• No results found

sefD P O L IT IE K W E T E N S C H A P

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "sefD P O L IT IE K W E T E N S C H A P"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'■ ■ 'l.'Trt-i

sefD

P O L IT IE K W E T E N S C H A P

e s s a y

Na de moord op

Theo van Gogh

HAJER ^M ARCEL MAUSS

NNEMA&JEAN TILLIl

m a a r t e n

MEINDERT FE

EN

L V -1

__ ----w-^-:rA-5Miea«i^SBHBri3BluSBSl6‘SSfr

Turkije tti de EU>

Pro&contru

'JGUST HANS DEN BOEF S f RENÉ CUPERUS [c o n m ] S/KUTSAL

(2)

sefD

S O C I A L I S M E & D E M O C R A T I E

Maandblad aan de Wiardi Beekman Stichting, oietensdiappelijkbureau aan de Partij aan de Arbeid J A A R G A N G 61 N U M M E R 12 2 0 0 4

René Cuperus (eindredacteur)

Paul de Beer

Mieke Groen (medeuierker)

Maarten Hajer Paul Kalma (secretaris) Marijke Linthorst Margo Trappenburg Bart Tromp

R E D A C T I E R A A D

Thijs Wöltgens (uoorzitter) Broer Akkerboom Greetje van den Bergh Jet Bussemaker Jacobus Delwaide Edith Hooge Frans Leijnse Willem Witteveen Liesbet van Zoonen

R E D A C T I E A D R E S

Wiardi Beekman Stichting Postbus 1310

1000 BH Amsterdam telefoon (020) 551 21 55 telefax (020) 551 22 50 e-mail S&0 (Suitgeverijboom.nl internet www.wbs.nl U I T G E V E R uitgeverij Boom Prinsengracht 747-751 1 0 1 7 J X Amsterdam www.uitgeverijboom.nl A B O N N E M E N T E N

Bel (0522) 237 555 of mail bdc(|Dbdc.boom.nl voor een abonnement of kennismakingsnummer. De abonnementsprijs bedraagt € 71,-

per jaar. Instellingen en buitenlandse abonnementen; €130,-. Studenten/

aio/oio of js-abonnement: C 4 2 , - .

Losse nummers c 8,50.

Een abonnement kan op elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot één maand voor het einde van de jaargang.

Administratie Boom Distributiecentrum Postbus 400 7940 AK Meppel telefoon (0522)237555 telefax (0522) 253 864 Vormgeuing

Jos B. Koene (lag-out)

René van der Vooren (omslag & basisontwerp)

De redactie verwelkomt bijdragen ter beoordeling. Kopij graag toezenden per e-mail naar S&D(puitgeve rijboom.nl (als bijlage in Word).

U i t g e v e r s v e r b o n d G r o e p u i t g e v e r s v o o r v a k e n w e t e n s c h a p

© 2 0 0 4 Uitgeacnj Boom, Amsterdam

I SSN 0 0 3 7 -8 1 3 5

Niets uit deze uitgoae mag worden uermenigauldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming uan de uitgever.

(3)

CO LUM N

Savanna

In september werd de peuter Savanna dood ge­ vonden in de kofferbak van de auto van haar moe­ der en stiefvader. Jarenlang was ze mishandeld. De betroklcen Bureaus Jeugdzorg stelden een intern onderzoek in, waarvan de uitkomst is dat de situatie niet goed is ingeschat. Voortaan zullen kinderen in een soortgelijke situatie waarschijn­ lijk sneller uit huis worden geplaatst. Als dit de enige conclusie is, vind ik dat wel erg mager.

In het onlangs verschenen WRR-rapport ‘Bewijzen van goede dienstverlening’ wordt ge­ constateerd dat er op veel beleidsterreinen een stricte boedelscheiding bestaat. Verantwoorde­ lijkheden zijn gescheiden, er wordt afgerekend op meetbare output. Dat heeft veel negatieve gevolgen: verspilling van kennis, middelmatige prestaties van instellingen, geen debat over de doelstellingen en een stapeling van toezicht en verantwoording. Deze boedelscheiding doet zich ook voor binnen de jeugdhulpverlening. Instel­ ling A is verantwoordelijk voor probleem x, in­ stantie B voor probleem y en organisatie C voor probleem z. Oók als die problemen zich binnen één gezin voordoen.

Als nieuwste wapen wordt de ‘ketenregie’ in stelling gebracht. De hulpverlening vormt een keten waarvan de schakels naadloos op el­ kaar moeten aansluiten. Op het geheel van de schakels moet dan regie worden gevoerd. Dat kan werken. Maar alleen als de betroklcen instel­ lingen bereid zijn hun eigen organisatie onder­ geschikt te maken aan de oplossing van het pro­ bleem en daarbij zonodig over de grenzen van de eigen taakomschrijving heen te stappen. In het geval van Savanna had de politie een melding van mishandeling gekregen van de thuiszorg. De politie liet het erbij zitten omdat de melding óók was gedaan bij het Meldpunt Kindermishande­ ling. Het minste dat er had moeten gebeuren was

dat de politie contact had opgenomen met het Meldpunt om te overleggen wie er actie zou on­ dernemen. Helaas. De districtschef merkt, bijna gelaten, op dat er nu eenmaal een ‘grijs gebied is tussen hulpverlening en strafrecht.’

Hoe is het mogelijk dat het bestaan van een grijs gebied wordt aangevoerd als verldaring of zelfs excuus? Grijze gebieden zijn geen feno­ menen die ons overkomen, zoals het weer. Ze zijn het gevolg van menselijk handelen, of het ontbreken daarvan. Een probleem behoort ‘niet tot onze verantwoordelijkheid.’ In het geval van Savanna was de afloop dodelijk. Maar ook in minder dramatische simaties leidt stricte taak­ afbakening vaak tot een hoop ellende. Kinderen krijgen te laat de hulp die zij nodig hebben.

Op de ‘werkvloer’ van de jeugdhulpverlening worden soms mooie initiatieven genomen. Dan zitten leerplichtambtenaren en Bureau Jeugd­ zorg met elkaar om de tafel of wordt een mede­ werker van Bureau Jeugdzorg voor een aantal uur per week gestationeerd op een school. Maar geslaagde experimenten krijgen vaak geen ver­ volg. Omdat niet duidelijk is wie de kosten moet betalen of omdat het experiment niet spoort met de manier waarop de deelnemende instellingen georganiseerd zijn.

Hulpverleningsinstellingen zijn er om hulp te bieden. Als de wijze van organisatie adequate 3 hulpverlening in de weg staat, is er iets goed

mis. Dat los je niet op met structuurveranderin­ gen, maar met een culmurverandering. Geef de werkers ‘in het veld’ (weer) de ruimte om hun verantwoordelijkheid te nemen. En pas de orga­ nisatie daarop aan.

M A R IJK E LIN TH O R ST Redacteurs&D

(4)

I N T E R V E N T I E

Ik moet iets

doen!

Amsterdam, dinsdagavond. Ik loop over straat, ga naar de supermarkt om iets te eten te halen na een lange werkdag. Een vrij gebruikelijk ritueel, maar waarom voelt het vandaag dan zo anders? Ik doe iets waar ik me nog niet eerder mee bezig heb ge­ houden. Nooit eerder ben ik mij zo bewust geweest van mijn omgeving, van alle andere AH bezoekers, van alle andere weggebruikers, van de personen die naast mij staan te wachten voor het stoplicht. Zouden ze naar me kijken? Zouden ze iets van me denken? Zou er misschien iemand zijn die zich wil afreageren en mij daarvoor uitkiest? Ineens dringt het tot me door. Ikben niet meer alleen verdrietig, maar ik ben simpelweg bang. Voor het eerst ben ik bang vanwege het feit dat er mensen zouden kunnen zijn die in de combinatie van mijn haar, huidskleur, bouw etc. een Marokkaanse zullen her­ kennen... Wat zijn dattoch voor rare gedachten die bij mij opkomen?

De hele dag heb ik de reacties gevolgd op inter­ net, de reacties om me heen gehoord. Heel Neder­ land is simpelweg in shock. Niemand schijnt het meerte begrijpen en niemand kan er een zinnige verklaring voorgeven. Nee, natuurlijk niet! Hoe kan er een zinnige verklaring gegeven worden voor de meest onzinnige daad die een zinnig mens zich voor kan stellen? Het wordt een avond voor de buis, een avond waarin ik niet kan ontsnappen aan de 4 confrontatie met datgene waar ik me al lange tijd

zorgen om maak.

De hele avond hoor ik van alles, maar het gaat allemaal vooreen groot deel langs me heen. Ik denk eigenlijk maaraan één ding: Ik moet iets doen! Hoe kan ik hier blijven zitten en toekijken terwijl ik misschien wel een positieve bijdrage zou kunnen leveren aan deze samenleving die mij zo lief is. Maar wat moet ik dan doen? Wat kan ik ei­ genlijk doen? Een vraag die ik zo graag zou willen beantwoorden. Een vraag die ik zo heel af en toe

denkte kunnen beantwoorden, maar waar ik toch elke keer niet uitkom. Die dinsdagavond en de we­ ken die erop volgen lijk ik de enige te zijn die niet weet wat er moet gebeuren...

Moskeeën en scholen die het mikpunt zijn van agressie en vandalisme, wetten die moeten sneuve­ len, wetten die aangescherpt moeten worden, mi­ nisters die vervangen zouden moeten worden, har­ dere aanpak, niet alles zeggen watje denkt, juist wel alles zeggen watje denkt... Ineens schijnt iedereen een meningte hebben en deze mening ook vooral te willen ventileren. Is het valse bescheidenheid van mezelf dat ik geen antwoorden denkte hebben? Hoe kan ik antwoorden hebben als alle antwoorden al gegeven worden en even later door een ander alweervolledig neergesabeld worden. Als de politiek niets ofte weinig van zich laat horen dan staan we allemaal op onze achterste poten. Als de politiek wel iets van zich laat horen dan weten we altijd wel weer een manierte vinden om ergrote kritiek op te uiten. 'De Marokkaanse gemeenschap' laatte weinigvan zich horen, maar wat ontzettend goed dat ook uit deze groep de aficeuring wordt uitgesproken over de verschrikkelijke daad die op die bewuste dinsdag gepleegd is. Alsof de verwachting er was dat een dergelijke daad goedkeuring zou genieten.

