• No results found

OVERZICHT VAN BlITEMANDSCHE TIJDSCHRIFTEN,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVERZICHT VAN BlITEMANDSCHE TIJDSCHRIFTEN,"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PAJOL, General en chef, par Ie General de division Comte PA JOL, SOK fi Is ainé. Paris FlRMlN DlDOT frères 1874.

3 volumes avec atlas.

Het werk dat wij hier bij de officieren van ons leger willen inleiden, werd geschreven door den zoon, als een hulde van kinderlijke liefde aan den vader, een grootsche figuur onder de keurbende van het eerste keizerrijk. In drie deelen groot 8° doet de Schrijver ons dat tijdperk, zoo rijk aan belangrijke krijgsverrich- tingen en zoo menigmaal beschreven, andermaal doorloopen, want PAJOL woonde schier alle gewichtige gebeurtenissen van 1792—1815 bij. Als eenvoudig vrij- williger in Augustus 1789 in dienst getreden, eindigde hij zijn schoone militaire loopbaan in October 1842 als General en chef, zonder den Maarschalksstaf, hem door den Keizer toegedacht en ton volle verdiend, te hebben kunnen machtig worden, en dat ondanks 40 dienstjaren, 23 veldtochten, 8 verwondingen, 12 paarden onder zich gedood en 7 schitterende krijgsdaden!

PAJOL muntte vooral uit als cavalerie-generaal; het was in den veldtocht van 1814 bij Montcreau, dat NAPOLEON in bewondering uitriep: i>Il riy a plus que

»PAJOL dans mes généraux pour savoir mener la cavalerie", want volgens dien meeste:1

in de kunst, verstond hij het niet alleen om als een held te strijden, maar ook om den veiligheidsdienst zoo oordeelkundig toe te passen dat hij nimmer verrast werd.

Wij zullen in geen ontleding van den arbeid des tegenwoordigen Generaals PAJOL treden; de biographie van zijn vader is de militaire geschiedenis van het eerste keizerrijk, die zoo vele kundige geschiedschrijvers voor dezen heeft gehad.

Schrijver maakt dan ook alleen aanspraak op nauwgezetheid in het teruggeven der feiten na raadpleging van talrijke offlcieele bronnen. Voor den beoefenaar van krijgshistorie is het een belangrijke arbeid, die met eere haar plaats kan innemen in een regiments-bibliotheek, om bij voorkomende gelegenheden te worden geraadpleegd. Onnoodig hier nog bij te voegen dat stijl en taal onberispelijk en de typographische uitvoering alsmede de bewerking der kaarten bijzonder fraai zijn.

's H., 18 Juli 74. B.

OVERZICHT VAN BlITEMANDSCHE TIJDSCHRIFTEN,

I. Leg-erorganisatie en Schutterij.

H e t F r a n s c h e l e g e r in 1874. Vertaling van een aldus getiteld artikel in de Jahrb. A. u. M. van April. (Zie Mil. Sp., blz. 449.) (Sp. M., Juin.)

Het O o s t e n r i j k s c h e l e g e r . (Vervolg.) De organisatie op voet van vrede en op voet van oorlog. (Sp. M., Juin.)

D e m i l i t a i r e t o e s t a n d v a n h e t k o n i n g r i j k P r u i s e n i n 1770. A a n

(2)

een manuscript van den hertog van CHOISEDL, Minister onder LODEWIJK XV, wordt een overzicht ontnomen van de samenstelling, sterkte en kosten van het Pruisisch leger te dier tijde, alsmede van de beginselen waarop de oefening be- rustte. Voorts wordt een beschouwing geleverd over de gebreken, die het leger aankleefden, en een opgave gedaan van de samenstelling van het leger in -1872.

(Sp. M., Juillet.)

D e v r c d e s - e n o o r l o g s f o r m a t i c v a n h e t I t a l i a a n s c h e l e g e r v o l - g e n s de b e p a l i n g e n van 1873. Vergelijking van het Italiaansch oorlogs- budget met dat in eenige andere rijken. Overzicht van het standpunt, waarop zich de reorganisatie van het leger, ingevolge de wet van 30 Sept. 1873, bevindt.

