TTFDFMANN Der Fostungskrieg im Kriego gegen Frankreich 1870-71.

1872 TIEMPEL - v. BOGUSLAWSKI. Ausbildung und Besidibgung , odcr

VANDEVELDE Défensc dos états a polygono concentró. Bruxolles. 1873. GUYOT.

(Allg. M. Z., N". 38 en 39, 1873.)

Dio allgcmcinc Wehrpflicht Gotha. 1873. PERTHES. (Allg. M.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Vervolg.) Deze oorlog heeft be- wezen , hoe niet alleen een goed verdedigde, maar hoe zelfs een slecht, of bijna in liet geheel niet verdedigde vesting in staat is den vijand

De Duitsche cavalerie gedurende de dagen van Coulmiers. Fransche vertaling van het werk van den Geni. VON PELET NARBONNE : „Der Kavallerie-Dieust im Kriege&#34;. Bewapening,

(Met eene teeliening.) Nadat de sap- peur-oefeningen Ie Coblentz in 1808 voor hel sappcnhoofd van eene volle sappe hadden aangewezen eene sappe diep l 1 &#34;,40, waarbij de

Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten, mondeling of schriftelijk, welke door opdrachtnemer binnen het kader van de uitvoering van de

N a t e hebben betoogd, dat met den vooruitgang der militaire wetenschap, de kennis der to- pographie hoc langer hoe noodzakelijker wordt ook voor subalterne officieren

Tegen een onverhoedscheu aanval is tegenwoordig flankement door geweer- v u u r voldoende; de laatste oorlog heeft, geleerd dat het doorbreken eener insluitings- linie bij de

• 6.In de gevallen waarin artikel 43a van de WAO, artikel 2:3, tweede lid,2:17of3:21 van de Wajong, artikel 48, eerste lid, aanhef en onderdelen b en c,50, eerste lid, aanhef en

Hoewel dit denkbeeld toegejuicht wordt, meent men dat daarin als eerste plicht moest worden aangegeven, dat men niet alleen eerbied moet hebben voor de wet maar ook voor