• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 6450 / 8

Betreft zaak: Bakkersland - Quality Bakers

I. MELDING

1. Op 18 juli 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Bakkersland Groep B.V. voornemens is

zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over Quality Bakers B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 140 van 23 juli 2008. Naar aanleiding hiervan zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.

II. PARTIJEN

2. Bakkersland Groep B.V. (hierna: Bakkersland) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De aandelen in Bakkersland werden ten tijde van de melding gehouden door twee investeringsmaatschappijen. Parcom Capital B.V. (hierna: Parcom), dat onderdeel uitmaakt van de ING-Groep, en Greenpark Capital hielden beiden […]* procent van de aandelen in

Bakkersland.1 Op 23 juni 2008 heeft Greenpark Capital haar belang verkocht aan Parcom. Deze concentratie is gemeld bij de Europese Commissie en is op 29 augustus 2008 goedgekeurd.2 Door deze concentratie heeft Parcom uitsluitende zeggenschap verkregen over Bakkersland. Bakkersland is actief op het gebied van de productie, distributie en verkoop van brood, vers banket en gebak.

*

In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes.

1

De overige aandelen in Bakkersland zijn in handen van het management via twee stichtingen administratiekantoor. 2

(2)

3. Quality Bakers B.V. (hierna: Quality Bakers) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij maakt nu nog onderdeel uit van de Barilla-Groep. Quality Bakers is eveneens actief op het gebied van de productie, distributie en verkoop van brood, vers banket en gebak.

III. DE GEMELDE OPERATIE

4. De verkrijging van de zeggenschap over Quality Bakers is vastgelegd in de “ Asset Purchase Agreement” d.d. 17 juni 2008. Door middel van deze “ Asset Purchase Agreement” zal Bakkersland alle vermogensaandelen van Quality Bakers verwerven, waardoor Quality Bakers als lege vennootschap achterblijft bij de Barilla-Groep.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Bakkersland uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Quality Bakers.

6. Betrokken ondernemingen zijn Bakkersland en Quality Bakers (hierna gezamenlijk ook: partijen).

(3)

V. BEOORDELING

A. Inleiding

8. Er zijn drie grote industriële bakkerijen in Nederland. Partijen zijn op basis van omzet nummers een en drie binnen deze categorie en Bake Five is nummer twee. Grote industriële bakkerijen beleveren voornamelijk supermarkten in Nederland. Daarnaast zijn er middelgrote industriële bakkerijen. Hieronder vallen onder meer Braas Brood- en Banketbakkerij en Delfts Brood. Middelgrote industriële bakkerijen zijn volgens partijen niet ondergeschikt om brood te leveren aan supermarkten. Ten slotte zijn er ambachtelijke bakkerijen. Ambachtelijke bakkerijen leveren vooral direct aan consumenten, maar leveren volgens partijen ook aan retailers.

9. Binnen de groep ambachtelijke bakkerijen treedt steeds meer schaalvergroting op. Daardoor is het aantal grootbedrijven toegenomen. Ook levert het midden- en kleinbedrijf onder andere in clusterverband brood, vers banket en gebak aan supermarkten. Volgens partijen is het aandeel van de broodverkoop in de supermarkten dat is geproduceerd door ambachtelijke bakkerijen groeiende. Daarnaast is er volgens partijen een trend dat supermarkten investeren in eigen bakkerijen en dat zij aldus in staat zijn zelf bakkerijen op te richten of over te nemen. Deze trends worden bevestigd door marktpartijen.

10. Volgens partijen wordt de broodmarkt gekenmerkt door toegenomen kosten, onder andere als gevolg van stijgende grondstoffenprijzen, en lage marges. Dit wordt bevestigd door concurrenten en afnemers. Uit het onderzoek onder marktpartijen blijkt voorts dat er op dit moment een grote mate van overcapaciteit in de markt bestaat. Zij geven aan dat de sector is achtergebleven op het gebied van innovatie en ontwikkeling. Er zijn onvoldoende investeringen gedaan, waardoor veel bakkerijen sterk verouderd zijn. Volgens marktpartijen zijn dit op de lange termijn geen gezonde marktomstandigheden.

