• No results found

De kostengeoriënteerde tarieven voor collocatiefaciliteiten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De kostengeoriënteerde tarieven voor collocatiefaciliteiten "

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OPTA/IBT/2003/203050 5 september 2003

Openabre versie van het

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Besluit houdende de niet-goedkeuring van kostentoerekenings- systemen ter bepaling van de door KPN Telecom B.V. voor haar collocatie diensten te hanteren kostengeoriënteerde tarieven voor de periode 1 juli 2003 tot 1 juli 2004

op grond van artikel 6.10 van de Telecommunicatiewet en artikel 6.6 van de Telecommunicatiewet

1. Krachtens artikel 6.6, eerste lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) en artikel 3, derde lid, van de Verordening1 dient KPN Telecom B.V. (hierna: KPN) er voor zorg te dragen dat haar tarieven voor interconnectie en ontbundelde toegang tot het aansluitnet en bijbehorende faciliteiten op transparante wijze worden bepaald en op kosten zijn georiënteerd. Artikel 6.6, derde lid, Tw bepaalt dat ter uitvoering van het eerste lid KPN voor de toerekening van de kosten van interconnectie en bijzondere toegang een systeem dient op te stellen dat de goedkeuring van het college behoeft.

Krachtens het vierde lid van artikel 6.6 Tw en het vierde lid van artikel 6.10 onderzoekt het college jaarlijks of er in overeenstemming met vorenbedoeld systeem is gehandeld.

2. In zijn richtsnoeren tariefregulering interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten van 13 april 2001 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) het door hem voorgenomen beleid geformuleerd op basis waarvan het college invulling zal geven aan de hem toekomende bevoegdheden ten aanzien van de verplichting tot kostenoriëntatie, die voor KPN op basis van artikel 6.6 Tw geldt2.

3. Specifiek met betrekking tot de dienstverlening ter zake van de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk, in casu collocatie ten behoeve van MDF-access, zij opgemerkt dat het college bevoegd is om krachtens artikel 4, tweede lid, van de Verordening in gerechtvaardigde gevallen wijzigingen van het referentieaanbod op te leggen.

1 Verordening 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk.

2 OPTA/IBT/2001/200850

(2)

4. Op 1 mei 2003 (bij brief gedateerd 29 april 20033) en 15 juli 20034 heeft KPN aan het college haar EDC-VI systeem ter goedkeuring voorgelegd. Het college heeft bij besluit van 24 juli 2003, met referentie OPTA/IBT/2003/202395, het kostentoerekeningssyteem van KPN beoordeeld, behoudens de toerekening van kosten ten behoeve van vaststelling van tarieven van de diensten

interconnecterende huurlijnen, collocatie en bitstream access. Voor deze diensten heeft nadien nog een verdere informatie uitwisseling plaatsgevonden alvorens het college tot een definitief oordeel kon overgaan. Onderhavig besluit betreft zowel het systeem verbonden met collocatie ten behoeve van MDF-access dienstverlening (verder: MDF collocatie) als ook voor collocatie ten behoeve van interconnectie, interconnecterende huurlijnen en bijzondere toegang (verder: ICA/ILL collocatie).

A. Collocatie ten behoeve van MDF-access

5. Wat betreft het kostentoerekeningssysteem en de daaruit resulterende tarieven voor MDF collocatie heeft het college als volgt geoordeeld.

6. KPN heeft op 1 mei 2003 en 15 mei 2003 een eerste versie van haar kostentoerekeningssysteem en de voorgestelde tarieven voor MDF collocatie opgeleverd5. Het hierna uitgevoerde EDC

beoordelingsproces heeft, evenals in voorgaande jaren, geleid tot een aantal door het college aan KPN voorgestelde aanpassingen6. Een deel van deze aanpassingen is door KPN in haar EDC-VI systeem doorgevoerd, waarop het aangepaste systeem en de hieruit resulterende tarieven door KPN op 7 en 13 augustus7 aan het college zijn gepresenteerd. Voor een gedetailleerde beschrijving van de procesgang wordt verwezen naar bijlage 3.

7. KPN heeft echter een ander deel van door het college noodzakelijk geachte aanpassingen niet (volledig) doorgevoerd. Het college moet dan ook constateren dat het ter goedkeuring voorgelegde systeem leidt tot niet-kostengeoriënteerde tarieven. Het college rest daarom zijn goedkeuring te onthouden aan het volledige kostentoerekeningssysteem, zijnde het op 1 en 15 mei 2003 door KPN ter goedkeuring voorgelegde EDC-VI systeem tezamen met de daarbij op 7 en 13 augustus door KPN

3 Brief met kenmerk 03-010-PC/CS

4 Brief zonder kenmerk

5 Annex 23 A, getiteld ‘collocatie VVE’ dd. 15 mei 2003 (zonder referentie)

6 De basis voor het kostentoerekeningssysteem voor MDF collocatie en de hieruit resulterende tarieven is gelegen in de beslissing op bezwaar inzake het besluit BaByXL - KPN, 11 februari 2002 met referentie

OPTA/JZ/2002/2200392. De aanpassingen betreffen vooral een meer modulaire opbouw waardoor het voor afnemers ook mogelijk wordt om bepaalde onderdelen van een configuratie separaat en tegen

kostengeoriënteerde tarieven af te nemen. Daarnaast was het voornoemde systeem gebaseerd op reeds gebouwde collocaties (tm. Tranche 3), op grond waarvan het college KPN heeft aangegeven ook een systeem en tariefvoorstel voor de in de komende periode nog te bouwen collocaties op te leveren.

7 Brieven van 7 augustus en 13 augustus met respectievelijke kenmerken R/03/U/0233 en 03-035-PC/CS

(3)

opgeleverde bijlagen, voor zover deze bijlagen aanpassingen dan wel aanvullingen op de op 1 en 15 mei 2003 voorgelegde rapportage betreffen.

8. Op basis van de beschikbare informatie, de bevindingen uit het beoordelingsproces, alsmede de uitgevoerde berekeningen8 is het bij het college bekend wat de resulterende kostengeoriënteerde tarieven voor MDF collocatie zouden zijn geweest indien KPN het systeem volledig overeenkomstig de wensen van het college zou hebben aangepast. Deze tarieven zijn neergelegd in bijlage 1A bij dit besluit.

9. Bijlage 2 bij dit besluit bevat de motivering bij het onthouden van de goedkeuring aan het EDC-VI kostentoerekeningssysteem ter bepaling van de door KPN voor de periode 1 juli 2003 tot 1 juli 2004 voor collocatie ten behoeve van MDF-access te hanteren kostengeoriënteerde tarieven.

B. Collocatie ten behoeve van interconnectie, interconnecterende huurlijnen en bijzondere toegang

10. Wat betreft het kostentoerekeningssysteem en de voorgestelde tarieven voor collocatie ten behoeve van interconnectie, interconnecterende huurlijnen en bijzonder toegang (hierna: ICA/ILL9) heeft het college als volgt geoordeeld:

11. Bij het dit jaar uitgevoerde EDC beoordelingsproces heeft KPN geen kostentoerekeningssysteem en hieruit resulterende tarieven voor collocatie ten behoeve van ICA/ILL opgeleverd, daar zij van mening is dat collocatie ten behoeve van ICA/ILL geen gereguleerde dienst is en derhalve niet op kostenoriëntatie behoeft te worden gebaseerd. Bij brief van 1 mei 2003 schrijft KPN aan het college dat zij de rapportage betreffende de dienst collocatie ten behoeve van interconnectie en bijzondere toegang alleen zal opleveren indien het beroep van KPN tegen de beslissing op bezwaar inzake de last onder dwangsom voor het opnemen van tarieven van collocatie ten behoeve van interconnectie in het referentieaanbod10 ongegrond verklaart.

