• No results found

‘Wij zijn seksueel ’n rustig volkje’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘Wij zijn seksueel ’n rustig volkje’"

Copied!
88
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave...1

Inleiding...3

Hoofdstuk 1...9

‘Wij zijn seksueel ’n rustig volkje’... De veranderende heteroseksuele moraal in de Zettertjes 1963-1973... 1.1 Van Rutgers en Jacobs naar Wibaut en Premsela 1882-1939...10

1.2 Seks na de oorlog...13

1.3 NVSH: oprichting en bloeitijd 1946-1967...15

1.4 De Margriet-enquête uit 1968...17

1.5 Seksuele revolutie in nationaal en internationaal perspectief...19

1.6 ‘Misschien is het een beetje vreemd…’...22

Vrij Nederland en het begin van de Zettertjes 1964-1968 ... 1.7 Seks in de Zettertjes en Vrij Nederland : de periode 1968-1973 ...27

1.8 Conclusie...34

Hoofdstuk 2...37

‘Homofiel zijn onder de mensen’... De veranderende homoseksuele moraal in de Zettertjes 1963-1973... 2.1 Een korte geschiedenis van homoseksualiteit in Nederland...38

2.2 ‘Ze hebben een eigen blad tegenwoordig.’...45

Vrij Nederland en homoseksualiteit ... 2.3 De ‘homo-oproep’ in de Zettertjes...50

2.4 Conclusie...57

Hoofdstuk 3...59

‘Omdat het zo saai alleen is’... Het begrip eenzaamheid in theorie en de Zettertjes van Vrij Nederland 1963-1968 ... 3.1 Eenzaamheid in theorie...62

3.2 ‘Alleen leven [is een] hele opgave’...69

Eenzaamheid in de Zettertjes 1963-1968... 3.3 Eenzaamheid als ‘booming business’!...74

Conclusie...77

Bronnen...83

(2)

Literatuurlijst...85

(3)

Inleiding

'Mislukt schrijver, arm, lelijk, oud, slecht gebit, riekend uit mond, homofiel, R.K., zoekt lief, leuk SPEELKAMERAADJE. Br. ond. nr. 3983 bur. VN.'1

In bovenstaande bewoordingen zocht een van de meest invloedrijkste schrijvers van het naoorlogse Nederland begin jaren zeventig zijn heil in de contactadvertentierubriek de Zettertjes van het weekblad Vrij Nederland. Zelfspot was Gerard Reve – afgaand op zijn oproep – niet onbekend, maar ondanks de niet erg aanlokkelijke tekst vond hij uiteindelijk toch het 'speelkameraadje' naar waar hij op zoek was.

Reve was niet de enige die via deze weg op zoek ging naar liefde en seks. Vele andere Nederlanders werden eveneens aangestoken door de vrijzinnige geest van de ‘seksuele revolutie’ die in de jaren zestig in Nederland de kop op stak. Een Zettertje plaatsen was een uitstekende manier om in contact te komen met gelijkgestemden. De anonimiteit rondom het adverteren maakte de drempel daarbij beduidend lager om daadwerkelijk een oproep te plaatsen. De contactadvertentie van Reve is dan ook een van de velen oproepen die de lezers van Vrij Nederland destijds voor de kiezen kregen. De verschuiving van de sociaal-

demografische structuur van Nederland in de ‘lange jaren zestig’ vroeg om een herdefinitie van de seksuele moraal en de gangbare waarden en normen. De advertentierubriek stond in lijn met deze veranderende samenleving op zoek naar nieuwe grenzen. Vrij Nederland was met de Zettertjes een uitstekend voorbeeld van de destijds veranderende tijdsgeest. Het opinieblad heeft met deze taboedoorbrekende inborst wellicht zelfs een belangrijke bijdrage geleverd aan de omslag in het denken over seksualiteit in Nederland. De vraag die dan meteen rijst is: In hoeverre hebben de Zettertjes een pioniersrol vervuld als het gaat om het veranderende – hetero en homo – seksuele landschap van Nederland in de periode 1963- 1973? Deze vraag vormt de kern van mijn onderzoek in de eerste twee hoofdstukken.

Daarnaast zal ik in hoofdstuk drie, wat tevens het laatste hoofdstuk is, onderzoeken of de Zettertjes in de jaren zestig ook een pioniersrol vervulden in een bredere zin van ‘emotionele bevrijding’ als eenzaamheid een opvallend terugkerend gevoel in de rubriek wordt.

Vrij Nederland is van oorsprong een verzetskrant opgericht ten tijde van de Duitse bezetting, die later is uitgegroeid tot een beeldbepalend opinieweekblad dat, naast De Groene Amsterdammer, de Haagse Post en De Nieuwe Linie, grotendeels in linkse kringen werd

1 Harry Lensink en Map Oberndorff, ‘Hom. baardaap zkt. rielekste macrob. travest., Vrij Nederland (2010), 128-133.

(4)

gelezen. Het opinieweekblad stond met name in de jaren zestig bekend om zijn scherpe interviews van Bibeb (pseudoniem van de journaliste Elisabeth Maria Lampe-Soutberg ) en uitgebreide reportages afgestemd op de actualiteit, zoals over de Vietnamoorlog, de Koude Oorlog en de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Nederland en Europa. In de jaren negentig veranderde de opzet van het weekblad drastisch en werd het een tijdschrift dat tot op de dag van vandaag nog altijd wekelijks verschijnt.

Vanaf midden jaren zestig nam de aandacht voor onderwerpen rondom seks en seksualiteit steeds meer toe in Vrij Nederland. Zo werd de koers van de Nederlandse Vereniging van Seksuele Hervorming (NVSH) op de voet gevolgd. In 1964 verscheen een artikel met de sprekende titel ‘Seksueel hervormen, ja gezellig’, over het ‘Sociaal-Religieus Gesprekscentrum’, waarin ook de NVSH aan bod kwam. Het is tevens de hoofdtitel van deze scriptie, omdat de titel op een originele manier typeert hoe de redactie van Vrij Nederland in deze tijd met een flinke dosis cynisme en humor serieuze onderwerpen als de omgang met seksualiteit in Nederland besprak. Daarnaast was van 1963 tot aan 1990 de

contactadvertentierubriek de Zettertjes één van de meest veelbesproken en pikante rubrieken van Nederland. Vooral vanaf het einde van de jaren zestig werden de Zettertjes met rooie oortjes gelezen. De één sprak er schande van, terwijl de ander de rubriek uitsluitend prees voor zijn openheid en taboedoorbrekende functie. Zelfs op de redactie van het weekblad heerste een tijdje onenigheid over hoe om te gaan met de excessen van de rubriek.

De geschiedenis van de Zettertjes in de periode 1963-1973 zal de kern van de scriptie vormen en de historiografie over het seksueel verleden van Nederland, vanaf circa het einde van de negentiende eeuw, functioneert als een kader ter beantwoording van de hoofdvraag.

Het is van belang om van te voren te benadrukken dat contactadvertenties meer dan alleen voetnoten in de geschiedenis zijn. Het zijn juist zeer unieke bronnen om veranderingen in mentaliteit te traceren en sociaal-culturele veranderingen in de geschiedenis te illustreren. Zo is het bijvoorbeeld een interessante toevoeging aan de al bestaande geschiedschrijving over de ‘seksuele revolutie’: waaraan in de Nederlandse geschiedschrijving relatief weinig aandacht is besteed. De Amerikaanse historicus Pamela Epstein deed specifiek onderzoek naar contactadvertenties en bepleitte in haar analyse om het belang van contactadvertenties voor historisch onderzoek niet te onderschatten. Deze scriptie hoopt te kunnen bijdragen aan deze lacune in de historiografie. Vrij Nederland werd namelijk naderhand grotendeels dankzij de Zettertjes een 'thermometer voor de seksuele revolutie' genoemd.2 Van partnerruil

2 Harry Lensink en Map Oberndorff, ‘Hom. baardaap zkt. rielekste macrob. travest., Vrij Nederland (2010), 128-133.

(5)

en sadisme tot aan seksfeesten en travestieten. Zelfs oproepen van pedofielen werden – hoe vreemd dat in de huidige tijd ook lijkt – gepubliceerd. De eerste advertenties geplaatst door homoseksuelen en lesbiennes verschenen rond 1968 in het weekblad. Baanbrekend kan het rustig genoemd worden. De rubriek liet als een van de weinige contactadvertentierubrieken in grote dag- en weekbladen zien wat er werkelijk gaande was in Nederland wat betreft de seksualiteit van zijn inwoners. Er moesten taboes worden doorbroken en daarbij was veel geoorloofd in naam van de nieuwe moraal. De Zettertjes zullen echter niet als enige bron fungeren om de verschuiving van de seksuele moraal in Nederland in kaart te brengen. Ook meerdere artikelen over seks uit Vrij Nederland zullen als bron in dit onderzoek worden gebruikt, naast enkele artikelen over Vrij Nederland en de Zettertjes uit andere tijdschriften en kranten.

Met behulp van secundaire literatuur worden de Zettertjes geplaatst in de context van de sociaal-culturele ontwikkelingen in Nederland vanaf het einde van de negentiende eeuw tot de tweede helft van de twintigste eeuw. Zo deed psycholoog Wil Zeegers in zijn boek Andere tijden, andere mensen uitgebreid onderzoek naar de geschiedenis van

contactadvertenties in Nederland. Hij is een autoriteit op het gebied van dit onderwerp en zijn voor deze scriptie relevante bevindingen zullen dus ook voor de benadering van de Zettertjes gebruikt worden. Om de historische achtergrond van de roerige jaren zestig en zeventig zo goed mogelijk te kunnen schetsen, is het raadplegen van de nodige secundaire literatuur eveneens noodzakelijk. Voor de tijdsperiode en het internationale perspectief zullen boeken als De eindeloze jaren zestig; geschiedenis van een generatieconflict en De wereldwijde jaren zestig: Groot-Brittannië, Nederland, De Verenigde Staten van de te vroeg overleden historicus Hans Righart, en Nederland in de jaren zeventig van hoogleraar Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Duco Hellema aangehaald worden. Historicus James C.

