• No results found

Het Geheime Recept

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het Geheime Recept"

Copied!
126
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Het Geheime Recept

Onderzoek naar de succesformule van verschillende educatieve kookprogramma’s ter

bevordering van de kwaliteit van de culinaire items van de Talpa tv-programma’s Koffietijd en 5

Uur Live.

(2)

2

Het Geheime Recept

Onderzoek naar de succesformule van verschillende educatieve kookprogramma’s ter

bevordering van de kwaliteit van de culinaire items van de Talpa tv-programma’s Koffietijd en 5

Uur Live.

Naomi Stacia S3762963

Master Thesis in Arts, Culture and Media, University of Groningen Specialization Film and contemporary audiovisual media

A. van den Oever, A. Noortwijk Aantal woorden: 36764

Faculty of Arts Master’s thesis Statement, University of Groningen Name of student:

Student number:

Master’s degree programme – specialization: Title of final-year thesis:

Name of thesis supervisor:

I hereby declare unequivocally that the thesis submitted by me is based on my own work and is the product of independent academic research. I declare that I have not used the ideas and formulations of others without stating their sources, that I have not used translations or paraphrases of texts written by others as part of my own argumentation, and that I have not submitted the text ot this thesis or a similar text for assignments in other course units. Date:

Place:

Signature of student:

N.B. All violations of the above statement will be regarded as fraud within the meaning of Art. 3.9 of the Teaching and Examination Regulations.

(3)

3

Voorwoord

Al van jongs af aan lag mijn interesse bij twee gebieden, namelijk film- en televisiekijken en koken. Na de middelbare school besloot ik om naar de Universiteit van Amsterdam te gaan om daar de bachelor Media en Cultuur te volgen. Na drie jaar lezen en schrijven verlangde ik naar iets praktisch en omdat ik nog steeds van koken hield, besloot ik om in Groningen de

koksopleiding te volgen. Toen die opleiding eenmaal was afgerond, merkte ik dat ik nog niet uitgeleerd was. Ik wilde graag weer lezen, discussiëren en schrijven. Daarom besloot ik om de master Arts, Culture and Media te volgen in Groningen.

Tijdens deze opleiding werd het me duidelijk dat ik mijn twee passies niet los van elkaar hoefde te zien, maar deze kon samenbrengen door het combineren van mijn stage en

masterscriptie. Van 1 februari tot en met 31 mei heb ik stagegelopen bij Talpa Media op de culinaire redactie van de tv-programma’s Koffietijd en 5 Uur Live.

Tijdens het eerste gesprek bij Talpa met de culinaire redactie van de programma’s

Koffietijd en 5 Uur Live en twee eindredacteuren hebben we op basis van persoonlijke

ervaringen, zowel in de studio als kijkend naar de televisie thuis/op kantoor, geconstateerd dat er problemen zijn omtrent het camerawerk en de studio-opnames van de culinaire items.1 Tijdens dit gesprek werd mij gevraagd wat mij opviel en wat er beter zou kunnen. Ik benoemde dat de visuele representatie van het kookproces soms onduidelijk is, dat wil zeggen dat de kijkers thuis op essentiële momenten de handelingen van de tv-kok niet kunnen zien, omdat bijvoorbeeld de camera-afstand of camerahoek niet goed gekozen zijn. Dit is een belemmering voor de kwaliteit van de culinaire items, die onder andere als doel hebben dat de mensen thuis aangezet worden tot het namaken van de recepten. De culinaire redacteuren en eindredacteuren waren het met mij eens; er werd gezegd “Je legt de vinger precies op de zere plek”.

Met de problemen die benoemd zijn tijdens het hierboven genoemde gesprek in het achterhoofd zijn verschillende onderzoeksvragen en -doelen op gesteld. Het resultaat van dat onderzoek ligt nu voor u. Gedurende vier maanden is er met een kritische blik gekeken naar hedendaagse educatieve kookprogramma’s om zo een aanbeveling te kunnen schrijven voor de culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live. Ik ben dankbaar dat ik de kans heb gekregen om met het perspectief van een filmwetenschapper te kijken naar kookprogramma’s.

1 Gesprek op 10 januari 2019 te Hilversum met de culinaire redactie, bestaande uit Bibi Loomans, Noor van Rooij en

(4)

4

Bij dezen wil ik graag mijn begeleider mevrouw Van den Oever bedanken voor de fijne begeleiding en ondersteuning tijdens dit traject. Ook wil ik Johanna Fuhler bedanken, van wie ik wijze raad heb mogen ontvangen tijdens het doen van dit onderzoek. Zonder beiden had ik dit onderzoek niet kunnen voltooien.

Naomi Stacia

(5)
(6)

6

Inhoud

Voorwoord ... 3

INLEIDING ... 9

Geschiedenis ... 9

Koffietijd & 5 Uur Live ... 10

Hoofdvraag ... 11 Positionering ... 12 THEORETISCH KADER ... 13 ANALYSEMETHODE ... 18 CORPUS ... 19 OPBOUW ... 20

HOOFDSTUK 1 STORYTELLING EN NARRATIEF ... 22

Paragraaf 1.1 Theorie ... 22

Recept vertellen en verhaal vertellen ... 22

William Labov’s narratieve theorie (1972) ... 24

De klassieke opbouw en de drie aktestructuur ... 26

Bevindingen op basis van Matwick & Matwick en Labov ... 27

Direct address ... 29

Samenvatting van bevindingen storytelling & narratief ... 30

Paragraaf 1.2 Analyse storytelling & narratief: Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay. ... 32

Jamie Oliver en narratieve structuur en storytelling ... 32

Nigella Lawson en narratieve structuur en storytelling ... 34

Gordon Ramsay en narratieve structuur en storytelling ... 36

Directe aanspreekvorm ... 37

Conclusie ... 39

Paragraaf 1.3 Analyse storytelling en narratief: Koffietijd en 5 Uur Live ... 41

Narratieve structuur ... 41

Storytelling ... 44

Directe aanspreekvorm ... 44

Conclusie en aanbeveling ... 45

HOOFDSTUK 2 DE TV-KOK ALS PERSOONLIJKHEID ... 48

Paragraaf 2.1 Theorie ... 48

Persoonlijkheid ... 48

(7)

7

Para-sociale relaties ... 57

Tv-koks als cultural intermediaries ... 58

Samenvatting van bevindingen De tv-kok als persoonlijkheid ... 59

Paragraaf 2.2 Analyse De tv-kok als persoonlijkheid: Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay ... 60

Jamie Oliver ... 60

Nigella Lawson ... 63

Gordon Ramsay ... 65

Conclusie ... 68

Paragraaf 2.3 Analyse de tv-kok als persoonlijkheid: Koffietijd en 5 Uur Live ... 69

Set ... 70 Jigal ... 71 Pieter ... 72 London ... 73 Klaas ... 75 Hidde ... 76 Hugo ... 77 Samuel ... 78 Conclusie aanbeveling ... 79 Hoofdstuk 3 CINEMATOGRAFIE ... 83 Paragraaf 3.1 Theorie ... 83 Cinematografie ... 83

Strange, Matwick & Matwick en Ketchum. ... 84

Voedselfotografie ... 86

Food porn-theorie ... 88

Ray, Meus, Van Veen, Nordström en Maguire. ... 90

Samenvatting van bevindingen cinematografie ... 93

Paragraaf 3.2 Analyse cinematografie: Jamie Oliver, Nigella Lawson, Gordon Ramsay ... 95

Jamie Oliver ... 95

Nigella Lawson ... 99

... 102

Gordon Ramsay ... 102

Conclusie ... 104

Paragraaf 3.3 Analyse cinematografie: Koffietijd en 5 Uur Live ... 105

(8)

8

Licht ... 107

Scherpe en selectieve focus ... 108

Conclusie aanbeveling ... 108

HOOFDSTUK 4 AANBEVELINGEN ... 112

Aanbeveling ‘storytelling en narratief’ ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Aanbevelingen ‘de tv-kok als persoonlijkheid’ ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Aanbevelingen ‘cinematografie’ ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bibliografie ... 117

(9)

9

INLEIDING

In dit onderzoek staan educatieve kookprogramma’s centraal. Dit zijn televisieprogramma’s waarin een kok uitleg geeft aan kijkers thuis over het maken van recepten. In dit onderzoek wordt een poging gedaan om theorie rondom dit soort programma’s bij elkaar te brengen en te koppelen aan succesvolle programma’s van onder andere de Britse tv-kok Jamie Olivier. Het doel hiervan is om een analyse te kunnen maken van de culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live en vervolgens aanbevelingen voor verbeteringen te doen voor de culinaire redactie van Talpa.

Geschiedenis

Nog voor er kookprogramma’s op televisie te zien waren, kon men in de Verenigde Staten al via de radio luisteren naar presentatoren die recepten deelden. Een van de eerste die dat deed, was Ida Bailey Allen tijdens haar programma Hospitality Talks & The Homemakers Hour (Collins 15-17). Een van de eerste kookprogramma’s op televisie kwam uit het Verenigd Koninkrijk. Het heette Cook’s Night Out (1937) en werd gepresenteerd door Marcel Boulestin. Het programma bestond uit vijf afleveringen en werd uitgezonden door de BBC. In elke aflevering was te zien hoe Boulestin een vijfgangendiner kookte. In de VS was de eerste echt bekende tv-kok James Andrew Beard met zijn programma I Love to Eat uit 1946.