12. Op basis van het bovenstaande is het college niet in staat geweest een directe beoordeling van het kostentoerekeningssysteem en de hieruit resulterende tarieven voor collocatie ten behoeve van ICA/ILL uit te voeren. Het college rest dan ook niets anders dan goedkeuring te onthouden aan het volledige kostentoerekeningssysteem voor collocatie ten behoeve van ICA/ILL.

13. Het college is echter van oordeel dat de dienstverlening voor collocatie ten behoeve van ICA/ILL in grote mate overeenkomsten vertoont met de dienstverlening voor MDF collocatie. Gezien de inmiddels bereikte modulaire opbouw en hieruit voortvloeiende mate van transparantie van het wél

8 zie bijlage 2 van onderhavig besluit

9 ICA staat voor InterConnection Access en ILL voor Interconnecting Leased Lines

10 Beslissing op bezwaar met referentie OPTA/JZ/2002/200305

(4)

beschikbare kostentoerekeningssysteem voor MDF collocatie, heeft het college dit systeem gebruikt om te bepalen wat de resulterende kostengeoriënteerde tarieven voor collocatie ten behoeve van ICA/ILL zouden zijn geweest indien KPN het systeem zou hebben aangepast voor deze vorm van collocatie dienstverlening en vervolgens volledig overeenkomstig de wensen van het college zou hebben ingediend. Deze tarieven zijn neergelegd in bijlage 1B bij dit besluit.

14. Bijlage 2 bij dit besluit bevat de bevindingen naar aanleiding van de beoordeling, alsmede de motivering bij het onthouden van de goedkeuring aan het EDC-VI kostentoerekeningssysteem ter bepaling van de door KPN voor de periode 1 juli 2003 tot 1 juli 2004 voor collocatie ten behoeve van ICA/ILL te hanteren kostengeoriënteerde tarieven.

C. Vervolg

15. Opgemerkt wordt dat de in bijlage 1A opgenomen tarieven rechtstreeks en noodzakelijk resulteren uit het EDC-VI systeem, zoals dat naar het oordeel van het college zou moeten luiden, teneinde ingevolge artikel 6.10 Tw te kunnen worden goedgekeurd. De in bijlage 1B opgenomen tarieven zouden naar het oordeel van het college resulteren uit een EDC-VI systeem, teneinde ingevolge artikel 6.6 Tw te kunnen worden goedgekeurd. Deze tarieven zijn derhalve te begrijpen als de voor de periode 1 juli 2003 tot 1 juli 2004 relevante kostengeoriënteerde tarieven.

16. Het college is dan ook voornemens om, in het geval KPN gedurende deze periode voor de

betreffende dienstverlening andere dan deze kostengeoriënteerde tarieven in rekening zou brengen, handhavend op te treden.

17. Specifiek met betrekking tot de dienstverlening ter zake van de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk zij opgemerkt dat het college bevoegd is om krachtens artikel 4, tweede lid, van de Verordening in gerechtvaardigde gevallen wijzigingen van het referentieaanbod op te leggen. Het college maakt van deze bevoegdheid gebruik omdat de door KPN voorgestelde tarieven niet voldoen aan de eis van kostenoriëntatie en legt aan KPN op dat zij voor de in bijlage 1A bij onderhavig besluit bedoelde diensten voor de periode 1 juli 2003 tot 1 juli 2004 de in bijlage 1A opgenomen kostengeoriënteerde tarieven in haar referentieaanbod opneemt.

D. Dictum

18. Gelet op al het in onderdelen A, B en C van onderhavig besluit gestelde, besluit het college om het op 1 en 15 mei 2003 door KPN aan hem ter goedkeuring voorgelegde EDC-VI systeem, tezamen met de daarbij op 7 en 13 augustus door KPN opgeleverde bijlagen, voor zover deze bijlagen

aanpassingen dan wel aanvullingen op de op 1 en 15 mei voorgelegde rapportage betreffen, niet goed te keuren.

(5)

19. Eveneens gelet op al het in onderdelen A en C van onderhavig besluit gestelde, legt het college KPN een wijziging van haar referentieaanbod op voor de dienstverlening samenhangend met de

ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk, inhoudende dat KPN voor de in bijlage 1A bij onderhavig besluit bedoelde diensten voor de periode 1 juli 2003 tot 1 juli 2004 de in bijlage 1A opgenomen kostengeoriënteerde tarieven in haar referentieaanbod opneemt.

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

Prof. dr. J.C. Arnbak, voorzitter

Rechtsmiddel

Indien belanghebbenden zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen zij binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90420

2509 LK Den Haag

onder vermelding van ‘Bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.

(6)

Overzicht bijlagen bij OPTA/IBT/2003/20203050

Bijlage 1. De kostengeoriënteerde tarieven voor collocatiefaciliteiten

Bijlage 2. Bevindingen naar aanleiding van de EDC beoordeling

Bijlage 3. Beschrijving van de procesgang

Bijlage 4. Onderverdeling componenten collocatie

(7)

Bijlage 1 bij OPTA/IBT/2003/20203050

De kostengeoriënteerde tarieven voor collocatiefaciliteiten

1A – Tarieven collocatie ten behoeve van MDF

Inpandige collocatie Eenmalig Periodiek

Halve configuratie 32.040 2.084 per jaar

Hele configuratie 38.351 2.315 per jaar

Losse 6e, 7e, 8e, 11e, etc. footprint 7.466 695 per jaar Losse 4e, 5e, 9e, etc. footprint 3.156 116 per jaar

SIP-kast 2.961 -

Voedingskast 48 V 2.128 -

Voedingskast 230 V 1.409 -

Koppelkabel (200 aderparen) 1.571 -

Koppelkabel (400 aderparen) 3.142 -

Koppelkabel (600 aderparen) 4.713 -

48 V no-break voorziening 6.249 0,13 per kWh

of 2,32 per lijn per jaar

230 V monitored supply 3.574 0,105 per kWh

230 V unmonitored supply - 0,105 per kWh

Bedragen in Euro

Aanpalende collocatie Eenmalig Periodiek

Aanpalende configuratie 17.247 1.738 per jaar

K1200 SIP-kast 6.106 -

Koppelkabel (graafwerk) 2.061 -

Koppelkabel (200 aderparen) 4.540 -

Koppelkabel (400 aderparen) 9.080 -

Koppelkabel (600 aderparen) 13.620 -

Bedragen in Euro

(8)

1B – Tarieven collocatie ten behoeve van interconnectie en bijzondere toegang

Inpandige collocatie Eenmalig Periodiek

Halve configuratie 23.707 2.084 per jaar

Hele configuratie 30.019 2.315 per jaar

Losse 1e, 2e, 3e, 6e, etc. footprint 6.723 695 per jaar Losse 4e, 5e, 9e, etc. footprint 3.156 116 per jaar

Voedingskast 48 V 2.128 -

Voedingskast 230 V 1.409 -

48 V no-break 6.249 0,13 per kWh

230 V monitored supply 3.574 0,105 per kWh

230 V unmonitored supply - 0,105 per kWh

4 x STM-1 interne doorbekabeling 4.791 of 2.373 per jaar 4 x coaxkabel interne doorbekabeling 4.791 of 2.373 per jaar Bedragen in Euro

(9)

Bijlage 2 bij OPTA/IBT/2003/203050

Bevindingen naar aanleiding van de EDC beoordeling

1 Inleiding

In deze bijlage wordt ingegaan op de bevindingen naar aanleiding van de EDC-VI beoordeling voorzover deze betrof de collocatie ten behoeve van MDF-access dienstverlening (verder: MDF collocatie) als ook de tarieven voor collocatie ten behoeve van interconnectie, interconnecterende huurlijnen en bijzondere toegang (verder ICA/ILL collocatie).