Kennedy beschrijft in zijn boek Nieuw Babylon in aanbouw hoe Nederland aan het einde van dat decennium, door voornamelijk buitenlanders, als een soort van 'New Babylon' werd gezien – verwijzend naar het mythische maar goddeloze Babel uit de Bijbel. Niet alleen meer die molens en tulpen als boegbeeld, maar de protestbewegingen, maatschappelijke

veranderingen en een lossere seksuele moraal werden vanaf die tijd ook geassocieerd met Nederland. Alles leek ineens te kunnen en te mogen. De Nederlandse samenleving moest zich echter tijdens dit proces van verandering en aanpassing opnieuw uitvinden: de media heeft hier als het informatieve hart van de samenleving een duidelijke rol in gespeeld. Zij waren tenslotte diegenen die het nieuwe geluid moesten helpen verspreiden. Sommigen deden dat opvallend beter dan anderen.

(6)

Een stille revolutie? Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig, onder redactie van historici Paul Luykx en Pim Slot, schets de wortels van een Nederland aan de vooravond van de jaren zestig. En het boek dat is geschreven over het honderdjarig bestaan van de Neo Malthusiaanse Bond en in 1981 is uitgegeven door de opvolger van de NMB, de NVSH, zorgt samen met artikelen van historici Henny Brandhorst en Dirk Damsma voor context wat betreft de omgang van Nederlanders met seks vanaf het einde van de negentiende eeuw, via het interbellum, tot aan de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Tevens wordt stil gestaan bij de revolutionaire ‘seks-enquête’ van het weekblad Margriet uit 1968. En zal de sociologische benadering van socioloog G.A. Kooy wat betreft de veranderende waarden en normen

rondom huwelijk, gezin en seksualiteit in Nederland vanaf het einde van de negentiende eeuw het onderzoek ondersteunen. Tevens is er aandacht voor de opkomst en ‘gouden jaren’ van de NVSH en het ontstaan en de werkwijze van het COC.

Over seksualiteit en de ‘seksuele revolutie’ en dan in het bijzonder in Nederland zijn geen boekenkasten vol geschreven, maar de socioloog Cas Wouters heeft een aantal

interessante titels op zijn naam staan wat betreft dit onderwerp. In 2005 verscheen bijvoorbeeld van zijn hand Sekse en de seksen. Een geschiedenis van moderne

omgangsvormen. Ook Gert Hekma, universitair docent aan de UvA en historicus Hugo Röling hebben veel over de geschiedenis van seksualiteit en dan met name homoseksualiteit in Nederland geschreven. Historicus Harry Oosterhuis heeft in zijn boek Homoseksualiteit in katholiek Nederland zich verdiept in de kerkelijke invloed op de homo-emancipatie in de jaren zestig en daarna. Wanneer in hoofdstuk drie de emotie- en mentaliteitsgeschiedenis ter sprake komen zullen o.a. auteurs als de Duitse historicus Ute Frevert, als uitvoerend directeur van het Research Center “History of Emotions” aan het Max Planck Institute for Human Development in Berlijn, de Amerikaanse historicus Pamela Epstein, en de Franse historici Philippe Ariès en Georges Duby, aan het woord komen. Diegenen die specifiek onderzoek hebben gedaan naar contactadvertenties en zullen worden uitgelicht in dit onderzoek zijn de al eerder genoemde psycholoog Wil Zeegers, de Belgische historicus Roosmarijn Vandoorne, de Amerikaanse historicus Pamela Epstein, en de Amerikaanse seksuoloog, auteur en

filmmaker Susan Block.

Hoofdstuk een en twee stellen het hetero- en homoseksueel verleden van Nederland vanaf de negentiende eeuw, aan de orde. Vervolgens zal aan de hand van de Zettertjes en artikelen uit Vrij Nederland en gekeken worden hoe hetero- en homoseksualiteit in het opinieweekblad een podium voor emancipatie vond. Hoofdstuk drie benoemt het fenomeen van ‘eenzaamheid’ in de Zettertjes en stipt daarbij de bredere zin van ‘emotionele openheid’

(7)

in de rubriek aan. Toen ik een aantal jaargangen van Vrij Nederland had doorgenomen, viel mij op dat een aantal contactadvertenties doorspekt zijn met een gevoel van eenzaamheid en een daaruit vloeiend verlangen naar een partner. Mensen benoemden ook vrij gemakkelijk dat ze eenzaam waren: ‘Welk meisje wordt de eenzaamheid te veel?’. Of: ‘Ik zoek een fijne vriendin, want ik ben het alleen zijn beu’. En: ‘eenzaam academicus (23) wil serieuze

kennism. met een eenzame, serieuze, lieve, eenvoudige, niet onknappe algemeen ontwikkelde j. vr. vanaf 19, alleen ser. Brieven met foto’. In onze huidige tijd waarin onlineprofielen, Facebook en datingwebsites alledaagse verschijnsels zijn geworden, waarbij we zo goed mogelijk voor de dag willen komen, lijkt het benoemen van eenzaamheid een zeldzaamheid geworden. Terwijl datzelfde verlangen wat men midden jaren zestig uitspreekt in de

Zettertjes zeker niet verdwenen kan zijn. Eenzaamheid is immers van alle tijden, maar waarom was het juist toen zo opvallend aanwezig? Een interessant gegeven in het kader van het emancipatorische gehalte van de Zettertjes. Hoe bespreekbaar waren emoties in deze periode überhaupt? Was het misschien niet alleen een seksuele bevrijding maar ook eentje van emoties in het algemeen? Door middel van een historiografische analyse van het onderwerp en met de vondsten die gedaan zijn in de contactadvertenties wordt dit laatste hoofdstuk geconstrueerd. Hierbij zal tevens aandacht besteed worden aan het onderzoeksveld van emotie- en mentaliteitsgeschiedenis waarbinnen dit onderwerp valt.

(8)
(9)

Hoofdstuk 1

‘Wij zijn seksueel ’n rustig volkje’

3

De veranderende heteroseksuele moraal in de Zettertjes 1963-1973

Met deze woorden typeerde een journalist van het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk in 1969 de Nederlandse omgang met seks. Seks is ‘mooi’, seks is een ‘uiting van liefde’, maar de woorden ‘fijn’ of ‘lekker’ werden niet of zelden in de mond genomen.4 Seks was anno 1969 kennelijk nog altijd een onderwerp waarover de Nederlander moeilijk sprak.

Wanneer men het onderwerp aansneed, dan was dat vaak in context van het huwelijk, voortplanting en liefde. Het belang van lustgevoelens was niet aan de orde. Het rookgordijn rondom seks leek nog niet helemaal te zijn opgeklaard - zelfs niet aan het einde van één van de meest roerige en vrijgevochten decennia van de twintigste eeuw. Althans, dat kan men concluderen uit het voornoemde krantenbericht, dat de uitkomst van een roemrucht nationaal onderzoek behandelde dat in die tijd – in opdracht van het weekblad Margriet – werd

uitgevaardigd.

Deze enquête kan worden beschouwd als een lightversie van de Kinsey-rapporten die eind jaren veertig in Amerika een ware aardverschuiving te weeg brachten in het denken over de menselijke seksualiteit.5 De Margriet-enquête was destijds één van de eerste nationale onderzoeken naar het seksueel gedrag van de Nederlander en deed de nodige stof opwaaien.

De verslaggever merkte in het slot van zijn stuk echter op dat: ‘Nederland, zo komt naar voren uit de Margriet-publicatie, is en blijft een dierbaar oord, waar het wel borrelt maar vast niet overkookt.’6 Zeker, er was qua omgang met seks in de Nederlandse maatschappij wel degelijk iets veranderd, maar daar moest vervolgens nog wel zoveel mogelijk binnenshuis over worden gepraat en gediscussieerd. Was dat het vleesgeworden ideaal van de seksuele revolutie in Nederland geworden? Praten over seks – met wellicht niet meer de gordijnen potdicht, maar met een aarzelend kiertje naar de buitenwereld?

Het kernpunt van dit hoofdstuk is de veranderende heteroseksuele moraal in

Nederland zoals die weerspiegeld wordt in de contactadvertentierubriek de Zettertjes van het

3Z.a., ‘Nederland uitgekleed in cijfers: ‘Wij zijn seksueel ’n rustig volkje’’, In: Het Vrije Volk: democratisch- socialistisch dagblad, 4 oktober 1969.

4Ibidem.

5 Gijs, L., Woet Gianotten, Ine Vanwesenbeeck, Philomeen Weijenborg (red.), Seksuologie (Houten 2009) 26.

6Het Vrije Volk, 4 oktober 1969.