De eerste echte tv-grootheid binnen kookprogramma’s was de Amerikaanse Julia Child. Als eerste presenteerde zij een programma dat uitsluitend over voedsel ging en niet (ook) over onderwerpen als mode, entertainment en vrije tijd (Collins 73). De Franse keuken werd toen (de jaren zestig) gezien als "the very essence of sophistication and worldliness" en Child maakte deze keuken toegankelijk voor iedereen (Collins 79).

De eerste zender die zich uitsluitend richtte op eten en koken, Food Network

(oorspronkelijk Television Food Network), begon in 1993 met uitzenden. Toentertijd gingen de programma’s over buitenhuis dineren en haute cuisine. Pas in 1996 nam Food Network de vorm aan die we nu kunnen, waarbij het draait om het koken van gerechten.

Vandaag de dag zijn kookprogramma’s en kookzenders niet meer weg te denken uit het televisieaanbod, maar ook kiezen veel lifestyle programma’s ervoor om een culinair item te verwerken in hun programma, zoals bijvoorbeeld in Life & Cooking (2000-2009) , Carlo’s TV

(10)

10 Koffietijd & 5 Uur Live

Al sinds de jaren negentig is het lifestyleprogramma Koffietijd! (toen nog met uitroepteken) te zien op de Nederlandse televisie. Door de jaren heen zijn er veel veranderingen geweest in het programma, ook op het gebied van de culinaire items. Vanaf 2010 werkte Koffietijd met een vaste kok, Caspar Bürgi, maar hij legde zijn werkzaamheden neer in 2018. Sindsdien werkt Koffietijd met vijf verschillende, maar wel vaste koks: Hidde de Brabander, Pieter Kok, Jigal Krant, London Loy en Klaas van Winsen. De officiële middagopvolger van Koffietijd is het

nieuwsprogramma 5 Uur Live, voorheen ook wel bekend als RTL Live. Tijdens 5 Uur Live wordt er twee keer per week live gekookt en er zijn twee vaste koks (ook wel culi-kenners genoemd): Samuel Levie en Hugo Kennis.

Doel, doelgroep en missie voor zowel de programma’s als de culinaire items zijn door twee hoofdredacteuren van Koffietijd en 5 Uur Live aan het begin van het seizoen vastgelegd in een overzichtelijk werkboek2. De Koffietijd-doelgroep wordt beschreven als “mainstream vrouwen tussen de 30 en 45 jaar die midden in het leven staan” (7). De 5 Uur Live-doelgroep bestaat uit “tussen de 20-54 jaar. Man en vrouw” (7). De grotendeels vrouwelijke doelgroep was voor de redactie van Koffietijd een reden om te kiezen voor vijf mannelijke koks.

In het werkboek wordt tevens het hoofddoel van de culinaire redactie geformuleerd: “Het hoofddoel van de culinaire redactie is om onze kijkers thuis dagelijks te inspireren met eten wat zij diezelfde dag of week thuis nog kunnen maken. De kijkers moeten letterlijk honger krijgen terwijl ze naar onze items kijken” (18).

Naast het hoofddoel wordt er ook een aantal eisen geformuleerd die ervoor moeten zorgen dat het hoofddoel behaald wordt. De eisen zijn als volgt (werkboek pagina 18):

(i) Zo veel mogelijk vers en eten uit het seizoen. (ii) Duurzaam en biologisch.

(iii) Maakbaar, makkelijk te volgen bereidingen en niet te veel ingrediënten. (iv) Makkelijk en gezond op maandag, naar het weekend toe meer comfortfood en

uitgebreide recepten.

(v) Goede balans tussen vlees, vis, vegetarisch, veganistisch en lactose/glutenvrij; (vi) Goede balans tussen verschillende ingrediënten, wereldkeukens en producten.

(11)

11

(vii) Inspelen op onze gasten, de actualiteit, maatschappelijke kwesties in het culinaire landschap en foodtrends.

De culinaire redactie neemt deze eisen als uitgangspunt bij het maken van de culinaire items. Daarnaast stelt het werkboek dat het doen van research belangrijk is en er geen “dingen opgeschreven moeten worden die je niet zeker weet” (geparafraseerd 19). Daarnaast stelt het werkboek de volgende eisen aan het schrijven van het script:

…gebruik alleen hoogwaardige culinaire websites, tijdschriften en video’s voor je research. Probeer altijd net wat extra’s toe te voegen aan je script. Wat maakt dit gerecht zo lekker en speciaal, waar komt de naam vandaan (heeft het een grappig verhaal). Ook zoeken wij zoveel mogelijk naar hacks, trucjes en tips om het leven in de keuken makkelijker te maken. Hoe kun je zien of je avocado rijp is, hoe snijd je makkelijk een ei en hoe zorg je dat je rijst niet plakt. Wij geven de oplossingen. In een script vertalen wij het recept naar de kijker, aanvullend met onze research en kennis (19).

Omdat er vijf verschillende koks zijn, heeft ieder zijn eigen expertise wat ertoe leidt dat er voldoende variatie is betreffende wereldkeukens, ingrediënten en producten. In met name 5 Uur

Live worden er regelmatige maatschappelijke kwesties uit het culinaire landschap behandeld en

deze kwesties/onderwerpen zijn dan terug te zien in het gerecht wat gekookt wordt. Hoofdvraag

Na het bestuderen van het werkboek en het gesprek bij Talpa (zoals beschreven in het voorwoord) is er een hoofdvraag voor dit onderzoek geformuleerd:

Van welk niveau zijn de culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live op het gebied van (1)

storytelling en narratief, (2) de tv-kok als persoonlijkheid en (3) cinematografie, en wat valt er op

deze gebieden nog te verbeteren?

Het hoofddoel van dit onderzoek is om een concrete aanbevelingen te schrijven voor de culinaire redactie van Koffietijd en 5 Uur Live om, waar en indien nodig, verbeteringen door te voeren op deze drie kerngebieden: (1) storytelling en narratief, (2) de tv-kok als persoonlijkheid en (3) cinematografie. Met deze aanbevelingen kan de culinaire redactie van Koffietijd en 5 Uur Live er vervolgens voor zorgen dat de kwaliteit, aantrekkelijkheid en vermakelijkheid van de culinaire items voor de kijkers wordt verhoogd.

(12)

12 Positionering

Er is een steeds grotere interesse in eten in de huidige maatschappij en dat is op veel manieren terug te zien, ook in Nederland. Zo zijn we volgens het RIVM3 bewuster bezig met onze voeding: we eten meer fruit, minder vlees, minder zuivel en drinken minder suikerhoudende en

alcoholische dranken. Daarnaast blijft de vraag naar horecapersoneel volgens het KHN4 met verwachting tot 2025 groeien met 100.000 nieuwe werknemers omdat we steeds vaker

buitenshuis gaan eten en drinken. Ook kennen steeds meer landen complete zenders die alleen maar gaan over alles wat met koken te maakt heeft (The Food Network in de Verenigde Staten, 24Kitchen in Nederland). Dit zijn vandaag de dag niet enkel meer educatieve kookprogramma’s waarin een kok de kijker thuis uitlegt hoe een gerecht wordt gemaakt; er zijn tal van

verschillende programma’s te zien zoals reiskookprogramma’s, kookwedstrijden en lifestyleprogramma’s. Kortom, eten en voeding is een hot topic.

Omdat kookprogramma’s steeds prominenter aanwezig zijn en er een groeiende interesse is in eten en voeding in het algemeen, is het relevant om onderzoek te doen naar

kookprogramma’s. Tijdens het schrijven van dit onderzoek werd duidelijk dat er al veel over het onderwerp geschreven is, maar de bestaande literatuur behandelt vaak slechts een specifiek onderdeel van educatieve kookprogramma’s. Er bestaat echter nog geen compleet overzicht van de theorie rondom educatieve kookprogramma’s. Dit onderzoek maakt hiermee een begin door de bestaande theorie rondom storytelling, personality en cinematografie te bundelen. Voor Talpa is het onderzoek relevant omdat de resultaten van dit onderzoek inzicht geven in het maken van culinaire items. De gerichte analyse van Koffietijd en 5 Uur Live kaart eventuele problemen van de culinaire items aan. In het hoofdstuk Aanbeveling worden vervolgens concrete oplossingen voor die problemen aangedragen.

3Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu -

https://wateetnederland.nl/Conclusies-4 Koninklijk Horeca Nederland. https://www.khn.nl/nieuwsberichten/2019/03/horeca-groeit-tot-2025-met-100000-medewerkers

(13)

13

THEORETISCH KADER

Hoofdstuk 1 Storytelling en narratief

In het eerste hoofdstuk staat het onderwerp storytelling (verhaal vertellen) centraal. ‘Verhaal vertellen’ is een techniek die een tv-kok kan toepassen tijdens het bereiden van een gerecht, waarbij er een extra vertellaag ontstaat rondom het uitleggen van het recept. Tijdens het bereiden van het gerecht is er sprake van recipe telling (recept vertellen). Het ‘recept vertellen’ bevat alle instructies die gaan over het bereiden van het gerecht. Alhoewel je met deze instructies een educatief kookprogramma kunt vullen, wordt er steeds vaker voor gekozen om dit ‘recept vertellen’ aan te vullen met ‘verhaal vertellen’ door bijvoorbeeld extra informatie te geven over het gerecht of een persoonlijke anekdote te vertellen.

