Vraag nr. 48
van 14 december 2001
van mevrouw ISABEL VERTRIEST Bouwkavels – Inventaris
Uit de laatste cijfers/uitspraken van de V l a a m s e Confederatie Bouw blijkt dat er 10 % minder nieuwbouw is, maar meer renovatie. Aangezien on-geveer 300.000 woningen in Vlaanderen in slechte staat zijn, lijkt mij dat een gunstige evolutie.
Opnieuw dook het spook op van de dure grond-prijzen en het zogenaamde gebrek aan bouwgron-d e n . In bouwgron-de Commissie voor Leefmilieu, N a t u u r b e-houd en Ruimtelijke Ordening verklaarde de mi-nister dat de administratie bezig was een inventaris te maken van lege kavels.
1. In hoeveel gemeenten zijn de lege bouwkavels reeds geïnventariseerd ?
2. Hoeveel lege bouwkavels zijn er op dit moment reeds geïnventariseerd ?
3. Kan een schatting worden gegeven van de be-staande lege kavels over het hele grondgebied ? 4. Is er duidelijkheid inzake de beschikbaarheid
op de markt van deze kavels ? Zowel naar hoe-veelheid als naar reden van al dan niet beschik-baarheid ?
Antwoord
1. Mijn administratie beschikt over resultaten voor 102 gemeenten. Het betreft inventarissen opge-maakt in de periode 1996 tot 2001.
Gegevens van een twintigtal bijkomende ge-meenten zijn momenteel nog niet verwerkt. D i e verwerking houdt in dat de door de gemeente verzamelde gegevens gekoppeld worden aan ge-gevens van het Kadaster (bv. e i g e n a a r, o p p e r-vlakte perceel, e n z . ) . De koppeling van gege-vens maakt het mogelijk een aantal statistieken bij te houden. De belangrijkste resultaten zijn als volgt.
2. In de 102 geïnventariseerde gemeenten zijn er in het totaal 102.983 onbebouwde percelen. 3. Hoewel geenszins wetenschappelijk
verant-w o o r d , impliceert het extrapoleren van voor-meld cijfergegeven een beschikbaarheid van 300.000 percelen in Vlaanderen.
Exacte cijfers kunnen pas gegeven worden in-dien alle Vlaamse gemeenten een inventaris hebben opgesteld en jaarlijks bijhouden, z o a l s dit ook vooropgesteld is in het decreet op de ruimtelijke ordening.
4. Met betrekking tot de beschikbaarheid van de kavels in de geïnventariseerde 102 gemeenten kan ik wijzen op volgende feiten.
– Een deel van de geïnventariseerde percelen is gelegen in een goedgekeurde verkaveling. Deze percelen kunnen dus onmiddellijk be-bouwd worden.
Uit gemeentelijke woononderzoeken blijkt dat de realisatiegraad van verkavelingen – naargelang hun ouderdom en grootte – schommelt van 60 % tot 90 % in een periode van tien jaar.
– De helft van de percelen is gelegen langs een uitgeruste weg, maar buiten een verkaveling. Aangenomen wordt dat daarvan 30 % op tien jaar tijd op de markt komt.
– Meer dan 22.000 percelen zijn gelegen in een bijzonder plan van aanleg (BPA ) .A a n g e z i e n de gemeente het initiatief neemt bepaalde gebieden te ordenen, mag hier worden aan-genomen dat ook effectief tot een vrijwel volledige realisatie kan worden overgegaan eveneens in een periode van tien jaar.
– Bijna 30.000 percelen zijn momenteel nog niet uitgerust met wegen (de zgn. b i n n e n g e-b i e d e n ) . Deze kunnen niet onmiddellijk e- be-bouwd worden zonder wegenaanleg, de op-maak van een BPA (bv. voor de percelen ge-legen in woonuitbreidingsgebied) of een ver-kavelingsplan.
De mate waarin deze percelen op de markt k o m e n , hangt af van het particuliere initia-tief (verkavelingsaanvragen) of van het be-leid dat de gemeente voert (opmaken BPA , o n t e i g e n i n g e n , verwerving en ontwikkeling, ...).
Bij ontwikkeling van dergelijke binnengebie-den wordt uitgegaan van een vrijwel volledi-ge realisatie binnen een tijdspanne van tien jaar.
deel van de percelen (90 %) in woonzones l i g t , geordend is via een bijzonder plan van aanleg of in een verkaveling ligt. Deze perce-len kunnen dus bebouwd worden volgens de geldende voorschriften.