(10)

weekblad Vrij Nederland zijn in de periode 1963-1973. In hoeverre hebben deze

contactadvertenties een pioniersrol vervuld als het gaat om het veranderde seksuele landschap van Nederland in de late jaren zestig en daarna? Om deze verandering te contextualiseren en beter te begrijpen is een duik in de geschiedenis van Nederland en de omgang met

seksualiteit echter onvermijdelijk. Het startpunt van dit hoofdstuk ligt dan ook aan het einde van de negentiende eeuw: met andere pioniers op het gebied van seksuele hervorming zoals Jan Rutgers en Aletta Jacobs. Voor het interbellum zijn dat Bernard Premsela en Florentinus Marinus Wibaut. Het is belangrijk om te realiseren in welke tradities en debat rond

seksualiteit de Zettertjes zijn ontsproten. De jaren zestig zijn in het proces van de seksuele hervorming in Nederland een belangrijk breekpunt geweest, maar een ingewikkeld proces zoals de verandering van de seksuele moraal in de Nederlandse samenleving kent een langere aanloop dan één decennium alleen. Het gevoel dat er een grootschalige transformatie van de Nederlandse maatschappij gaande was gedurende deze periode, leeft namelijk nog altijd sterk. Er was een orkaan van vernieuwing en modernisering opgestoken en geen enkel Nederlands huishouden kon daar aan ontkomen. De kerken liepen massaal leeg, het gezag had moeite met het handhaven van de openbare orde, en de seksuele vrijheid brak uit zijn voegen. Het werkelijke beeld van de invloed van de jaren zestig op de Nederlandse

samenleving ligt waarschijnlijk genuanceerder. De wortels van de seksuele hervormingen van de twintigste eeuw liggen ook dieper, daarom begint dit hoofdstuk met een korte blik terug in de tijd. De omgang met seksualiteit in de vooroorlogse en naoorlogse periode komen eerst aan bod, waarbij ook artikelen uit weekblad Vrij Nederland als bron zullen worden benut.

Vervolgens wordt ingegaan op de term ‘seksuele revolutie’. Hoe wordt dit fenomeen

behandeld in de wetenschappelijke literatuur? Daarna volgt een analyse van de belangrijkste bron voor dit hoofdstuk, de contactadvertenties uit de Zettertjes

1.1 Van Rutgers en Jacobs naar Wibaut en Premsela 1882-1939

Historicus Dirks Damsma doet een poging om met zijn artikel ‘Modern, maar met mate.

Nederland en Engeland als ‘morele naties’’ een ander licht te laten schijnen op de omgang van het vooroorlogse Nederland met seksualiteit. We waren destijds geen ‘preutse natie’7, zoals historicus Hans Righart in zijn werk betoogde. Damsma beargumenteert juist dat het

7 Dirk Damsma, ‘Modern, maar met mate. Nederland en Engeland als ‘morele naties’ In: I. de Haan, Wichert ten Have, James Kennedy en Peter Jan Knegtmans (red.), Het eenzame gelijk. Hervormers tussen droom en daad 1850-1950 (Amsterdam 2009) 223.

(11)

met het ‘bekrompen karakter’ van Nederland tot zeker de jaren dertig van de twintigste eeuw reuze mee viel, zeker in vergelijking met Engeland.8 Aan de hand van het in 1922 verschenen en uit het Engels vertaalde voorlichtingsboek over seksualiteit Hij en Zij in het huwelijk.

Nieuwe bijdrage tot de oplossing van het sexueele vraag-stuk, geschreven door de Schotse schrijfster en pionier op het gebied van geboortebeperking Marie Stopes, kijkt hij naar de omgang van beide naties met dit revolutionaire drukwerk over seks.9

In Nederland bleek het mateloos populair en verscheen het boek niet bij één of andere obscure uitgever zoals in Engeland, maar bij de respectabele uitgeverij Meulenhoff.10 Tot ver in de jaren vijftig bleven de herdrukken verschijnen, toen zelfs ‘met uitgebreide platen en […] een lijst van ‘standjes’.’11 Damsma toont daarnaast in zijn artikel aan dat de seksuele moraal, het seksuele klimaat, de omgang tussen de seksen en voorbehoedsmiddelen in Nederland aan het begin van de twintigste meer open was dan in Engeland het geval zou zijn geweest.12 Vooral op de meer liberale omgang tussen de seksen legt hij de nadruk. Zo stelt Damsma in zijn besluit dat misschien: ‘[…] deze leer en praktijk van grotere vrijheid en openheid in de omgang tussen jongens en meisjes, en tussen mannen en vrouwen,

onvoldoende is ondertekend als het gaat om het vinden van een verklaring voor de juist in Nederland in de jaren zestig zo snel om zich heen grijpende ‘seksuele revolutie’.’13 Een

‘moderne’ houding tegenover seks sluimerde dus wellicht al langer in de Nederlandse samenleving. Het is daarom van belang voor de positionering van het onderwerp van de scriptie om de bron van dit vraagstuk nog eens nader te bestuderen. Te beginnend in de negentiende eeuw.

Met de bewustwording van het belang van anticonceptiemiddelen en seksuele

voorlichting aan het einde van de negentiende eeuw, werd – onder leiding van pioniers op dit gebied als de generatiegenoten neomalthusianist Jan Rutgers (1850-1924) en de eerste vrouwelijke arts Aletta Jacobs (1854-1929) – al een belangrijke stap gezet in de richting van een andere manier van denken over seks in Nederland. In 1882 opende Jacobs in Amsterdam haar eigen kliniek waar arbeidersvrouwen gratis advies konden krijgen over

kindergezondheid en geboortebeperking.14 In 1892 volgde Rutgers haar voorbeeld op door

8 Ibidem 231.

9 Ibidem 221.

10 Ibidem.

11 Ibidem 222.

12 Ibidem 231.

13 Ibidem 232.

14 Gé Nabrink, Seksuele hervorming in Nederland: achtergronden en geschiedenis van de Nieuw-

Malthusiaanse Bond (NMB) en de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH), 1881-1971 (Nijmegen 1978) 80-95.

(12)

een spreekuur open te stellen waarin anticonceptie centraal stond. Daarmee was het symbolische startschot van de 'seksuele zaak' gelost.15 In de beginjaren van de twintigste eeuw ontstonden er verschillende organisaties die zich bezig gingen houden met de hervorming van de Nederlandse seksuele moraal, zoals de Rein Leven-Beweging en het Nederlandsch Wetenschappelijk Committee (NWHK), die zich respectievelijk bezig hielden met het benadrukken van het belang van zelfbedwang in het seksuele verkeer tussen de man en de vrouw en het promoten van legale en sociale status van homoseksuele mannen en vrouwen.16 Maar tijdens het interbellum deden de joodse huisarts en seksuoloog Bernard Premsela en de zakenman en politicus Florentinus Marinus (Floor)Wibaut met de oprichting van de Nederlandse sectie van de 'World League for Sexual Reform' daar nog een schepje bovenop.

De Nederlandse afdeling van de WLSR zou zich als een moreel kompas manifesteren voor de Nieuw-Malthusiaansche Bond (NMB) – die na de Tweede Wereldoorlog de alsmaar groeiende Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming (NVSH) zou worden.

Historicus Henny Brandhorst heeft een intrigerend artikel over deze kleinschalige doch idealistisch bevlogen organisatie geschreven. In het artikel – getiteld 'From Neo-

Malthusianism to Sexual Reform: The Dutch Section of the World League for Sexual Reform' schrijft Brandhorst over de rol van de organisatie op het gebied van de seksuele hervorming in Nederland. Brandhorst betoogt dat er in de geschiedschrijving over de Nederlandse seksuele hervormingsbewegingen amper aandacht is geschonken aan deze kortstondige organisatie. Wat hij volkomen onterecht vindt, juist omdat er veel van de naoorlogse agendapunten over seks uiteindelijk gestoeld zijn op de revolutionaire uitgaanspunten de WLSR al tijdens het interbellum aan de kaak werden gesteld. De

standpunten van de NMB waren daarmee vergeleken weinig omvangrijk en amper radicaal te noemen.17

De Nederlandse sectie van de WLSR had als doel om alle wetten die een

aanvaardbare regulatie van het seksuele leven belemmerden te trotseren en eveneens daarbij bestaande taboes te doorbreken. Tevens hadden zij als doel het verspreiden van

wetenschappelijke informatie over seks, het stimuleren van samenwerking tussen individuen en organisaties die het standpunt van de WLSR deelden en het oprichten van een

15 Henny Brandhorst, 'From Neo-Malthusianismn to Sexual Reform: The Dutch Section of the World League for Sexual Reform' Journal of the History of Sexuality, Volume 12, Number 1, January 2003,41.

16 Ibidem 41.

17 Ibidem 44.

(13)

wetenschappelijk instituut en consultatiebureaus.18 Het programma van de NMB viel tijdens deze jaren dan ook in de schaduw van de revolutionaire agenda van de WLSR. Hoewel beide geboortebeperking propageerden, streefde de Nederlandse afsplitsing van de WLSR er naar om daarmee tegelijk de seksuele moraal te veranderen. Een doel dat de NMB veel minder voor ogen had. De organisatie was haar tijd ver vooruit, maar dat gegeven maakte haar tegelijk kwetsbaar en onbegrepen. In 1933 was de hoofdorganisatie van de WLSR – die in Berlijn was gevestigd – op agressieve wijze monddood gemaakt door de daar pas aan de macht gekomen Nazi's. De Nederlandse afdeling besloot daarop als onafhankelijke organisatie verder te gaan en zou nog tot 1939 met moeite levensvatbaar blijken. Een interessant feitje is dat ze vanaf 1934 door het leven gingen als de Nederlandse Vereniging voor Sexueele Hervorming (NVSH). De naam die de NMB in 1946 ook zou aannemen.