‘Verhaal vertellen’ is een belangrijk onderwerp geworden in zowel televisie- als

filmtheorie en is behandeld door wetenschappers zoals David Bordwell (Narration in the Fiction

Film 1985); Kristin Thompson (Storytelling in Film and Television 2003); en recentelijk en

vooral toegespitst op tv-series: Jason Mittel (o.a. Complex TV: The Poetics of Contemporary

Television Storytelling 2015). Deze studies gaan vooral in op fictie (speelfilm, tv-film, tv-series).

Een van de weinige artikelen die het concept toepast op non-fictie en lifestyle-programma’s is het artikel “Storytelling and Synthetic Personalization in Television Cooking Shows” van Matwick & Matwick (2014).

Matwick & Matwick definiëren in dit artikel ‘verhaal vertellen’ als een middel om ervaringen te delen en te interpreteren (151). Daarna geven zij aan dat ‘verhaal vertellen’ binnen een kookprogramma ten eerste bijdraagt aan de geloofwaardigheid van de tv-kok en ten tweede een gevoel van vertrouwelijkheid en intimiteit creëert tussen de tv-kok en de kijker (151). Omdat het narratief van een educatief kookprogramma wordt uitgebreid met ‘verhaal vertellen’ (extra informatie) heeft dit een complexere opbouw en structuur dan een kookprogramma dat alleen ‘recept vertellen’ bevat. Doordat ‘verhaal vertellen’ en ‘recept vertellen’ met elkaar verweven worden, moet de kijker meer informatie verwerken.

Om de verhaalstructuur van een kookprogramma te analyseren, maken Matwick & Matwick (2014) gebruik van William Labov’s zesdelige narratieve theorie (1972). In dit

onderzoek pas ik deze methode ook toe in mijn analyse. Een educatief kookprogramma heeft een duidelijke narratieve structuur nodig om begrijpelijk te zijn voor de kijker. ‘Recept vertellen’ heeft een duidelijke structuur, maar door ‘verhaal vertellen’ maakt men als het ware uitstapjes en

(14)

14

zijsprongetjes naar andere verhalen. Matwick & Matwick stellen dat de tv-kok tijdens het toelichten van een recept verhalen aan elkaar knoopt. De manier waarop deze verhalen vorm krijgen, hangt af van het programma zelf en de “constructed interaction between the host and the

imagined viewer” (152). De structuur van deze verhalen kan verklaard worden aan de hand van

Labov’s zesdelige narratieve theorie:

(1) abstract, which summarizes the upcoming story, (2) orientation, which sets the scene,

(3) complicating actions, which propels the story ahead, (4) resolution, or ending of the story,

(5) evaluation, which draws attention to the most unusual aspect of the story, and

(6) coda, a final comment that connects the story to the ‘real world’ and present moment. (152)

William Labov is een Amerikaanse taalkundige (geboren in 1927) die in 1972 in zijn onderzoekessay “The Transformation of Experience in Narrative Syntax” zes terugkerende onderdelen in ‘face-to-face verhalen’ beschreef. Een gesprek tussen een tv-kok en een kijker thuis is niet letterlijk face-to-face, maar vaak wordt het wel zo opgezet: de tv-kok maakt contact met de kijker thuis via de camera en geeft kookinstructies. De verteller en luisteren zijn niet fysiek in dezelfde ruimte aanwezig, maar het programma’s creëert wel denkbeeldig contact. Daarom is Labov’s narratieve structuur ook toepasbaar op onder andere educatieve

kookprogramma’s.

Volgens Matwick & Matwick zijn er minimaal twee onderdelen van de zes nodig om geloofwaardigheid van de tv-kok te geven en een band te creëren tussen tv-kok en kijker. Mijn hypotheses zijn: (i) hoe meer onderdelen van Labov’s zesdelige narratieve aanwezig zijn in een verhaal/uitleg van het recept, des te geloofwaardiger de tv-kok wordt en des te sneller de band ontstaat tussen tv-kok en kijker, en (ii) de (vaste) volgorde van de onderdelen is van belang, omdat willekeurig ordenen van de zes onderdelen zal zorgen voor verwarring.

Naast de hierboven genoemde literatuur maak ik in dit hoofdstuk onder andere gebruik van de studies van Pauline Adema (“Vicarious Consumption: Food, Television and the

Ambiguity of Modernity” 2004), Matthew J. Gordon (“Speech Styles and Discourse” uit Labov:

a Guide for the Perplexed 2013), Joris Noordenbos (Het plot van Aristoteles 2011) en Schlomith

(15)

15

In mijn onderzoeksmethode zal ik het concept ‘verhaal vertellen’ toepassen door eerst drie bekende educatieve kookprogramma’s van Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay vanuit deze invalshoek te analyseren. Elke aflevering van deze tv-programma’s bevat meerdere gerechten. De bereiding van één gerecht zal gezien worden als één verhaallijn omdat elke

bereiding een begin heeft (de tv-kok vertelt wat er gekookt wordt), een midden (de tv-kok kookt) en een eind (het gerecht is klaar). Per fragment zal er gekeken worden of de volgorde van de zesdelige narratieve theorie van Labov terug te zien is. Vervolgens worden ook de culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live op deze manier geanalyseerd.

Hoofdstuk 2 De tv-kok als persoonlijkheid

In het tweede hoofdstuk ga ik dieper in op het concept personality (persoonlijkheid) en hoe men een authentieke en herkenbare persoonlijkheid neerzet op tv. Over het concept tv-persoonlijkheid is veel geschreven in televisiestudies, onder meer door Christine Geraghty (“Re-examining Stardom” 2007), Jamiehn Langer (“Television’s Personality System” 1981), Erin Meyers (“Can You Handle My Truth” 2009) en James Bennet (Television Personalities 2011). In dit onderzoek wordt onder tv-persoonlijkheid verstaan de wijze waarop de tv-kok zichzelf neerzet als een

performer (Bennet 2011 introduction 5). Daarmee wordt de manier bedoeld waarop tv-koks hun personage of persoonlijkheid invullen of vormgeven aan de hand van criteria als “authenticiteit” en “herkenbaarheid”; het doel is om op die manier een relatie te creëren met de tv-kijkers.

Kern van deze studies is de aanname dat “optreden”, de “vormgeving”, het “onderhoud” en de “bekendheid” van de tv-persoonlijkheid het hart vormen van het contact met de kijkers. In het geval van educatieve kookprogramma’s is de authenticiteit en aantrekkelijkheid van de tv-koks bepalend voor de aantrekkelijkheid en het succes van een tv-programma. In Nederland worden zulke bekende tv-persoonlijkheden wel kort aangeduid als tv-beroemdheden of Bekende Nederlanders ofwel BN-ers.

Ook de mise-en-scene van een programma draagt bij aan de persoonlijkheid van de tv-kok. Ik betrek dan ook de set (keuken/kookstudio), rekwisieten op de set (pannen,

keukenapparatuur, persoonlijke toevoegingen als foto’s) en de kleding van de tv-kok bij het onderzoek. Hierbij zal er gebruik gemaakt worden van de studies van Cheri Ketchum (“The

(16)

16

Essence of Cooking Shows” 2015), Elizabeth Nathanson (“Easy as Pie” 2009) en M. Philipov (“Food Television and Celebrity Chef’s” 2017).

Een ander concept dat in hoofdstuk twee aan bod komt, is para-social relations (para-sociale relaties). Dit gaat om de relatie tussen de tv-kok en de kijkers thuis (Horton & Wohl 1956; Piper 201; Barnes 2017). Het concept werd voor het eerst aangedragen door Donald Horton (voormalig docent sociologie aan de Universiteit van Chicago) en Richard Wohl (socioloog en econoom, afgestudeerd aan Harvard & Yale). In dit artikel beschrijven zij de illusie van een

eye-to-eye interactie tussen de kijker thuis en een personage op tv. Meerdere studies over dit

onderwerp volgden, waaronder die van Nick Piper (docent van de afdeling Social Sciences aan de Universiteit van Leeds). In “Jamie Oliver and Cultural Intermediation” (2015) beschrijft hij para-sociale relaties als volgt: “The way in which individuals form imaginary relationships with distanciated [sic] figures, often, but not exclusively, those who appear on television and other media formats” (251). Individuals zijn in dit geval de kijkers die thuis een denkbeeldige band vormen met de personen die zij zien op bijvoorbeeld televisie of andere media. In het geval van dit onderzoek vormen kijkers een band met de tv-kok.

Vervolgens zal ik dieper ingaan op het concept van cultural intermediary (‘cultureel tussenpersoon’), dit concept werd voor het eerst vermeld door Pierre Bordieu in 1984 in het boek

Distinction: A Social Critique of the Judgement of Taste. Jennifer Smith Maguire en Julian

Matthews definiëren culture tussenpersonen in hun artikel “Cultural Intermediaries and the Media” als producenten van symbolische goederen en diensten en benadrukken hierbij het belang dat dit concept is gekoppeld aan media (1). De definitie van culturele tussenpersonen van Piper, in zijn artikel “Jamie Oliver and Cultural Intermediation”, toont overeenkomsten met die van Maguire en Matthews, maar is grondiger. Hij definieert culturele tussenpersonen als:

…those involved in the production of cultural programmes including those broadcast via radio and television. In its original conception the term referred principally to those facilitating the flow of information from an expert source to various audiences. Under such a view it would be the production executives and media workers that would be defined as cultural intermediaries rather that the ‘stars’ of media per se. (247)

In zijn artikel beargumenteert Piper dat een tv-koks beschouwd kunnen worden als ‘culturele tussenpersonen’ omdat zij mensen ideeën bieden over hoe zij hun culinair en sociaal leven

moeten vormgeven door specifieke visies op huiselijke culinaire activiteiten te presenteren in hun programma’s.