1.1 Tarieven

De tarieven die KPN voor deze dienstverlening hanteert dienen kostengeoriënteerd te zijn, en te resulteren uit een door het college goedgekeurde kostentoerekeningssysteem. De bevindingen bij de beoordeling van de volgende tarieven worden in deze bijlage beschreven:

Hoofdstuk 2: De eenmalige tarieven voor MDF collocatie i) Inpandige collocatie t.b.v. MDF:

a) Halve configuratie b) Hele configuratie

c) Modulaire opbouw: afname losse componenten zoals:

(1) Losse footprint (2) Koppelkabel (3) SIP-kast

(4) 48 V voedingspunt (5) 230 V voedingspunt

d) Modulaire opbouw: afname extra componenten zoals:

(1) Extra koppelkabels (2) Intern doorbekabelen (3) Extra footprints

ii) Aanpalende collocatie t.b.v. MDF:

a) Aanpalende configuratie b) K1200 SIP-kast

c) Koppelkabels

(10)

Hoofdstuk 3: De periodieke tarieven voor MDF collocatie i) Inpandige collocatie

a) Halve configuratie b) Hele configuratie c) Footprint

ii) Aanpalende collocatie a) Configuratie

Hoofdstuk 4: De eenmalige en periodieke tarieven voor levering van elektriciteit a) 48 V no-break stroomvoorziening

b) 230 V monitored stroomvoorziening c) 230 V unmonitored stroomvoorziening

Hoofdstuk 5: De tarieven voor levering van inpandige collocatie t.b.v. ICA en ILL a) Footprint

b) 4xSTM-1 tiecable c) Coax tiecable

d) 48 V stroomvoorziening e) 230 V stroomvoorziening f) Periodieke tarieven

Onderstaand gaat het college in op de beoordeling van het EDC-VI kostentoerekeningssysteem en de hieruit resulterende tarieven.

1.2 Het uitgevoerde beoordelingsproces

De door het college uitgevoerde beoordeling van het systeem heeft plaatsgevonden door een analyse van de door KPN opgeleverde EDC VI rapportage dd. 29 april 2003 en dd. 15 mei 200311. KPN heeft bij brief van 15 juli deze annexen ingetrokken en bij brief van 7 augustus 2003 nieuwe annexen overlegd.

Tevens is nog een annex met aanvullende informatie en tariefvoorstellen op 13 augustus 2003 aan het college overlegd.

De door KPN opgeleverde informatie had met name betrekking op MDF collocatie. Voor collocatie ten behoeve van interconnectie en interconnecterende huurlijnen (ICA/ILL collocatie) betwist KPN de bevoegdheid van het college. Ondanks een vordering door het college van deze informatie heeft KPN tot op heden geen kostenonderbouwing en tariefvoorstel aan het college overgelegd.

11 De bij de EDC-VI rapportage behorende annex met tariefvoorstellen voor de eenmalige vergoedingen voor MDF collocatie zijn door KPN separaat op 15 mei 2003 opgeleverd, in de vorm van een annex 23A.

(11)

Naast de schriftelijke informatie uitwisseling heeft evenals voorgaande jaren een aantal dieptesessies tussen KPN en OPTA plaatsgevonden, waarin meer diepgaand een aantal onderwerpen is besproken en KPN om nadere aanvullende en onderbouwende informatie is gevraagd. De vragen en antwoorden aangaande de diverse dieptesessies zijn steeds schriftelijk tussen KPN en het college uitgewisseld, waarna indien nodig verdere bespreking heeft plaatsgevonden.

In de twee klankbordgroep sessies is ook informatie uitgewisseld met de betrokken marktpartijen aangaande het kostentoerekeningssysteem voor de collocatie dienstverlening.

Tenslotte heeft dit jaar ook een nader onderzoek plaatsgevonden, in de vorm van een toetsing van KPN’s schriftelijke uiteenzettingen aan de praktijk, door een bezoek van OPTA medewerkers aan een relevante locatie van KPN (een MDF centrale). Tijdens dit bezoek waren diverse medewerkers van KPN betrokken, waaronder die van de afdeling product management Local Loop Services. De bevindingen naar

aanleiding van dit bezoek zijn in dieptesessies met KPN verder besproken.

Onderstaand gaat het college per afzonderlijke dienst in op de specifieke beoordelingspunten en bevindingen voor elk van deze diensten en de uitwerking hiervan op het kostengeoriënteerde tarief verbonden aan deze diensten.

(12)

2 De eenmalige tarieven voor de levering van collocatie t.b.v. MDF

2.1 Beoordelingspunt

De eenmalige tarieven voor collocatie ten behoeve van MDF behelzen de tarieven voor inpandige collocatie en aanpalende collocatie. Voor een meer gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar de richtsnoeren betreffende collocatie12. Inpandige collocatie wordt geleverd als halve configuratie (3 footprints13) en hele configuratie (5 footprints). In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de kostenonderbouwing en het tarief voor een halve en hele configuratie, alsmede van een aanpalende configuratie. Hierna zal worden ingegaan op het tarief dat is aan verbonden aan de levering van extra footprints (dit wil zeggen: 6e en opvolgende footprints indien de hele configuratie bestaande uit 5 footprints reeds is afgenomen). Vervolgens zal aan de hand van de modulaire opbouw van het

kostentoerekeningssysteem een oordeel worden gegeven over de tarieven voor enige relevante separate elementen uit een configuratie zoals bijvoorbeeld een SIP-kast, koppelkabel of additionele footprint.

Tenslotte zal het college een oordeel uitspreken ten aanzien van het systeem en de tarieven voor de in de komende periode nog te bouwen collocatie.

Bij de beoordeling van kostentoerekeningssysteem voor de eenmalige tarieven voor MDF collocatie heeft het college zich gebaseerd op de wijze waarop de tarieven zijn berekend in de beslissing op bezwaar BaByXL - KPN14 (hierna: de eenmalige tarieven beslissing). Ook KPN heeft herhaaldelijk aangegeven in haar kostentoerekeningssysteem uit te gaan van de principes en methodiek van dit besluit. Bij aanvang van het EDC beoordelingstraject heeft het college KPN verzocht naast het bestaande tariefvoorstel ook een meer modulaire en transparante tariefopbouw in het referentieaanbod op te nemen. Hierdoor wordt het voor marktpartijen mogelijk slechts die elementen van KPN af te nemen die noodzakelijk zijn voor het kunnen afnemen van diensten van KPN en wordt voldaan aan de wettelijke eis van transparantie.

2.2 Procesgang

Voor een totaal overzicht van de correspondentie (met kenmerken) verwijst het college naar bijlage 3.

Een samenvatting van de voor dit hoofdstuk relevante correspondentie is als volgt.

12 Richtsnoeren over collocatie en eenmalige kosten met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn, 20 december 2000, /OPTA/IBT/2000/203357

13 Een footprint is een standaard oppervlaktemaat voor een apparatuurkast plus loopruimte

14 Beslissing op bezwaar inzake het besluit van het college d.d. 15 augustus 2001 (OPTA/IBT/2001/201893), 11 februari, 2002/OPTA/JZ/2002/2200392

(13)

Het college heeft KPN per brief van 27 februari 2003 verzocht om per 1 mei 2003 een

kostentoerekeningssysteem voor de eenmalige levering van MDF collocatie op te leveren. Bij brief van 29 april 2003 schrijft KPN aan het college dat zij de rapportage betreffende de dienst collocatie ten

behoeve van MDF op 21 mei zal opleveren.