Als ik mijn observaties zou moeten samenvat­ ten dan kom ik al snel terecht bij wantrouwen. Hoe komt het toch dat we metz’n allen zo weinigver- trouwen in elkaar hebben? Is dit een erfenis waar we ons zo snel mogelijk van moeten ontdoen of is dit een trend die wij op alle mogelijke manieren zou­ den moeten stoppen? Misschien moet ik niet zo veel commentaar hebben en het feit omarmen dat Ne­ derland ontwaakt is uit een diepe winterslaap, ook al zijn we helaas gewekt door een enorme storm die behoorlijk wat onherstelbare schade heeft aan­ gericht. We kunnen nu niet anders dan de rommel opruimen en langzaam weer alles opbouwen, maar dit keer met stevige fundamenten. Het lijkt erop dat de naïviteit in Nederland vooreen groot deel wel verdwenen is, dus laten we ook niet naïef zijn door

(5)

I N T E R V E N T I E

te denken dat er nooit meer storm op komst zal zijn, maar laten we zorgen dat we zowel voor, tijdens als na de storm metz’n allen rechtop kunnen blijven staan zonder om te vallen en elkaar recht in de ogen aan kunnen blijven kijken.

LAI LA B E R R IC H Fiscaal-juridisch aduiseur

Als

het gaat om urijheid

uan meningsuiting...

Nu bij de ‘Vrienden van Van Gogh’ de eerste luid­ ruchtige woede plaats lijkt te hebben gemaakt voor stil verdriet en we niet meer dagelijks lezen en ho­ ren hoe ‘de politieke elite’ met ‘hun doorgeschoten tolerantie’ in gebreke is gebleven bij het bescher­ men van Van Gogh, heeft in de politiek de periode van geschokt zwijgen juist plaats gemaakt voor een oprisping aan ideeën, antwoorden en stoere taal. Struikelend van de ene mediahype naar de andere, lijkt men zich steeds pas een dag laterte realiseren wat er nou eigenlijk helemaal precies aan de hand was. Gelukkig hebben de meeste politici inmid­ dels wel een weblog ofeen nieuwsbrief waarin zij

gehaast kunnen uitleggen waarom hun misstappen van de vorige dag heus niet zo mis waren.

Zo kon het gebeuren dat, toen Andries Knevel godsdienstleraar Abduljabbarvan de Ven in de val lokte, de Vereniging van Fractievoorzitters in allerijl in de pen klom om de ministerte vragen ofdat nou allemaal wel kon, op tv zeggen datje een politicus dood wenst. ‘Als er geen wet tegen bestaat, dan maken we een wet!’, hoorde ik Wouter Bos zelfs zeggen.

En zo kon het gebeuren dat Balkenende, bij het in ontvangst nemen van het eerste oranje ‘RespectzAll’ armbandje, zei dat sommige dingen nou eenmaal niet gezegd dienen te worden. Op zich woorden waar ik mij wel in kan vinden, maar die wel erg ver afstaan van de oorspronkelijke mo­ tieven van de initiatiefnemers van het armbandje, die het vooral uit geschoktheid over de beest­

achtige moord op Van Gogh hadden gedaan. Van Gogh, de man van het vrije woord.

En zo kon het gebeuren dat de Vereniging van Fractievoorzitters zich, geconfronteerd met de uitspraak van Van Gogh dat ‘als iemand kanker verdient (...) het Paul Rosenmöller is, de hopman van politiek correct Nederland, mogen de cellen in zijn hoofd zich tot een juichende tumor vormen (...) Laat ons pissen op zijn graf’, niet veel verder kwam dan de constatering dat die uitspraak toch echt in een andere tijd gedaan werd. Moet dat dan allemaal zomaar kunnen, dat die tijd de hele tijd verandert?

De uitspraken van Jabbar van de Ven waren natuurlijk ook stuitend. Met name omdat ze doel­ bewust gemaakt lijken te zijn, in een tijd waarin iedereen en alles in Nederland op scherp staat. Dat maakt zijn uitspraken beangstigend en be­ dreigend. Ik herinner me echter ook nog goed de explosieve sfeer die er in Nederland heerste na de moord op Fortuyn. Was de uitspraak van Van Gogh, die tegelijkertijd veel sprak over het klimaat dat geschapen was om de moord op Fortuyn mogelijk te maken, op dat moment misschien niet netzo be­ dreigend en beangstigend? Is onze angst voor het moslimterrorisme voldoende reden om deze twee gevallen verschillend te bekijken?

Het is eigenlijk maar een heel dun lijntje dat loopt tussen iemand beoordelen als een potenti­ ële bedreigingvooronze rechtsstaat ofdiezelfde persoon beoordelen als potentieel slachtoffer van een moordaanslag. Waar Van Gogh’s uitspraken volgens sommigen reden hadden moeten zijn om hem persoonsbeveiligingte geven, zouden de uit­ spraken van Abduljabbarvan de Ven volgens velen aanleiding moeten zijn om hem doordeAiVD in de gaten te laten houden. In wezen is dat verschil raar. Stel dat Van Gogh bescherming had gekregen en geaccepteerd, had de overheid dan van hem mo­ gen vragen om zich in te houden om de dreiging te verminderen? Of had hij een vrij brief gehad om te roepen wat hij wilde, zonder dat we ons daarbij de vraag zouden stellen of het gerechtvaardigd is iemand beschermingte bieden die bij voortduring zichzelf of mogelijkerwijs zelfs de maatschappelijke stabiliteit in gevaar brengt?

(6)

I N T E R V E N T I E

En welke regeling moet dan metAbdulJab- bar van de Ven getroffen worden? Houden wij hem slechts in de gaten ofwillen we ook bij hem voorkomen dat hem iets gewelddadigs overkomt? Misschien hoeft erwel geen nieuwe wette komen, maar moeten we gewoon de persoonsbeveiliging voortaan ook doorde a iv d laten doen.

M A R TIJN B E C K E R S Kenniscentrum PudA

Speeltje

voor

technocraten

Eind oktober publiceerde de Volkskrant een interes­ sant vergezicht op de verzorgingsstaat van de toe­ komst. De tekst, ‘Sociale zekerheid als investering’, was ondertekend dooreen illuster gezelschap van vakbondsbestuurders, werkgevers, wethouders, verzekeraars en de voorzitter van de s e r, die elkaar in De Balie ontmoetten. Terwijl het kabinet pro­ beerde het geschonden vertrouwen van de sociale partners terug te winnen, hadden diezelfde part­ ners in het Balie-beraad de steven allang naar de toekomst gewend.

Het uiteindelijk met moeite bereikte sociaal ak­ koord heeft dat Balie-manifest naar de achtergrond gedreven. Dat is jammer. Coalitie-fracties spreken van een vernieuwingsakkoord voorde toekomst, maar die naam mag het niet hebben. De thema’s uit het sociaal akkoord waren bijna allemaal ook al tijdens het najaarsakkoord in 2003 aan de orde. 6 VUT- en prepensioen-regelingen worden afgeschaft

en vervangen dooreen levensloopregeling. Maar het kabinet sprak met de sociale partners geen concrete prestatiedoelstellingen af om de ar­ beidsparticipatie te verhogen. Evenmin kan ze aan­ geven in hoeverre de levensloopregeling bijdraagt aan de verlichting van het ‘spitsuur in het leven’. Voor wat betreft de WAO heeft het kabinet zijn beleid weer schoorvoetend aangepast aan het oor­ spronkelijke SER-advies. Kortom, het is goed dat er een sociaal akkoord is gekomen, maar het is eerder

een akkoord van het verleden dan van de toekomst. De regering heefteen jaar onnodig onzekerheid en onrust gecreëerd, door nu afspraken te maken over thema’s waar ze dat ook en met betere resultaten in 2003 al had kunnen doen.

Intussen zouden we onze blik moeten richten op dat Balie-manifest. Het interessante vind ikvooral dat de auteurs proberen een nieuwe visie op de ver­ zorgingsstaat te schetsen door over de grenzen van beleidsterreinen heen te kijken en ontwikkelingen in het onderwijs, de arbeidsmarkt en de zorg met elkaar te verbinden. Aldus creëert het Balie-beraad een nieuw perspectief op de huidige, tamelijk mar­ ginale levensloopregeling van het kabinet: echte winst valt te behalen door het denken overnieuwe combinaties van werk, leren, vrije tijd en zorgtaken in het gehele stelsel te verwerken.

De Balie-gangers laten op een boeiende ma­ nier zien hoe een beschermingsinkomensniveau gecombineerd kan worden met het garanderen van een basisinvesteringsniveau. Het eerste verte­ genwoordigt de traditionele beschermingsfunctie en verwijst naar een fatsoenlijk bestaan waarin nie­ mand tot armoede vervalt. Het tweede verwijst naar de mogelijkheden van burgers om te investeren in hun eigen (arbeids-)participatie. De Balie-gangers geven zo aan dat we burgers niet alleen passief moeten beschermen, maar hun vooral mogelijk­ heden in handen moeten geven om zelfverant­ woordelijkheid te dragen en naareigen inzichtte investeren in combinaties van leren, werken en zor­ gen en daarmee in duurzame arbeidsparticipatie.