Indeeling en sterkte van het leger in vredestijd. Kleeding en bewapening. In- deeling en sterkte van het leger op voet van oorlog. Organisatie der parken.

Beschouwingen over de innerlijke waarde van het leger. (Jahrb. A. u. M., Mai und Juni.)

D e o n t w i k k e l i n g d e r o r g a n i s a t i e v a n h e t R u s s i s c h e l e g e r . (Ver- volg.) II. De tijd van PAUL I (1796) tot aan de hervormingen door ALEXANDER II (1862). (Jahrb. A. u. M., Juni.)

II. Alg-emeene krijgskunst.

D e v e s t i n g q u a e s t i e u i t e e n k r i j g s g e s c h i e d k u n d i g o o g p u n t b e - s c h o u w d . De rol die de versterkte plaatsen te vervullen hebben, is niet ver- anderd. De reden, waarom de tegenwoordige vestingen niet zoo lang weerstand kunnen bieden als de vroegere, is gelegen in de omstandigheid, dat de verdedi- ging geen gelijken tred gehouden heeft met de verbeterde aanvalsmiddelen. Te- genwoordig behoeft men vooral groote versterkte plaatsen met op groote afstanden gedetacheerde forten; kleine vestingen moeten slechts in geringen getale bijbr- houden en alleen tegen onverhoedsehen aanval uitgerust worden. Het hangt van de omstandigheden af, of de hoofdstad van het land versterkt moet worden.

(Jahrb. A. u. M., Mai.)

H e t o f f e n s i e f e n d e f e n s i e f t e g e n o v e r d e v e r b e t e r d e v u u r w a p e n e n . De veldslagen der laatste oorlogen hebben, zooals door cijfers wordt aangetoond, minder offers gekost dan die in vroeger tijden. Door de verbeterde vuurwapens heeft het defensief het meest gewonnen, doch het offensief heeft zooveel voordeelen, dat het nimmer mogelijk zal zijn met het zuiver defensief een overwinning te be- halen. De aanvalsvorrnen zijn door de verbetering der vuurwapens gewijzigd; de beste vorm is de verspreide. (Jahrb. A. u. M., Mai.)

Het i n i t i a t i e f . Eenheid van leiding en het overbrengen van den wil van den opperbevelhebber aan de commandanten der ondcrdeelen zijn tegenwoordig, nu zulke groote massa's tegenover elkander staan, niet meer voldoende om de moeilijkheden op het slagveld te overwinnen; daartoe is ook initiatief noodig.

De Schrijver verklaart eerst de beteekenis van het initiatief, om vervolgens de grenzen daarvan na te gaan voor den opperbevelhebber, de bevelhebbers van le- gers en legerkorpsen, de divisie-commandanten en de brigade-, regiments- en mindere bevelhebbers; hij licht zijn beschouwingen toe door voorbeelden uit de laatste oorlogen en door tal van citaten van NAPOLEON I. Vervolgens ontwikkelt hij de voorwaarden, noodig om het nemen van initiatief mogelijk te maken en de hinderpalen die nadeelig daarop werken. Ten slotte levert hij beschouwingen, hoe in vredestijd, zoowel door decentralisatie van het krijgsbestuur als bij de practische oefeningen, het initiatief kan opgewekt en voorbereid worden. (Jahrb.

A. u. M., Mai.)

S t u d i ë n ü b e r T r u p p e n f ü h r u n g . D o o r J . v . V E R D Y D U V E R N O I S . 2 d e e l . Do c a v a l e r i e - d i v i s i e in het l e g e r v e r b a n d . Naar aanleiding van den aanval waaraan dit gedeelte van het werk van den Kolonel v. VERDY in het Decembcr-nummer 1873 van de Militair-Literatur-Zeitmiy heeft blootge- staan, tracht de Kolonel v. SCHLICHTING, door het geven van een beoordeelend

(3)

overzicht van dozen arbeid, de bewering te niet te doen, als zoude de strategie en tactiek daarin weinig wetenschappelijk behandeld zijn. (Jahib. A. u. M., Juni.) H e t N o o r w e e g s c h e k o r p s o p s n e e u w s c h o e n e n . Bijzonderheden o m - trent dit korps zooals het was in 1765. Het bestond uit 1640 man; ieder man had onder den eenen voet een sneeuwschoen L. 3'", onder den andere een van 2m,35 lengte; de schoenen waren O™,105—Om,130 breed. De manschappen bewogen zich hiermede met groote snelheid over de sneeuw. Het korps bestaat nog.