Terwijl de Nederlandse sectie van de WLSR dus wellicht niet het beleidsplan van de NMB in zijn geheel heeft beïnvloed, heeft de organisatie wel degelijk enkele belangrijke kopstukken – zoals Gé Nabrink – van de NMB geïnspireerd om veranderingen in de aanpak van de

seksuele hervorming door te voeren.19 Het zou echter nog enkele decennia duren voordat deze hervormingen verwezenlijkt zou worden. Nederland leek hier pas vanaf het einde van de jaren zestig rijp voor te zijn. De wortels hadden echter dieper gelegen: zij waren alleen toen allang vergeten.

1.2 Seks na de oorlog

‘Volgens een populaire visie was Nederland vroeger een land waar alles vijftig jaar later gebeurde. Revoluties gingen aan dat land voorbij. De vreugdeloze verering van gezag en fatsoen beheerste het sociale leven en zette een domper op uitingen van alle emoties. En toen ineens kwam in de jaren zestig een einde aan al die Oude Vormen en Gedachten…’20

Bovenstaand citaat, afkomstig uit het boek ‘Margriet weet raad’ gevoel, gedrag, moraal in Nederland 1938-1978’ verwoordt de collectieve gedachte die in veel studies over de jaren zestig terug te vinden is. Het zijn niet alleen de wortels van de seksuele hervormingsdrift in de Nederlandse geschiedenis die in de historiografie onderbelicht zijn gebleven. De decennia daarna – de jaren zeventig, tachtig en negentig – en die van kort daarvoor – de jaren vijftig – hebben een niet te onderschatte waarde gehad voor de kristallisering en fundering van de

18 Ibidem 47.

19 Ibidem 65-66.

20 Christine Brinkgreve en Michel Korzec, ‘Margriet weet raad’ gevoel, gedrag, moraal in Nederland 1938- 1978 (Het Spectrum 1978) 9.

(14)

nieuwe ontstane seksuele omgang en moraal in Nederland. De socioloog G.A. Kooy

benadrukte in zijn boek Seksualiteit, huwelijk en gezin in Nederland uit 1975 dat het niet zo vreemd was dat juist in de jaren zestig ‘de bom een keer moest barsten’.21 Dat kwam volgens hem omdat de transformatie van de waarden en normen wat betreft seksualiteit, huwelijk en gezin al sinds de laatste kwart van de negentiende eeuw aan de gang was en dus steeds meer onder druk kwam te staan. Hij wees daarbij op vier belangrijke ontwikkelingen, die de revolutie van de jaren zestig mogelijk hebben gemaakt en vermeldde expliciet dat ‘die (r)evolutie zich niet zonder hun optreden zou hebben voltrokken.’22 Het gaat hier om sterk groeiende natuurbeheersing door wetenschap en techniek, de secularisatie, de

maatschappelijke differentiatie en de toenemende individualisatie.23 Kooy betoogde dus dat dergelijke ontwikkelingen als de hervorming van de seksuele moraal juist een grotere tijdsspanne vereisen en direct in verbinding staan met andere maatschappelijke factoren, zoals hierboven genoemd. Vanuit deze optiek komt het revolutionaire elan van de jaren zestig in een ander daglicht te staan. En is er meer ruimte om de ontwikkelingen uit andere decennia uit te lichten.

In het Nederland dat zwaar gehavend uit de Tweede Wereldoorlog was gekomen, was seks het middel bij uitstek waarmee de bevrijding werd gevierd. De Nederlandse dichter, columnist en schrijver Remco Campert vatte de bevrijdingseuforie van 1945 in 1962 samen in de legendarische woorden: ‘Alles zoop en naaide.’24 De Nederlandse bevolking werd kort na de bevrijding gedefinieerd als losgeslagen en daar hoorde een tijdelijke dwaling van het zedelijke pad kennelijk ook bij. De geboortegolf of de ‘bevrijdingspiek’, zoals historicus Theo Engelen het beschrijft in zijn analyse van de geboortecijfers van Nederland na de Tweede Wereldoorlog, die vlak na de bevrijding in West-Europa en Amerika optrad is daar het meest duidelijke voorbeeld van.25 Er kwamen naar schatting 7000 baby’s van Canadese soldaten ter wereld en in totaal stond de teller destijds op 300.000 vrijpartijen.26 Tijdens de oorlog waren begrippen als seksualiteit, huwelijk en gezin overschaduwd geraakt door de drang om te overleven en de angst die men door de bezetting ervoer. Men had kortom wel iets anders aan hun hoofd dan vrijpartijen en voortplanting.

21 G.A. Kooy, Seksualiteit, huwelijk en gezin in Nederland : ontwikkelingen en vooruitzichten (Deventer 1975) 259-264.

22 G.A. Kooy, Seksualiteit, huwelijk en gezin in Nederland (Deventer 1975) 259-264.

23 Ibidem.

24 Piet Calis, Venus in minirok: seks in de literatuur na 1945 (Meulenhoff 2010) 34.

25 Theo Engelen, ‘Stiekem en met mate? Huwelijk en voortplanting in Nederland tijdens de jaren vijftig’ In: P.

Luykx, en Pim Slot (red.), Een stille revolutie? Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 142.

26 Ad van Liempt, Na de bevrijding. De loodzware jaren 1945-1950 (Amsterdam 2014) 115.

(15)

Ondanks het feit dat de losbandigheid tijdelijk bleek te zijn, deden de kerk en de staat er echter via het zogenaamde zedelijkheidsoffensief – met leuzen als ‘gezinsherstel is

volksherstel’, alles aan om de Nederlandse bevolking in het zedelijke gareel te houden. Op het eerste oog verliep die zedelijkheidspolitiek vrij succesvol, maar in de fundamenten van de Nederlandse samenleving was er wel degelijk iets veranderd. De te jong overleden historicus Hans Righart vatte de ontwikkelingen in het naoorlogse Nederland – in zijn boek De

eindeloze jaren zestig (1995) – op toepasselijke wijze samen: 'Minder naar de kerk, meer naar school, minder werken en meer seks: dat zijn kort samengevat de belangrijkste veranderingen die naoorlogs Nederland in de sociaal-culturele sfeer ondergaat.'27 Er was na de Tweede Wereldoorlog een sociaal en cultureel verschuivingsproces ontstaan dat zich echter achter de façade van de zogenaamde 'suffe' en 'truttige' jaren vijftig al stilletjes had gemanifesteerd. 28 De jaren vijftig hebben het pad geëffend voor de sociale en culturele ontwikkelingen van de jaren zestig. En daar heeft, wat betreft de seksualiteit, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, afgekort de NVSH, een groot aandeel in gehad.

1.3 NVSH: oprichting en bloeitijd 1946-1967

De NVSH werd in 1946 opgericht en was de opvolger van de Nieuw-Malthusiaansche Bond (NMB) die in 1881 was ontstaan, en gedurende tientallen jaren met vallen en opstaan de seksualiteit van de Nederlander had verdedigd.29 Vanaf 1946 moest het echter anders gaan. Er moest een ander beleid komen; een beleid dat seksuele hervorming als sleutelbegrip zou hanteren.30 Historisch pedagoog en socioloog Hugo Röling beschrijft de bevlogenheid, de werkwijze en het doel van de oprichters na de oorlog als volgt: ‘De opheffing van de seksuele repressie en de bevordering van een betere erotische cultuur zagen deze idealisten als een voorwaarde voor een betere wereld. Eerst moest de elementaire anticonceptie-hulpverlening weer op gang gebracht worden. De consultatiebureaus gingen zo snel mogelijk weer open.’31 En dat deze werkwijze zijn vruchten afwierp bleek wel uit de massale toeloop van leden naar de NVSH, die in de jaren vijftig een feit was. Het ging alleen wat langzamer dan in de jaren

27 Hans Righart, De eindeloze jaren zestig; geschiedenis van een generatieconflict (Amsterdam/Antwerpen 1995) 59.

28 Ibidem 70.

29 Gé Nabrink, Seksuele hervorming in Nederland (Nijmegen 1978) 1-34.

30 Hugo Röling, ‘De kortstondige, stille triomf van een ‘volkbeweging voor het geluk’ De jaren vijftig vanuit het perspectief van de NVSH’ In: In: P. Luykx, en Pim Slot (red.), Een stille revolutie? Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 148.

31 Ibidem.

(16)

zestig het geval zou zijn. Waar in de jaren zestig met zoveel mogelijk geluid de revolutie van de seksualiteit werd afgedwongen, werd in de jaren vijftig een soortgelijke revolutie juist zo stil mogelijk gehouden. Desalniettemin had deze wel het nodige effect. Röling noemt het een

‘triomf’ dat zoveel mensen hun heil zochten in de moderne anticonceptie van de NVSH.32 De politiek was immers nog sterk christelijk georiënteerd en een meerderheid was nog altijd bereid om te vechten voor de traditioneel burgerlijk-christelijke seksuele moraal.

Erkenning van de NVSH door de politiek was dan ook lang een heikel punt. De secularisatie stond in de jaren vijftig net als de voorlichting over seksualiteit eveneens nog in haar kinderschoenen. Maar de onvermurwbare houding van de confessionele overheid werkte juist averechts, want het grote succes van de NVSH tijdens de jaren vijftig is grotendeels te verklaren uit deze handelswijze. Zij was per slot van rekening de enige professionele instantie waarbij seksueel verwarde Nederlandse burgers, of mensen die naar anticonceptie zochten, terecht konden met hun problemen. Zolang de politiek geen aansluiting zocht of de bevolking alternatieven bood, zou dat ook zo blijven. Het isolement van de NVSH kwam pas ten einde in 1958 met de koninklijke goedkeuring door minister Samkalden.33 Nadat de organisatie jarenlang in een semi-illegale situatie had gewerkt, kondigden de landelijke kranten het nieuws van de goedkeuring van de NVSH op de voorpagina’s aan.34 Nu was het dan eindelijk zover: erkenning, maar meteen hartelijk was de samenwerking met de overheid allerminst.