B. Relevante markten

Rel evan t e pr oduct mar kt [en ]

(4)

(1) Productie van brood

12. In eerdere besluiten3 heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de NMa) in

het midden gelaten of sprake is van mogelijke (deel-)markten met betrekking tot de productie van dagvers brood enerzijds en niet-dagvers brood anderzijds. Onder dagvers brood wordt volgens partijen verstaan “ het reeds afgebakken brood en het half afgebakken brood dat in de winkel nog wordt afgebakken” . Onder niet-dagvers brood wordt volgens partijen verstaan “ brood dat de consument thuis afbakt” .

13. Partijen zijn van mening dat binnen de markt voor de productie van brood geen nader onderscheid gemaakt hoeft te worden tussen dagvers brood enerzijds en niet-dagvers brood anderzijds. Voorts zijn volgens partijen alle soorten brood binnen dagvers en niet-dagvers voor consumenten in het algemeen volledig vervangbaar wat betreft smaak, kwaliteit en versheid. Aan de aanbodzijde worden dezelfde productielijnen gebruikt voor dagvers en niet-dagvers brood en de meeste industriële bakkerijen produceren doorgaans beide producten.

14. Concurrenten en afnemers bevestigen nagenoeg allemaal dat afgebakken brood en half afgebakken brood volledig substitueerbaar zijn aan zowel de aanbod- als vraagzijde van de markt. Derhalve kan worden uitgegaan van één mogelijke markt voor de productie van dagvers brood.

15. Ten aanzien van niet-dagvers brood geven partijen en concurrenten aan dat voor de verpakking van dit soort brood speciale zuurstofarme verpakkingsmachines nodig zijn. Er zijn verschillende verpakkingsmachines nodig voor verschillende segmenten binnen niet-dagvers brood. De investeringskosten voor deze machines verschillen aanzienlijk.4 Hierdoor zou er enerzijds sprake kunnen zijn van een markt voor de productie van zowel dagvers als niet-dagvers brood en anderzijds twee aparte markten.

16. Hoewel er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van één markt voor de productie van zowel dagvers brood als niet-dagvers brood, kan dit echter in de onderhavige zaak in het midden worden gelaten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 28 en 29).

3

Zie onder andere het besluit van 20 september 2000 in zaak 2064 / Kamps – Schothuis, randnummer 10 en het besluit van 12 september 2005 in zaak 5162 / Gilde Participaties – Bart’s Retail, randnummer 10.

4

(5)

(2) Productie van banket en gebak

17. In eerdere besluiten5 is een mogelijk nader onderscheid gemaakt naar banket6 enerzijds

en gebak7 anderzijds. Evenals in eerdere besluiten kan in onderhavige zaak in het midden worden

gelaten of er een mogelijk onderscheid is tussen banket enerzijds en gebak anderzijds, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 28 en 29).

(3) Verkoopkanalen

18. Binnen zowel de mogelijke (deel-)markten voor de productie van brood als de mogelijke (deel-)markten voor de productie van banket en gebak is in eerdere besluiten8 overwogen dat er

een onderscheid gemaakt zou kunnen worden naar verkoopkanaal (supermarkten, ambachtelijke bakkerijen, markten en overige kanalen, zoals het out of home en het foodservice kanaal).

Bakkersland behaalt 83 procent van haar omzet met de levering van producten aan supermarkten, terwijl bij Quality Bakers de levering van producten aan supermarkten nagenoeg haar gehele omzet (99 procent) omvat.

(3a) Opvatting partijen

19. Volgens partijen hoeft geen onderscheid gemaakt te worden naar verkoopkanaal van (niet-)dagvers brood aangezien vanuit de vraagzijde bezien de verschillende verkoopkanalen substitueerbaar zijn. Partijen wijzen hierbij op het koopgedrag van de Nederlandse consument, dat wisselt tussen brood dat wordt aangeboden in de supermarkt en brood dat wordt

aangeboden door de ambachtelijke bakkerij en de groeiende verkoop van brood door supermarkten ten opzichte van ambachtelijke bakkerijen.