Deze gedachte bouwt voort op wat de Britse socioloog en adviseurvan Blair, Anthony Giddens, heeft aangeduid als de social inuestment state. Het kabinet lijkt dergelijke omslagen niette durven maken. In de ‘Verkenning naar nieuwe accenten op het terrein van arbeid en inkomen’ die minister De Geus onlangs naarde Kamer stuurde, beperkt hij zich tot een schets van mogelijke beleidsrichtin­ gen. Hij maakt geen keuze. Tussen de regels door klinkt wel eenvoorkeurvooreen Angelsaksisch mo­ del waarin sprake is van karige voorzieningen voor de groep aan de onderkant die echt niet in staat is voor zichzelfte zorgen en waarin anderen de ruimte en de verantwoordelijkheid wordt geboden om

(7)

I N T E R V E N T I E

hun eigen bestaan in te richten. Tegelijkertijd wil De Geus Scandinavische resultaten behalen als het om arbeidsparticipatie gaat. Dat gaat echter niet samen. In de praktijk lijkt het Angelsaksiche den­ ken te domineren, waarin mensen door middel van negatieve financiële prikkels gestimuleerd moeten worden de arbeidsmarkt op te gaan.

Die voorkeur vinden we ook terug in de w a o- plannenvan het kabinet: je moet wel heel erg ziek zijn wil je nog voor een volledige uitkering in aan­ merking komen. Alle anderen die wel ernstig, maar gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, moeten maar voorzichzelfzorgen, en wie dat niet kan doorzijn arbeidskansen geheel te benutten, is aangewezen op de bijstand. Het kabinet heeft voorstellen ont­ wikkeld die niets meer met de menselijke en eco­ nomische werkelijkheid te maken hebben, maar die gaan over volstrekt theoretische berekeningen over wat iemand kan en o f daarvoor theoretische banen denkbaar zijn (denk aan de bonzaiboom- kweker). Dit heeft niets te maken met modern investeren in mensen. Deze plannen doen eerder denken aan wetgeving uit begin vorige eeuw, zoals de Ongevallenwet.

Door te wijzen op een collectieve verantwoorde­ lijkheid voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, maar ook scholingen zorgtaken, erkent het Balie- beraad opeen moderne manier de waarde van so­ lidariteit en gemeenschappelijke verantwoordelijk­ heid. Daarmee is het manifest een beter alternatief dan het huidige kabinetsbeleid dat gebaseerd is op eigen verantwoordelijkheid en een individuele opbouw van levenslooppotjes. Het is ook een beter alternatief dan oude plannen vooreen ministelsel die al snel zouden leiden tot een maatschappelijke tweedeling.

Een hervormingsagenda op basis van het Balie- beraad kan van de verzorgingsstaat weer een pro­ ject maken dattot de verbeelding spreekt, in plaats van een speeltje voortechnocraten. Laat het kabinet de handschoen opnemen. Nu het sociaal akkoord met de sociale partners zo goed als rond is, is het de hoogste tijd voor het nieuwe toekomstproject.

Professionals

in de

gemeenteraad

In 2002 werd in gemeenten het dualisme ingevoerd. Natiën jaartobben, meerdere staatscommissies en een wetswijziging was het officiële Haagse ant­ woord op de crisis in de lokale democratie daar. Ge­ meenteraden moeten op hoofdlijnen kaders gaan stellen, controleren en volksvertegenwoordigen. Abstracte doelen die — kan ik inmiddels uit erva­ ring melden — de pet van de meesten van de hui­ dige generatie raadsleden verte boven gaan. Voor die post-Fortuyn-generatie is de angst voorde boze burger het hoogste evangelie. De veranderingen in cultuur en werkwijze die nu van raadsleden wordt verlangd, zou in een raad als de Arnhemse van iggo (zoals ooit pijnlijk doorGerard van Westerloo in vn

geportretteerd) met zijn hoogopgeleide overheids­ dienaren in een beperkt aantal landelijke partijen, beduidend makkelijkerte realiseren zijn geweest dan met de huidige Arnhemse raad, waarin elf frac­ ties, waarondervier lokale lijsten en de SP, elkaar en het college het leven zuur maken. Het dualisme veronderstelt een ‘professionaliteit’ van raadsleden die allang niet meer bestaat.

Dat politici zich rekenschap moeten geven van de wensen en belangen van burgers is evident. Arrogante machtspolitici dragen niet bij tot de kwaliteit van het democratisch bestuur. Datzelfde geldt echter voor (hoog- of laagopgeleide) cynici die nu in steeds grotere getale de gemeenteraden bevolken. In een tijd dat het lokale beleid steeds complexer wordt en de lokale ruimte voor simpele oplossingen van maatschappelijke problemen ont- 7 breekt, is een zekere ‘professionaliteit’ van lokale politici een zegen. Als het succes van Pim Fortuyn een ding heeft duidelijk gemaakt, is het dat er in brede lagen van de bevolking behoefte bestaat aan gezag en leiderschap. Raadsleden die doodsbang zijn geworden om burgers tegen de haren in te strijken, kunnen daarbij gemist worden. J ET B U SSEM A KER

lid uan de Tweede Kam er uoor de Partij uan de Arbeid

RO ELA N D KR EEFT

senior-aduiseur bij Gerrichhauzen en Partners

(8)

Na de moord op

Theo van Gogh

Sinds 2 november is Nederland verwikkeld geraakt in

een debat over de betekenis van de moord op

Theo van Gogh. Maarten Hajer ScMarcel Maussen

reconstrueren dit proces van betekenistoedeling.

Ze ontwaren drie ‘discussieframes’: de aanval op de

meningsvrijheid, de oorlog tegen de terreur en de

mislukte integratie. Ze roepen links op een

alternatiefte ontwikkelen voorde dominante taal van

het ‘nieuwe realisme’.

Meindert Fennema &Jean Tillie schrijven ‘Nederland in

shock’ een recept voor:

Nederland heeft behoefte aan een van onderop

georganiseerde diversiteit. Dit betekent een terugkeer

naar het multiculturalisme en de oprichtingvan een

democratische anti-immigranten partij.

Op de internetsite van

s

&

d

(www.wbs.nl) staat onder

de titel ‘De crisis van de vrije meningsuiting’ een

derde bijdrage aan dit s&D-thema van de hand van

Jan Blommaert, een artikel uit ons Belgischezusterblad

‘SamenlevingSc Politiek’.

(9)
(10)

Na de moord op Theo van Gogh (i)

Betekenisgeving aan de

moord: een reconstructie

10

M A A R TE N H A J E R & M A R C E L M A U S S E N Wat de politieke betekenis is van de brute moord op Theo van Gogh wordt bepaald in de uren, da­ gen en weken die volgen op de gebeurtenis. Dit artikel analyseert de discussie na de moord als een proces van betekenistoedeling. Hierbij ma­ ken wij gebruik van de concepten ‘kader’ (frame) en ‘vertoog’ (discourse).

Betekenisgevende kaders of rasters bepalen vervolgens wat we waarnemen en hoe wij de situatie interpreteren. Kaders bakenen feno­ menen en gebeurtenissen af van andere; leggen bepaalde verbanden maar sluiten andere ook uit. Ze helpen problemen te definiëren en beleid te maken. Wij zien drie belangrijke ‘frames’ in de discussie.

FRAME I ;

Aanval op de vrijheid van meningsuiting

Na de eerste schok wordt de moord op Van Gogh ingekaderd als een aanslag op de vrijheid van meningsuiting. Job Cohen spreekt op een pers­ conferentie van een ‘laffe moord’ en ‘een enorme inbreuk op de vrijheid van meningsuiting’ en

Over de auteurs M aarten H ajer is hoogleraar Be­ stuur en Beleid. Marcel Maussen promoueert op de discussies ouer moskeeuestigingen in Nederland en

Frankrijk. Beiden zijn uerbonden aan de Afdeling

Politicologie en aan de Amsterdamse School voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek (a ss r) van de U niuersiteit uan Am sterdam.

Noten Zie pagina i /

later op de Dam: ‘Theo maakte met veel mensen ruzie. Ook met mij. En dat mag in dit land.’' De productieve werking van deze eerste framing is dat mensen onmiddellijk weten wat hun te doen staat. De manifestatie op de Dam moest er een zijn van lawaai. Van Gogh moest niet door een stille tocht worden herdacht, maar juist door een demonstratie die zijn gebruik van de uitingsvrij­ heid en zijn tegendraadsheid verdedigde als de­ mocratische verworvenheid van de Nederlandse samenleving. Bovendien is duidelijk tegen wie zich de publieke verontwaardiging richt: tegen de tegenstanders van het vrije woord. Gezamen­ lijk kabaal kanaliseert woede en onmacht.

De eerste dagen lijkt er slechts één tegenstel­ ling te bestaan, namelijk die russen voor- en tegenstanders van het recht op vrije meningsui­ ting. Gaandeweg ontwikkelt dit frame zich tot iets dat tussen gelovige moslims en andere Ne­ derlanders in komt te staan. Rita Verdonk intro­ duceert het idee dat met name moslims nog niet gewend zijn aan de Nederlandse democratische verworvenheid in Buitenhofop 14 november: ‘Ik zou er wel op willen wijzen dat wij op dit mo­ ment te maken hebben natuurlijk in Nederland met een moslimgemeenschap die een lager niveau van incasseren heeft dan de gemiddelde Nederlander, ook de gelovige Nederlander. En ik kan me toch niet voorstellen dat collega Donner bedoelt dat wij dan naar een lager incasserings­ vermogen toe moeten met z’n allen.’