Bij brief van 2 mei 2003 heeft het college de onderbouwing van de MDF collocatie gerelateerde tarieven gevorderd en hierbij aangegeven dat KPN deze onderbouwing voor 7 mei 2003 aan het college dient te doen toekomen. KPN heeft per brief van 7 mei 2003 meegedeeld dat KPN de tarieven van collocatie ten behoeve van MDF uiterlijk 16 mei 2003 zal opleveren. Tevens meldt zij in deze brief dat zij slechts uit de brief van 2 mei 2003 begrijpt dat zij deze tarieven op basis van kostenoriëntatie dient op te leveren.

Bij brief van 16 mei 2003 levert KPN een kostenonderbouwing op voor de eenmalige vergoeding collocatie (annex 23A, dd. 15 mei 2003). Deze annex beperkt zich naast een kwalitatieve beschrijving slechts tot een kwantitatieve controle berekening van de totale omzet van de dienst tegen de actuele tarieven. De annex omvat echter geen kostenonderbouwing en tariefvoorstel conform de EDC eisen zoals vermeld in de richtsnoeren.

In de dieptesessie van 20 mei 2003 heeft het college aan KPN gevraagd welke tarieven KPN voornemens is op te nemen in haar referentieaanbod voor collocatiefaciliteiten in reeds gereedgemaakte centrales en in centrales die nog gereedgemaakt dienen te worden. Tevens is KPN verzocht de collocatietarieven meer transparant te maken door deze te splitsen in een aantal basis-functionaliteiten. Het college heeft de in de dieptesessie besproken vragen bij brief van 23 mei 2003 aan KPN bevestigd.

Bij brief van 27 mei 2003 meldt KPN dat zij geen tariefvoorstel heeft gedaan met betrekking tot collocatie ten behoeve van MDF. Zij geeft tevens aan dat zij een inventarisatie uitvoert van de kosten voor het gereedmaken van nieuwe centrales voor collocatie en voornemens is deze diensten op offertebasis aan afnemers aan te bieden, hetgeen zou leiden tot een specifiek tarief per nieuwe collocatie.

Op 2 juni 2003 bezoeken OPTA medewerkers een collocatieruimte in een MDF centrale van KPN.

In de dieptesessie van 6 juni 2003 heeft het college nogmaals met KPN besproken dat hij een tariefvoorstel wenst voor MDF collocatie en tevens dat dit tariefvoorstel transparant en modulair van opbouw dient te zijn. De vragen hieromtrent zijn eveneens op 6 juni 2003 per email brief aan KPN verstuurd. KPN heeft bij brief van 13 juni 2003 hierop gereageerd met de opmerking dat zij geen nieuw tarief voorstel zal indienen en dat de standpunten voor de modulaire uitbouw reeds in een ander traject op 29 april 2003 zijn ingediend.

Op 10 juli 2003 heeft het college KPN verzocht een tariefvoorstel in te dienen met betrekking tot aanpalende collocatie en collocatiefaciliteiten in centrales die nog gereedgemaakt dienen te worden. In de dieptesessie van 22 juli 2003 zijn deze verzoeken mondeling toegelicht. Deze verzoeken zijn bij brief van 23 juli 2003 aan KPN bevestigd. Bij brief van 7 augustus heeft KPN tariefvoorstellen voor inpandige collocatie opgeleverd en tevens een voorstel voor een modulaire opbouw gedaan.

(14)

In de dieptesessie van 11 augustus 2003 heeft KPN mondeling toegezegd een tariefvoorstel voor

inpandige en aanpalende collocatie op te leveren en tevens een tariefvoorstel voor de modulaire opbouw aan het college te doen toekomen. Dit voorstel is bij brief van 13 augustus 2003 ontvangen.

2.3 Standpunt KPN

2.3.1 Inpandige collocatie in reeds gereedgemaakte centrales

KPN geeft bij brief van 7 augustus 2003 aan dat zij voor wat betreft het kostentoerekeningssysteem en de tariefonderbouwing voor inpandige collocatie zich conformeert aan de uitgangspunten en uitkomsten van de “eenmalige tarieven beslissing”. Gezien het feit dat binnen KPN meer recente inzichten in normtijden en kosten momenteel niet beschikbaar zijn, bevat het tariefvoorstel voor de levering van halve en hele configuraties in reeds gereedgemaakte centrales de tarieven zoals vastgesteld in

voornoemd besluit. Deze tarieven zijn respectievelijk 32.040 Euro voor een halve configuratie en 38.351 Euro voor een hele configuratie.

2.3.2 Aanpalende collocatie

KPN geeft bij brief van 13 augustus 2003 aan dat zij ook voor wat betreft het kostentoerekeningssysteem en de tariefonderbouwing voor aanpalende collocatie zich conformeert aan de uitgangspunten en uitkomsten van de “eenmalige tarieven beslissing”. Gezien het feit dat binnen KPN meer recente inzichten in normtijden en kosten momenteel niet beschikbaar zijn, bevat het tariefvoorstel voor de levering van een aanpalende configuratie bij reeds gereedgemaakte centrales het tarief zoals vastgesteld in voornoemd besluit. Dit tarief bedraagt 17.247 Euro.

2.3.3 Modulaire opbouw: afname losse componenten collocatie

In haar brief van 7 augustus 2003 doet KPN een voorstel ten aanzien van de modulaire opbouw van losse componenten voor inpandige collocatie. Deze componenten zijn voor inpandige collocatie: Lege

footprint (inclusief gezamenlijke kosten algemeen), SIP-kast, Koppelkabels, Voedingskast 230 V en voeding 48 V. Voor aanpalende collocatie zijn de onderdelen: K1200 SIP-kast en losse koppelkabel.

Bij brief van 13 augustus 2003 geeft KPN aan ook voor de levering van losse componenten van een configuratie, aan te sluiten bij het kostentoerekeningssysteem en de tariefonderbouwing van de

“eenmalige tarieven beslissing”. Naast enige kwalitatieve opmerkingen over de componenten worden de kosten door KPN in de volgende categorieën ingedeeld.

Component Halve configuratie Hele configuratie Adjacent

Bouwkundige aanpassingen xxx xxx 0

Installatie algemene technische voorzieningen xxx xxx 0

Installatie telco specifieke voorzieningen xxx xxx xxx

Project management en engineering xxx xxx xxx

Tabel 1. Door KPN opgegeven onderverdeling van kosten voor collocatie (in Euro).

(15)

In de bij de brief van 13 augustus 2003 gevoegde annex ‘modulaire collocatie voor MDF Access Services’

geeft KPN ook de kostprijs aan voor de uitbreiding van SIP-kasten.

Hierbij onderscheidt KPN de volgende componenten en kostprijzen: inpandige SIP-kast xxx Euro, voor de 4e en 5e footprint ieder xxx Euro en voor de inpandige koppelkabel xxx Euro. In deze laatste berekening is een deel van een kabelgoot verwerkt.

2.3.4 Afname extra footprints

Voor de levering van de zogenoemde ‘extra’ footprints (dit zijn footprints na afname van een volledige configuratie van 5 footprints, dit wil dus zeggen: de 6e en opvolgende footprints) heeft KPN in haar brief van 13 augustus 2003 een kostenonderbouwing gepresenteerd, eveneens gebaseerd op de

eerdergenoemde “eenmalige tarieven beslissing”.

In deze onderbouwing maakt KPN een onderscheid in de specifieke kosten van een footprint (zijnde xxx Euro) en een ‘algemene component’ (bedoeld ter dekking van de gezamenlijke kosten van een

collocatieruimte). Uit de tabel met tariefcomponenten heeft KPN herleid dat deze algemene kosten voor een configuratie xxx Euro bedragen. KPN stelt voor om ten behoeve van de tarifering deze algemene component te verdelen over de drie footprints (de 6e, 7e en 8e footprint). Dit leidt tot een

kostencomponent van xxx per footprint. Het tarief van deze extra footprints komt hiermee totaal op (xxx + xxx) = xxx Euro per stuk.

