• No results found

Vraag nr. 43 van 13 november 1997 van de heer JOHAN DE ROO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 43 van 13 november 1997 van de heer JOHAN DE ROO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 43

van 13 november 1997

van de heer JOHAN DE ROO Agenda 2000 – Stand van zaken

In het kader van Agenda 2000 wil de Europese Commissie alle maatregelen die de landbouw en het platteland in de hele Europese Unie (EU) ten goede komen onder eenzelfde noemer plaatsen. De landbouwsector en ook de Europese land-bouwministers staan nogal verdeeld tegenover deze plannen.

1. De Europese Commissie wenst op termijn een ambitieus "plattelandsbeleid" te voeren over het hele EU-grondgebied.

Werd hiervoor reeds een streefdatum vastge-legd ?

2. Een van de doelstellingen voor een dergelijk plattelandsontwikkelingsbeleid is de aanpassing van het landbouwstructuurbeleid aan de nieuwe uitdagingen.

Wordt hierbij reeds aan bepaalde aanpassingen of veranderingen gedacht ? Over welke nieuwe uitdagingen wordt hier gesproken ?

3. Naast voorgaande doelstelling wordt ook de bevordering van de economische verscheiden-heid op het platteland als doelstelling vooropge-s t e l d , met alvooropge-s rechtvooropge-streekvooropge-s gevolg extra inkom-sten voor de landbouw en het creëren van alter-natieve banen.

Kan reeds een schatting worden gemaakt over de extra tewerkstelling van deze maatregel ? 4. Naar wij hebben vernomen zou voor het hele

project "slechts" 2 miljard ecu per jaar worden uitgetrokken op de landbouwbegroting om bin-nen alle budgettaire krijtlijbin-nen te blijven. De vraag rijst automatisch hoe dit geld zal wor-den verdeeld en wat de medefinanciering van de EU zal zijn.

5. Heeft men reeds een termijn vooropgesteld waarbinnen Agenda 2000 van de Commissie afgehandeld dient te zijn ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Eric Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media.

Gecoördineerd antwoord

1. Het nieuwe "plattelandsbeleid" zal volgens de planning ingaan op 1 januari 2000.

2. De nieuwe uitdagingen waaraan het landbouw-structuurbeleid zich dient aan te passen zijn : – de toetreding van nieuwe lidstaten met een

grootschalige landbouw in combinatie met lage prijzen ;

– de verdere integratie in de wereldmarkt. De aanpassingen die nodig zijn om aan deze uit-dagingen het hoofd te bieden zijn :

– de noodzaak tot verbetering van het concur-rentievermogen door :een sterkere marktge-richtheid en prijsdifferentiatie voor speciali-teiten van hoge kwaliteit, verbetering van de voedselveiligheid en voedselkwaliteit door steun voor kwaliteitsproducten, imagoverbe-tering door milieuvriendelijkheid van de productiemethoden en overwegingen van dierenwelzijn ;

– economische diversificatie door :

de inpassing van milieudoelstellingen : v o o r de landbouwers is onder meer op vlak van het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en het behoud van het landschap een rol weggelegd ;

het scheppen van aanvullende of alternatie-ve inkomens- en arbeidsmogelijkheden op of buiten het bedrijf. De plattelandsgebieden zijn multifunctioneel en de landbouwers moeten worden aangemoedigd om alle mogelijkheden voor ondernemers op het platteland te benutten.

De aanpassingen van het beleid zullen volgens de huidige beschikbare informatie vooral te vin -den zijn in een aanpassing van de instrumenten van het landbouwstructuurbeleid. Meer con-creet zullen in plattelandsgebieden die niet onder de nieuwe doelstelling 1 en 2 vallen, d e maatregelen ter ondersteuning van structurele aanpassing en plattelandsontwikkeling waar-voor nu een bijdrage wordt verleend via de afdeling Oriëntatie van het EOGFL (Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Land-bouw) worden gefinancierd via de afdeling Garantie van het EOGFL.

(2)

De voorstellen van de Commissie zijn nog niet bekend en meer gegevens zijn nog niet beschik-baar.

3. Een schatting van de extra tewerkstelling via diversificatie is momenteel onmogelijk wegens ontbreken van voorstellen terzake.

4. De bedoelde 2 miljard ecu per jaar betreffen enkel bepaalde uitgaven die momenteel via de EOGFL-oriëntatie worden gefinancierd en die naar de afdeling Garantie zouden worden over-gebracht, waaronder de maatregelen voor struc-tuurverbetering en plattelandsontwikkeling. Wegens nieuwe begeleidende maatregelen voor het platteland is het te verwachten dat de totale uitgaven voor structurele maatregelen wel hoger zullen zijn op het vlak van de Europese Unie. Er zijn evenwel nog geen criteria bekend voor het verdelen van de middelen en de mede-financiering vanwege de Europese Unie.

Een precieze verdeling van de middelen en de medefinanciering van de EU zijn momenteel onbekend.

5. De huidige vooruitzichten zijn : concrete voor-stellen van de Commissie voorjaar 1998, defini-tieve beslissingen eind 1998, omzetting in lidsta-ten in 1999 en toepassing vanaf 1 januari 2000. De resultaten van de top van Luxemburg van 12 en 13 december 1997 zijn in dat licht eveneens van groot belang omdat de regeringsleiders een eerste bespreking zullen hebben over het ver-slag van de Raad Algemene Zaken, w a a r i n advies wordt uitgebracht over de Commissie-voorstellen Agenda 2000 van 16 juli 1997.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sedert 1990 werd reeds bijna 4 miljard frank rechtstreeks of via subsidiëring geïnvesteerd in de Gentse haven ;een aantal van deze projecten dateert uiteraard reeds van

Wegens de lengte van de platen komen deze voegen in de winter open te staan en gaan bij hoge temperaturen in de zomer

Strategisch plan gewest Gent – Milieu-investeringen In het kader van het strategisch plan voor het gewest Gent werden reeds heel wat belangrijke projecten opgestart

De uitbetaling van deze bijdrage, in de vorm van een subsidie aan de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst in Gent, gebeurt naar rato van de vordering van de werken..

– "Euroregionaal zakendoen" (start op korte termijn) : aanbieden van een totaalpakket aan ondernemingen in de Euregio, gericht op grensoverschrijdende informatie

Door de VMM wordt deze code van goede praktijk vooral gehanteerd als toetsingskader voor de in het kader van het subsidiëringsbesluit ingediende dos- siers voor aanleg en

Tevens zijn een aantal projecten nog in uitvoering, terwijl andere recentelijk werden afgerond, w a a r de effecten slechts op termijn duidelijk zullen zijn?.

Deze studies zijn hoopgevend en men mag ver- wachten dat in de eerstvolgende maanden beslissingen worden genomen om belangrijke investeringen uit te voeren door de