Vraag nr. 271 van 25 februari 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN
H S T-werken Vlaams-Brabant – Verkeer – Archeologisch erfgoed
De aanleg van de hogesnelheidslijn tussen Brussel en Luik nadert het stadium van de uitvoering. Vooral op het traject tussen Brussel en Leuven zul-len de werken niet zonder gevolgen blijven wat het autoverkeer betreft.
Anderzijds werd door een collega burgemeester de aandacht gevestigd op de mogelijkheid dat waarde-volle archeologische vondsten bij de graafwerken wel eens onherroepelijk zouden kunnen verloren gaan.
1. Werd er tussen de NMBS en het V l a a m s Gewest overleg gepleegd om de hinder die zou kunnen voortvloeien uit de werken zowel voor de plaatselijke bevolking als voor het autover-keer zoveel mogelijk te beperken ?
2. Werden in dit verband reeds bepaalde maatre-gelen genomen ? Is het mogelijk terzake verdui-delijkingen te krijgen ?
3. Werd binnen de Vlaamse regering reeds overleg gepleegd tussen de diensten van Openbare Wer-ken en die van Monumenten en Landschappen, belast met het beheer van het archeologisch patrimonium, om te vermijden dat waardevolle vondsten zouden verloren gaan ?
Antwoord
1. Van bij het opstarten van het project wordt overleg gepleegd tussen de NMBS en de bevoegde afdelingen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Naar verluidt heeft ook overleg plaats met de gemeentelijke diensten. 2. Teneinde de hinder voor het autoverkeer en de
plaatselijke bevolking zoveel mogelijk te beper-ken, werd de NMBS opgelegd de werken zoda-nig te plannen dat het verkeer op de R0 over-dag nooit wordt gehinderd. Enkel gedurende een beperkt aantal nachten zal er (noodzakelij-kerwijze) hinder zijn. De bovenvermelde maat-regelen zijn de gemeente Zaventem wel bekend.
De concrete timing voor afspraken en opvol-ging van de bouwvergunningsvoorwaarden wordt opgevraagd en zal later worden bezorgd. 3. Het is niet de taak van de afdelingen Wegen om
in deze materie tussen te komen. Het V l a a m s archeologisch erfgoed valt onder de bevoegd-heid van het IAP (Instituut voor het Archeolo-gisch Patrimonium) als wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap. D i t instituut is nauw betrokken bij de infrastruc-tuurwerken voor aanleg van het hogesnelheids-traject (HST) en wordt bij de voorbereiding van een project op de hoogte gebracht, zoals in de bouwvergunning vastgesteld.
Het instituut laat weten ondanks de beperkte middelen de zaak van nabij te volgen. D e gemeenten Herent en Kortenberg hebben ook een brief hieromtrent gekregen.