Gezien het feit dat de algemene kosten na 3 footprints zijn goedgemaakt, worden geen algemene kosten meer toegerekend aan hierop volgende 2 extra footprints (de 9e en 10e footprint). Deze uitbreiding bevat slechts de specifieke kosten voor een footprint, het tarief hiervoor bedraagt dan ook xxx Euro per stuk.

2.3.5 Inpandige collocatie in nog niet gereedgemaakte centrales

Wat betreft de tarieven voor collocatie in centrales die nog niet gereed gemaakt zijn verklaart KPN dat zij op dit moment nog niet voldoende orders heeft ontvangen om hiervoor een representatieve uitspraak over de kosten te doen. Zij verwacht echter dat, gezien het feit dat het hier de kleinere centrales betreft, er meer kosten gemaakt dienen te worden om deze centrales voor collocatie geschikt te maken. Tevens verwacht KPN dat naast deze hogere kosten er ook nog eens minder aanbieders per centrale collocatie diensten zullen afnemen. Daarom zullen deze tarieven hoger uitvallen dan voor bestaande collocatie ruimten.

Aanvankelijk heeft KPN zich op het standpunt gesteld deze nieuwe collocaties op basis van een offerte model aan marktpartijen aan te bieden. Op verzoek van het college heeft KPN echter in tweede instantie in haar brief van 13 augustus 2003 een tariefvoorstel gedaan. Hierbij is uitgegaan van het

kostentoerekeningssysteem van de “eenmalige tarieven beslissing”, maar heeft KPN enige aanpassingen doorgevoerd. De totale kosten van een collocatieruimte, zoals beschreven in het voornoemd besluit, worden in dit geval namelijk over xxx aanbieders verdeeld (inclusief KPN zelf), in plaats van over de oorspronkelijke 6,9 partijen. Hierdoor wordt het tarief voor een halve en hele configuratie in een nieuw

(16)

te realiseren collocatie hoger dan het tarief voor collocatie in een reeds gereedgemaakte centrale. Op basis van deze berekening stelt KPN een tarief voor van xxx Euro voor een halve configuratie en xxx Euro voor een hele configuratie. De kosten voor een aanpalende configuratie blijven gelijk. Het tariefvoorstel is hiervoor xxx Euro.

2.4 Oordeel College

Inleiding

Bij zijn beoordeling van KPN’s kostenonderbouwing en tariefvoorstellen voor MDF collocatie heeft het college zich allereerst gericht op de vraag of het betreffende kostentoerekeningssysteem en de hierin opgenomen tariefcomponenten en normbedragen, zoals gebaseerd op de eerdergenoemde “eenmalige tarieven beslissing”, ook op dit moment nog een juiste weergave van de werkelijke situatie omvatten en derhalve leiden tot de juiste kostengeoriënteerde tarieven voor collocatie in reeds gereedgemaakte centrales. Naar oordeel van het college is het systeem inderdaad nog actueel en kan zij als grondslag dienen voor de kostenonderbouwing en vaststelling van de betreffende tarieven. Volledigheidshalve is de volledige tabel met tariefcomponenten voor collocatie opgenomen in bijlage 4.

2.4.1 Inpandige collocatie in reeds gereedgemaakte centrales

Voor wat betreft de inpandige collocatie in reeds hiertoe gereedgemaakte centrales is het college van oordeel dat de door KPN voorgestelde tarieven aansluiten bij het systeem uit de “eenmalige tarieven beslissing”. Naar oordeel van het college omvat het tariefvoorstel voor de halve en hele configuratie dan ook de juiste kostengeoriënteerde tarieven. Hierbij is het college er van uitgegaan dat een halve en hele configuratie respectievelijk 3 of 5 footprints bevat met een minimale hoogte van 2,20 meter, een SIP- kast met een afgewerkte 400 aderparen koppelkabel, een 230 V voedingkast, een 48 V bouwblok en projectkosten. Voor een volledige tariefonderbouwing wordt verwezen naar bijlage 4.

2.4.2 Aanpalende collocatie

Wat betreft de aanpalende collocatie bij reeds hiertoe gereedgemaakte centrales is het college van oordeel dat de door KPN voorgestelde tarieven aansluiten bij het systeem uit de “eenmalige tarieven beslissing”. Naar oordeel van het college omvat het tariefvoorstel voor de aanpalende configuratie dan ook het juiste kostengeoriënteerde tarief. Hierbij is het college er van uitgegaan dat een aanpalende configuratie bestaat uit een SIP-kast (K1200) met een afgewerkte 400 aderparen koppelkabel en projectkosten.

2.4.3 Modulaire opbouw: afname losse componenten collocatie

Wat betreft de tarifering van de levering van losse componenten van een collocatie is het college van oordeel dat deze dient aan te sluiten bij het totale kostentoerekeningssysteem voor (MDF) collocatie, zoals voortvloeiend uit de “eenmalige tarieven beslissing”. Dit is mogelijk door de transparante en

(17)

modulaire opbouw van dit systeem: het tarief voor een ‘losse’ component is in principe het tarief uit de tabel, vermeerderd met de opslag voor onvoorzien.

Uit de kostenonderbouwing en tariefvoorstellen van KPN blijkt dat zij dit bovenstaande principe over het algemeen weliswaar heeft toegepast, doch in de exacte uitwerking op sommige punten afwijkt van hetgeen naar oordeel van het college wenselijk en juist is. Ook beperkt KPN zich op een aantal plaatsen tot een categorisering van de kosten, in plaats van een uitwerking te geven naar specifieke tarieven voor de relevante ‘losse’ componenten.

Onderstaand wordt per afzonderlijke component het oordeel van het college weergegeven.

Inpandige collocatie

Losse footprint

De specifieke kosten voor de afname van een losse footprint binnen een configuratie (dit wil zeggen de uitbreiding van een halve naar een hele configuratie) kunnen afgeleid worden uit het verschil tussen het tarief voor een hele en een halve configuratie. Dit verschil, zijnde 6.311 Euro, wordt namelijk volledig bepaald door de specifieke kosten verbonden aan de 4e en 5e footprint. Per footprint wordt het tarief derhalve 3.156 Euro, zoals ook door KPN is berekend.

Koppelkabel

De koppelkabel heeft KPN berekend op basis van de elementen uit de “eenmalige tarieven beslissing”. Zij heeft echter daarbij ook voor 134 Euro de (over aanbieders gedeelde) kabelgoot meegenomen in het tarief. Deze kosten behoren echter bij de gezamenlijke kosten te worden verrekend (en dus in de prijs van een footprint) aangezien aanbieders minimaal 2 koppelkabels aanschaffen (zowel B als D kabel) en de kabelgoot ook geschikt is voor een groter aantal koppelkabels. Indien de kabelgoot voor een zevende deel in de koppelkabel wordt verrekend, zal KPN hier te veel terugverdienen en zal niet worden voldaan aan de eis van kostenoriëntatie. Het door KPN opgegeven bedrag voor een koppelkabel moet daarom conform de “eenmalige tarieven beslissing” verminderd worden met de kosten van de kabelgoot en komt daarmee op 3.142 Euro, inclusief aanleg, afwerking en onvoorziene kosten. De kosten van de kabelgoot zullen in de kosten van de footprint worden opgenomen.

SIP-Kast

Het kostengeoriënteerde tarief voor een SIP-kast bedraagt naar oordeel van het college 2.961 Euro. Dit betreft een SIP-kast zonder LSA cassettes, maar inclusief installatie en aarden. Dit tarief is conform de berekening door KPN.

