• No results found

Vraag nr.125van 31 maart 1998van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.125van 31 maart 1998van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 125 van 31 maart 1998

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Faciliteiten – FDF-informatiedossier voor diplo-maten

In een vraaggesprek met Le Soir kondigde FDF-voorzitter Olivier Maingain aan dat zijn partij een dossier voorbereidt waarin wordt uitgelegd dat het dossier van de faciliteiten geen conflict tussen gemeenschappen behelst, maar over democratische rechten gaat, "zoals het gebruik van zijn taal". Het ligt in de bedoeling van het FDF om dit "dos-sier" te verspreiden onder de ambassades en pemanente vertegenwoordigingen in dit land. D a a r-mee dreigt het beeld dat deze instanties hebben over het nationaliteitenprobleem alhier, nog meer vertekend te geraken.

Heeft de Vlaamse regering zich reeds bezonnen over het antwoord dat zij zal bieden op deze zoveelste Franstalige provocatie ?

Worden naast de knipselkrant ook specifieke dos-siers aangelegd ter informatie van de diplomatieke vertegenwoordigingen in dit land ?

Antwoord

1. In het raam van haar internationale communi-catiestrategie heeft de Vlaamse regering geop-teerd voor een proactieve, continue en objectie-ve informatietoeleobjectie-vering aan de diplomatieke posten en de vertegenwoordigingen van de regio's in ons land. Dit houdt in dat bedoelde posten en vertegenwoordigingen systematisch een exemplaar ontvangen van zowat alle rele-vante Vlaamse overheidspublicaties of docu-menten die hen kunnen aanbelangen.

De Vlaamse regering is van oordeel dat derge-lijke werkwijze de beste garanties biedt op een als geloofwaardig en betrouwbaar gepercipieer-de communicatie.

2. Vanuit die optiek wenst de Vlaamse regering niet te reageren op concrete informatiecampag-nes van andere actoren. Zij is de mening toege-daan dat dit de rustige vastberadenheid van de gekozen strategie zou doorbreken. Een reactie zou de gewraakte informatiecampagne overi-gens te veel eer aandoen, en er slechts bijko-mende aandacht op vestigen.

Een benadering ad hoc, die ertoe leidt dat de diplomatieke posten worden bestookt met dos-siers en contra-dosdos-siers, zou er bovendien alleen maar toe leiden dat een zinloze opbodspiraal o n t s t a a t , die zowel de inspanningen als de geloofwaardigheid van alle betrokkenen onder-mijnt.

3. Door de Vlaamse overheid worden geen speci-fieke "dossiers" aangelegd ter informatie van de diplomatieke posten in ons land. In het raam van de systematische toelevering van documen-ten worden evenwel geregeld beleidsdocumen-ten bezorgd – vaak in vertaling – die het mogelijk maken de politieke posities en inter-pretaties van de Vlaamse regering correct te situeren en in te schatten.

Men denke daarbij onder andere aan het Vlaams regeerakkoord, de Beleidsbrief Vlaams Buitenlands Beleid, de Schrikkelnota over de verdere staatshervorming, de Septemberverkla-ringen van de Vlaamse regering, enzovoort. Een exemplaar van de Proeve van Grondwet voor V l a a n d e r e n ( J. C l e m e n t , W. P a s, B. S u e t i n , G. Van Haegendoren, J. Van Nieuwenhove, d i e Ke u r e, 1996) werd bezorgd aan de ambassades van alle lidstaten van de Europese Unie en de vertegenwoordigingen in Brussel van regio's uit federale landen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de NV Zeekanaal zou aan de niet-water- gebonden bedrijven die zich langs het Rupelkanaal bevinden, worden gevraagd om ofwel over te scha- kelen op watergebonden

6 § 7 "Afbakening stedelijke gebieden" van de Beheersovereenkomst voor 1997-2000, afgesloten tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse Ver- voermaatschappij De Lijn, bepaalt

Noch de Vlaamse Gemeenschap, noch de Vlaamse Gemeenschapscommissie hebben een onderzoek laten verrichten naar het procentueel aandeel van de Brusselse Vlamingen dat geregeld

1, 14° van het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 bepalen dat de pre- ventiediensten van de landsbonden van zieken- fondsen die erkend waren op 4 februari 1998,

De procedure voorzag in een advies- aanvraag aan het Vlaams Instituut voor Gezond- heidspromotie (artikel 9, 2° van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 inzake

In dat verband had ik graag vernomen of de minis- ter over gegevens beschikt aangaande het aandeel van activiteiten die in het Nederlands plaatsvinden in de Ancienne Belgique,

Voor het schooljaar 1997-1998 werden geen mach- tigingen verleend, omdat ik niet in het bezit werd gesteld van het gunstig advies van de minister van Onderwijs, zoals voorgeschreven

Het loutere feit dat de' afdeling Communicatie en Ont- vangst uitdrukkelijk is belast met de kwaliteitsbe- waking van de telefonische dienstverlening en het feit dat een