Moet iedereen tegen een stootje kunnen? Met name moslims lijken daartoe onvoldoende

(11)

Na de moord op Theo van Gogh M. H ajer& M. Maussen Betekenisgeving aan de moord: een reconstructie

bereid: ‘De God van de moslims is echt heel ge­ voelig en voelt zich snel beledigd.’^ Hier wordt onderhandeld over de hedendaagse betekenis van vrijheid van meningsuiting. Die impliceert niet 'de vrijheid om de mensen tot in hun ziel pijn te doen’, zoals Remco Campert direct stelt. Bas van StoMcom merkt op: ‘De kosten van vrije meningsuiting vallen bepaald niet voor ieder ge­ lijk uit. Sommige etnische of religieuze groepen worden meer uitgescholden en vernederd dan andere. En lang niet iedereen is in staat zich goed te verweren.’^ In plaats van een simpele dichoto­ mie tussen voor- en tegenstanders van vrijheid komt er geleidelijk ook meer oog voor moslim

bashing en voor de inhoud van het debat.">■

Het is de vraag of het frame ‘vrijheid van meningsuiting’ wel het meest geschikt is om de moord op adequate wijze te begrijpen en betekenis te verlenen. Herman van Gunsteren meent dat het gebruik van dodelijk geweld als belangrijkste aspect van het incident moet wor­ den gezien. Volgens Van Gunsteren zijn in een rechtsstaat alle vormen van geweld en eigenrich­ ting verboden, los van de vraag naar de inzet van de strijd en de motieven van de moordenaar: 'De moord is primair een aanslag op de lichamelijke integriteit. Geweld tegen lichamen is naar Ne­ derlands recht een verboden strijdmiddel russen burgers onderling. Ongeacht de inzet van die strijd.’S

FRAME 2;

Oorlog aan de terreur

Op 3 november kopt de Volkskrant‘Moord begin heilige oorlog in Nederland’. De dag na de moord vergelijkt Jozias van Aartsen de nieuwe situatie met de Koude Oorlog. Volgens de fractievoorzit­ ter van de v v dmoet deze strijd op alle fronten

gevoerd worden: door veiligheidsdiensten, door hard optreden van de overheid en door de ideeën van radicale moslims actief te bestrijden.® In zijn hoedanigheid als vice-premier en vervanger van minister-president Balkenende stelt Zalm: ‘We verklaren in ieder geval de oorlog terug. We gaan de oorlog aan om dit soort extremisme en

radicalisme te bestrijden. Daar zullen we op alle fronten extra middelen voor inzetten.’7

Het is een fout om dit oorlogsframe als ‘reto­ riek’ weg te zetten. Op basis van dit kader wordt ten slotte in hoog tempo een heel scala aan beleidsstrategieën en mogelijke acties ontwik­ keld. De beelden ‘oorlog’ en ‘terreur’ helpen bij het benadmklten dat de tijd van praten voorbij is; het is tijdvoor (harde) actie. Geert Wilders stelt voor om de tweehonderd mensen die door de A i v D in de gaten werden gehouden ‘bij voor­ keur overmorgen’ het land uit te zetten 'ook als ze nog geen strafbare feiten hebben gepleegd.’ ^ M inister Donner stelt dat radicale moslims ook ‘op grond van hun uiterlijk’ opgepakt kunnen worden.9 In de discussie wordt het beeld van 'terreur’ vervolgens opgerekt, zodat ook kleine geweldsdelicten als terreur worden begrepen. Dan wordt het wapen van denamralisatie en ‘deportatie’ in stelling gebracht. Volgens W il­ ders moeten ook Maroldtaanse jongeren, die zich schuldig maken aan het ‘terroriseren’ van buurten, gedenaturaliseerd worden: ‘Hebben ze een dubbele nationaliteit. Dan moetje de Ne­ derlandse afpakken, laat ze het maar voelen.’'° Typisch iets voor Wilders? Nee, ook Paul Scheffer hanteert deze verbreding van het beeld van een algehele strijd tegen ‘terreur’ als middel tegen de overlast door Marokkanen: wij moeten niet w ij­ ken ‘voor kleine straatterreur of grote politieke terreur.’”

Een sterk frame leidt actoren in het debat. In dit geval blijkt de macht uit het gemak waarmee zowel het onderscheid tussen ‘echte’ en ‘papie­ ren’ Nederlanders wordt gehanteerd om ‘dena- turalisatie’ en ‘deportatie’ als een middel tegen 'geweldsmisdrijven’, ‘terreur’ en ‘extremisme’ te kunnen inzetten. Op 26 november 2004 stemt het Kabinet in met een voorstel van minister Verdonk om Nederlanders die een ‘misdrijf te­ gen de staat’ plegen hun paspoort te ontnemen.” Dat is in Nederland niet meer voorgekomen sinds collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog hun stemrecht, hun Nederlanderschap en hun paspoort verloren. D

In de spiraal van geweld waarin Nederland te­ il

(12)

Na de moord op Theo van Gogh M. H ajer& M . Maussen Betekenisgeving aan de moord: een reconstructie

rechtkomt, bekritiseren ondermeer Van Heemst (PvdA) en Halsema (GroenLinks) de oorlogstaal van vice-premier Zalm. Terecht. Het frame van ‘oorlog tegen terreur’ verdraagt geen discussie over adequate strategieën om de vijand te ver­ slaan. Oorlogsmetaforen mobiliseren het beeld van een aangevallen volk dat de rij en moet slui­ ten en zijn waarden moet verdedigen tegenover de ‘vijand’. Wie in tijden van oorlog de dialoog zoekt is naïef, wie weigert zijn afschuw voor de vijand uit te spreken is een ‘verrader’. Op zoek naar een rol kan iemand die de vij and verzwakt door een moskee in brand te steken zichzelf zien als een ‘verzetsstrijder’^^

Het oorlogsframe werkt op een gevaarlijke plaats als een zogenaamd wedge issue, als een wig: het scheidt een bepaalde groep van een andere groep. In een verantwoorde betekenistoedeling is het de kunst om steeds een helder onderscheid te maken mssen de fundamentele strijd tegen gewelddadige extremisten aan de ene kant en de zorg om de burgers die binnen de grenzen van de rechtsstaat opereren aan de andere kant. Door beelden als ‘oorlog’, ‘terreur’ en ‘strijd’ te koppelen aan allerlei andere sociale thema’s — zoals de ‘terreur door Marokkaanse jongeren’ (Wilders, Scheffer) — wordt een brede politiek­ maatschappelijke crisis gecreëerd, niet opgelost.

FSA M £ 3:

De mislukte integratie

De moord op Van Gogh wordt ook in het kader geplaatst van het falen van het Nederlandse integratiebeleid. Na de moord op Van Gogh kan 12 niemand zijn ogen meer sluiten, aldus Scheffer: ‘... nu ligt daar een lichaam met een slagersmes onder een wit laken op straat en iedereen weet dat we onszelf voor de gek hebben gehouden.’ ^5 Als vanzelfsprekend wordt hier de link gelegd naar het ‘softe en naïeve’ integratiebeleid. Het frame suggereert een versnelde ombouw van een beleid van multiculturalisme naar een beleid gebaseerd op ‘eisen stellen’ en aanpassen. Frames maken dat je weet w atje te doen staat na de moord: meer inburgeringscursussen, meer

harde eisen, geen subsidies voor migrantenor­ ganisaties, geen overleg met allochtone mooi­ praters. De achterkant van een frame is dat het andere gezichtspunten uitsluit.

De sleutelvraag is of we het succes / falen van de integratie wel mogen afmeten aan de moord op Van Gogh. Door die als metafoor in te zetten worden de conclusies van de commissie Blok, dat het minderhedenbeleid op sommige punten wel succesvol was geweest, terzijde geschoven. Een interessante ‘verboden waarheid’ is dat het befaamde — en inmiddels bijna beruchte — ‘integratie met behoud van eigen identiteit’ al in de j aren tachtig is afgezworen. Het is vervangen door een algemeen beleid gericht op indivi­ duele integratie en niet veel later door beleid gebaseerd op de plicht tot ‘inburgering’.'® Maat­ schappelijke problemen en sociale spanningen manifesteren zich pas echt nu het netwerk van etnische zelforganisaties, minderhedenraden en overheidssubsidies is afgebroken. Onderzoek van Fennema en Tillie suggereert dat radica­ lisering met name gevaarlijk wordt wanneer bestaande organisaties verdwijnen (zie elders in dit nummer).

DE D R E I G E N D E P OLARI S AT I E

De frames van vrijheid van meningsuiting, de oorlog aan de terreur en het mislukte integratie­ beleid lijken stevig en robuust. Maar is dit wel zo? Uiteindelijk verzwakken deze kaders de Ne­ derlandse samenleving juist, doordat ze leiden tot een verdergaande polarisatie. Het probleem is dat twee thema’s worden samengevoegd die bij uitstek gescheiden moeten worden gehou­ den: terreurbestrijding en integratie. De beelden van oorlog en vijanden (het militaire optreden in het Haagse Laalckwartier gaf hier nog eens extra

footage voor) zullen sommigen als ‘daadkrachtig’

voorkomen terwijl anderen zich afvragen aan welke kant de politiek hen eigenlijk ziet staan. Moet de (religieuze, radicale) Maroklcaansejon- gere zich nu aangesproken zien als vijand of als vriend?

De gehanteerde taal is bovendien

(13)

Na de moord op Theo van Gogh M. Hajer& M. Maussen Betekenisgeving aan de moord: een reconstructie

antwoordelijk voor een gevaarlijke geweld- spiraal. Brandende moskeeën of islamitische scholen zijn de collateral damage van het oor- logsframe. Een minister van Integratie die stelt dat brandstichting weliswaar ernstig is en moet worden veroordeeld, maar dat wij toch ook niet moeten overdrijven'7 overziet de complexiteit van de betekenis niet. Hier past domweg geen weging. In 1938 vormde de Kristallnachthetbe- gin van een algehele vervolging van de joodse gemeenschap in Duitsland, zoals het Deense dagblad Politik opmerkte.'^ Het fundamentele probleem met het oorlogsframe zijn, zoals altijd, de onbedoelde effecten.