20. Vanuit de aanbodzijde bezien wijzen partijen erop dat supermarkten in toenemende mate hun brood ook afnemen van andere (ambachtelijke) bakkerijen. Steeds meer ambachtelijke bakkerijen hebben hun productieproces volledig of deels geïndustrialiseerd.

5

Zie onder andere het besluit in zaak 2064 / Kamps – Schothuis, reeds aangehaald, randnummer 11, en het besluit in zaak 5162 / Gilde Participaties – Bart’s Retail, reeds aangehaald, randnummer 10.

6

Onder banket wordt verstaan de aan brood gerelateerde producten zoals donuts, muffins, bolussen, eierkoeken, oliebollen, koekjes e.d.

7

Onder gebak wordt verstaan vers gebak (dagverse taart, gebakjes en schnitten), diepgevroren gebak, cake en vlaaien. 8

(6)

(3b) Beoordeling

21. Momenteel worden supermarkten in Nederland ten aanzien van (niet-)dagvers brood voornamelijk door de drie grote industriële bakkerijen (Bakkersland, Quality Bakers en Bake Five) beleverd. Het onderzoek onder marktpartijen bevestigt dat de kwaliteit en het assortiment van brood van alle bakkerijen in Nederland nagenoeg gelijk is. Supermarkten zouden daarom ook kunnen afnemen van ambachtelijke bakkerijen. Supermarkten hebben echter aangegeven dat, gelet op de geringe capaciteit van een individuele ambachtelijke bakkerij, het niet realistisch is om het totale volume te laten produceren door deze ambachtelijke bakkerijen. Supermarkten wijzen tevens op hun voorkeur om met zo min mogelijk contractpartijen zaken te doen en de moeite die het kost om een constante kwaliteit over alle filialen gedurende het hele jaar te kunnen

garanderen indien verschillende bakkerijen produceren voor een supermarktconcern. Op basis van het bovenstaande lijkt er een onderlinge afhankelijkheid te bestaan tussen supermarkten en de drie grote industriële bakkerijen. In dat geval zou sprake kunnen zijn van een aparte markt voor levering van (niet-)dagvers brood en banket en gebak aan supermarkten.

22. Uit gegevens van partijen blijkt, als gevolg van hoge vaste kosten, dat een prijsstijging van 5 procent van (niet-)dagvers brood al bij een geringe reductie in het verkoopvolume van grote industriële bakkerijen tot gevolg heeft dat een dergelijke prijsstijging niet blijvend winstgevend kan worden doorgevoerd. Zowel partijen als de bevraagde supermarkten hebben aangegeven dat supermarkten thans kunnen variëren in hun volumes, omdat zij het afnamevolume van

individuele filialen kunnen overhevelen naar andere (ambachtelijke) bakkerijen.9 Omdat

supermarkten op deze manier disciplinerend kunnen werken ten aanzien van de grote industriële bakkerijen, is er mogelijk geen sprake van een aparte markt voor levering van (niet-)dagvers brood aan supermarkten.

23. Uit het bovenstaande blijkt dat er aan de ene kant aanwijzingen zijn dat sprake is van een aparte markt voor levering van (niet-)dagvers brood aan supermarkten omdat ambachtelijke bakkerijen niet het totale volume kunnen produceren. Aan de andere kant zijn er aanwijzingen dat, gelet op de kostenstructuur van de grote industriële bakkerijen, kleine verschuivingen van het volume van supermarkten naar andere (ambachtelijke) bakkerijen disciplinerend kunnen werken ten aanzien van de grote industriële bakkerijen.

9

(7)

(3c) Conclusie verkoopkanalen

24. Evenals in eerdere besluiten10 kan in het midden worden gelaten of er binnen zowel de

mogelijke (deel-)markten voor de productie van brood als de mogelijke (deel-)markten voor de productie van banket en gebak een onderscheid gemaakt zou kunnen worden naar verkoopkanaal (supermarkten, ambachtelijke bakkerijen, markten en overige kanalen, zoals het out of home en het foodservice kanaal), aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 30 tot en met 39).