Vooral de confessionele partijen en dan met name de KVP sputterde tegen waar ze konden, maar met de koninklijke goedkeuring op zak was er toch een grote stap in de goede richting gezet. Nu erkenning een feit was geworden en de jaren zestig zijn intrede deden, werd het intussen ook tijd voor een andere aanpak.

De NVSH had een breder doel voor ogen dan alleen het verstrekken van

anticonceptie. Langzaam maar zeker klommen de leden van de NVSH op de barricade voor het veranderende gezin, het kind, ongehuwden, voorechtelijk geslachtsverkeer, pornografie, homoseksuelen en later ook abortus. Het doel was om de resterende taboes rond seksualiteit te doorbreken. Ondertussen was Mary Zeldenrust-Noordanus, zij werkte naast haar

voorzitterschap als psycholoog-psychotherapeut, de nieuwe voorzitter van de NVSH geworden. Haar intrede zou een einde maken aan het interne gehakketak van de organisatie en de NVSH tegelijkertijd meer allure verschaffen. Zij ‘kon schoon schip maken’, aldus Röling. En dat was met alle nog liggende problematiek rond Nederlanders en hun seksualiteit

32 Ibidem 147.

33 Ibidem 169.

34 Ibidem.

(17)

hard nodig ook, want er was werk aan de winkel en daarin was efficiënt leiderschap een welkome gast. James Kennedy schrijft over de veranderende inslag van de NVSH in Nieuw Babylon in aanbouw, Nederland in de jaren zestig: ‘De krachtige voorstander van deze nieuwe seksuele ethiek was de NVSH, de organisatie die na de oorlog zoveel had gedaan om het gebruik van anticonceptiemiddelen te stimuleren. Toen dat succesvol bleek afgesloten stortte de NVSH zich op nieuwe projecten teneinde alle taboes op seksueel gedrag te

doorbreken.’35 Zeldenrust-Noordanus zou het boegbeeld worden van de NVSH en tijdens de

‘gouden jaren’ van de vereniging in de jaren zestig de kar van de seksuele emancipatie trekken.36

Waar het dus in de jaren vijftig nog allemaal wat stilletjes ging, zorgden de jaren zestig voor een hels kabaal. De introductie van de pil in Nederland in 1962 en de ontdekking van het spiraaltje zijn van grote betekenis geweest voor de verandering van de seksuele beleving en dan met name voor vrouwen.37 De eeuwige angst dat voorechtelijke seks zou eindigen in een zwangerschap nam in de jaren drastisch af en in 1967 was de anticonceptie bij wet legaal geworden. Ook bracht de NVSH in deze periode het debat over de legalisering van abortus op gang. Deze strijd zou verder in de jaren zeventig worden uitgevochten. In de jaren vijftig had de NVSH de debatten rond seksualiteit losgewoeld en op de publieke agenda geplaatst. Ze hadden met hun doel om Nederland niet alleen voor te lichten maar ook

seksueel te hervormen de politiek en de kerk langzaam maar zeker op hun knieën weten te dwingen.

1.4 De Margriet-enquête uit 1968

Dat Nederland het juk van seksuele repressie in de jaren vijftig en zestig van zich af aan het gooien was, kwam ook naar voren uit de destijds populaire Margrietrubriek: ‘Margriet weet raad’, waarover Kennedy memoreert: ‘In afwezigheid van fel verzet veranderde het zedelijke klimaat in Nederland snel. De veranderingen in Margriet, het grootste vrouwenblad van Nederland, zijn illustratief.’38 Het blad was namelijk van een katholieke signatuur, wat de verandering van toon als het over seks ging des te opvallender maakte. Vanaf midden jaren

35 James Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw, Nederland in de jaren zestig (Amsterdam/Meppel 1995), 141.

36 Hugo Röling, ‘De kortstondige, stille triomf van een ‘volkbeweging voor het geluk’ De jaren vijftig vanuit het perspectief van de NVSH’ In: In: P. Luykx, en Pim Slot (red.), Een stille revolutie? Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 170.

37 Righart, De eindeloze jaren zestig. (Amsterdam 2006) 60.

38 Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw, Nederland in de jaren zestig (Amsterdam/Meppel 1995) 104.

(18)

zestig zou seks en openhartigheid daarover veelvuldig vertegenwoordigd zijn in de Margriet en haar adviesrubriek.39 De rubriek is in de jaren zeventig uitgebreid geanalyseerd door de sociologen Christine Brinkgreve en Michel Korzec. Zij schrijven in het slot van hun boek over de invloed van de laatste jaren van de jaren zestig op de maatschappelijke

ontwikkelingen in Nederland:

‘Wel wordt het duidelijk naarmate de jaren zestig verder van ons af komen te liggen, dat het tempo van de verandering op een aantal gebieden in de jaren 1966 en 1970 hoger lag dan gedurende de daaraan voorafgaande en de daarop volgende jaren.’40

Toch betoogt ook dit tweetal dat de jaren zestig er niet vandoor mogen gaan met alle eer en roem wat betreft de maatschappelijke omslag op sociaal en cultureel gebied in Nederland.

Zoals Brinkgreve en Korzec het uitdrukken:

‘Maar even duidelijk is de continuïteit in de ontwikkelingen. Zowel het beeld van de Grijsheid van ‘de jaren vijftig’ als van de Matheid van ‘de jaren zeventig’ zijn ontstaan door een overschatting van de veranderingen die zich in de tweede helft van de jaren zestig in Nederland hebben afgespeeld.’41

Dit beeld kwam ook naar voren uit de beroemde Margriet-enquête die in 1968 onder de Nederlandse bevolking werd gehouden en de daaropvolgende analyses die aan de hand van de onderzoeksresultaten zijn gemaakt. In de enquête werd uitgebreid onderzoek gedaan naar de houding van de ‘gemiddelde Nederlander’ tegenover seksualiteit en naar de plaats en vorm die seksualiteit in het dagelijks leven van Nederland destijds kregen. De geïnterviewden waren ingedeeld in verschillende leeftijdscategorieën en de vragen die werden gesteld gingen over allerlei onderwerpen met betrekking tot seksualiteit, waaronder geboorteregeling, voorlichting, zelfbevrediging, abortus, voor- en buitenechtelijke seksuele omgang,

homoseksualiteit en de manier waarop leeftijd, geloof, sociale klasse verbonden waren aan de beleving van seksualiteit.42 De resultaten van dit pioniersonderzoek deden het nodige stof opwaaien en hield de gemoederen bezig. Vandaar dat er in 1969 een boek verscheen waarin

39 Ibidem.

40 Christine Brinkgreve en Michel Korzec, ‘Margriet weet raad’ : gevoel, gedrag, moraal in Nederland 1938- 1978 : [culturele veranderingen in Nederland : analyse en interpretaties van een adviesrubriek]

(Utrecht 1978) 126-127.

41 Ibidem 127.

42 P.J.F., Dupuis, Sex in Nederland (Utrecht 1969) 267-291.

(19)

alle resultaten netjes waren geordend en voorzien werden van commentaar van deskundigen met de titel Sex in Nederland. Het was een baanbrekend boekwerk. Drs. J. D. Noordhoff sneed in het boek bovendien een interessante these aan. Hij schreef: ‘Dit boek waarin de houding van de Nederlandse mens van nu tegenover de seksualiteit behandeld wordt en zijn seksuele gedragspatroon is op zich reeds het bewijs dat er rondom de seksualiteit muren zijn afgebroken.’43 Nederland was seksueel gezien uit zijn schulp gekropen.

1.5 Seksuele revolutie in nationaal en internationaal perspectief

Maar wat was die seksuele revolutie nu precies? De term 'seksuele revolutie' roept bij voorbaat al de nodige vraagtekens op en doet vermoeden dat de omgang plotseling en drastisch moet zijn geweest. Uit de eerdere paragrafen is gebleken dat de aanloop

waarschijnlijk een langere geschiedenis kent. Volgens Kennedy is er meer sprake van een overgangstijdperk, die te positioneren valt tussen midden jaren vijftig en midden jaren zestig.

‘De wereld wankelde’, en er rezen bij menigeen in die periode steeds meer twijfels over de toekomst van de traditionele zeden, aldus Kennedy.44 Socioloog Cas Wouters plaatst het begrip echter in een bredere context:

'De Seksuele Revolutie maakte deel uit van een internationale jeugdcultuur die al spoedig werd gevolgd door een even internationale als krachtige golf van

vrouwenemancipatie. In alle onderzochte landen [Nederland, de USA, Engeland en Duitsland] hield deze revolutie ook in dat seks om de seks zich als onderwerp van discussie aandiende, waarmee de héle lustbalans op de publieke agenda verscheen.'45

Het wereldwijde ontstaan van een jeugdcultuur en de emancipatie van de vrouw waren inderdaad belangrijke maatschappelijke verschijnsels die een stuwende kracht hebben gevormd in de verandering van de seksuele moraal. De belangrijkste omslag was echter, zoals Wouters ook beschrijft, dat seks een publieke aangelegenheid werd en hierdoor uitvoerig werd ontleed. Iets wat tot die tijd nooit op zo’n grote schaal was voorgekomen. In zijn onlangs verschenen boek Sexual Revolutions haakt de gezaghebbende socioloog Gert Hekma bij deze visie aan:

43 Ibidem 234.

44Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw, Nederland in de jaren zestig (Amsterdam/Meppel 1995), 141.

