BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Zaaknummer 1401/DaimlerChrysler - Marketech I. MELDING
1. Op 2 juli 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat DaimlerChrysler Nederland Holding B.V., onderdeel van de DaimlerChrysler-groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Marketech Holding B.V.. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 128 van 8 juli 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN
2. DaimlerChrysler Nederland Holding B.V., onderdeel van de DaimlerChrysler-groep (hierna: DaimlerChrysler), is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Alle aandelen van DaimlerChrysler Nederland Holding B.V. zijn in handen van DaimlerChrysler AG.
DaimlerChrysler Nederland Holding B.V. heeft meerdere dochterondernemingen.
3. DaimlerChrysler is actief op het gebied van ontwikkeling, fabricage en distributie van voertuigen, civiele en militaire luchtvaart, diensten (waaronder financile diensten, IT-diensten en telecommunicatiediensten) en railsystemen, auto-electronica en dieselmotoren.
4. Marketech Holding B.V. (hierna: Marketech) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft als aandeelhouders: Broekema Beheer B.V., Makoma Beheer B.V. en Van der Kolk Beheer B.V.. Marketech heeft drie 100%-dochtermaatschappijen: Marketech Sales B.V., Marketech Services B.V. en Marketech Beheer B.V..
5. Marketech is actief in de IT-sector op het gebied van desk-top-diensten, waaronder levering van computers, server-systemen, netwerkdiensten en randapparatuur.
III. DE GEMELDE OPERATIE
6. De gemelde operatie, zoals uiteengezet in de Memorandum of
d.d. 1 juli 1999 tussen DaimlerChrysler Nederland Holding B.V. enerzijds en Broekema Beheer B.V., Makoma Beheer B.V. en Van der Kolk Beheer B.V. anderzijds, betreft de overname door DaimlerChrysler Nederland Holding B.V. van 100% van de aandelen in Marketech.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27,
onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat DaimlerChrysler Nederland Holding B.V. uitsluitende zeggenschap zal verwerven in Marketech.
8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn DaimlerChrysler en Marketech.
9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten
Relevante productmarkt(en)
10. Naar de mening van partijen kan de IT-markt worden onderscheiden in een markt voor IT-diensten en in een markt voor de verkoop van hard- en software. Volgens partijen ligt het voor de hand om desk-top-diensten toe te rekenen aan de markt voor verkoop van hard- en software. Onder desk-top-diensten verstaan partijen met name:
l de verkoop van computerhardware en software aan bedrijfsmatige
eindgebruikers en
l ondersteunen, onderhouden en beheren van
computernetwerkfaciliteiten.
Partijen menen dat door de concentratie de Nederlandse markt voor desk-top-diensten benvloed wordt. Marketech is via haar dochtermaatschappijen uitsluitend op deze markt actief. DaimlerChrysler is in beperkte mate op deze markt actief via haar groepsonderneming debis IT Services Benelux B.V.. 11. In eerdere besluiten is een onderscheid gemaakt tussen de IT-dienstverlening en de verkoop van hard-, respectievelijk software aan eindgebruikers.[1]
[1] Zie bijvoorbeeld zaaknr. 1139 CSS-CCN, besluit van 4 december 1998.
gebruiker actief is. Een segmentering van de markt naar de
branches/sectoren waarin de gebruikers actief zijn, lijkt dan ook niet zinvol, aldus partijen.
13. In het onderhavige geval kan het in het midden worden gelaten of desk-top-diensten dienen te worden toegerekend aan de markt voor
IT-dienstverlening, de markt voor de verkoop van hardware, de markt voor de verkoop van software aan eindgebruikers of dat een afzonderlijke markt voor desk-top-diensten dient te worden onderscheiden, omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punten 17 e.v.).
Relevante geografische markt(en)
14. Marketech beperkt haar activiteiten tot Nederland. De meest beperkte geografische markt is Nederland, aldus partijen. Volgens partijen is het echter verdedigbaar dat de geografische markt ruimer is en het grondgebied van de Europese Unie bestrijkt. De grote spelers op de markt voor desk-top-diensten streven er immers naar om op Europees of zelfs op wereldwijd niveau actief te zijn om tegenwicht te bieden aan de marktmacht van de grote hardware-producenten.
15. In het onderhavige geval kan, zoals in verschillende eerdere besluiten[2], worden aangenomen dat de markt voor IT-dienstverlening beperkt is tot Nederland.
[2] Zie bijvoorbeeld zaaknr. 93 Wang-Olsy, besluit van 11 maart 1998, punt 9.
16. In het onderhavige geval kan het in het midden worden gelaten of de geografische afbakening van de markten voor de verkoop van hardware, de verkoop van software aan eindgebruikers en desk-top-diensten Nederland of ruimer dan Nederland is, omdat in de meest nauwe geografische afbakening, zijnde Nederland, de transactie niet leidt tot het ontstaan of de versterking van een economische machtspositie (zie punten 17 e.v.).