Een derde belangrijke negatieve consequentie van de huidige inkadering is de inbreuk op de basisprincipes van de democratische rechtsstaat. Hoeveel Nederlandse moslims zullen inmiddels vrezen dat ook hun Nederlandse staatsburger­ schap voorwaardelijk zal blijken te zijn? En wat betekent dat voor hun opstelling in deze tijden van meningsvorming en onzekerheid?

A L WE E R DE S T I LT E VAN L I N K S

Naar aanleiding van het bovenstaande kan worden gesteld dat links de regie over de wer- kelijlcheidsdefinities volledig kwijt is; dat het onvoldoende duidelijk is over zijn eigen positie ten aanzien van de rechtsstaat en extremisme; en dat het een onvoldoende helder beeld heeft van de multiculturele samenleving en de islam.

Wij verMaren dit uit het feit dat links denkt in een taal of vertoog dat haaks staat op zijn kern­ waarden. Dit vertoog werd al benoemd in Voorbij

de onschuld. Het debat over de multiculturele samen­ leving van filosofe Baukje Prins. Zij spreekt van

het ‘nieuwe realisme’ dat wordt gebruikt door mensen die willen breken met de ‘politieke cor­ rectheid’. Tegenover een naïef idealisme en een gebrek aan realiteitszin presenteren de nieuwe realisten zichzelf als de spreekbuis van de ‘ge­ wone mensen’. Zij doorbreken taboes en durven de waarheid over de multiculturele samenleving te vertellen, een waarheid die juist de ‘autoch­ tone bewoners van de probleemwijken’ al jaren­

lang dagelijks ondervinden. De nieuwe realisten keren zich af van cultureel relativisme, stellen de waarden en praktijken van minderheidsgroepen ter discussie en zijn niet bang voor confronta- ties.'S Opinieleiders van politiek conservatieve signatuur merken dan ook op dat hun politieke tegenstanders nu 'eindelijk’ ookbereid zijn de werkelijldreid onder ogen te zien.

Neo-realisten handelen vanuit een sterk ge­ voeld besef voor de ‘maatschappelijke

werkelijk-Deframes van vrijheid van

meningsuiting, de oorlog aan

de terreur en het mislukte

integratiebeleid lijken robuust,

maar verzwakken uiteindelijk de

Nederlandse samenleving

heid’ gecombineerd met de moed, durf en wens om er ook over te spreken. Zij roepen anderen op om hun voorbeeld te volgen. In Vrij Nederland stelde Afshin Ellian, een belangrijke stem in het neo-realisme: ‘Je moet durven erkennen dat er op dit moment eén strijd gaande is russen barba­ rij en beschaving’.^® Minister Verdonk zag in het nieuwe realisme een van de weinige positieve ef­ fecten van de moord; ‘Toch voel ik dat eruit deze vreselijke daden iets goeds aan het voortvloeien is. De ontkenning is voorbij, we zijn ons bewust geworden dat het zo niet langer kan’.^* Het is kenmerkend voor de neo-realisten dat zij steeds menen precies te weten wat de ware aard van het 13 probleem is.

In een interview met de Volkskrant stelde Wouter Bos: ‘Er is iets kapot gegaan aan het beeld dat ik had van Nederland. Sinds drie weken realiseer ik me dat ik in een ander Nederland woon dan ik dacht. We moeten dit maar zo snel mogelijk als Nederlands gaan zien.’^^ Wij delen de sense ofurgency. Maar de vraag is natuurlijk wat nu precies niet langer kan: waar heeft het grote wegkijken betrelcking op? In het nieuwe

(14)

Na de moord op Theo van Gogh M. HajerSc M. Maussen Betekenisgeuing aan de moord: een reconstructie

realisme is de koppeling als volgt. Cultuurrela­ tivisme moet plaats maken voor ‘realisme’. We hebben te lang onze kop in her zand gestoken, en dat is met name de schuld van de ‘linkse kerk', van de ‘politieke correctheid’, de ‘idealisten’ maar bovenal van het 'postmodernisme’ en het ver­ waarlozen van de westerse waarden: ‘We zullen winnen als we onze krachten bundelen en ons kunnen ontdoen van nihilisme en cultuurrelati­

visme’. ^3 Radicale imams moeten het land w or­ den uitgezet en hun moskeeën moeten worden gesloten.

‘Realisten’ zetten zich af tegen ‘idealisten’. Hierin past dat de realistische visie gebaseerd is op reële en authentieke ervaringen. Kamerlid Ayaan Hirsi Ali en columnist en rechtsfilosoof Afshin Ellian zijn beiden gevlucht voor geweld en onderdruldcing door moslims en beiden heb­ ben zich fel gekeerd tegen de islam. Iedereen die hun werkelijkheidsdefinitie niet deelt is naïef. Niemand zal de ervaringen van deze intellectue­ len in twijfel trekken. Sterker nog, hun bijdrage is van groot belang voor het debat. Maar hier is ook sprake van morele chantage. Er zijn ook andere islamitische stemmen. Moslimvrouwen­ organisaties hebben herhaaldelijk gesteld dat zij Hirsi Ali niet als hun pleitbezorgster zien en de Marokkaanse Erasmusprijswinnares Fatima Mernissi wijst op de snel veranderende positie van de vrouw binnen de moslimgemeenschap (onder meer door de bevrijdende werking van het internet), een die veel beter aansluit op pro­ gressieve waarden.^'*'

Ook de progressieve politiek denkt via het neo-realistische vertoog. Dus putten linkse poli- 14 tici zich uit in verklaringen dat zij de afgelopen

decennia naïef zijn geweest, dat de werkelijkheid ■ en de werkelijke problemen nu evident zijn en

dat er zo snel mogelijk harde actie moet komen. Dus stelt Groenlinks voor om moskeeën waar extremistische preken worden gehouden te slui­

ten.^5 Vanuit de frame-analyse gezien is dit een enorme vergissing.

In Don’t think ofan Elephant! bespreekt de so- cio-linguist George Lakoff de politieke werking van frames of kaders in de Amerikaanse politiek.

Wie anderen kan laten denken in zelfbedachte vertogen en frames heeft de politieke strijd al half gewonnen. Lakoff stelt dat de Republikeinen een bijna hegemoniale macht hebben opge­ bouwd doordat ze veel beter dan de Democraten en andere ‘pwgressives' kunnen denken in ter­ men van frames.^® Iets soortgelijks is hier ook het geval. Links moet niet meegaan in het neo­ realisme. Ten eerste is de wetenschappelijke ken­ nisbasis voor die keuze zeer arbitrair. Ten tweede laten veel linkse waarden en denkbeelden zich niet helder of overmigend verwoorden in een neo-realistisch vertoog.

P R O G R E S S I E V E P E R S P E C T I E V E N

Voor links is het interessanter om de eigen waar­ den niet direct af te zweren. Het moet frames gaan hanteren die juist die eigen waarden als uit­ gangspunt nemen en die op de juiste plaats een wig drijven mssen een progressieve interpreta­ tie en een neo-realistische. Wij zien tenminste drie componenten.

De rechtsstaat als bondgenoot

‘Jullie rechtsstaat is de onze niet’ dachten links activisten nog in de j aren zeventig. De rechts­ staat was bij uitstek een thema voor stoffige en reactionaire rechtsgeleerden en niet voor geën­ gageerde en vernieuwende activisten. In tijden als deze blijkt dit een fundamentele misvatting. Ook progressief links moet zich onverkort op­ stellen achter de basisprincipes en regels van de democratische rechtsstaat, zoals gelijkheid voor de wet, behoud van de menselijke waardigheid, het bestrijden van discriminatie en geweld. Van­ uit deze basiswaarden moet ook een linkse poli­ tiek zich volledig inzetten voor veiligheid en de bestrijding van transnationaal terrorisme.

In kringen van islamitische Nederlanders zien velen de verworvenheden van democratie en rechtsstaat. Maar de huidige beelden (Laak­ kwartier, dreigen paspoorten af te nemen) stel­ len die verworvenheden in een vreemd daglicht. Dat wig-thema moet fel worden bestreden. Links

(15)

Na de moord op Theo van Gogh M. H ajer& M. Maussen Betekew sgeuing aan de moord: een reconstructie

moet de wig elders toepassen: een linkse visie op de rechtsstaat betekent dat de rechtsstaat conse­ quent wordt toegepast op iedereen. De algemene roep om ‘harde actie’ en het onderscheid tussen ‘echte’ en ‘papieren’ Nederlanders is onaccepta­ bel.

In het huidige debat worden termen als ‘moslim-extremist’ en ‘moslim-fundamentalist’ door elkaar gebruikt. Juist voor een links rechts­ statelijk vertoog zou hier een scherp onderscheid moeten worden gemaakt. Strikt genomen is een fundamentalist iemand die wil leven naar de zuivere letter van zijn religie en die zich vaak afkeert van de wereldse en perverse samenle­ ving. Een extremist daarentegen is iemand die het geweld niet schuwt om zijn gelijk te behalen en de wereld te herscheppen overeenkomstig zijn idealen. Voor de rechtsstaat vormt de funda­ mentalist geen directe bedreiging, de extremist echter wel.^7

De grens ligt bij elke dreiging met geweld en eigenrichting. Dat geldt voor alle vormen van extremisme: moslimextremisme, rechts extremisme, anti-racistisch extremisme, ex­ tremistisch dierenrechtenactivisme, etcetera. ‘Geen geweld!’ drijft een wig tussen vrienden en vijanden op een veel betere manier dan tussen fundamentalisten en verlichte agnosten, of tus­ sen moslims en niet-gelovigen.^^ Juist omdat geweld de centrale drager van deze w ig is, moet links iedere geweldsretoriek vermijden. Een blik op de slogans en krantenkoppen leert hoe wijd­ verbreid de dreiging met geweld is. Ook links bedient zich van kreten als 'ik haat haat’, ‘fuck fundamentalisten’ o f‘wees intolerant tegenover intolerantie’. In dit frame van geweld en harde actie moet links niet meegaan.