Rel evan t e geogr af isch e mar kt [en ]

25. In eerdere besluiten11 is ten aanzien van de mogelijke (deel-)markten voor de productie

van brood en mogelijke (deel-)markten voor de productie van banket en gebak in het midden gelaten of de geografische reikwijdte regionaal, nationaal dan wel ruimer dan nationaal is. Wel heeft de NMa in eerdere besluiten deze markten vanuit een nationaal perspectief beoordeeld.

26. Partijen zijn van mening dat deze mogelijke (deel-)markten als nationaal moeten worden aangemerkt. Zowel Bakkersland als Quality Bakers levert aan afnemers die zijn verspreid over heel Nederland. Voor dagverse producten vindt distributie plaats in een actieradius van 100 à 200 km rondom een bakkerij. Niet-dagverse producten kunnen vanwege hun langere

houdbaarheidsdatum over een grotere afstand worden vervoerd.

27. Ook in het onderhavige geval kan worden aangenomen dat de concentratie vanuit nationaal perspectief beoordeeld dient te worden. Bakkersland en Quality Bakers leveren voornamelijk aan supermarkten. De inkoop voor supermarkten vindt overwegend op centraal en derhalve op nationaal niveau plaats. Daarnaast zijn de belangrijkste concurrenten van partijen landelijk actief. Derhalve is er geen reden om aan te nemen dat de posities van partijen op regionaal niveau van een andere orde van grootte zijn dan hun posities op een nationale markt.

10

Zie onder andere het besluit in zaak 2064 / Kamps – Schothuis, reeds aangehaald, randnummer 12. 11

(8)

C. Gevolgen van de concentratie

Un il at er al e ef f ect en

(1) Totale markt

28. Er zijn geen openbare bronnen waarmee de omvang van de mogelijke (deel-)markten voor de productie van brood, banket en gebak in 2007 kan worden bepaald. Partijen hebben daarom onderzoeksbureau […] (hierna: […]) op basis van scannerdata van IRI en data van GfK een schatting laten maken van de omvang van de verschillende mogelijke (deel-)markten in 2007. Op basis van de scannerdata van IRI voor de grote supermarkten, aangevuld met data van GfK met betrekking tot overige supermarkten en andere verkoopkanalen, schat […] de totale marktomvang voor de verkoop van brood op basis van factuurwaarde in 2007 op EUR 1,2 miljard en voor banket en gebak op EUR 362 miljoen.12 In tabel 1 zijn de marktaandelen van partijen weergegeven op de verschillende mogelijke (deel-)markten.

BL QB BL+QB Dagvers brood [10 – 20] % [10 – 20] % [20 – 30] % Niet-dagvers brood [10 – 20] % [10 – 20] % [30 – 40] % Totaal Brood [10 – 20] % [10 – 20] % [20 – 30] % Banket [20 – 30] % [0 – 10] % [20 – 30] % Gebak [10 – 20] % [0 – 10] % [20 – 30] %

Totaal banket en gebak [10 – 20] % [0 – 10] % [20 – 30] % Bron: […], bewerking NMa

29. Gelet op de gezamenlijke marktaandelen van partijen, is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijk mededinging op de totale Nederlandse markt voor de productie van brood, banket en gebak op significante wijze zou kunnen worden belemmerd.

12

De NMa heeft geen reden om aan deze schattingen te twijfelen. 13

(9)

(2) Onderverdeling naar verkoopkanalen

30. Zoals aangegeven in punt 21 zijn partijen vooral actief op de mogelijke (deel-)markten voor de levering van brood, banket en gebak aan supermarkten. Ongeveer 70 procent van consumentenbestedingen aan brood, banket en gebak in Nederland wordt verkocht door

supermarkten.14 In tabel 2 zijn de marktaandelen in 2007 van partijen ten aanzien van de levering aan supermarkten op deze mogelijke (deel-)markten weergegeven.