(17)

17

In mijn onderzoeksmethode zal ik de fragmenten van de programma’s van Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay (alle drie tv-persoonlijkheden) analyseren vanuit het

hierboven beschreven concept van ‘persoonlijkheid’ en de daaraan gelinkte begrippen

‘herkenbaarheid’ en ‘authenticiteit’ . Vervolgens onderzoek ik hoe deze tv-koks een band creëren met hun kijkers. Daarna zal ik hetzelfde doen met de fragmenten van verschillende culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live.

Hoofdstuk 3 Cinematografie

In het derde hoofdstuk worden de volgende onderdelen van de cinematografie van educatieve kookprogramma’s onderzocht: camerawerk, compositie en licht. Dit doe ik op basis van geschreven literatuur en door het analyseren van vijf verschillende kookprogramma’s.

De literatuur bestaat uit het hoofdstuk “Perform, Educate, Entertain: Ingredients of the Cookery Programme Genre” (Niki Strange 1998), “Storytelling and synthetic personalization” (Matwick & Matwick) en het artikel “ The Essence of Cooking Shows: How the Food Network Constructs Consumer Fantasies” (Cheri Ketchum 2015). Zowel Strange als Matwick & Matwick als Ketchum beschrijven welk soort shots met name gebruikt worden in kookprogramma’s waarin de makers de nadruk leggen op het overbrengen van de kookmethodes. De vijf

kookprogramma’s die geanalyseerd worden, zijn die van Rachel Ray (Amerika), Jeroen Meus (België), Rudolph van Veen (Nederland), Tina Nordström (Zweden) en Neven Maguire (Ierland). Tot dusverre is er vrij weinig geschreven over de specifieke cinematografie van

kookprogramma’s. Daarom zal ik de theorie van Strange, Ketchum en Matwick & Matwick toetsen aan de kookprogramma’s om te zien of de geschreven literatuur overeenkomt met de praktijk.

Om tot een meer volledige theorie over de cinematografie van kookprogramma’s te komen, zal ik tevens concepten en ideeën vanuit de voedselfotografie toepassen. Er zijn namelijk raakvlakken tussen voedselfotografie en kookprogramma’s: beide hebben vaak het doel om het eten zo aantrekkelijk mogelijk in beeld te brengen. Studies die hiervoor gebruikt worden, zijn het artikel “Trends in Food Photography: a Prop Stylist’s View” van Francine Matalon-Degni (2010) en het artikel “Tempting the Palate: The Food Stylist’s Art” van John F. Carafoli (2003). Carafoli schrijft dat eten alle “vijf de zintuigen moet aanspreken, maar dat het vertaald moet worden naar één visueel plaatje” (94). Hij stelt dat er een balans gevonden moet worden tussen enerzijds het perfecte plaatje neerzetten en anderzijds ervoor zorgen dat het eten niet overrepresented

(18)

18

(oververtegenwoordigd) is om teleurstelling bij de consument te voorkomen. Ook Matalon-Degni bevestigt dit in haar artikel, zij legt uit dat dit een “creatieve paradox” is van een food stylist (72).

Om dit probleem verder uit de diepen, gebruik ik Ook het artikel “The Essence of Cooking Shows” van Cheri Ketchum (2015) en het artikel “From Stove to Screen” van Fabio Parasecoli (2017). Ketchum beschrijft in haar artikel wat de gebruikelijke standaarden zijn voor mise-en-scene en cinematografie van onder andere de traditional domestic instructional

programs. Paresecoli beschrijft in zijn artikel hoe men in film eten framed, wat voor shots

daarvoor worden gebruikt, welke acties worden gefilmd en welke keuzes in editing worden gemaakt.

Tevens neem ik de theorie rondom food porn onder de loep. Schrijvers zoals Carfoli, Matalon-Degni en Parasecoli beschrijven dat het van belang is om het voedsel er niet alleen zo natuurlijk mogelijk uit te laten zien, maar ook werkelijkheidsgetrouw en zo aantrekkelijk

mogelijk; alles draait om ‘het beeld’. Het programma Chef’s Table (2015-heden, David Gelb) en de cinematografische stijl daarvan valt onder food porn. Er zal dan beargumenteerd worden wat educatieve kookprogramma’s eventueel kunnen leren van programma’s als Chef’s Table.

Door de cinematografie van verschillende fragmenten van de educatieve

kookprogramma’s van Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay en culinaire items van

Koffietijd en 5 Uur Live te analyseren, onderzoek ik hoe met name het camerawerk (shotsoorten,

shotlengtes, camerabeweging) en het gebruik van licht bijdragen aan het succes van een kookprogramma.

ANALYSEMETHODE

In dit onderzoek worden drie verschillende onderzoeksmethoden gebruikt: literatuuronderzoek, vergelijkend onderzoek en toegepast onderzoek.

Literatuuronderzoek is gericht op het bestuderen van wetenschappelijke literatuur om zo wetenschappelijke vraagstellingen te beantwoorden. Dit zal met name de eerste paragrafen van elk hoofdstuk betreffen waarin secundaire literatuur is gebruikt om de theorie rondom de eerdergenoemde concepten uiteen te zetten.

Het vergelijkende onderzoek zal met name gedaan worden in de tweede en derde

paragrafen van elk hoofdstuk. Hierin worden de afleveringen uit het corpus met elkaar en met de uiteengezette theorie vergeleken. Specifiek zal de narratieve theorie van Labov worden toegepast

(19)

19

op verschillende onderdelen uit het corpus om zo de narratieve structuur van deze afleveringen te analyseren.

Ook is er sprake van een toegepast onderzoek, omdat er onderzoek gedaan wordt voor Talpa zodat zij de conclusies en aanbevelingen die uit dit onderzoek komen, kunnen toepassen in de praktijk voor de culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live.

CORPUS

Het corpus van dit onderzoek bestaat uit een aantal afleveringen van de kookprogramma’s

Jamie’s Quick and Easy (2017) van Jamie Oliver, Nigella: at my Table (2017) van Nigella

Lawson en Gordon Ramsay: Cookalong Live (2008-2012) van Gordon Ramsay. De programma’s van Jamie Oliver en Nigella Lawson vertonen overeenkomsten: beide kookprogramma’s zijn van tevoren opgenomen in een kookstudio en achteraf gemonteerd. Er is voor deze twee koks

gekozen, omdat er al veel geschreven is over hun persona als tv-kok, de bijbehorende

kookprogramma’s en de successen die zij hebben behaald. Daarnaast is ervoor gekozen om het live-kookprogramma van Gordon Ramsay toe te voegen aan het corpus, omdat het met name voor het hoofdstuk cinematografie van belang is om een live kookprogramma als casestudie te hebben. De culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live zijn namelijk ook live.

Afleveringen uit het seizoen 2018-2019 van Koffietijd en 5 Uur Live maken tevens deel uit van het corpus. Er is besloten om alleen afleveringen uit het meest recente seizoen te

analyseren, omdat er sinds het seizoen van 2018-2019 nieuwe koks zijn en er gefilmd wordt in een nieuwe studio. De bevindingen die gedaan worden tijdens het analyseren van oude

afleveringen zouden niet bruikbaar zijn bij het schrijven van de aanbevelingen.

Het is belangrijk om in gedachten te houden dat er belangrijke verschillen zijn tussen de programma’s van Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay en Koffietijd en 5 Uur Live. Ten eerste verschilt het format: de drie tv-koks zijn beroemdheden met hun eigen

kookprogramma en bijbehorend budget, maar bij Koffietijd en 5 Uur Live is het koken slechts een onderdeel van een breder lifestyle- of nieuwsprogramma met een kleiner budget. Ten tweede hebben de drie tv-koks meer tijd om over hun recepten te vertellen, terwijl de culinaire items maar maximaal 4 minuten duren. Ten derde worden alle drie de programma’s niet live

uitgezonden, waardoor er tijd is om te monteren; de items van Koffietijd en 5 Uur Live worden wel live uitgezonden en dus niet gemonteerd.

(20)

20

Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat er tot dusverre weinig geschreven is over het onderwerp cinematografie van educatieve kookprogramma’s. Daarom is er in paragraaf 3.1 voor gekozen om vijf verschillende kookprogramma’s met vijf verschillende koks uit vijf

verschillende landen te analyseren om zo kort te testen of de bestaande literatuur overeenkomt met de praktijk. De gekozen koks zijn: Rachel Ray (Amerika), Jeroen Meus (België), Rudolph van Veen (Nederland), Tina Nordström (Zweden) en Neven Maguire (Ierland).

Al deze afleveringen en fragmenten zijn verkregen via het internet en bekeken op een 21 inch computerscherm. Aan het einde van dit onderzoek onder het kopje ‘bijlage: corpus’ zijn voor de meeste fragmenten en afleveringen hyperlinks te vinden, echter niet voor alle. Video’s worden vaak verwijderd en op een later moment weer via een andere link online gezet.

