Vraag nr. 411 van 15 mei 1998
van de heer ARNOLD VAN APEREN Verkeersremmers – Normen
Dagelijks worden duizenden weggebruikers gecon-fronteerd met een onnoemelijk aantal verkeers-r e m m e verkeers-r s, waaverkeers-rvan het nut of de bestaansverkeers-reden vaak zoek is.
Bovendien dienen vrachtwagenchauffeurs vaak met lede ogen vast te stellen dat bij de aanleg van rotondes en plaatselijke rijbaanversmallingen nau-welijks rekening wordt gehouden met de morfolo-gie van vrachtwagens, waardoor verkeersremmers voor het zware vrachtverkeer haast niet te nemen zijn en bijzonder verkeersonveilige hindernissen worden.
1. Op basis van welke criteria wordt door het Vlaams Gewest overgegaan tot de aanleg van een of andere verkeersremmende infrastructuur ? 2. Moeten er geen uniforme bouwkundige normen
komen voor rotondes en plaatselijke rijbaanver-smallingen ?
3. Pleegt de minister terzake overleg met zijn Brusselse en Waalse collega’s van Openbare We r k e n , met de federale staatssecretaris voor Verkeersveiligheid en met de gemeenten in hun bevoegdheid van wegbeheerder ?
Antwoord
1 en 2. Het recentelijk gepubliceerde vademecum " Verkeersvoorzieningen in bebouwde omge-ving" bevat criteria en richtlijnen voor de aan-leg van rijbaanversmallingen en andere snel-heidsremmende maatregelen. Voor rotondes bestonden reeds eerder richtlijnen, die vermeld staan in het vademecum "Rotondes".
Exemplaren van deze publicaties kunnen door elkeen worden besteld bij de afdeling Verkeers-kunde van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het ministerie van de Vlaam-se Gemeenschap.
3. Er is in het Interministerieel Comité voor Infrastructuur (ICVI) geregeld overleg tussen de gewestelijke en de federale ministers bevoegd voor Verkeer en/of Infrastructuur.
Op ambtelijk niveau wordt dit overleg voorbe-reid in de Federale Commissie voor de Ve r-keersveiligheid.