(Jahrb. A. u. M., Juli.)

III. Ctenerale staf. Terreinleer. Opnemen van terrein. Topog-raphie.

De g e n e r a l e s t a f . (Slot.) De Schrijver ontwikkelt nader zijn denkbeelden tot amendeering van het ontwerp d'Harconrt. O. a. stelt hij voor: opheffing van den generalen staf als korps; de staf moet alleen een tak van dienst zijn, waarin de meest uitstekende officieren zich eenigen tijd bekwamen. Oprichting van een applicatie-school voor infanterie- en ca*alerie-officieren om deze meer op het niveau van kennis te brengen van hen die de reeds bestaande applicatie-school voor artillerie en genie bezocht hebben. De officieren die een applicatie-cursus door- loopen hebben, concurreeren naar een plaatsing bij den generalen staf. Het overgaan van officieren van het eene wapen bij het andere, met het doel tot vermeerdering van algemeene kermis, is geoorloofd. (Sp. M., Juin.)

H e t « D e p o t d e l a g u e r r e " e n d e a a r d r i j k s k u n d i g e i n g e n i e u r s . (Slot.} De aardrijkskundige ingenieurs werden in 1691 door VAUBAN in het leven geroepen. Hun bestemming was voornamelijk: opnemen en in teekening brengen van terrein en maken van kaarten. Zij werden uit de officieren van het leger getrokken. NAPOLEON I organiseerde hen in 1809 tot een vast korps van 90 officieren. In 1831, toen de generale staf genoegzaam op de hoogte was om zelf alle topographische werkzaamheden te verrichten, werd het korps aardrijkskun- dige ingenieurs met genoemden staf'vereenigd. (Sp. M., Juillet.)

IV. Techniek der artillerie en balistiek.

N i e u w e v u u r w a p e n s v o l g e n s het s t e l s e l Anquetil-Greneu. Het stelsel berust op een wigsluiting, waarbij de wig verticaal op en neer wordt bewogen.

Het is toepasselijk zoowel op draagbare vuurwapenen als op geschut. Bij de eersten geschiedt de beweging van de wig met behulp van den beugel; bij het geschut, naarmate van het kaliber, met behulp van getande raderen of hefboo- men. Gedetailleerde teekeningen van een en ander dienen tot toelichting der be- schrijving. (Sp. M., Juin.)

Het i n d i r e c t e g r a n a a t s c h o t . Beteekenis van het indirect schieten; ver- schillende soorten van indirecte schoten. Berekening der invalshoeken ter be- paling der lading; invloed van het profiel; keuze van het trefpunt bij het indirecte bres-, vernielings- en en fileerschot. Bepaling van lading en elevatie, als de in- valshoek en de afstand gegeven zijn. Voorbeelden ter toelichting hiervan. Me- thode van vuren bij het indirect in bres leggen door het schieten van horizontale en verticale sleuven. Het in bres leggen van goed gedekte escarpmuren door hot vernielen der bovenste helft van den muur. De proeven te Graudenz. Soort van vuurrnoriden, alsmede afstand en lading te bezigen bij het indirecte schot.

Bepaling van lading en elevatie als do dekkende kruin dichter bij den vuurmond dan bij het doel ligt. Het richten bij het indirect schieten met quadrant en richtschaal; het waarnemen en corrigeeren der schoten. Schootstafels voor het Oostenrijksch gctr. kanon van 15cm K. (Mitth. A. u. G., Heft 6.)