OPBOUW

Aan elk afzonderlijk deelgebied (storytelling en narratief, de tv-kok als persoonlijkheid en

cinematografie) wordt een hoofdstuk gewijd. Deze hoofdstukken zijn elk opgedeeld in drie

paragrafen. In de eerste paragraaf zal er dieper ingegaan worden op de hierboven genoemde studies en de sleutelbegrippen die zij naar voren brengen. In de tweede paragraaf wordt de verworven kennis gebruikt om een analysemethode te formuleren om de gekozen casestudies (succesvolle educatieve kookprogramma’s) per deelgebied te analyseren. Zo wordt duidelijk hoe storytelling, personality en/of cinematografie in de praktijk zijn ingezet. Elke derde paragraaf bevat een analyse gedaan waarin gekeken wordt in hoeverre (en op welke manier) de besproken elementen van dat hoofdstuk zijn gebruikt bij het maken van de culinaire items van Koffietijd en

5 Uur Live.

Het onderzoek sluit af met aanbevelingen voor verbeterpunten op genoemde onderwerpen voor Koffietijd en 5 Uur Live..

(21)
(22)

22

HOOFDSTUK 1 STORYTELLING EN NARRATIEF

In dit hoofdstuk zullen in drie verschillende paragrafen de concepten storytelling en narratief behandeld worden. In de eerste paragraaf zal er dieper ingegaan worden de bestaande literatuur rondom deze concepten. In de tweede paragraaf wordt de theorie gebruikt om de narratieve structuur van een aantal succesvolle educatieve kookprogramma’s van Jamie Oliver, Nigella Lawson, en Gordon Ramsay te analyseren. Vanaf heden zullen de koks aangeduid worden met enkel hun voornaam (Jamie, Nigella en Gordon). Er is hiervoor gekozen omdat de kijker hen ook bij de voornaam kent. Dit is te zien aan de titels van hun programma’s, zoals Jamie’s Comfort

Food (2014) en Nigella Bites (1999-2001). In de derde paragraaf wordt de narratieve structuur

van de culinaire items van Koffietijd en 5 Uur Live geanalyseerd. Aansluitend zal er voor die culinaire items een aanbeveling geschreven worden omtrent de concepten narratieve structuur en

storytelling.

Paragraaf 1.1 Theorie

Matwick & Matwick behandelen het concept ‘verhaal vertellen’ in hun artikel

“Storytelling and Synthetic Personalization in Television Cooking Shows” (2014) en analyseren vervolgens een aantal segmenten uit verschillende kookprogramma’s aan de hand van Labov’s narratieve theorie. Hun artikel zal dan ook de leidraad zijn voor dit hoofdstuk.

Recept vertellen en verhaal vertellen

Matwick & Matwick beschrijven hoe kookprogramma’s gedurende de afgelopen jaren een soort hybride vorm hebben gevonden, namelijk een combinatie van entertainen en instrueren.

Kookprogramma’s bestaan niet langer uit een tv-kok die enkel vertelt hoe men thuis een recept moet volgen. Dit ‘recept vertellen’ wordt tegenwoordig vaak gecombineerd met ‘verhaal

vertellen’ (“Storytelling” 151). ‘Recept vertellen’ is enkel het vertellen van een set van instructies over de handelingen die de lezer moet volgen om een gerecht te maken. Deze teksten bevatten vaak praktische, expert talk (specialistische taal), omdat de teksten er vanuit gaan dat er een gedeelde achtergrond is betreffende kennis en interesse (Norrick 2740).Kookboeken zijn een goed voorbeeld van het gebruik van deze praktische manier van vertellen, want meestal wordt alleen vermeld wat de lezer echt moet weten om het recept succesvol thuis te maken.

(23)

23

voorbeeld van een kookboek waarin ‘recept vertellen’ gecombineerd wordt met ‘verhaal vertellen’ is het kookboek TLV van Jigal Krant (2018). ‘Verhaal vertellen’ is de sociale en culturele activiteit van het delen van verhalen van gebeurtenissen. Bij elk gerecht heeft de kok ervoor gekozen een verhaal te vertellen dat op de een of andere manier betrekking heeft op het gerecht.

Een tv-kok kan ervoor kiezen om zich in zijn of haar programma te beperken tot ‘recept vertellen’. De kijker thuis zou het recept dan zonder problemen na kunnen maken. De meeste mensen kijken echter ook om vermaakt te worden. Sterker nog, een groot deel van hen kijkt niet eens om hun kookvaardigheden te verbeteren, maar enkel om vermaakt te worden (De Backer & Hudders 494; Solier 468; Adema 116). Het lijkt dan ook een logische stap voor een tv-kok om het ‘recept vertellen’ aan te vullen met ‘verhaal vertellen’, omdat hiermee de kijker wordt vermaakt. Voorbeelden hiervan zijn achtergrondinformatie/de herkomst van het gerecht, uitleg over de keuze van bepaalde ingrediënten of een persoonlijke herinnering van de kok aan het gerecht.

Het vertellen en uitleggen van een recept is een verhaal op zich. Wat veel tv-koks doen is de rode draad van het recept volgen om daar vervolgens andere, kleine verhalen doorheen te weven: “[A] recipe telling may be embedded within a narrative framework” (Matwick &

Matwick, “Storytelling” 154). Bijvoorbeeld: een tv-kok bereidt een brownie en tijdens dit ‘recept vertellen’ vertelt de tv-kok dat dit gerecht vroeger door oma werd gemaakt met kerst en dat er alleen extra pure chocolade uit België gebruikt wordt. Op deze manier bestaat wat lijkt op één groot verhaal al uit drie verschillende verhalen die samen worden geweven. In het Engels maakt de verteller deze overgang van een achtergrondverhaal terug naar het recept vaak door het gebruik van het woord so; Matwick & Matwick noemen dit woord een continuer (“Storytelling” 154). Ik zal dit vertalen als verbindingswoord. In het Nederlands gebruikt men vaak het

(stop)woord “dus” om twee verhalen te verbinden; of men gebruikt het (stop)woord “maar” om een tegenstellingsrelatie aan te duiden.

Samenvattend, een tv-kok verrijkt zijn of haar recept of de kookinstructies, met ‘verhaal vertellen’ om de kijker niet alleen te informeren, maar ook te vermaken.

(24)

24

William Labov’s narratieve theorie (1972)

Matwick & Matwick analyseren in hun artikel (2014) twee segmenten uit twee afleveringen van twee verschillende kookprogramma’s6 aan de hand van de narratieve theorie van sociolinguïst William Labov (1972). Wat wordt er precies bedoeld met een narrative (narratief)? Labov

definieert narratief in het hoofdstuk “The Transformation of Experience in Narrative Syntax” als:

We define narrative as one method of recapitulating past experience by matching a verbal sequence of clauses to the sequence of events which (it is inferred) actually occurred.. the skeleton of a narrative… consists of a series of temporally ordered clauses which we may call narrative clauses. (360-361)

In Narrative Fiction (2002: 2) definieert Schlomith Rimmon-Kenan een verhaal als het vertellen van een opeenvolging van gebeurtenissen. Mieke Bal definieert in het boek Narratology:

Introduction to the Theory of Narrative (2017) een narratieve tekst als: “a text in which an agent

or subject conveys to an addressee (“tells” the reader, viewer, or listener) a story in a medium, such as language, imagery, sound, buildings, or a combination thereof” (6). Aan de hand van de verschillende definities kunnen we dus stellen dat een narratief een opeenvolging van

gebeurtenissen is, gedragen door personen en zich afspelend op een bepaalde plaats en in een bepaalde tijd, vertelt door een agent of subject aan een luisteraar, lezer of kijker.

Wat voegt ‘verhaal vertellen’ en het hieruit voortkomende verhaal toe aan een

kookprogramma en waarom is dit belangrijk voor educatieve kookprogramma’s? Matwick & Matwick stellen het volgende:

“Narrative provides a means for sharing and interpreting experiences, and in the context of cooking shows, storytelling works to establish credibility for the chef and create intimacy between the show host and audience” (“Storytelling” 151).

Door middel van het vertellen van een verhaal, wordt het anders te ‘gescripte’ vertellen van een recept natuurlijker, authentieker en persoonlijker gemaakt (“Storytelling” 152).

6 Rachael Ray. (2004). 30 Minute Meals. 30-Minute Country Kitchen. Episode: TM1D31. Food Network & Ree

(25)

25

In het hierboven genoemde hoofdstuk beschrijft Labov hoe een fully-formed narrative bestaat uit zes delen. De Nederlandse vertaling is overgenomen uit het hoofdstuk “Naar een narratief-psychologische benadering van gezond leven” uit het proefschrift De Ontwikkeling van

narratieve competentie (2010) van Anneke Sools (75):

1. Abstract (samenvatting)

2. Orientation (oriëntatie)

3. Complicating action (complicerende handeling)

4. Evaluation (evaluatie)

5. Result or resolution (resultaat)

6. Coda (coda)

De samenvatting is een korte tekst die het aankomende verhaal samenvat en deze functioneert als een soort van korte ‘preview’ van wat komen gaat (Matwick & Matwick, “Storytelling” 363). Het beantwoordt de vraag “waar gaat dit (komende) verhaal over?” Matthew J. Gordon stelt in het hoofdstuk “Speech Styles and Discourse”, uit het boek Labov: a Guide for the Perplexed (2013), dat de samenvatting als doel heeft om de kern van het verhaal in te kapselen (125). De

samenvatting wordt gevolgd door de oriëntatie. De oriëntatie situeert het verhaal in een bepaalde context door antwoord te geven op de vragen: wie, waar, wanneer en wat? Het identificeert de tijd, plaats, personen en de omstandigheden van het verhaal (Matwick & Matwick, “Storytelling” 364, Gordon 125).