48 V voedingspunt

De module voor het voedingspunt van 48 V bestaat volgens KPN uit twee componenten, te weten de aanschaf en aanleg van een CVK 2-600 module en een MOD2x5D02 module, zoals blijkt uit de tabel uit bijlage 4. Deze componenten kennen een kostprijs van 443,82 Euro en 1406,72 Euro per aanbieder.

(18)

Inclusief de opslag voor onvoorziene werkzaamheden komt het totale kostengeoriënteerde tarief op 2.128 Euro.

230 V voedingspunt

Voor het voedingspunt van 230 V is de aanschaf en aanleg van een verdeelkast VK6 AC noodzakelijk.

Het totale kostengeoriënteerde tarief, inclusief de opslag voor onvoorziene werkzaamheden bedraagt 1.409 Euro.

Totaaloverzicht tarieven losse componenten

De totaalsom van de afzonderlijke losse componenten lijkt in eerste instantie lager dat het tarief van een halve configuratie. Het resterende verschil wordt bepaald door de gezamenlijke kosten die als algemene kostencomponent binnen het systeem aan de eerste drie footprints worden toegerekend. Na toevoeging van deze algemene kosten zijn de kosten van de eerste drie footprints gelijk aan de kosten van een halve configuratie, verminderd met de kosten van de SIP-kast, koppelkabel, 48 V en 230 V voedingspunt. De kosten voor de eerste drie footprints komen daarmee op 22.399 Euro. Opgemerkt dient te worden dat van dit bedrag 2.229 Euro is verbonden met elementen die specifiek voor MDF worden gebruikt. Hiermee komt het tarief per footprint inclusief de toeslag voor onvoorziene kosten op 7.466 Euro. Dit tarief wijkt enigszins af van het door KPN opgegeven tarief omdat dit is vermeerderd met de kosten van de

kabelgoot (overgeheveld vanuit de door KPN opgegeven kosten van een koppelkabel) en verminderd met de kosten van de voedingspunten.

Samengevat komt het er op neer dat het tarief voor de eerste 3 footprints (afgenomen als onderdeel van een halve configuratie) hoger is dan dat voor de resterende 2 footprints (ter verkrijging van een hele configuratie) doordat naast de specifieke kosten van een footprint, de algemene kosten volledig worden toegerekend aan de eerste 3 footprints, en niet meer aan de resterende 2 footprints.

De door het college geachte kostengeoriënteerde tarieven voor de modulaire opbouw van collocatie faciliteiten zijn als overzicht in tabel 2 weergegeven.

Component Tarief

Losse footprint15 (1e, 2e, 3e incl. gezamenlijke kosten) 7.466 Losse 4e, 5e footprint (zonder gezamenlijke kosten) 3.156

SIP-kast 2.961

Koppelkabel (400 aderparen) 3.142

Voedingskast 48 V 2.128

Voedingskast 230 V 1.409

Tabel 2. Modulaire opbouw van inpandige collocatie (in Euro).

15 Een dergelijke ‘losse’ footprint kan slechts besteld worden als onderdeel van een halve configuratie, of los als extra footprint (zie hiervoor hoofdstuk 2.4.4.)

(19)

Componenten aanpalende collocatie

KPN onderscheidt in haar EDC rapportage ten aanzien van aanpalende collocatie een tweetal

afzonderlijke componenten, te weten installatie voorzieningen en ‘project management en engineering’.

Het college is echter van mening dat, in lijn met de toerekening bij inpandige collocatie, de kosten van projectmanagement en engineering bij de levering van de footprint behoren. In het geval van

aanpalende collocatie bevat de “footprint” een kabelkast van het type K1200. De andere component voor aanpalende collocatie is de koppelkabel. Een onderdeel van de kosten van een koppelkabel is het graven van de geul naar de aanpalende collocatie. Conform de “eenmalige tarieven beslissing” zijn de kosten hiervoor 2.061 Euro. De overige kosten van de koppelkabel (400 aderparen) bedragen 9.080 Euro. Het college wenst dit onderscheid te maken aangezien bij gelijktijdige ordering van extra koppelkabels de graafwerkzaamheden slechts eenmaal behoeven te worden uitgevoerd.

De door het college geachte kostengeoriënteerde tarieven voor de modulaire opbouw van aanpalende collocatie faciliteiten is als overzicht in tabel 3 weergegeven.

Bouwblok Tarief

K1200 SIP-kast 6.106

Koppelkabel (graafwerk) 2.061

Koppelkabel 400 aderparen (rest) 9.080

Tabel 3. Modulaire opbouw van aanpalende collocatie (in Euro)

Extra koppelkabels

KPN heeft geen specifiek tariefvoorstel ingeleverd voor de levering van extra (additionele) koppelkabels.

KPN heeft echter wel aangegeven het systeem uit de “eenmalige tarieven beslissing” als uitgangspunt te nemen voor de tarieven van modulaire collocatie faciliteiten.

Het college heeft reeds eerder bij besluit16 de tarieven voor de levering van extra koppelkabels vastgesteld en aan KPN opgelegd. De, eveneens op basis van het voornoemde systeem, vastgestelde tarieven zijn in tabel 4 weergegeven. Voor de levering van koppelkabels ten behoeve van een

aanpalende collocatie is een extra component voor graafwerk en overige werkzaamheden toegevoegd.

Indien meerdere kabels gelijktijdig worden besteld, of tegelijkertijd met de initiële levering van de collocatie, behoeft de component voor het graafwerk slechts eenmalig worden betaald.

Type 200 aderparen 400 aderparen 600 aderparen

Inpandig 1.571 3.142 4.713

Aanpalend 2.061 + 4.540 2.061 + 9.080 2.061 + 13.620 Tabel 4. Modulaire opbouw van koppelkabels (in Euro)

16 Besluit van 14 juli 2003 met referentie OPTA/IBT/2003/202226.

(20)

Intern doorbekabelen

Voor het binnen een collocatieruimte leggen van kabels tussen kasten en configuraties (al dan niet tussen verschillende partijen) biedt KPN de mogelijkheid om dit voor haar afnemers te verzorgen.

Hoewel hier geen afzonderlijk tariefvoorstel voor is gedaan, heeft KPN in de dieptesessie van 10

augustus 2003 aangegeven dat, indien door aanbieders gewenst, zij de aanbieder met haar aannemer(s) in contact brengt. De aanbieder kan dan met de aannemer de kosten van de werkzaamheden bespreken.

Deze werkwijze en tarifering zijn nar het oordeel van het college redelijk.

2.4.4 Extra footprints

Voor de levering van de zogenoemde ‘extra’ footprints (dit zijn footprints na afname van een volledige configuratie van 5 footprints, dit wil dus zeggen: de 6e en opvolgende footprints) heeft het college op verzoek van aanbieders, reeds eerder17 interim tarieven vastgesteld voor 6e en opvolgende footprints. Dit tarief was gebaseerd op een verdeling van de gezamenlijke (algemene) kosten over 5 footprints.

KPN heeft hierover in de dieptesessies opgemerkt dat in het oorspronkelijke kostentoerekeningssysteem uit de “eenmalige tarieven beslissing”, als uitgangspunt een verdeling van deze kosten over de eerste drie footprints is genomen. Bij een verdeling over 5 footprints zou het tarief per losse footprint te laag uitvallen en zouden aanbieders door ‘cherry-picking’ bijvoorbeeld een extra halve totale configuratie kunnen samenstellen, met een totaaltarief dat onder het door het college goedgekeurde tarief van een complete halve configuratie ligt.