Het n i e u w e D u i t s c h e v e l d g e s c h u t . (Slot.) Beschrijving der munitie.

(Overgenomen uit de Kiilnische Zeituny.) (Schw. A., N". 3.)

G e s c h u t e n h a n d v u u r w a p e n e n o p d e W e e n e r - t e n t o o n s t e l l i n g v a n 1873. (Vervolg.) (Met platen.) Zweden: Vervolg der beschrijving van het ge-

(4)

schut en de handvuurwapenen; bijzonderheden omtrent de Zweedsehe geweer- en geschutfabricage. —Engeland: Beschrijving van het door ARMSTRONG en VAVAS- SEUR tentoongestelde geschut en van do pantserplaten uit de fabriek van GAMMEL & COMP. — Italië: Beschrijving van de tentoongestelde kanonnen en draagbare vuurwapenen. (Schw. A., N". 3, 4 en 5.)

V. militaire administratie en intendance.

H e t v e r p l e g i n g s w e z e n i n d e n z e v e n j a r i g e n o o r l o g . Historische ontwikkeling en toepassing in de practijk. (Jahrb. A. u. M., Juli.)

VIII. aillitalr onderwijs.

O v e r h e t o n d e r w i j s i n d e t o p o g r a p h i e b i j d e k o r p s e n . N a t e hebben betoogd, dat met den vooruitgang der militaire wetenschap, de kennis der to- pographie hoc langer hoe noodzakelijker wordt ook voor subalterne officieren en onderofficieren, en de meening1 uitgedrukt te hebben, dat die kennis bij het Fransche leger nog veel te wcnschen overlaat, ontwikkelt de Schrijver zijn denk- beelden omtrent de wij zo, waarop het onderricht in de topographie aan officieren en onderofficieren bij de korpsen behoort te worden gegeven. (Sp. M., Juillet.) K r i j g s s p e l v o o r den v e s t i n g o o r l o g . Betoog van het onvoldoende der theoretische studie van den vestingoorlog en van het nooge nut van het vesting- krijgsspel. Overzicht hiervan. zooals het in Duitschland beoefend wordt volgens de Directiven fur das Festungskriegsspiel van den Majoor N E U M A N N ; de daarbij te gebruiken kaarten en looden blokjes; de gang van het spel. ' Noodig geachte wijzigingen voor het geval het in Oostenrijk mocht worden beoefend. (Mitth. A.

u. G., Heft 6.)

E e n i g e w o o r d e n o v e r h e t v o o r b e r e i d e n d o n d e r r i c h t i n h e t b a j o - n e t v e c h t e n en o v e r het t r e k k e n met het g e w e e r . De Schrijver — een oud instructeur aan de centrale-schermsehool — doet de weinige overeenstemming uitkomen, die er bestaat tusschen de bewegingen, parades en stooten bij het voorbereidend onderricht en die bij het werkelijk bajonetvechten, en geeft de wij- zigingen aan die, zijns inziens, het Pruisisch voorschrift moet ondergaan. (Jahrb.

A. u. M., Mai.)

IX. De kriJgsweteiiscHap met betrekking tot Itet wapen der infanterie.

D e n i e u w s t e b e p a l i n g e n o m t r e n t d e o e f e n i n g v a n d e r e c r u t e n d e r i n f a n t e r i e e n c a v a l e r i e i n h e t R u s s i s c h e l e g e r . (Jahrb. A . u . M., Juli.)

V e r g e l i j k e n d e s c h i e t o e f e n i n g e n t u s s c h e n a r t i l l e r i e e n i n f a n t e - rie. (Slot.) De oefeningen toonden aan, dat een batterij het niet wagen kan tot op 800m van de vijandelijke infanterie op te rukken. (Schw. A., N°. 3.)

X. De krijgs wetenschap met betrekking tot liet wapen der cavalerie.

H e t a a n d e e l d e r c a v a l e r i e a a n d e n v e l d t o c h t i n I t a l i ë i n 4 8 5 9 . (Met 7 schetsen.} liet doel van het opstel is na te gaan in welke gevallen de winst aan tijd, die door het gebruik der cavalerie werd verkregen, benut werd; of de cavalerie steeds opdrachten kreeg, die tot haar werkkring behoorden, en hoe zij die opdrachten ten uitvoer bracht. (Jahrb. A. u. M., Juni.)

