• No results found

Vraag nr.47van 15 juni 1998van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.47van 15 juni 1998van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 47 van 15 juni 1998

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Vlaamse gemeenschapscentra in Brussel – Aan-trekkingskracht

Over het nut en de aantrekkingskracht van de Vlaamse gemeenschapscentra zoals wij die van-daag in Brussel kennen, zijn de meningen erg ver-deeld.

Werd er ooit onderzoek gedaan naar het procentu-eel aandprocentu-eel van de Brusselse Vlamingen dat regel-matig gebruik maakt van de faciliteiten van die gemeenschapscentra ?

Werd er ooit onderzocht waarom sommige Brus-selse Vlamingen zich niet aangetrokken voelen door de Vlaamse gemeenschapscentra ?

Antwoord

Noch de Vlaamse Gemeenschap, noch de Vlaamse Gemeenschapscommissie hebben een onderzoek laten verrichten naar het procentueel aandeel van de Brusselse Vlamingen dat geregeld gebruik maakt van de faciliteiten van de gemeenschapscen-tra in Brussel.

Een participantenonderzoek zal in de toekomst misschien nog worden ingesteld vanuit de culturele sector voor alle culturele centra in Vlaanderen en Brussel.

Het aantal bezoekers aan de eigen programmering van de gemeenschapscentra en hun woonplaats zou weliswaar via een adressenbestand en registra-tie van ticketverkoop kunnen worden gegenereerd. Evenwel zou deze informatie vrij onvolledig zijn, aangezien hiermee de taalaanhorigheid en de iden-titeit van het publiek niet kan worden achterhaald. Bovendien zou bijvoorbeeld informatie over bezoekersaantallen voor tentoonstellingen en voor sociaal-culturele activiteiten georganiseerd door het verenigingsleven, via deze weg niet worden geregistreerd.

Er werd ook geen specifiek onderzoek ingesteld naar de redenen waarom sommige Brusselse Vla-mingen zich niet zouden aangetrokken voelen door de Vlaamse gemeenschapscentra.

Ik maak de Vlaamse volksvertegenwoordiger even-wel attent op het recente onderzoek naar cultuur-deelname dat werd verricht in opdracht van de heer Luc Martens, Vlaams minister bevoegd voor Cultuur.

Uit dit onderzoek blijkt dat leeftijd, opleidingsni-veau, geslacht en socio-professionele status een invloed hebben op de culturele deelname. De deel-name aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten is ongelijk verdeeld over de bevolking. Het geregelde en gevarieerde gebruik van publieke weg culturele voorzieningen blijft veeleer beperkt tot een relatief kleine groep mensen.

Bovendien zal het verwachtingspatroon ten opzich-te van de gemeenschapscentra in Brussel zich door de Brusselse maatschappelijke werkelijkheid zeker onderscheiden van dat ten opzichte van culturele centra in Vlaanderen.

De functie van de Brusselse gemeenschapscentra op het vlak van cultuurspreiding en vorming is aan-gepast aan de stedelijke realiteit.

De doelstellingen van de gemeenschapscentra onderschrijven immers niet alleen een cultuurbe-leid, maar ook een grootstedelijk beleid waarin stadsvernieuwing, kwaliteit van de leefomgeving en sociale solidariteit kernpunten zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Subsidiëring cultuurcentra – Adviescommissie Recentelijk maakte de Vereniging Vlaamse Cul- tuurcentra (VVC) een aantal bemerkingen aan- gaande

Dat het op taalkundig vlak met de Belgische diplo- matie nog altijd niet is zoals zou mogen worden verwacht, werd recentelijk nog bevestigd tijdens de hoorzitting met

VIW heeft noch aan de Vlaamse, noch aan de fede- rale overheid de vraag gesteld dat Belgische diplo- maten de adressen van uitgeweken Vlamingen aan VIW zouden bezorgen.

De Vlaamse Jeugdherbergcentrale voorzag in alternatieve oplossingen voor jongeren die niet in de jeugdherberg terechtkonden maar toch de wens uitdrukten in Voeren

De minister-president voegt eraan toe dat, als beleidsmatige wijzigingen in de bestaande reglementering nodig blijken, tevens wordt onderzocht of die regelgeving dient te wor-

De Vlaamse regering wordt door de federale overheid niet geraadpleegd bij de aanstelling van ereconsuls : noch bij de aanstelling van Bel- gische ereconsuls in het buitenland, noch

Het loutere feit dat de' afdeling Communicatie en Ont- vangst uitdrukkelijk is belast met de kwaliteitsbe- waking van de telefonische dienstverlening en het feit dat een

Daarnaast moet de bevoegde minister, zijnde de minister bevoegd voor de federale culturele instel- lingen, een koninklijk besluit (KB) opstellen waar- in de andere omroepen