Emancipatie als kern

De progressieve politiek zal nadrukkelijk met een eigen verhaal moeten komen over de multi­ culturele samenleving en de islam. Emancipatie is daarbij de troefkaart van links. De titel van een notitie van GroenLinks over integratiebeleid — ‘Het hoofd koel, het hart warm: integratie door

emancipatie’ (2004) — suggereert een belang­ rijke progressieve framing geformuleerd op grond van waarden als gelijkwaardigheid en ge­ lijke kansen, autonomie, respect en solidariteit. Dat betekent geenszins dat meningsverschillen en ideologische verschillen verhuld moeten wor­ den. Maar links heeft vanuit deze waarden wel aansluiting op islamitische vertogen. Moslims hebben er de afgelopen weken op gewezen dat in de islam ook duidelijke noties van

rechtvaar-Brandende moskeeën of

islamitische scholen zijn de

collateral damage van het

oorlogsframe

digheid en gelijkwaardigheid zitten. Een terug­ kerend punt is de kritiek op een ongebreideld consumentisme, individueel gewin en materia­ lisme. Hier kan een debat worden gevoerd over de toekomst van de Nederlandse samenleving. Maak er een wigthema van!

Het neo-realisme hanteert voortdurend ‘w ij-zij’ schema’s. Volgens de neo-realist zijn de ‘westerse’ waarden en idealen helder en duide­ lijk. Zij zijn voortgekomen uit het christendom en de Verlichting, en sindsdien algemeen geac­ cepteerd. Om de ‘Leitkultur’ te beschermen wordt de natiestaat weer tot leven gewekt, onwelgeval­ lige elementen, individuen en gebeurtenissen worden buiten de deur gezet of gehouden.

De transnationalisering stopt niet bij Lobith. Nederland, en in breder verband natuurlijk 15 Europa, zal een nieuw perspectief moeten ont­ wikkelen waarin ‘Europa’ en ‘Nederland’ nieuwe betekenis krijgen. Het verleden kan helpen maar is geen recept. De politieke kunst bestaat er thans veeleer in om een doeltreffend anti-ter- rorismebeleid duidelijk apart te voeren van een positief integratiebeleid gericht op emancipatie, individuele autonomie en gelijke kansen voor alle Nederlanders.

Het moderne leven staat bol van de

(16)

Na de moord op Theo van Gogh M. H ajer& M. Maussen Betekenisgeuing aan de moord: een reconstructie

lenties.^9 Die ambivalenties zijn scherp voel­ baar wanneer het gaat om identiteit en cultuur. Mensen leven niet meer binnen afgebakende en cultureel homogene gemeenschappen en bijgevolg hebben zij geen enkelvoudige en een­ duidige identiteiten. Zij ontwikkelen hun iden­ titeiten, gaandeweg, zelf. In een globaliserende wereld kan niemand zich terugtreldcen binnen de grenzen van een onveranderlijke culturele gemeenschap. Zelfs neo-realisten zijn bezig een Nederlandse traditie uit te vinden. Zoals Neder­ landers deel uitmaken van verschillende, deels overlappende (sub)culturele gemeenschappen participeren ook Marokkaanse Nederlanders in verschillende identiteitssferen: sommige geba­ seerd op familiebanden en etnische afkomst en anderen gerelateerd aan hun werk, opleiding of buurt. Culmurpolitiek is de kunst om door bewustwording dynamiek in die identiteiten te faciliteren. Links wint daarbij de harten en geesten als ze overmigend weet te stellen hoe Nederland een perspectief biedt aan iedereen en wat ze daarvoor van iedereen vraagt. Een eman- cipatiestrategie communiceert de erkenning van verschillende identiteiten en overmigingen, maar richt zich op de toekomst.

Dialoog in plaats van uitsluiting

Het gevoel van uitsluiting speelt een rol in de radicalisering van jongeren. Neo-realisme en de wij-zij retoriek versterkt dit gevoel. Links zou dit moeten bestrijden. Uiteraard sluit dit nieuwe acties van extremisten niet uit. Het zorgt wel dat minder jongeren geneigd zijn hun heil in 16 het extremisme te zoeken. Ook met degenen die

fundamentalistische overmigingen aanhangen is een dialoog mogelijk. Zelfs met extremisten moet, naast het handhaven van de rechtsstaat als zij over willen gaan tot gewelddadige actie of dwang, voortdurend het gesprek worden ge­ zocht.

In de VS woedt aljaren een scherpe aborms- strijd waarbij mensen worden vermoord. Toch suggereert niemand dat alle radicale anti-abor- msactivisten hun paspoort moeten inleveren

en het land moeten worden uitgezet. Wel blijkt dat de extremist die gedwongen wordt deel te nemen aan een democratisch debat zijn radicale standpunten ten dele opgeeft. Zonder enige er­ kenning van meningsverschil en pluralisme is er geen dialoog en zelfs een extremist is geneigd zijn gelijk nog te beargumenteren.3° Dit is een fundamenteel punt: extremisten volledig isole­ ren en uitsluiten is een formule voor problemen. De technologie is wat dat betreft op de hand van de eenzame extremist.

Na het minderhedenbeleid en de ‘lege tole­ rantie’ van de j aren negentig is links nu op zoek naar een nieuwe weg. Volgens de neo-realisten is het zaak weer trots te worden op de Nederlandse natie en haar geschiedenis en van migranten te eisen dat zij zich de omgangsvormen, ideeën en tradities die de Nederlandse natie heeft voortgebracht zo snel mogelijk eigen maken. Het probleem hierbij is, zoals Stephen Howe opmerkt, dat dit nationalisme voortdurend achterom kijkt: het gaan om ónze geschiedenis, ónze natie.31 In deze voorstelling blijven nieuw­ komers altijd ‘migranten’ en Nederlanders van de tweede garnituur. Een progressief antwoord is toekomstgericht.

De moderne tij d wordt gekenmerkt door versplintering, complexe identiteiten, processen van sociale ontwrichting en internationale mi­ gratiestromen. De naïviteit van de neo-realisten schuilt in hun nostalgie over een heldere wereld met rotsvaste identiteiten en nationale grenzen. Het progressieve alternatief richt zich op het creëren van nieuwe gezamenlijke identiteiten en commonground. Dit gaat via de lotsverbonden­ heid in een staatsverband, een geografisch ge­ bied en een sociale wereld. Dat is een andere cul­ tuurpolitiek dan een enkel gericht op het leren van de geschiedenis van ‘het land van aankomst’

(Scheffer).

Het progressieve perspectief legt ook de basis voor een kritische verhouding tot de islam. Er is ruimte voor een scherpe en kritische dialoog met religieuze leiders die gelovigen oproepen zich af te keren van de Nederlandse samenleving. Er is ook ruimte voor kritiek op de opvattingen

(17)

Na de moord op Theo van Gogh M. HajerSc M. Maussen B etekem geuing aan de moord; een reconstructie

van mede-Nederlanders over homoseksualiteit, man-vrouw verhoudingen of over de rol van reli­ gie in de samenleving.

Discussie en dialoog vooronderstellen ech­ ter het opbouwen van gedeelde ervaringen en dat veronderstelt een gedeelde taal. Imams die geen Nederlands spreken hebben vaak geen idee over de manier waarop de islam zich in de Nederlandse context verder kan ontwikkelen en kunnen daar dus niet aan bij dragen. Juist om die reden keren veel moslimjongeren terug tot de (nieuw uitgevonden) ‘oorspronkelijke bron’. Onze uitdaging ligt ook in het overtuigen van alle ‘Google moslims’ — in essentie zeer mo­ derne burgers die zelf iets in elkaar knutselen dat houvast b ied t.P ra k tijk en van dialoog bieden hun een alternatief en een kader.

Voor links moet het beginpunt een verweven van identiteiten en verhalen zijn en geen nieuw ‘wij-zij’. Manifestaties als ‘Ben je bang voor mij?’, het Rotterdamse ‘Preken voor andermans paro­ chie’ of de Amsterdamse 'Dag voor de Dialoog’ bevorderen dit. Hier is het overheidsgeld beter besteed dan bij nog meer ‘inburgeringscursus- sen’ waar nieuwkomers zogenaamd voor eens en

altijd leren hoe het hier in Nederland zit. Net zo goed valt er veel meer te verwachten van brede kennisname van films als ShoufShoufHabibi waarin de zelfironie over hypocrisie en integra- tiepijn haar intrede doet. Ook de consequente ‘productie’ van rolmodellen in de media biedt Marolckaans-Nederlandse jongeren perspectief op succesvolle participatie binnen de Neder­ landse samenleving.

Juist progressieve politiek biedt een kader voor de insluiting van de islam en moslims in een zich voortdurend vernieuwende gezamen­ lijkheid in Nederland. Degenen die dit perspec­ tief als soft, wereldvreemd en naïef van de hand wijzen, zouden zich kunnen afvragen wat het ‘nieuwe realisme’ en de roep om harde actie eigenlijk hebben opgeleverd. Een bezoek aan de zwartgeblakerde vlakte in Uden, op de plek waar ooit een islamitische basisschool stond, zou hen op andere gedachten moeten brengen. Natuur­ lijk, tolerantie was ‘een dekmantel om proble­ men niet te benoemen’, zoals Wouter Bos stelde. Maar nu moet links het initiatief weer terugwin­ nen.

Noten

‘Ruzie maken mag in dit iand’ in NRC Handelsblad, 3 november 2004.