De c a v a l e r i e - van F R E D E R I K den G r o o t e. Toen FREDERIK op den troon kwam, was de cavalerie slecht; zij had niet alleen behoefte aan totale hervorming maar ook aan ruitergenie. De wijze waarop FHEDERIK de cavalerie op een hoog standpunt wist te verheffen, zijn voorschriften en zijn gevechtsvor-

(5)

men worden, toegelicht door tal van voorbeelden uit do krijgsgeschiedcnis van zijn tijd, besproken, en een karaktcrbeeld gegeven van ZIETHEN en SEYDLITZ, in hun hoedanigheden als cavalcriston. (Jahrb. A. u. M., Juli.)

D e n i e u w s t e b e p a l i n g e n o m t r e n t d e o e f e n i n g v a n d e r e c m t e n der i n f a n t e r i e en c a v a l e r i e in het R u s s i s c h e l e g e r . Zie onder IX.

XI. »«• krijgswetenschap met betrekking tot liet wapen der artillerie.

T w e e a r t i l l e r i e g e v e c h t e n o n d e r do f o r t e n van Parijs. (Met een slagplan.} Na in een inleiding gewezen te hebben op het gehalte der troepen in Parijs, op de oorzaken van de nederlaag bij Chatillon tijdens de insluiting, op do daardoor ontstane neerslachtigheid, op de eerste maatregelen der artillerie, op de verspilling der munitie en op de organisatie der strijdkrachten in Parijs, geeft de Generaal FAVÉ in de eerste plaats een gedetailleerd verhaal van het aandeel der artillerie aan den uitval van Generaal DUCROT op 30 Nov. in de richting van Champigny. Hij critiseert het plan voor den uitval, vermeldt de door hem, als artilleriecommandant op St. Maur, genomen maatregelen, doet uitkomen dat door de werking der artillerie het leger voor een gevoelig echec bewaard is gebleven en weerlegt zoodoende de hem o. a. in de Revue des deux mondes van 15 Juli 1873, gedane verwijten, dat zijne maatregelen onvoldoende zouden zijn geweest. — Verder geeft de Generaal FAVÉ een tot in bijzonderheden uitgewerkt overzicht van de verrichtingen der door hem gecommandeerde artil- lerie bij het nemen van Villa Evrard op 21 December. (Sp. M., Juin et Juillet.) H e t s e c t i e - s t e l s e l b i j d e n i n w e n d i g e n d i e n s t d e r b a t t e r i j e n . Naar aanleiding van een daarop betrekkelijk artikel in de afleveringen Oct. en Nov. van den vorigen jaargang, worden omtrent het al of niet wenschelijke van dit stelsel voor Zwitserland, beschouwingen geleverd door verschillende schrijvers, (Schw. A., N". 3, 4 en 5.)

O v e r h o e f b e s l a g . (Vervolg en slot.) Hij de verdere beschouwing wordt de hoogst nadeelige gewoonte van de meeste hoefsmeden in het licht gesteld, om hij het beslaan ook den straal niet het mes af te nemen. Zware hoefijzers zijn nadeelig; in veel gevallen verdienen stalen hoefijzers de voorkeur. Het geringe voordcel dat de kalkoenen schijnbaar hebben, weegt niet op tegen de groote na- deelen daarvan. Het schroeien der hoeven bij het beslaan moet alleen dienen om de plaatsen aan te geven, waar nog iets weggenomen moet worden. De keuze der hoefnagels is van veel belang; de Engelsche en die van CHARUER te Parijs verdienen aanbeveling. Het afraspen van de kanten der hoeven na het aanleggen van het ijzer neemt het glazuur weg, geeft daardoor gelegenheid tot inwatering en is dus nadeelig. (Schw. A., N°. 3, 4 en 5.)