Vervolgens is er sprake van de complicerende handeling. Dit is het onderdeel dat het verhaal vooruitduwt (Matwick & Matwick, “Storytelling” 152): nu wordt verteld welke

gebeurtenissen plaatsvinden (Gordon 125). Gordon geeft in zijn hoofdstuk aan dat volgens Labov het vertellen van de gebeurtenissen één functie is van een verhaal, maar dat dit niet het enige doel is. Een narratief heeft namelijk ook een evaluerende functie (Gordon 125). Dit is de volgende stap in Labov’s structuur en wordt omschreven als de bestaansreden of kern van het verhaal (Labov 366), maar ook het terugblikken op ongebruikelijke aspecten van het verhaal (Matwick & Matwick, “Storytelling” 152). Volgens Labov faalt een narratief als de luisteraar aan het einde denkt “en dus?”. In de evaluatie neemt de verteller een stap terug van de actie om commentaar te geven op de betekenis van de acties (Gordon 125).

In Labov’s structuur volgt dan het resultaat, dit beschrijft de gebeurtenissen die nog plaatsvinden na de belangrijkste gebeurtenis. Het resultaat wordt als laatste gevolgd door de coda.

(26)

26

De coda kan twee dingen doen: (i) op expliciete wijze het einde van het verhaal aanduiden of (ii) een aspect van het verhaal verbinden aan het heden (Gordon 127; Matwick & Matwick,

“Storytelling” 152). De afsluiting brengt de verteller en luisteraar terug naar het moment waarop zij begonnen aan het verhaal (Labov 365). Zo vormen de zes onderdelen volgens Labov samen een compleet en begrijpelijk verhaal.

De klassieke opbouw en de drie aktestructuur

Labov’s structuur doet denken aan de drie aktestructuur. Hierin wordt het scenario in drie delen ingedeeld. In de eerste akte wordt de opstelling vastgesteld: de personages, relaties, de huidige situatie en het probleem wat de personages voor zich hebben. In de tweede akte escaleren de complicaties in de relaties van het hoofdpersonage. Daarnaast zijn er obstakels die voorkomen dat hij of zij het probleem kan oplossen. In de derde akte wordt er naar een climax toegewerkt waarbij er een confrontatie is en vervolgens het probleem wordt opgelost, vaak met een goed einde (Rabiger 37).

De drie aktestructuur is gebaseerd op de klassieke opbouw van Aristoteles, beschreven in zijn beroemde Poetica. In Poetica beschreef Aristoteles een aantal regels waaraan goed

opgebouwde verhalen voldoen (hij is meer descriptief dan prescriptief); hij beschrijft dit in het deel over de opbouw en de structuur (Noordenbos 8). Verder stelt Aristoteles dat een verhaal bestaat uit een begin, midden en eind, ook wel proloog, episoden en aftocht genoemd

(Noordenbos 12). In Het plot van Aristoteles (2011) beschrijft Noordenbos de ‘drie

aktestructuur’. Ik zal deze kort samenvatten en tegelijkertijd de overeenkomsten noteren tussen Labov’s narratieve structuur en de drie akten van de klassieke dramatische structuur zoals die werd waargenomen door Aristoteles.

Noordenbos verwijst naar Poetica als hij stelt dat de eerste akte een proloog bevat die het begin van het verhaal aanduidt (dit vertoont overeenkomsten met Labov’s samenvatting).

Daarnaast is de functie van de eerste akte de expositie: “De protagonist, de antagonist en alle andere personages worden in de expositie geïntroduceerd. Ook wordt het doel van de protagonist duidelijk, waardoor het plot op gang kan worden gebracht. Dit wordt ook wel het motorisch moment genoemd…” (17); dit vertoont overeenkomsten met de oriëntatie van Labov.

(27)

27

Dan volgt de tweede akte; deze bestaat uit verschillende episodes en bevat de intrige: “De ontwikkelingsfase waarin de meeste gebeurtenissen van het plot plaatsvinden” (Noordenbos 18). Deze fase doet denken aan de complicerende handelingen van Labov.

Afsluitend volgt de derde akte, waarin de actie in een stroomversnelling komt en tot een climax leidt, waarna het verhaal wordt afgerond: “(een) combinatie van de ontknoping en de aftocht” (Noordenbos 18). Ook hier zijn weer overeenkomsten te vinden met Labov’s structuur: de gebeurtenissen die volgen na de climax (de belangrijkste gebeurtenis; doet denken aan de evaluatie) zijn de ontknoping (resultaat) en de aftocht (coda). Hoewel Labov dus uitgaat van zes onderdelen die samen een compleet verhaal vormen, is het duidelijk dat hij voortbouwt op de klassieke drie aktestructuur van Aristoteles.

Bevindingen op basis van Matwick & Matwick en Labov

Tijdens het lezen van het artikel van Matwick & Matwick valt op dat zij een andere volgorde van de verhaalonderdelen aanhouden tijdens hun analyse. Waar Labov de volgorde samenvatting-oriëntatie-complicerende handeling-evaluatie-resultaat-coda aanhoudt, gebruiken Matwick & Matwick de volgorde samenvatting-oriëntatie-complicerende handeling-resultaat-evaluatie-coda (“Storytelling” 152). Kortom: resultaat en evaluatie zijn omgedraaid. Matwick & Matwick

benoemen deze wisselingen in hun artikel zelf niet. Zij houden een andere volgorde aan omdat de dialogen van de geanalyseerde fragmenten dan in een chronologische volgorde blijven staan. Hier is voor gekozen omdat dit de analyse overzichtelijk houdt, want het narratief/de dialoog zou anders een andere volgorde krijgen en dus minder begrijpelijk of onlogisch worden.

Matwick & Matwick geven in hun artikel aan dat niet elk narratief alle zes onderdelen van Labov nodig heeft om begrijpelijk te zijn. In een narratief kan men spelen met de volgorde van de zes onderdelen van Labov, denk aan puzzle films waarin men bijvoorbeeld kan beginnen met het resultaat om vervolgens terug te gaan naar de samenvatting. Het doel van een puzzelfilm is vaak (tijdelijke) verwarring creëren bij de kijkers om ze zo te vermaken (zie Impossible Puzzle Films van Miklós Kiss en Steven Willemsen 2017). Bij een educatief kookprogramma is dit niet het doel, in tegendeel, het is van belang om een zo duidelijk mogelijk narratief te creëren zodat de kijker dit begrijpt en thuis het recept kan namaken en eventueel de genoemde

achtergrondinformatie nog kan navertellen. Daarom is het belangrijk dat er wel een bepaalde vaste volgorde is. Om het narratief duidelijk en overzichtelijk te houden kan men de zesdelige

(28)

28

structuur opdelen in drie overkoepelende fases. Binnen deze fases kan er gevarieerd worden met de volgorde, maar niet in de volgorde van de fases (zie tabel 1).

Fase 1 Fase 2 Fase 3

Keuze uit samenvatting en oriëntatie

Complicerende handeling Keuze uit evaluatie, resultaat en coda.

Binnen een fases 1 en 3 is het mogelijk om onderling te variëren in de volgorde. Zo kan de samenvatting voor de oriëntatie plaatsvinden, maar ook erna. In fase 2 is maar één onderdeel en deze staat dus vast.

Matwick & Matwick stellen dat een narratief uit minimaal twee van de zes onderdelen moet bestaan: dit zijn vaak de complicerende handeling en het resultaat (“Storytelling” 152). Als men deze twee onderdelen vertaalt naar segmenten uit een kookprogramma dan zou dit minimaal gaan om: (i) het koken, waarbij men automatisch tegen obstakels oploopt (fase 2 complicerende handeling) en (ii) het eindresultaat laten zien en/of proeven van het gerecht (fase 3 resultaat).

De gestelde hypothese is als volgt: een educatief kookprogramma moet uit elke fase minimaal één onderdeel bevatten, om begrijpelijk en vermakelijk te zijn voor de kijker. Een kook-item zonder een onderdeel uit fase 1 (de samenvatting of oriëntatie, het verwelkomen van de kijker thuis in de keuken of het vertellen van wat er die dag gemaakt wordt), zou een item met een ongebruikelijk en wellicht verwarrend begin zijn. Het maakt echter niet uit of men begint met de samenvatting of de oriëntatie. Als er met de oriëntatie begonnen wordt, kan dat gezien worden als een soort voorproefje of anticipatie: de spanning wordt opgebouwd naar wat er gekookt gaat worden en de koks kunnen bijvoorbeeld al vertellen in welke situaties zij het gerecht zouden klaar maken.

De overige onderdelen zouden de volgende vormen aan kunnen nemen tijdens een kookitem: • Tijdens de samenvatting wordt kort gezegd wat er gekookt gaat worden.

• Tijdens de oriëntatie zou men bijvoorbeeld kunnen vertellen waarom een gerecht een bepaalde naam heeft, voor welke gelegenheid de kok het gaat maken, hoe lang het gaat duren of welke ingrediënten nodig zijn.

• Tijdens de evaluatie kan kort teruggeblikt worden op een opmerkelijk moment (iets ging bijvoorbeeld fout of een interessant weetje) of de reden van het koken wordt herbenoemd.

(29)

29

• De coda kan de tv-kok gebruiken om bijvoorbeeld te zeggen: “Maar je zou het ook zus en zo kunnen doen” of “In dat land doen ze er nog dit en dat bij.”