45 Cas Wouters, Seks en de Seksen. Een geschiedenis van moderne omgangsvormen (Amsterdam 2005) 213.

(20)

‘The 1960s saw a series of events in Western countries that created new perspectives and practices regarding sexuality and brought a flood of eroticised texts and images into the public realm. This was the sexual revolution.’46 (…) ‘The sexual revolution was about movements that politicised private and everyday life, subjectivity, the arts and culture as well as other terrains such as prisons, conceptions of justice, army and conscriptions, asylums, medicine, education, religion.’47

Hekma benadrukt dat het begrip ‘seksuele revolutie’ een verzamelbegrip was voor verschillende ideeën, dromen, controverses en gebeurtenissen en daardoor moeilijk te definiëren is.48 De seksuele revolutie was in dat opzicht, net als Kooy eerder al noemde, een samenloop van allerlei omstandigheden en een logisch gevolg van bepaalde gebeurtenissen die al eerder in gang waren gezet. De opkomende jeugdcultuur heeft hier een belangrijke rol in gespeeld. En vrouwen in het bijzonder.49 De jeugd trok seks uit de taboesfeer omdat zij zich wilde bevrijden van de verstikkende gedachte dat seks enkel voor voortplanting zou moeten dienen en dus op die manier was losgekoppeld van lust en genot. Genot was uit den boze, zo predikte de kerk, en voor vrouwen al helemaal. Vrouwen waren dan ook al

eeuwenlang 'slachtoffer' van deze grotendeels christelijke zienswijze op seks geweest – waarin de man letterlijk en figuurlijk de dominante rol innam. Tijdens de eerste feministische golf (1870-1920) – die zich grotendeels hard had gemaakt voor het vrouwenkiesrecht – klonken er ook al enkele geluiden van vrouwen die de seksuele beleving van de vrouw aan de kaak stelden. Maar het was pas ten tijde van de tweede feministische golf dat het werkelijke protest aanzwol. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw hebben vrouwen het seksueel genot van de vrouw op de publieke agenda gezet.50

In de decennia daarna werd de lustbeleving van seks erkend als menselijke basisbehoefte en dat ideaal verder uitgewerkt, maar tegelijkertijd kwam de seksuele revolutie ook onder vuur te liggen. Was deze wellicht doorgeslagen in zijn vrijheid en was seks verworden tot leeg tijdverdrijf zonder liefde? Ook de commercialisering van seks, de explosieve groei van pornografie en de intrede van internet deden de kritiek op de losgeslagen seksuele moraal groeien. In het Civis Mundi jaarboek uit 2005 brengt een aantal wetenschappers de seksuele

46 Gert Hekma, Sexual Revolutions (Hampshire/New York 2014) 8.

47 Ibidem.

48 Ibidem.

49 Irene Costera Meijer, Het persoonlijke wordt politiek: feministische bewustwording in Nederland 1965-1980 (Amsterdam 1996) 1-5.

50 Ibidem 94.

(21)

revolutie ter discussie en proberen zij de culturele omwenteling van de jaren zestig te toetsen en kritisch te evalueren. Ook zij plaatsen de seksuele revolutie in een breder perspectief dan de jaren zestig alleen. In de inleiding schrijft oud hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Couwenberg over de uitvloeisels van de seksuele revolutie: ‘De veranderingen waren het meest spectaculair in de jaren zestig en zeventig. In die tijd werd seks bespreekbaar, kwam de pil beschikbaar en nam de voorechtelijke seks een hoge vlucht. Hiermee werd de weg

vrijgemaakt voor verdere veranderingen in de jaren tachtig en negentig, zoals acceptatie van homoseksualiteit.'51

Toch rijst dan de vraag wat er nog overblijft van de seksuele revolutie als zelfstandig begrip. Was het wel een revolutie? Over de oorsprong ervan is immers nog altijd veel onenigheid in de historiografie. Plotseling, of met een aanloop? Hugo Röling beschrijft de term in context van de NVSH als ‘een grote publiciteitsstunt, waarin voor een massapubliek de nieuwe keuzemogelijkheden op seksuele gebied gepropageerd werden.’ Voor de NVSH is dat zeker waar geweest. In de jaren zestig kwam voor haar de grote beloning van de strijd die hadden gevoerd om de seksualiteit en alles wat daar omheen hing op de kaart de krijgen, maar in datzelfde stuk benadrukt hij dat de jaren vijftig van grote betekenis zijn geweest om dit punt te bereiken.52 Waar laat dat de jaren zestig? Zonder twijfel kan worden gezegd dat de ontwikkelingen van de jaren zestig van een onschatbare waarde zijn geweest voor de

transformatie van de omgang van de Nederlander met seksualiteit. Het is een constatering die in menig boek terugkeert. Het waren echter niet alleen de jaren zestig die er voor

verantwoordelijk waren. Seks werd tenslotte niet uitgevonden in de jaren zestig, de

ervaringen rond seks werden alleen een stuk aangenamer, meer bespreekbaar, en de beleving ervan minder beladen dan daarvoor.

1.6 ‘Misschien is het een beetje vreemd…’53

Vrij Nederland en het begin van de Zettertjes 1964-1968

‘Een beetje vreemd is het wel, maar het is net of de deskundigen – ineens – haast beginnen te krijgen. De ene na de andere man-vrouw-expert komt ons vertellen, dat

51 Ruut Veenhoven, 'Wat bracht de seksuele revolutie?' in: S.W. Couwenberg e.a. ed., Seksuele revolutie ter discussie. Van Phil Bloom tot Sex and the City (Uitgeverij Damon 2005) 93.

52 Hugo Röling, ‘De kortstondige, stille triomf van een ‘volkbeweging voor het geluk’ De jaren vijftig vanuit het perspectief van de NVSH’ In: In: P. Luykx, en Pim Slot (red.), Een stille revolutie? Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 170.

53 Vrij Nederland, 9 juli1966.

(22)

‘goed-beschouwd en eerlijk-gezegd’ er een complete seksuele revolutie aan de gang is.’54

Vanaf 1965 komt men in de Nederlandse kranten het begrip 'seksuele revolutie' tegen. In het midden van de jaren zestig voelden Nederlanders kennelijk al aan dat er iets cruciaal

veranderde aan de manier waarop ze omgingen met seks. Het was echter allemaal nog wel moeilijk te bevatten en te concretiseren. Er was echter één plek waar deze veranderingen op seksueel gebied wel duidelijk te traceren viel en dat was in de roemruchte advertentierubriek de Zettertjes van het weekblad Vrij Nederland.

Waar de andere media in eerste instantie nog een beetje schoorvoetend vandaan bleven daar is Vrij Nederland moedig ingestapt. Zo vulden zij een leemte op in het seksuele landschap die tot die tijd voornamelijk uit de weg was gegaan. In 1973 verscheen er in de Leeuwarder Courant een stelling die luidde: ‘Van het weekblad Vrij Nederland draagt de inhoud van de pagina’s met contactadvertenties meer bij tot maatschappijverandering dan de inhoud van de overige pagina’s tezamen.’55 Een discutabele stelling, maar wat het bericht vooral laat zien is dat de rubriek Nederland bezig hield. Vanaf het einde van de jaren zestig tot aan de verdwijning van de advertenties in 1990 was de rubriek een omstreden en

tegelijkertijd zeer geliefde rubriek omdat seks er een prominente plaats innam. En niet zomaar seks, maar alle facetten van het seksuele verkeer tussen mensen passeerden in de advertentierubriek de revue. Partnerruil, groepsseks, mannen die mannen zochten, vrouwen die op zoek waren naar vrouwen, en liefhebbers van SM en andere onorthodoxe

liefhebberijen. Mensen ontdekten dat ze niet meer alleen stonden in hun seksuele voorkeur of dat er meer gegadigden voor partnerruil of SM bestonden. Het bracht een sneeuwbaleffect te weeg die nog moeilijk te stoppen was.

Dat was in 1964 echter allemaal nog toekomstmuziek. De later omstreden

advertenties kenden namelijk een bijzonder braaf voorland. De rubriek vond zijn oorsprong in januari1964 en onderscheidde zich bij aanvang weinig van andere advertentierubrieken. De eerste geplaatste advertenties schotelen de lezer onder andere huwelijksbemiddeling, een gehuurde televisie van Phillips en handschriftontleding voor. 'Moeder's Droomkeuken' kon men vinden aan de Singel in Amsterdam en de huur van de Philips-Televisie bedroeg f 25,95 per maand zonder vooruitbetaling maar met recht van koop. Het huren en verhuren van kamers en vakantiewoningen domineerde eveneens de eerste Zettertjes van VN. In het eerste jaar van het bestaan van de rubriek is er dan ook maar weinig opzienbarends te bespeuren in

54Louis Velleman, ‘Monogame huwelijk weer in discussie’, In: Het Vrije Volk: democratisch-socialistisch dagblad, 1 oktober 1965.

55Z.a., ‘Citaartjes’, In: Leeuwarder Courant, 2 juni 1973.

(23)

de advertenties. De lezers gebruiken de rubriek voornamelijk om hun oude atlassen van de hand te doen en als er al sprake is van een contactadvertentie dan wordt de boodschap keurig geformuleerd volgens de omgangsregels van de tijd.