A a n t e e k e n i n g e n b e t r e f f e n d e d e n d i e n s t d e r a r t i l l e r i e t e v e l d e . De Schrijver schetst de taak der artillerie te velde, en gaat de verschillende om- standigheden na, die bij het kiezen eener stelling kunnen voorkomen. Hij wijst ei- op, dat de artillerie zooveel mogelijk de vijandelijke infanterie en cavalerie beschieten, het vuur concentreeren en dit liefst niet boven de 2000'" openen moet.

Voorts vermeldt hij de Pruisische methode van inschieten te velde. (Wordt ver- volgd.) (Schw. A., N°. 5.)

O v e r r e o r g a n i s a t i e der v e s t i n g a r t i l l e r i e . Beknopt historisch over- zicht van de verdedigingswerken in Zwitserland en van hun bewapening. Het tegenwoordige Zwitsersche positie-geschut. (Wordt vervolgd.} (Schw. A., N°. 5.) V e r g e l i j k e n d e s c h i e t o e f e n i n g e n t u s s c h e n a r t i l l e r i e e n i n f a n t e - rie. Zie onder IX.

XII. He krijgswetenscliap met betrekking1 tot het wanen der genie.

N a s c h r i f t op de s t u d i e o v e r het b e l e g van B e l f o r t in 1870 — 71.

(6)

komen brief. (Sp. M., Juin.)

O v e r de b e w a p e n i n g d e r g e n i e t r o e p e n . De wensch wordt uitgedrukt, dat aan de gcnictroepon, die thans nog met het Peoiody-geweer bewapend zijn, een nieuw wapen wordt uitgereikt, dat even goed schiet als het infanteriegeweer, doch korter is. (Schw. A., N". 4.)

XIII. Onderwerpen betreffende marine.

De r e o r g a n i s a t i e der Z w e e d s c h e m a r i n e . De vroegere verdeeling der marine in de eigenlijke vloot en in de flotille voor de kustverdediging is verval- len; de kustverdediging is voortaan hoofdzaak De sterkte, indeeling en bezoldi- ging van het officierspersoneel, volgens de nieuwe organisatie, worden opgegeven.

(Jahrb. A. u. M., Mai.)

XIV. Krijg'Sgesclifedenis.

De o o r l o g van 1870 — 71 van dag tot dag. Chronologisch overzicht van den oorlog van 1870—71, waarin dag voor dag al de gebeurtenissen, die op den oorlog betrekking hebben, zijn opgeteekend. Het overzicht begint met den 15 Juli 1870. (Wordt vervolgd.) (Sp. M., Juillet.)

H e t b e l e g v a n M a r s e i l l e d o o r J U L I U S C É S A R i n h e t j a a r 4 9 v . C . (Slot.) (Sp. M., Juillet.)

V e n d ó m c . E e n s c h e t s u i t d e n v e l d t o c h t v a n h e t I l d e l e g e r a a n de L o i r e in D e c e m b e r 1870. I. Het Ilde leger na den slag bij Orleans tot aan den 14den December. II. De 14de December. Gevecht bij Frétoval. (Wordt vervolgd.) (Jahrb. A. u. M., Juli.)

XVIII. Onderwerpen van gemeng-den aard.

K o r t e m e d e d e e l i n g e n . Beknopt overzicht van hetgeen tegenwoordig in Italië tot vprhooging der weerbaarheid wordt verricht. De nieuwe strafbepalingen tegen het duel aldaar. (Sp. M., Juin.)

M a a n d e l i j k s c h e k r o n i e k . Beschouwing over den hoogst nadeeligen invloed der veelvuldige wisseling van het ministerie op de hervormingen bij het le- ger. — Het voorstel om voortaan de bevordering der officieren weder regiments- gewijze te doen plaats hebben. — Het noodzakelijke van een inrichting voor hoo- ger militair onderwijs. — De onderofficiersscholen en de voorstellen tot verbetering van het lot van den onderofficier. — Het ontwerp tot verbetering en voltooiing van het vestingstelsel. (Sp. M., Juillet.)