BL QB BL+QB

Dagvers brood [20 – 30] % [10 – 20] % [30 – 40] %

Niet - dagvers brood [10 – 20] % [10 – 20] % [30 – 40] %

Totaal Brood [20 – 30] % [10 – 20] % [30 – 40] %

Banket [20 – 30] % [0 – 10] % [20 – 30] %

Gebak [20 – 30] % [10 – 20] % [30 – 40] %

Totaal banket en gebak [20 – 30] % [10 – 20] % [30 – 40] % Bron: […], bewerking NMa

31. Bakkersland levert daarnaast ook beperkt aan ambachtelijke bakkerijen, markten en overige kanalen, zoals het out of home en het foodservice kanaal. Zoals reeds vermeld in punt 18, levert Quality Bakers haar producten nagenoeg niet via deze verkoopkanalen, maar bijna uitsluitend via het supermarktverkoopkanaal. De toevoeging van Quality Bakers aan het marktaandeel van Bakkersland op de mogelijke (deel-)markten voor de productie van brood, banket en gebak aan ambachtelijke bakkerijen, markten en overige verkoopkanalen is minder dan 1 procent. Er is derhalve geen reden om aan te nemen dat er als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op deze mogelijke (deel-)markten op significante wijze zou kunnen worden belemmerd.

(2a) Levering van (niet-)dagvers brood aan supermarkten

32. De belangrijkste concurrent van partijen op de mogelijke (deel-)markt voor levering van (niet-)dagvers brood aan supermarkten is Bake Five. Bake Five heeft een marktaandeel van [20 – 30] procent op de mogelijke (deel-)markt voor de productie van dagvers brood en een

marktaandeel van [10 – 20] procent op de mogelijke (deel-)markt voor de productie van niet-dagvers brood. De meeste supermarkten, waaronder in ieder geval de vier grootste afnemers

14

(10)

(Albert Heijn, C1000, Super de Boer en Superunie), worden voornamelijk in wisselende samenstelling beleverd door twee van de drie grote industriële bakkerijen.

33. Met partijen kan worden aangenomen dat er tevens concurrentiedruk uitgaat van middelgrote industriële bakkerijen. Zoals reeds vermeld in punt 22 hebben bevraagde supermarkten aangegeven dat zij in ieder geval voor een deel van hun inkoop zouden kunnen switchen naar deze leveranciers.

34. Zoals reeds aangegeven in punt 9 zijn supermarkten bovendien in staat om zelf een bakkerij op te richten of een bestaande bakkerij over te nemen. Recentelijk hebben Hoogvliet, Vomar en Dekamarkt een eigen bakkerij opgestart. Daarnaast heeft een tweetal andere grote supermarkten aangegeven dat zij, in reactie op een mogelijke prijsverhoging door partijen, zullen overwegen zelf een bakkerij te beginnen. Zij kunnen hiertoe een nieuwe bakkerij opzetten15 of een reeds bestaande bakkerij overnemen.

35. Partijen en enkele marktpartijen hebben daarnaast aangegeven ten aanzien van niet- dagvers brood voldoende alternatieven te hebben buiten Nederland, onder andere in Duitsland (Sinnack) en Frankrijk (Menissez). 16

36. Gelet op het gezamenlijke marktaandeel van partijen, de sterke positie van Bake Five, de mogelijkheid voor supermarkten om zelf bakkerijen te beginnen en de concurrentiedruk van middelgrote industriële bakkerijen en buitenlandse bakkerijen voor niet-dagvers brood is het niet aannemelijk dat als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de (mogelijke) markt(en) voor de levering van (niet-)dagvers brood aan supermarkten op significante wijze belemmerd zou kunnen worden. Ook indien zou worden uitgegaan van markten die ruimer zijn dan nationaal, wordt de daadwerkelijke mededinging niet op significante wijze belemmerd. Partijen zijn maar beperkt actief in andere landen, waardoor hun posities op deze ruimere markten kleiner worden.

(2b) Levering van banket en gebak aan supermarkten

37. De belangrijkste concurrent van partijen op de mogelijke (deel-)markt voor levering aan supermarkten is Bake Five. Bake Five heeft een marktaandeel van [10 – 20] procent op de mogelijke (deel-)markt(en) voor de productie van banket en gebak.