NahedSelim 'Ikheb een nieuwe vriend’ in n r cHandelsblad, 16 november 2004.

Bas van Stokkom ‘Mening is niet potje schelden’ in de Volks­ krant, 6 november 2004. Shervin Neskuee ‘Nederlanders worden zelf fundamentalisten’ in NRC Handelsblad, 15 novem- berzoo4.

Herman van Gunsteren ‘Angst is de olie van de tirannie’ in Vrij Nederland, 20 november 20 04. ‘Dit is iets nieuws: moslimter­ reur’ in NRC Handelsblad, 3 november 2004.

Gerrit Zalm op 7 november.

geciteerd in ‘Tien dagen crisis. Hoe de gezagsdragers reageer­ den’ in n r cHandelsblad, 13 en 14 november 2004.

8. Geert Wilders tijdens Kamerde­ bat over de moord op Van Gogh,

1 1 november 2 0 0 4 , via W W W .

geertwilders.nl.

9. Piet Hein Donner in de Volks­ krant, 16 november 2004.Zie ook Britta Böhler ‘Beseft Donner wel wat hij zegt’ in de Volks­ krant, 27 november 2004. 10. Geert Wilders in ‘”Die-man-

met-dat-haar” zal nooit een blad voor de mond nemen. De islam is op onderdelen puur fascisto­ ïde’, interview in Panorama, nr. 44 3-10 november 2004. 11. ‘Tolerantie kan alleen overle­

ven binnen grenzen: de kans voor een nieuw “wij”’ in n r c

Handelsblad, 6 en 7 november 2004. Het spreken over ‘het ter­ roriseren van buurten’ bestond namurlijk al langer, maar door de twee probleemdefinities — Maroldcaanse jongeren die problemen veroorzaken en internationaal islamitisch ex­ tremisme — in elkaar te schui­ ven ontstaat een radicaal ander perspectief.

12. ‘Nederlandse nationaliteit snel­ ler kwijt’ in n r cHandelsblad, 27 en 28 november 2004. 13. Zie www.nationaalarchiefnl. 14. Zie Maarten Hajer en Marcel

Maussen 'Kijk uit met het w oord‘oorlog’ in Trouw, 16 no­ vember 2004.

15. Paul Scheffer ‘Tolerantie kan al­ leen overleven binnen grenzen: de kans voor een nieuw ‘w ij”

17

(18)

Na de moord op Theo van Gogh M. Hajer& M. Maussen Betekenisgeuing aan de moord: een reconstructie

in NRC Handelsblad, 6 en 7 no­ vember 2004.

16. Zie Allochtonenbeleid (w r r

1989) en Notitie Uitgangspun­ ten Inburgering (Ministerie BiZa 1995).

17. Letterlijk citaat: 'Laten we wel even duidelijk zijn, ik vind ie­ mand vermoorden, dat vind ik echt ón-ontoelaatbaar, dat vind ik ook met het verbranden, met het in brand steken van m os­ keeën en kerken, maar ik wil ook wel even wijzen op het ver­ schil tussen beide.’ (Buitenhof, 14 november 2004).

18. Zie ‘Sfeer van pogrom dreigt in Nederland’ in de Telegraaf 10 november 2004.

19. Bankje Prins Voorbij de on­ schuld. Het debat over de multiculmrele samenleving, Amsterdam: Van Gennep, 2000 (herziene uitgave 2004). 20. Afshin Ellian ‘Ik weet wat de prij s

voor zwijgen is’, interview in Vrij Nederland, 20 november 2004. 21. De Volkskrant, 2 december

2004.

22. Wouter Bos ‘De islam hoort bij dit land’ interview in de Volks­ krant, 27 november 2004.

23. Afshin Elian in ‘Ik weet wat de prijs voor zwijgen is’ interview in Vrij Nederland, 20 november 2004. Tijdens het Kamerdebat op 2 november sprak Geert Wilders van ‘het afschuwelijke en perverse culmurrelativisme’. Kamerdebat Inbreng Begroting Justitie 2 november via www. geertwilders.nl.

24. ‘Satelliet geeft Arabische bur­ gers weer stem’ n r cHandels­ blad, 4 november 2004; zie ook haar Islam en Democratie — De angst voor het moderne, Breda: De Geus, 1996.

25. Zie Contrast 23,10 december 2004.

26. George Lakoff Don’tThinkof an Elephant! — Know your Values and Frame the Debate, White River Junction: Chelsea Green, 2004. Zie ook zijn Moral Poli­ tics: how Liberals and Conserva- tives Think, Chicago: University of Chicago Press, 1996.

27. Zie ‘Er moet ruimte zijn voor orthodoxe moslims’ in de Volks­ krant, 4 december 2004. 28. ‘...dat betekent dat wij maar één

kloof mogen aanvaarden. Dat is de kloof mssen wij: de grote

groep mensen die geweld af­ wijst. Zij: de veel kleinere groep die politiek geweld accepteert en gebmikt’ (Femke Halsema tijdens Kamerdebat over de moord op Van Gogh, 11 novem­ ber 2004, via www.groenlinks. nl).

29. Zie bijvoorbeeld Zygmunt Bau- man, Modernity and Ambiva­ lente, Cambridge: Polity, 1991. 30. Zie Amy Gutmann en Dennis Thompson, Democracy and Disagreement, Cambridge: Cambridge University Press, 1996 en Meindert Fennemaen Marcel Maussen (2000) ‘Dea- ling with Extremists in Public Discussion: Front National and ‘Republican Front’ in France’ in Journal of Political Philosophy, 8 (3)pp-379-4 0 0.

31. Stephen H ow e,’Britishness and Multiculturalism’ in: R.Cuperus, K. A. Duffek e'Jo- hannes Kandel (red.) The Chal- lenge of Diversity, Insbruck: Studiën Verlag, 2003, pp. 31-46. 32. Zie Farhad Khosrokhavar Les

nouveaux martyrs d’Allah, Paris: Flammarion, 2003.

(19)

Na de moord op Theo van Gogh

(2

)

Recept voor Nederland

M E I N D E R T F E N N E M A & J E A N T I L L I E De onderduik van Ayaan Hirsi Ali en Ahmed Aboutaleb, de permanente politiebescherming van Van Aartsen, Cohen en Wilders, het zijn stuk voor smk aanwijzingen dat jihadstrijders in Nederland erin zijn geslaagd het democratisch proces te ontregelen. Dat is uniek in de parle­ mentaire geschiedenis van ons land. Maar het is geen typisch Nederlandse problematiek. Ook in België kreeg een politica van Maroldcaanse aflcomst, Mimount Bousalda, die modernistische en feministische ideeën verkondigt, permanente politiebewaking. ‘België bevreesd voor Neder­ lands virus’ kopte de Volkskrant.

Maar is dat virus wel van Nederlandse ori­ gine? Is de moslim-terreur niet veeleer een gevolg van internationale verhoudingen, van de oorlog tussen Israël en de Palestijnse staat in oprichting, van de Golfoorlog, van de oorlogen in Afghanistan en Irak? Zou de affaire Rushdie ons niet geleerd moeten hebben dat de jihadstrijders ook vanuit het Midden-Oosten worden aange­ vuurd en aangesmurd? Hebben de aanslagen van 11 september 2001 niet geleid tot een bijna onoverbrugbare Idoof tussen zij die in Israël en de VS de bron van alle kwaad zien en zij die het moslimfundamentalisme als de grootste bedrei­ ging van onze wereld beschouwen? Herinnert dan niemand zich meer de beruchte enquête van het tijdschrift Contrast waarin werd aangetoond dat zeven procent van de allochtonen in Neder­ land begrip kon opbrengen voor de aanval op het

Over de auteurs Meindert Fennema e n je a n T illie

zijn uerbonden aan het instituut uoor Migratie- en

Etnische Studies en de afdeling Politicologie uan de Uniuersiteit uan Amsterdam

World Trade Center? Was de uitkomst van die enquête onbetrouwbaar — zoals de progressieve media aanvankelijk probeerden te suggereren? Wij weten inmiddels dat dit niet het geval was. Een N I P o-enquête met dezelfde vraagstelling

bracht het percentage allochtone begriptoners zelfs op tien procent. Was deze tien procent een typisch Nederlands verschijnsel? Ook dat is zeer onwaarschijnlijk, hoewel betrouwbare cijfers die een internationale vergelijking mogelijk maken ontbreken.

Maar is er dan wel een Nederlandse compo­ nent in de keten van oorzaken die geleid hebben tot de rituele slachting van Theo van Gogh en de permanente doodsbedreiging van een aantal allochtone, joodse en radicaal rechtse politici? In het buitenland denkt men vanzelfsprekend graag dat die component heel groot is. De we­ reldpers heeft zich op de Lage Landen gestort en kijkt niet begrijpend over de dijken. Hoe kan het dat zo’n tolerant land zulke intolerante tijden doormaakt?

In dit artikel wordt betoogd dat de precaire simatie waarin Nederland verzeild is geraakt, mede het resultaat is van twee locale proces­ sen die al meer dan een decennium spelen. Het eerste is een toename van het anti-immigranten sentiment in Nederland zónder een stabiele po­ litieke vertegenwoordiging van dat sentiment. Het tweede is de ondermijning en het uiteen­ vallen van etnische gemeenschappen, met als gevolg dat veel leden van die desintegrerende gemeenschappen zich ook niet meer vertegen­ woordigd voelen. Deze twee processen hebben tot een ongekende radicalisering onder een deel van de (Marokkaanse) moslimjongeren geleid.