V o o r h o n d e r d j a r e n . Door schetsen uit het privaatleven van eenige lui- tenants in Potsdam wordt een denkbeeld gegeven, hoe destijds jonge, ontwikkelde officieren hun vrijen tijd besteedden. (Jahrb. A. u. M., Juni.)

H e t g e d e n k t o e k e n v o o r h e t 3 d e l e g e r k o r p s b i j D a h m s d o r f i n h e t d i s t r i c t L e b u s . Beschrijving van dit gedenkteeken, door Prins PREDERIK KAREL opgericht, ter eere van het 3de legerkorps, over hetwelk hij van 1800—

1871 bevel voerde. (Jahrb. A. u. M., Juni.)

K o r t e m e d e d e e l i n g e n . Oostenrijk: Proef tot het opruimen van oude steen- stortingen in den Donau, door middel van dynamiet. (Met een plaat.) — Enge- land: Invoering van het navolgende artillerie-materieel: een getr. smeedijzeren voorlaadhouwitser van 8 duim (20cm,3); een granaatkartets voor het voorlaadka- non van 40'S; een getr. stalen voorlaadkanon van 7*8 (7cm,6) voor den bergoorlog en voor sloepen; een lage kazemataffuit op hoog raam voor het getr. voorlaad- kanon van 18 ton (25cm,4); een ijzeren affuit op slede voor het stalen marinekanon van 7 CK. Van dit materieel worden beschrijving en teekeningen gegeven. (Mitth.

A. u. G., Heft C.)

(7)

. Hoekaankondi^ing'en.

CHESNEV. Essays in modern military biography. Londen, LONGMANS, GREEN &

COMP. 1874. — Die Waffen in der internationalen Welt-Ausstcllung zu Wien 1873. Leipzig, LUCKHARDT. — DR. FR. XAV. NEUMANN. Volkswirthschaftslehre ruit besonderer Anwendung auf Heerwesen und Militairverwaltung. Wien, GEROLD SOHN. — HEYDE und FROESE. Gcschichte der Belagerung von Paris im Jahre 1870—71. Auf Bcfehl der Königl. General-Inspection des Ingenieur-Corps und der Festungen unter Benützung arntlichor Quellen bearbeitet. Erster Theil. Berlin 1874, SCHNEIDER UNÜ COMP. — Zeitschrift des Konigl. Preuszischen statistischen Büreau's. Redigirt von dessen Director Dr. ERNST ENGEL. 13ter Jahrgang 1873.

Heft III—IV (Juli—December). Berlin 1873. — v. SCHERFF. Zwei- oder dreiglie- derig? Eine reglementarische Studie. Berlin, BATH. (Jahrb. A. u. M., Mai.)

WOLFF. Geschichte des Bombardements von Schlettstadt und Neu-Breisaeh im Jahre 1870. Auf Befehl der K. General-Inspection des Ingenieur-Corps und der Festungen unter Benützung aintlicher Quellen bearbeitet. Berlin, SCHNEIDER UND COMP. — v. SCHERFF. Studiën zur neucn Infanterie-Taktik. Viertes Heft. Die Si'hlarht. Berlin, BATH. — Das Französisehe Heerwesen in seiner Neugestaltung.

Neunter Band der militairischen Bibliothek für Offlziere aller Waffen. Leipzig, Cassel und Berlin, LUCKHARDT. — GAUTZIN. Allgemeine Kriegsgeschichte aller Völker und Zeiten. I und III1" Abtheilung. Cassel, KAY. (Jahrb. A. u. M., Juni.) VON WECHMAR. Das moderne Gefecht und die Ausbildung der Truppen für dasselbe. Berlin, MITTLER u. SOHN. — CARLO AYMONINO. La guerre alpine, vol. I (sino all' anno 1500). Roma, VOOHERA. — VON PÜTTKAMMER. Geschichte des Kaiser Franz Garde-Grenadier-Regiments N°. 2, Berlin, WIEGAND, HEMPEL und PAREY. — LÖHLEIN. Die Operationen des Corps des Generals VON WERDER. Ber- lin, MITTI.ER u. SOHN. — JANKR. Reise-Erinnerungen aus Italien, Griechenland und den Oriënt. Mi t besonderer Berücksichtigung der militairischen Verhaltnisse.