15

Uit onderzoek onder marktpartijen en uit gegevens van partijen is gebleken dat het opzetten van een nieuwe bakkerij binnen afzienbare tijd (1 – 2 jaar) kan plaatsvinden, mede gelet op het feit dat er tweedehands productielijnen worden verkocht en de milieuvergunningen relatief makkelijk te verkrijgen zijn.

16

(11)

38. Naast de concurrentiedruk die uitgaat van middelgrote industriële bakkerijen ondervinden partijen, zoals reeds in punt 9 vermeld, tevens grote concurrentiedruk van de ambachtelijke bakkerijen. Bevraagde supermarkten hebben aangegeven dat deze marktpartijen in ieder geval een deel van het volume zouden kunnen overnemen van partijen.

39. Gelet op het gezamenlijke marktaandeel van partijen, de sterke positie van Bake Five en de concurrentiedruk van middelgrote industriële bakkerijen en ambachtelijke bakkerijen is het niet aannemelijk dat als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de mogelijke (deel-)markt(en) voor de levering van banket en gebak aan supermarkten op significante wijze belemmerd zou kunnen worden. Ook indien zou worden uitgegaan van markten die ruimer zijn dan nationaal, wordt de daadwerkelijke mededinging niet op significante wijze belemmerd. Partijen zijn maar beperkt actief in andere landen, waardoor hun posities op deze ruimere markten kleiner worden.

Gecoör din eer de ef f ect en

40. Het is mogelijk dat de overname van Quality Bakers door Bakkersland de daadwerkelijke mededinging significant belemmert doordat zij de aard van de mededinging zodanig verandert dat ondernemingen die voorheen hun gedragingen op de markt niet coördineerden, nu wel in significante mate geneigd zijn hun marktgedrag te coördineren en de prijzen te verhogen of de daadwerkelijke mededinging op andere wijze te belemmeren. Een fusie kan coördinatie ook eenvoudiger, stabieler en doeltreffender maken voor ondernemingen die al vóór de fusie coördineerden (hierna: gecoördineerde effecten).

41. Een bevraagde marktpartij heeft aangegeven dat er een risico is op gecoördineerde effecten tussen Bakkersland (na de overname) en Bake Five ten aanzien van dagvers brood.

42. Gecoördineerde effecten zijn aannemelijk indien er aan de volgende cumulatieve criteria is voldaan: i) er dienen één of meer concurrentieparameters te zijn op basis waarvan partijen hun gedrag kunnen afstemmen, ii) partijen dienen de mogelijkheid te hebben om afwijkend gedrag te kunnen monitoren, iii) partijen dienen te beschikken over een strafmechanisme en iv) derde marktpartijen mogen de gecoördineerde effecten niet kunnen beïnvloeden.

(12)

mogelijke coördinatie een blijvend effect zal hebben. Hiermee is niet aan de vierde, cumulatieve, voorwaarde voldaan en behoeven de eerste drie criteria geen nader onderzoek.

44. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen overname de daadwerkelijke mededinging op een significante wijze belemmerd zou kunnen worden door mogelijke gecoördineerde effecten.

VI. CONCLUSIE

45. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde

concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat die concentratie de

daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren, met name als het resultaat van het in het leven roepen of het

versterken van een economische machtspositie.

46. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 22 september 2008

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

W.g. drs. A.J.M. Kleijweg Plv. Directeur Mededinging

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Aalsmeer en Amstelveen Heemstede, Bennebroek, Hillegom en Lisse omvat, behalen partijen een marktaandeel van maximaal [30-40] procent op het

Op grond van de ter beschikking staande gegevens kon met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat er geen sprake is van een door de concentratie te beïnvloeden markt in de zin

marktaandelen kleiner zijn dan 25% in de horizontale relatie en kleiner zijn dan 30% in de verticale relatie, en er anderszins ook geen aanwijzingen zijn dat de

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Hierin is medegedeeld dat Gilde Equity Management (GEM) Benelux Capital Partners B.V., onderdeel van Gilde Equity Management (GEM) Benelux Holding B.V., voornemens is zeggenschap