Deze voorbeelden maken duidelijk dat de narratieve structuur van Labov, zoals Matwick & Matwick suggereren, toepasbaar is op kookprogramma’s. Het is echter niet mogelijk om de zes onderdelen in willekeurige volgorde te plaatsen, zoals bij puzzlefilms. Een belangrijk doel van kookprogramma’s is om begrijpelijk te zijn voor de kijkers en hiervoor is een duidelijke narratieve structuur nodig: een vaste chronologische volgorde van fase 1, 2 en 3 draagt hieraan bij. Fase 1 bestaat uit samenvatting en oriëntatie, fase 2 uit complicerende handelingen en fase 3 uit evaluatie, resultaat en coda. Daarnaast moet het narratief minimaal bestaan uit de

samenvatting, complicerende handeling en het resultaat. Zo weet de kijker wat er gekookt gaat worden, hoe het gekookt moet worden en hoe het gerecht er uiteindelijk uit komt te zien. Dit betekent dat elke fase doorlopen moet worden en er dus uit elke fase minimaal één onderdeel aanwezig is. Binnen de fases is het mogelijk om met de volgorde te variëren.

Direct address

Het vertellen van een verhaal bestaat uit meer dan alleen het verhaal zelf. De manier waarop het verhaal gebracht wordt is van groot belang: “As we all know, monotone presentations tend to put people to sleep” (Matwick & Matwick, “Storytelling” 153). Zowel parataal (toonhoogte, volume en tempo) als non-verbale communicatie (zoekt de tv-kok oogcontact, wat voor

gezichtsuitdrukkingen maakt hij of zij en wat is zijn of haar houding) maken het volgens Matwick & Matwick mogelijk dat de tv-kok het verhaal zo goed mogelijk kan overbrengen. Zij geven tevens aan dat het toepassen van non-verbale communicatie door de kok een goede manier is waarop de tv-kok contact kan maken met de kijkers en daardoor een betere relatie kan

opbouwen met hen (“Storytelling” 153). Matwick & Matwick stellen dat de verteller van het verhaal niet enkel een verhaal vertelt, maar een gesimuleerde ervaring levert en op die manier het verhaal tot leven brengt, zodat het voelt als een echte ervaring voor de kijker/luisteraar

(“Storytelling” 157). Zoals hierboven is gezegd, is het maken van oogcontact onderdeel van de non-verbale communicatie: de tv-kok legt contact met de kijkers door hen “aan te kijken”. Dit is slechts op een denkbeeldig niveau (Kress & Van Leeuwen 117): “…the gaze of represented

(30)

30

participants directly addresses the viewers and so establishes an imaginary relation with them” (89).

Door de kijkers op deze manier aan te spreken, overbrugt de tv-kok een aesthetic distance (esthetische afstand) tussen de performer en het publiek (Adema 115): het publiek voelt niet langer een afstand tussen wat zich op de tv afspeelt en hun eigen situatie. Ze voelen zich nauw betrokken bij het kookspektakel op tv, alsof ze er zelf bij zijn. Hier zal ik nog wat dieper op ingaan in het hoofdstuk over personality.

Wat problematisch is voor de interactie tussen de tv-kok en kijker is dat de tv-kok praat tegen een niet-aanwezig publiek. Daarom moeten zij gebruik maken van een direct address (directe aanspreekvorm). Dit concept wordt genoemd door Kress & Van Leeuwen in hun boek

Reading Images: the Grammar of Visual Design. Door het gebruik van de directe aanspreekvorm

erkent de tv-kok de kijker expliciet. Dit moment, een kok die direct in de camera kijkt en de kijkers direct aanspreekt, wordt door Kress & Van Leeuwen een demand (eis) genoemd. Tijdens zo’n moment spreekt de kok de kijker aan met ‘jij’ of ‘je’ en door dit te de toen vraagt de tv-kok de kijker om iets te doen (117-118). Hiermee wordt niet per se bedoeld dat de tv-tv-kok van de kijker eist dat hij of zij het recept gaat maken (al is dit vaak wel het uiteindelijke doel), maar de tv-kok eist wel de aandacht van de kijkers door hen direct aan te spreken.

Door gebruik te maken van de directe aanspreekvorm en parataal tijdens ‘verhaal vertellen’, krijgen de kijkers niet alleen een kijkje in het leven van de tv-kok of

achtergrondinformatie over gerechten, maar hebben zij het gevoel dat zij zelf in gesprek zijn met de tv-kok, één op één. De tv-kok deelt persoonlijk informatie of een eigen ervaring met hen en dit creëert een band tussen beiden (hierover meer in paragraaf 2.1).

Samenvatting van bevindingen storytelling & narratief

Labov’s narratieve structuur en de concepten ‘verhaal vertellen’, en directe aanspreekvorm zijn bruikbaar om educatieve kookprogramma’s te analyseren. Deze concepten bieden inzicht in de structuur en de invulling van zo’n programma.

Wat betreft de narratieve structuur van Labov kan er gespeeld worden met de volgorde van de zes onderdelen, maar niet geheel willekeurig. Als het gaat om educatieve

kookprogramma’s, zijn Labov’s zes onderdelen op te delen in drie fases (zie tabel 1). Om het narratief van een educatief kookprogramma begrijpelijk te houden, moet men ten eerste de

(31)

31

chronologische volgorde van de fases aan houden (1-2-3) en moet er uit elke fase minimaal één onderdeel aanwezig zijn. Binnen de fases kan men van volgorde wisselen. Deze aangepaste versie van Labov’s structuur wordt gebruikt om het narratief van de afleveringen te analyseren.

Het ‘verhaal vertellen’ sluit aan bij de behoefte van de kijker die, naast iets te leren over koken, steeds vaker een kookprogramma kijkt om vermaakt te worden. Het is dus logisch dat de tv-kok ervoor kiest om het ‘recept vertellen’ te verreiken met het geven van extra informatie die niet nodig is om het recept thuis na te maken, maar wel het kijkplezier verhoogt. In de analyse van de afleveringen zal dan ook gekeken worden naar hoe de tv-koks ‘verhaal vertellen’ inzetten om hun programma’s aantrekkelijker te maken.

Door middel van het gebruik van parataal, de directe aanspreekvorm en/of een eis, wekt de tv-kok de illusie dat hij of zij de kijker thuis persoonlijk aanspreekt; de esthetische afstand tussen tv-kok en kijker wordt hiermee overbrugd. In de analyse wordt dan ook gekeken op welke manieren de tv-koks de kijkers bij hun programma betrekken.

(32)

32

Paragraaf 1.2 Analyse storytelling & narratief: Jamie Oliver, Nigella Lawson en Gordon Ramsay.

In deze paragraaf zullen de afleveringen van Jamie, Nigella en Gordon eerst apart geanalyseerd worden betreffende de concepten ‘narratieve structuur’ en ‘verhaal vertellen’. Daarna zal de directe aanspreekvorm behandeld worden, om vervolgens af te sluiten met een conclusie.

Jamie Oliver en narratieve structuur en storytelling

In het tv-programma Jamie’s Quick and Easy Food bereidt Jamie in elke aflevering vier verschillende gerechten. Voor de analyse van de narratieve structuur gebruik ik de derde en de zesde aflevering van het eerste seizoen waarin hij No fuss Asian fish cakes, speedy courgetti

linguini, sticky lamb chops, chocolate mousse (aflevering drie), crazy good pork burger, sticky mango prawns, easy rustic gnocchi en banoffee cheesecake (aflevering zes) bereidt.

Jamie houdt bij elk gerecht dat hij bereidt een duidelijke structuur aan. Hij begint altijd met het vertellen van wat hij gaat maken (samenvatting) waarmee hij antwoord geeft op de vraag waar het (komende) verhaal over gaat. Hij zegt dan bijvoorbeeld: “First, my quick Asian fish

cakes” of “My lemony courgetti linguini” of “Next up, my sticky mango prawns”.

Jamie volgt daarna met de oriëntatie, waarin hij meer vertelt over het gerecht, de ingrediënten, de bereidingstijd en met wie hij het gerecht wel eens eet: “a sensational sharing

plate that is unbelievable quick to cook and so easy to remember,” of “ a speedy one pound wonder, loaded with flavor and ready in minutes when you need full prove food fast”. Hij geeft

hiermee antwoord op vragen zoals wie, waar, wanneer en wat en verreikt het ‘recept vertellen’ hier al met ‘verhaal vertellen’.

Hij vervolgt daarna met de complicerende handeling: het bereiden van het gerecht. Tijdens deze fase van het verhaal combineert Jamie het ‘recept vertellen’ met het ‘verhaal

vertellen’. Hij benoemt de stappen van het kookproces (recept vertellen), maar maakt hier en daar een uitstap naar achtergrondinformatie over ingrediënten (verhaal vertellen). Enkele voorbeelden hiervan zijn: (i) tijdens het maken van een burger geeft hij de kijker het advies om niet naar een gewone supermarkt te gaan voor het vlees, maar dat zij naar een echte slager moeten gaan en (ii) tijdens het maken van gnocchi vertelt hij wat over de historische achtergrond van het gerecht. Naast het geven van advies over ingrediënten en extra informatie over gerechten, verrijkt Jamie zijn verhalen ook wel eens met persoonlijke ervaringen. Zo vertelt hij bijvoorbeeld dat zijn

(33)

33

kinderen het fantastisch vinden om te helpen met het maken van gnocchi: “My kids absolutely

love gnocchi. You know, making it, a little bit of mess, shaping it, forming it, eating it. It’s got everything a kid could possibly want”. Door op deze manier zijn ‘recept vertellen’ uit te breiden

met ‘verhaal vertellen’, informeert én entertaint hij de kijkers.