Berlin, SCHNEIDER u. COMP. (Jahrb. A. u. M., Juli.)

La guerre franco-allemande de 1870—71, rédigée par la scction historique du grand-état-major prussien. Traduetion du capitaine COSTA DE SERDA. Paris, DUMAINE. — COSTA ROSETTI. La conduite des troupes en campagne au point de vue tactique; recueil critique d'art et d'histoire militaires. Prague, HÜNGER. — D'ELÖGER. Le service en campagne. Tactique appliquée des différontes armes.

Paris, TANÉHA. — VON SCHERFF. Etudes sur la nouvelle tactique de l'infanterie.

Paris, FIRMIN DIDOT. — BOURSIN et SAGNIER. Manuel des aspirants au volon- tariat d'un an, d'après les programmes officiels du ministère de la guorre. Paris, SAGNIER. — FONVIEILLE. La conquête de l'air. Paris, Gmo. (Sp. M., Juillet.)

La guerra degli assedi par BRDNNEH. Versione italiane publicate col consenso dell' Autore da CELESTINO SACHERO. Torino, stamperia dell' unione tipografico- editrice. — La guerre de siége, a l'usage des académies militaires et des écoles de cadets en Autriche par BRUNNER. Traduit de l'allemand par PIETTE. Paris, FIRMIN DIDOT frères. — Carte de la France dressée au Depot des fortifications a l'échelle de 1:500,000. In 15 Blattern. (Im Erscheinen.) (Mitth. A. u. G., Heft 6.)

JURNITSCHEK. Die Wehrkraft der österreichisch-ungarischen Monarchie im Jahre 1873. Wien, Hof- und Staatsbuchdruckerei. — Die mathematische Schulunter- richt, im Allgerneinen und mit besonderer Beziehung auf die Fahnrichsprüfungen in der deutschen Armee. Leipzig, LUCKHARDT. (Schw. A., N°. 3.)

SCHMÖLZL. Die artilleristische Vertheidigung der Festungen. Berlin, Allgemeine Deutsche Verlagsanstalt. — Anleitung für die Genie-Sappeurs der Schweizerischen Armee. Bern. (Schw. A., N". 4.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ze voorziet voor beide kerken in de toekomst geen enkele liturgische of pastorale functie, en besliste dat voor beide kerken niet later dan in 2018 de. aanvraag tot onttrekking aan

Hoewel dit denkbeeld toegejuicht wordt, meent men dat daarin als eerste plicht moest worden aangegeven, dat men niet alleen eerbied moet hebben voor de wet maar ook voor

a) hydro: alle opgaande muren zullen op het gelijkvloers voorzien zijn van een DPC-folie om opstijgend vocht tegen te houden. De zwevende vloer wordt gerealiseerd door het

geisoleerde voorzetgevel afgewerkt met houten gevelbekleding (horizontaal) potdekselwerk of rabatdelen (oogsthout) met klimplanten langs geleidedraad geisoleerde. voorzetgevel

(Vervolg.) Deze oorlog heeft be- wezen , hoe niet alleen een goed verdedigde, maar hoe zelfs een slecht, of bijna in liet geheel niet verdedigde vesting in staat is den vijand

De Duitsche cavalerie gedurende de dagen van Coulmiers. Fransche vertaling van het werk van den Geni. VON PELET NARBONNE : „Der Kavallerie-Dieust im Kriege". Bewapening,

D e schrijver geeft bepalingen : 1° van hetgeen in don tegcnwoordigen tijd door versterkingskunst moet worden verstaan; 2° van duurzame, veld- en vluchtige versterkingskunst, en

(Met eene teeliening.) Nadat de sap- peur-oefeningen Ie Coblentz in 1808 voor hel sappcnhoofd van eene volle sappe hadden aangewezen eene sappe diep l 1 ",40, waarbij de