Vraag nr. 475 van 25 juni 1998
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN
Niet-watergebonden bedrijven langs Rupelkanaal – Beleid
Volgens de NV Zeekanaal zou aan de niet-water-gebonden bedrijven die zich langs het Rupelkanaal bevinden, worden gevraagd om ofwel over te scha-kelen op watergebonden activiteiten, ofwel uit te kijken naar een andere vestigingsplaats.
Kan de minister meedelen hoeveel bedrijven voor die keuze worden gesteld ?
Wat gebeurt er met de bedrijven die op geen van beide voorstellen wensen in te gaan ?
Met andere woorden, gaat het om een verplichting of opteert de regering veeleer voor een aanmoedi-gings-, respectievelijk ontmoedigingsbeleid ?
Antwoord
Door de NV Zeekanaal en Watergebonden Grond-beheer Vlaanderen werd sedert enige tijd gewerkt aan het uitwerken van een ontwikkelingsperspec-tief voor het Zeekanaal Brussel-Schelde. De essen-tie van dit plan zit vervat in het revaloriseren van de band tussen het Zeekanaal en de onmiddellijke omgeving. Dit kan gebeuren door het harmonieus ordenen van de verschillende zones langs het kanaal en het op elkaar afstemmen van de verschil-lende functies van het kanaal voor de gemeen-schap.
Eén van de maatschappelijke functies van het Zee-kanaal is het intensiever aanwenden van de water-weg als een volwaardig alternatief voor het goede-renvervoer over de weg. Zoals de Vlaamse volks-vertegenwoordiger weet, is juist één van de peilers van het mobiliteitsbeleid van de Vlaamse regering het herwaarderen van de binnenvaart. Om in dit opzet te kunnen slagen, is het een nodige voor-waarde dat de industriële zones langs het kanaal een specifieke, watergebonden bestemming verkrij-gen. Het Structuurplan Vlaanderen geeft reeds een aanzet in deze richting.
In deze optiek is het niet alleen nodig dat vrije industrieterreinen een watergebonden bestemming krijgen, maar dat ook wordt getracht om deze watergebondenheid door te trekken naar de reeds ingenomen terreinen. Op dit ogenblik maakt meer dan de helft van de bedrijven langs het Zeekanaal
niet of onvoldoende gebruik van het kanaal als vervoersdrager.