19

(20)

Na de moord op Theo van Gogh M eindertFennem a&JeanTillie Recept uoor Nederland

S O C I A A L K A P I T A A L

In de jaren zeventig van de vorige eeuw was het Nederlandse beleid ten aanzien van de multicul­ turele samenleving vooral gericht op de terug­ keer van de verschillende groepen gastarbeiders die naar Nederland waren gehaald. Die oriën­ tatie bestendigde zich in de jaren tachtig in de nadruk op het behoud van de culturele identiteit van de verschillende etnische groepen, die in de beleidsstuldcen ‘etnische minderheden’ werden genoemd. De belangrijkste aandachtspunten in die beleidsstukken waren onderwijs, werk­ gelegenheid en huisvesting. Geconstateerd werd dat etnische minderheden op deze ge­ bieden laag scoorden. Men was relatief lager geschoold, vaker werkloos en woonde in slech­ tere huizen. Omdat de achterstanden zich bij specifieke etnische groepen concentreerden, werd geprobeerd ze met gericht beleid weg te werken. Het groepsgerichte beleid paste geheel in de Nederlandse traditie van de verzuiling: emancipatie in eigen kring. M igrantenorgani­ saties werden door overheid en samenleving gestimuleerd in hun bestaan. Etnische groepen werden aangezet om (sterke) gemeenschappen te vormen die als een vehikel voor emancipatie konden dienen.

Achteraf kunnen we constateren dat dit be­ leid redelijk succesvol is geweest. Er was in de jaren tachtig weinig sprake van etnische span­ ningen, de achterstand van minderheden op de huizenmarkt werd weggewerkt en hun onder- wijspositie verbeterde langzaam maar gestaag. Migrantenorganisaties bewezen ook hun nut 20 met betrekking tot de politieke integratie van

hun doelgroep: leden van migrantenorganisaties participeren meer in de politiek, hebben meer vertrouwen in de politieke instellingen en on­ derschrijven meer de democratische normen en waarden. Dit is voor veel mensen een paradox. Hechte etnische gemeenschappen lijken eerder segregatie dan integratie te bevorderen. Precies het omgekeerde is het geval.

Als voorbeeld willen we hier de Turkse ge­ meenschap noemen. In de jaren negentig van de

vorige eeuw slaagden de Turken erin een hechte civiele gemeenschap op te bouwen gebaseerd op een gedeelde Turkse identiteit — ‘civiel’ omdat de gemeenschap bestond uit een groot aantal or­ ganisaties die via allerlei horizontale, gelijkwaar­ dige netwerken met elkaar waren verbonden. De diversiteit binnen de Turkse gemeenschap was georganiseerd: linkse en rechtse Turken, religieuze en niet-religieuze Turken stonden met elkaar in contact via een fijnmazig netwerk van organisaties. In zo’n netwerk zit veel zogenaamd ‘sociaal kapitaal’ verborgen.

Sociaal kapitaal verwijst naar vertrouwens- netwerken tussen mensen. Deze netwerken zijn een vorm van kapitaal omdat ze voor verschil­ lende doeleinden kunnen worden gebruikt. Wie hulp zoekt bij het opstarten van een bedrijf of het vinden van een baan, kan gebruik maken van de middelen die in het netwerk besloten liggen. Wie hulp zoekt bij scholing of zorg kan mensen sneller hierop aanspreken. Een cruciaal neveneffect van het sociale kapitaal in de Turkse gemeenschap was dat Turken zich meer op de Nederlandse samenleving richtten. Men had na­ melijk geleerd zich in ‘de ander’ te verdiepen. De politieke participatie en het politiek vertrouwen van Turken was zodoende hoog. Sociaal kapitaal blijkt trouwens niet alleen de politieke integratie te bevorderen, maar ook de zelfredzaamheid van migranten. Leden van migrantenorganisaties spreken beter Nederlands, hebben meer kennis van de Nederlandse samenleving en hebben meer praktische vaardigheden (zoals het invul­ len van een belastingformulier).

Deze relatief gunstige constellatie werd doorbroken door een fundamentele verandering in beleid. De omslag werd mede geïnstigeerd, door de oplopende werldoosheid onder etnische minderheden. Hoewel deze werldoosheid voor een groot deel werd veroorzaakt door een suc­ cesvolle herstmcmrering van onze economie (die in de jaren negentig tot een ongekende eco­ nomische groei zou leiden), werd ookhet min­ derhedenbeleid ervoor verantwoordelijk gehouden. Vervolgens werd in de loop van de jaren negentig het op etnische groepen gerichte

(21)

Na de moord op Theo van Gogh Meindert Fennema StJeanTillie Recept noor Nederland beleid bestempeld als ‘stigmatiserend’. Als etni­

sche groepen continu met achterstand werden geassocieerd, zo werd gedacht, zou er een twee- deling in de Nederlandse samenleving ontstaan: ‘wij’ de autochtone rijken versus ‘zij’ de alloch­ tone armen. Verder was het aan Nederlandse werklozen niet uit te leggen waarom er zoveel geld werd gespendeerd aan allochtone werldo- zen. En, tenslotte, het benoemen van etnische verschillen zou de cohesie in de Nederlandse samenleving bedreigen, zo luidde de redenering. Het groepsbeleid maakte plaats voor een alge­ meen beleid waarbij de aandacht was gericht op het oplossen van een probleem als ‘de werkloos­ heid’ en iedereen die werkloos was doelgroep werd.

Deze omslag in beleid had negatieve gevolgen voor de organisatiegraad van migranten en dus ook voor hun politieke integratie. Subsidies aan organisaties werden verminderd, etnische ge­ meenschappen fragmenteerden en de politieke participatie van migranten daalde. Het was ook in de j aren negentig dat het publieke debat sterk werd bepaald door de zogenaamde ‘asielzoeker- scrisis’. In 1993 bereikte het aantal aanvragen in éénjaar een hoogtepunt: 53.000. Het apparaat raakte volledig verstopt en het aantal mensen dat wachtte op behandeling van hun zaak steeg dramatisch. In dezelfde periode werden illegale migranten steeds meer uitgesloten van wel­ vaartsvoorzieningen, omdat instanties nu de plicht hadden eerst de verblijfsstatus van poten­ tiële cliënten te controleren.

Door de fragmentatie en politieke marginali­ satie van etnische groepen nam het sociaal isole­ ment in deze gemeenschappen toe. De afschaf­ fing van wat we nu als het ‘softe’ multiculturele beleid zijn gaan zien, leidde tot een afnemend politiek vertrouwen binnen migrantengemeen­ schappen. Waren gematigde moslims en radicale moslims aanvankelijk nog met elkaar verbonden (in netwerken die radicale moslims gematigder maakten), nu raakten radicale moslims geïso­ leerd van hun eigen gemeenschap, waardoor ze nog verder radicaliseerden.

HET E L E C T OR A A T ROERT Z I C H

Tegelijkertij d waren steeds meer mensen in Ne­ derland gekant tegen voortgaande immigratie en kregen zij het gevoel dat dit standpunt in de publieke ruimte niet konden worden verwoord. Een bijeenkomst van de Centrumpartij was al in 19 8 5 het doelwit van een gewelddadige aan­ slag, waarbij Wil Schuurman haar been verloor. Frits Bolkestein, die beginjaren negentig de

Een lagere organisatiegraad

van migranten heeft negatieve

gevolgen voor hun politieke

integratie

islam ter discussie stelde, werd beschuldigd van racisme. Hans Janmaat werd in 19 9 7 zelfs veroordeeld wegens het zaaien van haat op basis van de uitspraak dat ‘als hij aan de macht kwam de multiculturele samenleving zou worden af­ geschaft’. In datzelfde jaar werd het de Volksna- tionalisten Nederland in Amsterdam verboden te demonstreren onder de leuze: ‘Steun voor het overheidsbeleid: de familie Gümüs moet weg’. Zelfs een openlijke steun aan het uitzettingsbe­ leid van de regering kon worden opgevat als het aanzetten tot geweld tegen personen wegens hun aflcomst. Door dit antidiscriminatiebeleid kregen steeds meer mensen het gevoel dat ze niet mochten zeggen wat zij dachten.

Nu is het huidige beeld dat de problemen rond de multiculturele samenleving vóór de opkomst van Fortuyn niet werden benoemd, onterecht (sla er alle beleidsnota’s uit die tijd maar op na), maar wel is het juist dat de discussie hierover zoveel mogelijk binnen de kringen van deskundigen werd gevoerd. Nederlandse politici hadden een ongeschreven afspraak om uit de migrantenproblematiek ‘geen politieke munt te slaan’. Een publiek debat hierover werd belem­ merd door wat veel mensen zagen als politieke repressie door middel van een ‘gedachtepolitie’.

21

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De kwaliteit van het onderwijs van elke HAN-opleiding wordt eenmaal per zes jaar beoordeeld door een panel van onafhankelijke deskundigen. Deze visitatie en opleidingsbeoordeling

Wie anderstalig is, geboren werd in een gezin waar één van de ouders zonder werk zit, linkshandig is, niet naar de crèche ging, geen erfenis zal krijgen, vrouw is, niet één keer per

De Regeering is dus bezig van de zaak werk te maken. Wat hiervan de uitkomst zal wezen is niet na te gaan. Tegen eene afschaffing van de rechtspraak door Priesters, hoe gewenscht

De vraag naar sociale huur is het grootst in kernen met voldoende voorzieningen en richt zich in hoofdzaak op grondge- bonden woningen met bad- en slaapkamer beneden die

o deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen construc e‐onderdelen in uitwendige scheidingsconstruc

Uit de berekeningen die zijn uitgevoerd voor de A9 blijkt dat er vanwege het plan (aanleg van de nieuwe aansluiting op de A9) op negen referentiepunten de

PV-panelen, aantal en oriëntatie zijn zorgvuldig maar kunnen na vervaardigen van de definitieve berekening nog aangepast

Zo biedt ze haar excuses aan wanneer ze boos is geweest op iemand, maar vaak weet ze zelf al niet meer waar die excuses precies voor zijn.. Ze biedt haar excuses aan, omdat dat