B. Gevolgen van de concentratie
17. Schattingen van de Nederlandse IT-dienstenmarkt in 1998 variren van ruim 6 miljard tot circa 7,6 miljard gulden[3]. Op basis van deze gegevens behalen DaimlerChrysler en Marketech op de markt voor IT-dienstverlening een gecombineerd marktaandeel van minder dan 2% in Nederland. Indien wordt uitgegaan van een Nederlandse markt voor desk-top-diensten is het gezamenlijke marktaandeel volgens partijen minder dan 1%.
[3] Zie zaaknr. 1366 Origin-Akzo, besluit van 28 juni 1999, punt 12.
18. Voor de beoordeling van de gevolgen van onderhavige concentratie terzake van de verkoop van hard- en software aan eindgebruikers is van belang dat er sprake is van een geringe overlap van activiteiten tussen partijen:
DaimlerChrysler is slechts in beperkte mate actief ten aanzien van de verkoop van computerhardware en -software aan eindgebruikers in Nederland. Debis IT Services Benelux B.V. en Marketech behalen op de markt voor de verkoop van hard- en software aan eindgebruikers in 1998 een gecombineerd
marktaandeel van minder dan 0,2% in Nederland. Indien uitgegaan wordt van afzonderlijke markten voor de verkoop van hard- en software aan
sterkere concurrenten.
19. Voorts kan overwogen worden dat, wanneer niet wordt uitgegaan van een Nederlandse, maar van een Europese markt voor de verkoop van hard- en software aan eindgebruikers, de toename van het marktaandeel van
DaimlerChrysler verwaarloosbaar is en partijen ook met een groot aantal, op grote schaal opererende, sterke concurrenten, zoals Cap Gemini en IBM, worden geconfronteerd.
20. In eerdere beschikkingen is gewezen op het feit dat de IT-branche een competitief en dynamisch karakter heeft[4]. Er is sprake van een groot aantal marktdeelnemers en een snelle ontwikkeling van de IT-dienstenmarkt. Een dergelijke dynamiek kan een prikkel zijn voor toetreding van potentile concurrenten. Deze argumenten zijn overigens ook van belang wanneer binnen de onderscheiden markten een nadere segmentering zou plaatsvinden naar doelgroep.
[4] Zie bijvoorbeeld zaaknr. 1139 CSS-CCN, besluit van 4 december 1998.
21. Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat in het onderhavige geval niet gevreesd behoeft te worden dat een economische machtspositie zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VI. NEVENRESTRICTIES
22. Partijen hebben verzocht om het non-concurrentiebeding, als opgenomen in artikel 9 van de koopovereenkomst tussen de aandeelhouders van
Marketech en DaimlerChrysler Nederland Holding B.V., aan te merken als nevenrestrictie voorzover lid 1 van dat artikel ziet op actief werven door de in punt 6 vermelde verkopers van werknemers gedurende een periode van 3 jaar na overdrachtsdatum en voorzover lid 2 van dat artikel geldt gedurende een jaar na overdrachtsdatum. Artikel 9 lid 1 bepaalt dat de verkopers en iedere aandeelhouder/natuurlijk persoon van de verkopers niet, direct of indirect, werknemers van Marketech en/of haar dochterondernemingen in dienst zullen nemen of zullen werven met het doel om hen in dienst te nemen en er op toe zullen zien dat geen onderneming van de groep van verkopers dat zal doen. Artikel 9 lid 2 van de koopovereenkomst bepaalt dat de verkopers en iedere aandeelhouder/natuurlijk persoon van de verkopers niet direct of indirect activiteiten ontplooien die concurreren met Marketech en haar
dochterondernemingen in Nederland en er op toe zullen zien dat geen onderneming van de groep van verkopers dat zal doen.
23. Gelet op het voorgaande kunnen de clausules bedoeld in punt 22, voorzover zij de duur van drie jaar na overdrachtsdatum niet overschrijden en voorzover het verbod om werknemers van Marketech en/of haar
dochterondernemingen in dienst te nemen beperkt wordt tot het actief werven om in dienst te treden, als noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie worden beschouwd.
VII. CONCLUSIE
24. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
25. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de
Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
26. Gelet op de overwegingen in de punten 22 en 23 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 22 omschreven clausules
overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten, voorzover zij de duur van drie jaar na overdrachtsdatum niet overschrijden en voorzover het verbod om werknemers van Marketech en/of haar dochterondernemingen in dienst te nemen beperkt wordt tot het actief werven om in dienst te treden.
Datum: 28-07-1999
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:
w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.