Het college volgt daarom de redenering van KPN om de gezamenlijke kosten over de 6e tot en met de 8e footprint te verdelen. Hier is echter nog een kleine correctie nodig, gezien het feit dat KPN een onjuist bedrag per footprint als uitgangspunt heeft genomen, aangezien zij de kabelgoten niet, maar de voedingspunten wel in dit tarief heeft verwerkt. Dit is ook beschreven in hoofdstuk 2.4.3. Het correcte tarief voor de extra 6e, 7e en 8e footprint is 7.466 Euro.

Gezien het feit dat de algemene kosten op deze wijze reeds bij de afname van 3 extra footprints worden goedgemaakt is het tarief voor de afname van de resterende 2 extra footprints (de 9e en 10e) lager. Dit tarief omvat alleen de specifieke kosten voor een losse footprint (zijnde 3.156 Euro, zie hoofdstuk 2.4.3) en niet meer de algemene kosten.

Dit leidt tot de volgende tarieven:

Bouwblok Tarief

Extra 6e, 7e, 8e footprint (is inclusief algemene kosten) 7.466 Extra 9e, 10e footprint (is exclusief algemene kosten) 3.156 Tabel 5. Extra footprints voor inpandige collocatie (in Euro)

17 Brief aan KPN en Versatel van 2 juni 2003 met referentie OPTA/IBT/2003/201788

(21)

2.4.5 Inpandige collocatie in nog niet gereedgemaakte centrales

In eerste instantie heeft KPN geen tariefvoorstel gedaan voor inpandige collocatie in centrales die nog niet gereed zijn gemaakt (de zogenoemde ‘post tranche-3’ centrales). Zij argumenteerde hierbij dat dit veelal kleinere centrales betreft waarbij het enerzijds onzeker is hoeveel kosten het met zich meebrengt om deze geschikt te maken voor collocatie en het anderzijds onzeker is hoeveel partijen hier uiteindelijk collocatie zullen afnemen. Op basis hiervan heeft KPN de voorkeur uitgesproken voor het hanteren van een zogenoemd ‘offertemodel’.

Het college is echter van oordeel dat een offertemodel voor nieuwe collocaties op dit moment niet wenselijk is, zowel vanuit het oogpunt van transparantie, en non-discriminatie als ook vanuit het punt van voorspelbaarheid naar marktpartijen. In de eerdergenoemde “eenmalige tarieven beslissing” wordt ten aanzien van het kostentoerekeningssysteem en de hieruit voortvloeiende systemen onder

randnummer 214 aangegeven: “Het college wijst er op dat de door hem ontwikkelde tariferingssysteem leidt tot uniforme tarieven voor de verschillende typen collocatie. Dit houdt in dat de tarieven per type collocatie (hele, halve of aanpalende) gelijk zullen zijn, ongeacht de centrale locatie waar de collocatie positie zich bevindt en ongeacht de afnemer van de collocatie dienstverlening. Wellicht ten overvloede wijst het college in dit verband op het beginsel van non-discriminatie.

In haar brief van 13 augustus 2003 levert KPN wel een kostentoerekeningssyteem op waarbij zij aanzienlijke hoger tarief voor deze nieuwe collocaties berekent dan het tarief voor de reeds gebouwde collocaties.

Ten eerste is een geografische differentiatie van tarieven van collocatieruimten niet wenselijk, zowel vanuit het oogmerk van transparantie als ook vanuit maatschappelijke overwegingen. De dienstverlening van bijvoorbeeld breedband internet zal dan namelijk in sommige gedeelten van Nederland duurder worden dan in andere gebieden. Daarom worden in de diverse EDC berekeningen altijd landelijk (gemiddelde) tarieven afgeleid. Het is onwenselijk om van dit principe op dit punt af te stappen. Het tarief voor collocatie dient dan ook berekend te worden door de totale kosten te delen door het aantal afgenomen faciliteiten. De gemiddelde kostprijs voor collocatiefaciliteiten is dit jaar niet

noemenswaardig gewijzigd, aangezien de kosten van de nieuwe faciliteiten minder dan een procent van de totale kosten uitmaakt.

Tevens is in een recent besluit Versatel – KPN betreffende collocatie te Aalsmeer18 gesteld dat KPN ook collocatie dient te leveren zonder fysieke afscherming als de ruimte dit vereist. KPN kan in dat geval gebruik maken van de bestaande ruimte om collocatiefaciliteiten te leveren en zal zelfs minder kosten hebben dan de tot nu toe geleverde collocatievoorzieningen aangezien een aantal kostbare

voorzieningen (zoals kabelgoten) niet gemaakt hoeven te worden aangezien de gecolloceerde

18 Besluit van 14 februari 2003 met referentie OPTA/IBT/2003/200393.

(22)

apparatuur in de computerzaal bij de MDF staat. Hierdoor kunnen de gezamelijke kosten tot wel 37%

dalen.

Het college is daarom van oordeel dat in veel gevallen de kosten van collocatie in nieuwe centrales lager zullen zijn dan de kosten van tot nu toe gebouwde collocatieruimten doordat de afmetingen en

afstanden veelal beperkter zijn. Tevens lijkt het mogelijk dat in dergelijke kleine centrales oftewel in de bestaande ruimte kan worden gecolloceerd of, bij volledig gebrek aan ruimte, aanpalende collocatie geleverd dient te worden. Enerzijds zal KPN dus in veel gevallen voordeel hebben bij tarieven gelijk aan de bestaande tarieven. Anderzijds zullen er altijd centrales zullen zijn waarbij KPN moet toeleggen op het uniforme tarief. Echter, netto zal KPN haar kosten goed kunnen maken bij het uniforme tarief.

Het college is dan ook van oordeel dat ook voor de nieuw te realiseren collocatie voorzieningen in nog gereed te maken centrales het reeds toegepaste kostentoerekeningssysteem voor de bestaande collocaties op identieke wijze toegepast kan worden.

Daarnaast wenst het college nog het volgende op te merken. KPN heeft in de dieptesessies aangegeven ook in de nog gereed te maken centrales twee afzonderlijke ruimten voor xDSL dienstverlening19 in te richten (één voor KPN xDSL en één collocatie ruimte voor andere aanbieders). Het college is van oordeel dat hier door KPN onnodige (en dus niet efficiënte) kosten worden gemaakt. Door in dergelijke kleinere centrales één gemeenschappelijke ruimte in te richten voor zowel KPN als andere aanbieders kunnen naar oordeel van het college de kosten per configuratie zelfs nog verder worden beperkt.

2.5 Conclusie

Concluderend acht het college op basis van bovenstaande de thans per 7 en 13 augustus 2003 door KPN voorgestelde kostentoerekeningssysteem en hieruit voortvloeiende tarieven voor MDF collocatie niet volledig acceptabel.

KPN dient dan ook haar kostentoerekeningssysteem op de volgende wijze aan te passen:

• Het systeem van de modulaire opbouw van collocatie faciliteiten dient conform de methode beschreven in hoofdstuk 2.4.3 aangepast te worden;

• Het systeem en de tarieven van de extra footprints dienen te worden uitgevoerd conform de methode beschreven in hoofdstuk 2.4.4;

• Het systeem en het tarief voor inpandige collocatie in nog niet gereedgemaakte centrales dienen gelijk te zijn aan die voor collocatie in gereedgemaakt centrales.

19 KPN heeft recentelijk in een persbericht verklaard in 75 nieuwe centrales apparatuur geplaatst om haar ‘ADSL van KPN’ dienst aan te bieden. Deze 75 centrales zijn eveneens dezelfde door KPN genoemde ‘kleinere centrales’.

(23)

3 De periodieke tarieven voor collocatie t.b.v. MDF

De periodieke tarieven voor collocatie t.b.v. MDF worden aan afnemers berekend ter dekking van zowel de kosten van de huur van de ruimte alsmede de door KPN voor collocatie gemaakte organisatie- en project kosten.