De eerste contactadvertentie is daar een uitstekend voorbeeld van en dateert van 14 maart 1964. De oproep was geplaatst door een 66- jarige weduwe uit het leraarsmilieu met een goede verschijning, die slank is en bovendien een auto heeft. Ze zou 'gaarne' vriendschap sluiten met een bescheiden heer om het verdere leven gezamenlijk door te brengen.56 Deze contactadvertentie verschilt op het eerste gezicht weinig van andere contactadvertenties in andere bladen en qua bewoording zelfs uit eerdere decennia. De inzet en het einddoel van de advertenties was een bevredigende en gelijkwaardige koppeling. In de turbulente jaren zestig en zeventig maakten de contactadvertenties een comeback, maar tijdens het interbellum waren contactadvertenties ook al mateloos populair geweest in Nederland. Historicus Pieter Stokvis schreef het artikel 'Vrijen en trouwen sinds het interbellum. Verhalen en patronen' over de geschiedenis van de contactadvertentie in Nederland in de bundel Genegenheid en Gelegenheid. Twee eeuwen partnerkeuze en huwelijk onder de redactie van Jan Kok en Marco H.D. Van Leeuwen: 'Contact leggen via advertenties was in het interbellum niet alleen gebruikelijk, maar ook populair. In het Algemeen Handelsblad van 1925 – dat door liberale, niet confessioneel gebonden burgers in heel Nederland gelezen werd – werden er in ruim halve maand al 25 geplaatst. De advertenties stonden in de rubriek 'diversen' en werden bij voorkeur op zaterdag geplaatst. Het merendeel was […] zeer beknopt en recht toe recht aan.'57 Stokvis heeft een contactadvertentie als voorbeeld overgenomen uit het Algemeen

Handelsblad van 1925 en hoewel de toon van de advertentie van de weduwe uit 1964 en de 'beschaafde heer' uit 1925 qua taalgebruik weinig van elkaar verschilden, benadrukt Stokvis in zijn artikel dat de inhoud van de advertenties wel duidelijk een wisselend tijdsbeeld weergeven. Volgens hem was 'het huiselijke, nette, fijne persoonlijkheid beeld (burgerlijke status en standsbesef)' tot circa 1965 de norm en vanaf het midden van de jaren zestig op zijn retour.58

Nederland werd vanaf die tijd een welvarender land en het standsbesef begon eveneens te vervagen. En dat zie je ook terug in de advertenties in Vrij Nederland. Het feit dat de weduwe benoemt dat zij een auto bezit is ook duidelijk een teken van de groeiende

56 Vrij Nederland, 14 maart 1964.

57 Pieter Stok, 'Vrijen en trouwen sinds het Interbellum. Verhalen en patronen' in: Jan Kok & Marco H.D. Van Leeuwen e.a. ed., Genegenheid en Gelegenheid. Twee eeuwen partnerkeuze en huwelijk (Amsterdam 2005) 51.

58 Ibidem.

(24)

consumptiemaatschappij van de jaren zestig. Hoewel het daarnaast ook gelezen kan worden als een verwijzing naar haar financiële situatie en status. Niet iedereen kon in de jaren zestig nog een auto betalen. In dezelfde uitgave van het weekblad zoekt een jongeman van

drieëntwintig jaar een vriend om van de zomer met vakantie te gaan. Hij gaat het liefst naar Zuid-Europa. Het is nog een duidelijk teken van een veranderende samenleving: de vakantie naar het buitenland was een typisch fenomeen vanaf die tijd. Tenminste deze vorm van vrijetijdsbesteding werd een gegeven dat voor steeds meer Nederlands was weggelegd. Er is tevens een verschuiving zichtbaar in de manier waarop opleiding, karaktertrekken en hobby's hun weg beginnen te vinden in de rubrieken.59 De informaliteit uit eerdere oproepen

verdwijnt langzaam naar de achtergrond en het individu maakt daarmee zijn intrede in de formulering van de boodschap. Dat laatste is voornamelijk vanaf de jaren zeventig een vast verschijnsel: de ik-vorm en de psychologisering van de oproep zijn dan een veelvoorkomend kenmerk.60 Journalist en schrijver John Jansen van Galen typeerde het decennium in

december van 1979 in de Haagse Post dan ook toepasselijk als het ‘Ik-tijdperk’.61

Toch heeft er ook altijd een taboe gerust op contactadvertenties. Zelfs toen zij nog niet allerlei seksuele handelingen aan het licht brachten en Vrij Nederland nog lang niet in de schappen lag. De verschillende rubrieken die contactadvertenties opnamen waren een verzamelplek voor uitgerangeerde personen die de vraag- en aanbodrubriek als laatste redmiddel zagen om niet alleen te eindigen, althans die associatie riep het bij velen op. Het hoorde niet. Het was niet netjes. Samengevat: sociaal minder aanvaardbaar dan het

sprookjesverhaal van de toevallige ontmoeting en liefde op het eerste gezicht. De

Amerikaanse seksuoloog, auteur en filmmaker Susan Block breekt in haar boek Advertising for love. How to play the personals een lans voor de gemiddelde advertentieplaatser:

‘Sure, playing the ads is aggressive, a bit risky, and very intentional. It announces to a huge, albeit unknown audience that you can’t “get it” through the traditional haphazard channels, that you’re over here, you’re alone, and you’re wondering if there’s anybody out there who can fill your needs. But so what? If it’s love you’re after, and it isn’t just tumbling into your lap while you’re sipping your tea in your living room, why not try arranging your own serendipity and share your tea with somebody else?’62

59 Wil Zeegers, Andere tijden, andere mensen: de sociale representatie van identiteit (Amsterdam 1988) 202- 204.

60 Ibidem 214.

61 Jos van der Lans en Herman Vuijsje, Lage landen, hoge sprongen: Nederland in de twintigste eeuw (Inmerc 2003) 199.

62 Susan Block, Advertising for love: how to play the personals (New York 1984) 28.

(25)

Block beschrijft de essentie van waarom veel mensen een advertentie plaatsen. Toch doen ze dat vaak stiekem en anoniem, allemaal omdat het sociaal niet aanvaardbaar zou zijn. Susan Block analyseerde de contactadvertenties in de jaren tachtig, maar midden jaren vijftig wijdde ook de bekende Nederlandse dichteres en schijfster Annie M.G. Schmidt in één van haar columns in Het Parool, die later gebundeld zouden worden met de titel Impressies van een simpele ziel, een stukje aan deze vreemde aversie tegenover de contactadvertentie. Het ging toen echter nog wel over de brave weinig verhullende huwelijksadvertenties. Ze schreef verbaasd: ‘Waarom zijn we eigenlijk zo tegen huwelijksadvertenties? Het zichzelf aanbieden stuit ons tegen de borst, nietwaar? Men kan wel zijn old finish theemeubel aanbieden, maar niet zijn eigen gedist. voork. Dat doet men niet. Ondertussen wordt het heel erg veel

gedaan.’63 En dat was ook zo. Al vanaf het einde van de negentiende eeuw waren er mensen die op deze manier een partner zochten.64 Annie nam het in haar stukje niet alleen maar op voor de gehele Nederlandse adverterende bevolking, maar ook voor zichzelf. Ze zou uiteindelijk zelf ook de liefde van haar leven via een contactadvertentie tegenkomen en had daarvoor al verscheidene pogingen via de rubriek ondernomen om aan de man te komen.

De rubriek was geliefd, hetzij in het geheim of openbaar, bij alle lagen van de bevolking:

alleen had iedere laag er wel zijn eigen medium voor. Links intellectueel Nederland zocht zijn heil in Vrij Nederland, terwijl het behoudende deel zijn toevlucht zocht tot de grotere kranten als Algemeen Handelsblad, De Volkskrant en De Telegraaf.65 In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw was er een comeback gaande.66 Tegelijkertijd veranderde ook de toon in de advertenties. Psycholoog Wil Zeegers schrijft in Andere tijden, andere mensen: de sociale representatie van identiteit, waarin hij de naoorlogse contactadvertenties heeft geanalyseerd, over deze verandering: ‘Vanaf de tweede helft van de jaren zestig gaan een aantal , voorheen nog stabiele elementen in de representaties van een verhouding en daarbij horende identiteiten, veranderen. De tweede helft van de ‘roerige jaren zestig’ wordt hier dan ook gezien als het beginpunt van een nieuwe ‘golfstroom’.’67 Het gebruik van het woord huwelijk komt vanaf midden jaren zestig onder druk te staan en wordt langzaam vervangen door het woord ‘samenwonen’. En ook de religieuze toon is in deze periode in de contactadvertenties sterk tanende.68 Vanaf de tweede helft van de jaren zestig wordt de toon

63 Annie M.G. Schmidt, Impressies van een simpele ziel (Amsterdam 2014) 181.

64 Susan Block, Advertising for love (New York 1984) 28-29.

65 Wil Zeegers, Andere tijden, andere mensen (Amsterdam 1988) 186-187.

66 Susan Block, Advertising for love (New York 1984) 29.

67 Wil Zeegers, Andere tijden, andere mensen: de sociale representatie van identiteit (Amsterdam 1988) 197.

68 Ibidem 198.

(26)

sowieso wat ‘vrijer’.