Daarna volgt het resultaat: het afmaken van het gerecht en het proeven ervan. Hij kondigt dit altijd op een bepaalde manier aan, alsof hij naar de climax van het verhaal aan het toewerken is: “Come on, lets go for it. Enough talking, here we go!” of “Let’s get in there, bust it open!” Vervolgens verzekert Jamie ons ervan dat het heerlijk is. Hij maakt hier altijd gebruik van parataal: hij past zijn toonhoogte, volume en tempo aan zodat hij enthousiast overkomt. Tevens maakt hij veel gebruik van kreten als “Ohh” of “Hmm” waardoor de kijker bijna mee kan proeven met Jamie.

Tot op dit punt houdt Jamie in alle afleveringen deze volgorde aan

(samenvatting-oriëntatie-complicerende handling-resultaat). Als het aankomt op de evaluatie of de coda wisselt hij die twee onderdelen nog wel eens. Tijdens de evaluatie blikt hij terug op alle ingrediënten in het gerecht en welke smaken hij proeft: “The cheese is holding the whole story down and the

potatoes are like eating little clouds of happiness” en “Pear, stilton and pork, you know it makes sense, delicious”. Tijdens de coda verbindt Jamie het verhaal aan het nu: hij geeft aan hoe het

gerecht geserveerd zou kunnen worden of wat voor andere opties er nog zijn als je het gerecht anders zou willen bereiden: “I love to rack these up, middle of the table, glass of wine with your

friends, you know, do whatever you want” of “You know what, if you ever want to make it vegan, take out the parmesan” of “For all you burger lovers, try something new, widen some of the flavour combinations”.

We kunnen concluderen dat Jamie de vaste structuur aanhoudt zoals voorgesteld in tabel 1. In fase 1 begint Jamie in de geanalyseerde aflevering altijd met de samenvatting en daarna volgt de oriëntatie. In fase drie begint Jamie altijd met het resultaat, maar hij is flexibel met de volgorde van de evaluatie en coda. De analyse laat ook zien dat Jamie ‘recept vertellen’ met ‘verhaal vertellen’ verrijkt. Hij doet dit door óf achtergrondinformatie te geven over het gerecht en de ingrediënten óf door een persoonlijke anekdote te vertellen.

(34)

34

Nigella Lawson en narratieve structuur en storytelling

In Nigella: At My Table bereidt Nigella elke afleveringen verschillende gerechten, variërend van simpele tosti’s tot uitgebreide diners voor vrienden tot lekkere taarten. Voor de analyse van de narratieve structuur van Nigella maak ik gebruik van aflevering twee, drie en vijf uit het eerste en enige seizoen. In aflevering twee bereidt ze beef and aubergine fatteh, waffles, passion-fruit ice

cream en een late night special sandwich. In aflevering drie bereidt ze herbed leg of lam, rich chodolate olive oil moisse, coconout shrimp en ginger and walnut carrot cake. En in aflevering

vijf bereidt bereidt ze savory French toast, spices lamb kofta, rose and pepper pavloca, golden

egg curry en white chocolate cheesecake.

Tijdens de analyse van haar fragmenten valt al snel op dat de narratieve structuur van Nigella niet zo vaststaat als die van Jamie. Zij begint haar fragment vaak met een korte teaser waarin ze snel benoemd in wat voor stijl ze gaat koken of voor wie. Ze begint dus met een introductie. In aflevering vijf vertelt Nigella tijdens de introductie dat ze een Oost-Mediteraanse maaltijd gaat maken voor haar vrienden. In één adem zegt ze ook meteen wat ze gaat maken, namelijk de lam kofta en de pavlova. Vervolgens vertelt ze dat de pavlova een familierecept is en hoe haar opa het vroeger altijd maakte (hier verrijkt ze ‘recept vertellen’ met ‘verhaal vertellen’). Door na de samenvatting terug te gaan naar deze informatie, gaat ze terug naar de introductie. Hier maakt Nigella gebruik van herhaling in fase 1: introductie-samenvatting-introductie.

Daarnaast zijn er meerdere momenten waarbij een fragment geen duidelijk narratieve structuur bevat. In aflevering twee opent Nigella met de zin: “My Middle Eastern inspired main

course starts with pita toasted simply in the oven”, terwijl ze een bakplaat uit de oven haalt en het

resultaat aan de kijkers laat zien. Ze begint hier met een zeer korte oriëntatie (“My Middle

Eastern inspired main course”) om vervolgens over te gaan op de complicerende handeling

(“starts with pita toasted simply in the oven”). Vervolgens zegt ze: “Whenever I have friends

over, I just have to stop myself making this beef and aubergine fatteh. I first had a version of it in a Lebanese restaurant and I have been obsessed by it ever since.” Ze gaat hier weer terug naar de

oriëntatie (“Whenever I have friends over, I just have to stop myself making this..”).Vervolgens gaat ze kort en abrupt over naar de samenvatting, namelijk “beef and aubergine fatteh” om vervolgens weer terug te keren naar de oriëntatie: “I first had a version of it…” et cetera. De volgorde die Nigella aanhoudt is: oriëntatie, (een deel van) de complicerende handeling, oriëntatie, samenvatting, oriëntatie.

(35)

35

Doordat Nigella begint met een zeer korte oriëntatie gevolgd door een deel van de complicerende handeling (het toasten van de pita’s) ontstaat er verwarring. Ten eerste is het onduidelijk voor de kijker wat het uiteindelijke gerecht is door het ontbreken van de

samenvatting. Ten tweede is het verwarrend voor de kijker dat Nigella niet benoemt hoe de pita’s getoast moeten worden: ze zegt simpelweg dát ze getoast zijn. Na dit korte en verwarrende moment gaat ze terug naar de oriëntatie om daarna te vertellen wat ze gaat maken. Dan volgt de complicerende handeling en ze eindigt met een coda, waarin ze de pita’s vergelijkt met de alom bekende snack nacho’s en claimt dat haar versie een verfijnde variant is. We zien het resultaat kort en daarna tilt Nigella het bord op en loopt ze er mee weg. Ze proeft het gerecht niet, overtuigt ons niet van de smaken en blikt dus ook niet even terug op eventuele ingrediënten en stappen. Alhoewel deze evaluatie niet noodzakelijk is voor een duidelijke structuur zorgt de afwezigheid ervan voor vragen bij de kijker. Door niet te proeven en dus niet de smaak met de kijker te delen, lijkt Nigella de kijkers die enkel kijken voor vermaak van een belangrijk onderdeel te onthouden.

In aflevering drie, tijdens het maken van de worteltaart, houdt Nigella wel een duidelijke structuur aan. Ze opent dit fragment met de zin: “This may not look like a carrot cake, but is a

carrot cake! It’s my carrot cake! And it’s very different from the richly sweet and loftily layered American original”. De eerste twee zinnen zijn de samenvatting. De kijkers weten nu wat ze

kunnen verwachten. Dan volgt Nigella met de introductie door meer informatie te geven over de taart, benoemt ze de ingrediënten en deelt ze haar ervaringen met het maken van de taart.

Daarna volgt de complicerende handeling: het stap voor stap maken van de worteltaart. Ze eindigt met het resultaat, we zien de complete taart. Ze sluit af met de evaluatie: “It’s an absolute

winner, every time”. Maar ook dit keer proeft Nigella de taart zelf niet en neemt ze ons niet mee

in de smaken. De coda blijft uit.

Uit de analyse van geselecteerde afleveringen van Nigella is naar voren gekomen dat zij geen vaste volgorde aanhoudt wat betreft de narratieve structuur. Aan de hand van de analyse van het fragment waarin Nigella de beef and aubergine fatteh maakt, kan geconcludeerd worden dat er onduidelijkheid ontstaat bij de kijkers thuis als er geen samenvatting voor de complicerende handeling gegeven wordt. De kijker weet niet naar welk gerecht hij of zij zit te kijken.

Tijdens de analyse van het fragment van de worteltaart is naar voren gekomen dat het tevens mogelijk is om te beginnen met een oriëntatie, te volgen met de samenvatting, om daarna

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inspecteur Carolien Groote Schaarsberg: “Je bent er in je eentje verantwoordelijk voor dat er op het eind van de dag een goed en onderbouwd beeld van de school ontstaat.. Dat zorgt

“Zorg dat deze zo concreet moge l i jke doe len bevatten , zodat leerkrachten prec ies weten wat hen te doen staat” , merkt Groote Schaarsberg op... Maar er

Mede dankzij jouw bijdrage aan de verkeersveiligheid hebben we er het volste vertrouwen in dat we project Zeeweringen dit laatste jaar op een goede, veilige manier gaan

Uit verschillende bijdragen in deze bundel (onder andere van Piet Leenders en Dick Vink) blijkt juist dat gemeenten door een forse investering in de kwaliteit van de

Dans sa catégo In diesem Sortim en t rie au lit re / pro Liter In dit assortim. en t Da ns sa catég

Na de laatste wedstrijd was de stand alsvolgd;de laatste plaats was voor Hein Voorneveld met 4punten alles mislukte de- ze dagen bij Hein,7de werd Wil Bouweriks met 4 punten,en

In 2003 werd in Vlaanderen het kerntakendebat ge- voerd dat er moest voor zorgen dat de taak- en be- voegdheidsverdeling tussen de Vlaamse, provinci- ale en lokale overheden scherper

In hoofdstuk 8 is vervolgens de blik verlegd naar toekomstverwachtingen en -inschattingen. Gevraagd naar de toekomst blijken burgemeesters betrekkelijk behoudend te zijn. Ze