3.1 Beoordelingspunt

Bij de beoordeling van het kostentoerekeningssysteem voor de periodieke tarieven voor MDF collocatie heeft het college zich gebaseerd op de wijze waarop de tarieven zijn berekend in het besluit BaByXL - KPN20 betreffende de periodieke tarieven (hierna: periodieke tarieven besluit).

3.2 Procesgang

Voor een overzicht van de correspondentie (met kenmerken) verwijst het college naar bijlage 3. Een samenvatting van de voor dit hoofdstuk relevante correspondentie is als volgt.

Het college heeft KPN per brief van 27 februari 2003 verzocht om per 1 mei 2003 een

kostentoerekeningssysteem voor de periodieke tarieven van collocatie op te leveren. Bij brief van 29 april 2003 levert KPN annex 23B “Collocatie ten behoeve van MDF access maandelijkse vergoeding” op.

Bij brief van 15 juli 2003 heeft KPN aangegeven dat zij de op 29 april 2003 ingediende EDC-VI

rapportage voor wat betreft de bijzondere toegangsdiensten intrekt en op 15 juli 2003 een aangepaste EDC-VI rapportage hiervoor aanlevert. In de per 15 juli aangeleverde EDC rapportage heeft KPN geen annexen betreffende de periodieke tarieven van collocatie opgenomen.

Bij brief van 7 augustus 2003 levert KPN een annex voor periodieke collocatie tarieven betreffende MDF op.

3.3 Standpunt KPN

KPN berekent de periodieke tarieven voor collocatie ten behoeve van MDF door allereerst een vierkante meter prijs te berekenen vanuit de boekwaarde van de gebouwen en deze vervolgens te verhogen met een opslag voor de kosten van de Carrier Service organisatie en projectkosten die zijn gemaakt voor de levering van de dienst collocatie. Hiermee stelt zij het tarief op xxx, xxx en xxx Euro per jaar voor respectievelijk een halve, hele en aanpalende configuratie.

20 Besluit van 15 oktober 2002, OPTA/IBT/2002/203280. Dit geschilbesluit is inmiddels gevolgd door een Beslissing op Bezwaar van 24 maart 2003, OPTA/JUZ/2003/200211. Op dit moment is door KPN beroep aangetekend.

(24)

3.4 Oordeel College

Het college is van oordeel dat de door KPN opgevoerde tarieven voor de collocatie ten behoeve van MDF niet kostengeoriënteerd zijn. Voor de overwegingen verwijst het college naar het voornoemde besluit ten aanzien van de periodieke tarieven.

In tabel 6 zijn de tarieven weergegeven waarvan het college van oordeel is dat deze zijn gebaseerd op werkelijke kosten. Voor de onderbouwing wordt verwezen naar het “periodieke tarieven besluit”.

Faciliteit Tarief

Inpandige configuratie; halve configuratie 2.084 Inpandige configuratie; halve configuratie 2.315

Aanpalende configuratie 1.738

Tabel 6. Periodiek tarief voor collocatie ten behoeve van MDF (in Euro per jaar)

Voor de vaststelling van de periodieke tarieven voor extra af te nemen footprints sluit het college aan bij de redenering in hoofdstuk 2.4.4, waarin wordt gesteld dat de drie footprints volgend op een hele configuratie los besteld kunnen worden, maar berekend worden op basis van een halve configuratie. De resterende footprints worden berekend op basis van een hele configuratie. Dit leidt tot de volgende tarieven.

Faciliteit Tarief

Inpandige configuratie; 6e, 7e, 8e, 11e, etc. footprint 695 Inpandige configuratie 9e, 10e, 14e, etc. footprint 116

Tabel 7. Periodiek tarief voor collocatie ten behoeve van MDF (in Euro per jaar per footprint)

3.5 Conclusie

Op basis van bovenstaande acht het college de thans per 7 augustus 2003 door KPN in haar

kostentoerekeningssysteem voorgestelde periodieke tarieven voor collocatie ten behoeve van MDF niet acceptabel.

Naar het oordeel van het college dient KPN het kostentoerekeningssysteem dan ook zodanig aan te passen dat het systeem en de periodieke tarieven van collocatie ten behoeve van MDF overeenstemmen met hetgeen beschreven is in paragraaf 3.4.

(25)

4 De eenmalige en periodieke tarieven voor de levering van elektriciteit t.b.v. collocatie Voor het leveren van diensten behoeft apparatuur van aanbieders elektriciteit. Voor telecommunicatie apparatuur wordt standaard 230 V of 48 V gebruikt. Tevens is er de mogelijkheid om de

elektriciteitsvoorziening te waarborgen indien er een stroomuitval plaatsvindt, door middel van het plaatsen van een “no-break” voorziening.

4.1 Beoordelingspunt

Bij de beoordeling van het kostentoerekeningssysteem voor de eenmalige en periodieke tarieven van elektriciteit t.b.v. collocatie heeft het college zich gebaseerd op de wijze waarop de tarieven zijn berekend in de “eenmalige tarieven beslissing” en het besluit BaByXL - KPN21 betreffende elektriciteit (hierna: elektriciteit besluit).

4.2 Procesgang

Voor een overzicht van de correspondentie (met kenmerken) verwijst het college naar bijlage 3. Een samenvatting van de voor dit hoofdstuk relevante correspondentie is als volgt.

Het college heeft KPN per brief van 27 februari 2003 verzocht om per 1 mei 2003 een

kostentoerekeningssysteem voor de eenmalige levering van MDF collocatie op te leveren. Bij brief van 29 april 2003 schrijft KPN aan het college dat zij de rapportage betreffende de dienst collocatie ten

behoeve van MDF op 21 mei zal opleveren.

Bij brief van 2 mei 2003 heeft het college de onderbouwing van de MDF collocatie gerelateerde tarieven gevorderd en dient KPN deze onderbouwing voor 7 mei 2003 aan het college te doen toekomen. KPN heeft per brief van 7 mei 2003 meegedeeld dat KPN de tarieven van collocatie ten behoeve van MDF uiterlijk 16 mei 2003 zal opleveren. Tevens meldt zij in deze brief dat zij slechts uit de brief van 2 mei 2003 begrijpt dat zij deze tarieven op basis van kostenoriëntatie dient op te leveren.

Bij brief van 16 mei 2003 levert KPN een kostenonderbouwing op voor de eenmalige vergoeding collocatie. Hierin worden echter geen tarieven vermeld of een kostenonderbouwing voor elektriciteit gegeven.

Bij brief van 23 mei verzoekt het college KPN de tarieven voor energievoorzieningen en energieverbruik uiterlijk 2 juni 2003 op te leveren. Bij brief van 27 mei 2003 beantwoordt KPN deze brief maar geeft geen onderbouwing of tarieven voor elektriciteit.

21 Besluit van 14 mei met referentie 2002/OPTA/IBT/2002/200617

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze daling bestaat enerzijds uit een stijging doordat twee projecten met ingebruikname in 2020 nu een volledig jaar opbrengsten generen en een iets hogere daling anderzijds als

Het college is van mening dat een kostengeoriënteerd tarief voor de telefonische inlichtingendienst wenselijk is, aangezien het college signalen ontvangt dat potentiële aanbieders

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor

2.3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder

[r]

Het Kontakt Alblasserwaard Het Kontakt Klaroen Het Kontakt Vijfheerenlanden Het Kontakt West Betuwe Het Kontakt Tiel. Het Kontakt Culemborgse Courant Het Kontakt IJssel

74335 Electroforetisch diagram in diverse media, eventueel met speciale kleuringen, met (relatief) kwantitatieve bepaling der fracties, eventueel inclusief totaal