Langzaam maar zeker slopen er naarmate de rubriek groeit 'pikantere' onderwerpen naar binnen, zoals advertenties van naturisten en ongetrouwde personages die nieuw geluk zochten. In februari van 1965 probeerde bijvoorbeeld een ‘jonge vrouw met kind

(gescheiden) via de Zettertjes aan een man te komen. Het is de eerste contactadvertentie in Vrij Nederland waar een scheiding genoemd werd. Voor die tijd controversieel materiaal. In maart plaatste de ‘Naturistenver.’ een advertentie. Het naakte lichaam als symbool van veranderende tijden. Niet veel later – in april van datzelfde jaar – doet een echtpaar een poging om contact te zoeken met een ‘dito echtpaar’. In mei bood nog een echtpaar zich ook aan. Waarschijnlijk verbergen deze advertenties een grote dosis spanning en opwinding, maar in de bewoording blijkt daar echter nog weinig van. Het is allemaal nog vrij braaf en

beschaafd. Niet alleen werd er gezocht naar een relatie maar soms moest de adverteerder(s) ook gewoon iets van het hart, zoals in mei 1966: ‘echtpaar veroordeelt rookbom’, duidelijk een verwijzing naar de rookbom die op het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus eerder dat jaar was gegooid. Of het kwam wel heel nadrukkelijk naar voren dat het Nederlands gezin aan verandering onderhevig was, in Vrij Nederland van oktober 1967: ‘Wij zijn met z’n vieren, 2 mannen, vrouw + kind, huiselijk, creatief, modern, houden van progressieve jazz en literatuur. Wij zijn half 30. Welk barmhartig meisje uit de omgev. van R’dam met belang.

voor de hipp(i)e wereld wil het eens met ons aanzien?’ Deze advertenties vallen echter in het niet bij de latere advertenties waarin expliciet wordt gevraagd naar seks en het huwelijk geheel naar de achtergrond verdrijft.

Letterlijk en figuurlijk, want de kennismakingrubriek is eind jaren zestig duidelijk uitgebreid naar tientallen advertenties, waar de huwelijksrubriek nog maar twee stuks of soms zelfs nog maar eentje telt. Begin jaren zestig waren zij nog in de grote meerderheid geweest en was de huwelijksbemiddeling door daarvoor speciaal opgerichte bureaus een

veelvoorkomende advertentie. Heteroseksualiteit lijkt vanaf het einde van de jaren zestig in de openbare ruimte een meer veelzijdig begrip te worden. Waarbij seks tussen man en vrouw niet zo statisch blijkt te zijn als altijd gedacht. En bovendien niet alleen meer is gericht op voortplanting, mede dankzij de uitvinding van de pil in 1962 en gelegaliseerde verstrekking van andere anticonceptie. Er worden verschillende manieren van seksuele beleving ontdekt, althans het bestond natuurlijk allang, maar het belangrijkste is waarschijnlijk dat mensen er achter kwamen dat ze niet meer ‘alleen’ waren in hun (seksuele) verlangens. En dat gevoel vond zijn gedrukte weg in de Zettertjes. Pas vanaf het einde van de jaren zestig ging het hek seksueel echt van de dam.

(27)

1.7 Seks in de Zettertjes en Vrij Nederland: de periode 1968-1973

'Ze gaan ons alle ellende bezorgen, waar wij na zoveel eeuwen christelijke cultuur net van afraken. Ze gaan de kuisheid verbieden. Ze gaan de godsdiensten verdacht maken. Ze gaan met het geld, dat ze nu eenmaal hebben omdat ze dure advertenties voor partner-ruil opnemen, de mensen manipuleren om zich uit te kleden, om sex-bladen te lezen, om de Barend-Servet-show te bejubelen, om de Baas van Candy centjes te sturen, om zich onschuldig te voelen bij onbegrijpelijke zonden, om ongetrouwd te blijven en toch

helemaal aan alle mogelijke sexuele trekken te komen, om in de pij van de homo-sexuelen te lopen, om de suprematie van de rebellie te erkennen, om het atheïsme te bevorderen, om lid te worden van het C.O.C., om schuttingwoorden te bezigen, om onze kinderen in moderne scholen te laten verpesten door de N.V.S.H., om hun grootouders te betreuren die nooit aan geboorteregeling mochten doen, om christelijke gewoontes op te geven, om met voorbehoedsmiddelen op een straathoek te gaan staan.'69

Dat is wat ze doen in Vrij Nederland. Althans volgens ene Marius Ton die een kritisch stuk schreef over de volgens hem (te) vrije geest van het weekblad in de Gereformeerde Kerkbode voor de classis Barendrecht, Dordrecht en Gorichem uit januari 1973. Het was een reactie op een artikel dat Piet Grijs (schuilnaam voor de schrijver Hugo Brandt Corstius) over de in zijn ogen verwerpelijke en onnodige christelijke zending in Azië en Afrika had geschreven.

Ondanks dat de heer Ton zijn cynisme en afgrijzen tegenover Vrij Nederland met deze opsomming van verwerpelijkheden niet onder stoelen of banken stak, was het in feite wel wat er allemaal in de periode tussen 1968 en 1973 in Vrij Nederland en de Zettertjes verscheen.

Dat was moeilijk te ontkennen, maar het was wel verbazingwekkend, want in amper vier jaar tijd waren de Zettertjes en het opinieweekblad sterk geseksualiseerd. De Nederlandse

landbouwkundige en politicus van de PvdA Anne Vondeling merkte in 1976 dan ook scherp op: ‘Een weekblad als Vrij Nederland is ook niet groot geworden door de artikelen van Igor Cornelissen, maar omdat de hoofdredacteur Ferdinandusse zoveel aandacht schenkt aan iets dat momenteel goed op de markt ligt: seks.’70 Iets wat Ferdinandusse overigens begin jaren zestig al deed door in zijn eigen artikelen te schrijven over allerlei perikelen rond filmsterren

69 Marius Ton, In: Gereformeerde Kerkbode voor de classis Barendrecht, Dordrecht en Gorichem, 13 januari 1973.

70 Joost van den Hooff, In: HVV, 13 juli 1976.

(28)

als Jean Harlow, Ava Gardner en Marilyn Monroe. Op die manier was er geen rechtstreekse verwijzing naar seks, maar in feite ging het hier wel om. De seksualisering van de Zettertjes en de inhoud van Vrij Nederland eind jaren zestig had daarentegen te maken met de meer

‘radicaliserende’ toon die de meest vooraanstaande linkse opiniebladen van Nederland in de sterk veranderende maatschappij aannamen, of zoals historicus Chris Vos het uitdrukt in de bundel Journalistieke cultuur in Nederland:

‘Aan het einde van de jaren zestig tekende zich in de Nederlandse samenleving steeds meer een polarisatie af, een groeiende tegenstelling tussen progressief en conservatief die dwars door de verschillende zuilen heen liep. In de politiek werd die trend zichtbaar in de oprichting en het succes van nieuwe partijen als D’66, PPR en DS 70, en in de opkomst van Nieuw Links – met vertakkingen naar de VARA – binnen de PvdA. Bij de dagblad- en tijdschriftjournalistiek werd de polarisatie zichtbaar in een snelle radicalisering van bladen als Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, de Haagse Post en De Nieuwe Linie. Aan de andere kant was er een sterke groei voor De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, die de conservatieve tegenpool vertegenwoordigden.’71

In de lentedagen van 1968 was de toon in de Zettertjes nog vrij braaf, maar in de eerste maanden van 1969 lijkt de adverteerder zijn braafheid af te hebben geschud. Van 1968 op 1969 was de overgang het duidelijkst voelbaar in de rubriek. De huwelijksrubriek bestond nog wel, maar was ondertussen al veroordeeld tot een marginaal bestaan in de kantlijn. In 1964 was het hoogtepunt van de advertentierubriek nog een Philips-televisie die men kon huren geweest. In 1973 lag dat hoogtepunt verspreid over een uitgedijde

kennismakingrubriek, waarin seks in het breedste zin van het woord werd tentoongesteld.

Seks werd gevraagd, gezocht, gevonden en aangeboden. Stadshistoricus dr. Richter Roegholt schreef in zijn studie van de hoofdstad uit 1967: ‘Vrij Nederland nam contactadvertenties op die werelden aan het licht brachten waarvan velen het bestaan niet vermoedden.’72 En dat was ook zo.

In de Vrij Nederland van 18 januari 1969 werd door een 50- jarige leraar een advertentie geplaatst waarin hij graag zou kennis willen maken met ‘een jonge vrouw met veel interesse, waarvan behoefte aan sex.’ Discretie was verzekerd. Het is een van de eerste keren dat er in de advertentierubriek specifiek naar seks werd gevraagd. Hoewel dat laatste

71 Jo Bardoel en Huub Wijfjes (red.), Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam University Press 2015) 108.

72Z.a., ‘VN: een treiterig blad’, In: Leidse Courant, 6 september 1980.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij zijn geïnteresseerd in het invoeren van flexibele arbeidsvoorwaarden in onze organisatie, maar nog niet van plan om hiermee al daadwerkelijk te beginnen (u kunt verder gaan

Deze laatste methode, waarbij de werkgever wel faciliteiten aanbiedt, maar waarbij de werknemer een soort potje met geld krijgt waarmee hij volledig zelf zijn keuzes kan maken,

Door de beleidsmedewerkers van de koepels en bonden is een aantal knelpunten genoemd, die goede communicatie over hun beleid rond seksueel grensoverschrijdend

Ik geloof, dat dat komt, omdat ik nooit vergeten kan, dat personeel ook menschen zijn, dat dienstmaagden van 20 jaar nu eenmaal van natuur uit een zwak hebben voor soldaten

krijgen, zijn op verzoek van de Subgroep Lekverliezen van de Werkgroep Omsehakeling Aardgas Noordoost door vijf bedrtjven (Dokktun, Oldenzaal, Oude Pekela, Sneak en Zutphen)

Maar omdat ook in dit debat de angst voor veranderingen door de conservatieven stevig is gevoed, dreigt alles te verworden tot ’ too little, too late’. Het waren niet voor niets

Gevoelens van verdriet, machteloosheid, twijfel en boosheid doen zich op momenten voor?. Kun jij wel een luisterend

Hetzelfde geldt voor fraudebestrijding, die noodzakelijk is om te voorkomen dat het draagvlak voor sociale zekerheid (of andere systemen waarbinnen gefraudeerd kan worden) zal