Inspectierapport
MAM's Kinderopvang Epe BV (KDV) Hoofdstraat 50
8162 AK EPE
Registratienummer 123859128
Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland
In opdracht van gemeente: Epe
Datum inspectie: 12-11-2015
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 02-06-2016
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 6
Veiligheid en gezondheid ... 7
Inspectie-items ... 8
Gegevens voorziening ... 10
Gegevens toezicht ... 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-11-2015
MAM's Kinderopvang Epe BV te EPE
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Beschouwing
Kinderdagverblijf MAM's Kinderopvang Epe maakt onderdeel uit van kinderopvang-organisatie MAM's Kinderopvang. Deze organisatie heeft kindercentra in de gemeente Apeldoorn en in de gemeente Epe.
Het kinderdagverblijf is gehuisvest in een voormalig parochiehuis in Epe. Er is op deze locatie tevens een buitenschoolse opvang gehuisvest.
De locatiemanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op deze locatie.
Er is door de houder coöperatief meegewerkt aan het onderzoek.
Inspectiegeschiedenis
Bij de inspectie in 2014 is een overtreding geconstateerd op het onderdeel Personeel en Groepen.
Voortgang
De houder heeft zich ingespannen en heeft de overtreding daarmee hersteld. Het kinderdagverblijf voldoet verder aan de onderzochte voorwaarden.
Verdere toelichting is te lezen in onderstaand inspectierapport.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
waarborging emotionele veiligheid
ontwikkeling van persoonlijke competentie
ontwikkeling van sociale competentie
overdracht van normen en waarden
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar.
Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd.
Pedagogische praktijk Situatie observatie:
Er zijn op het moment van onderzoek 6 kinderen in de babygroep aanwezig en 7 kinderen in de peutergroep.
Tijdens de inspectie zijn de volgende momenten geobserveerd:
Slaapritueel;
Eetmoment babygroep;
Overdracht aan ouders;
Kleimoment.
Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is zoals deze is geobserveerd in de praktijk):
Het waarborgen van emotionele veiligheid
De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Er heerst een ontspannen en open sfeer op de groep.
Observatie
De beroepskrachten hebben op respectvolle manier contact met de kinderen. Ze zijn sensitief en reageren adequaat op signalen van de kinderen. Zo benoemt de beroepskracht van de
peutergroep dat er een mevrouw in de groep komt kijken en legt ze dit aan de kinderen uit, als een kind hiernaar vraagt. De kinderen hebben een vertrouwde relatie met de beroepskrachten. Het contact is vanzelfsprekend affectief. Er worden grapjes gemaakt, de kinderen krijgen een aai over hun bol of een compliment. Bij het naar bed brengen van een baby praat de beroepskracht op een zachte toon, houdt ze fysiek contact en benoemt ze wat ze doet bij het kind. De sfeer op beiden groepen is aangenaam. De kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich prettig voelen. Tijdens de broodmaaltijd eten ze rustig hun boterham en ondertussen worden er gesprekjes gevoerd met de beroepskrachten.
Zorgdragen voor de ontwikkeling van de persoonlijke competentie
De beroepskracht ondersteunt en stimuleert de ontwikkeling van (individuele) kinderen.
Observatie
De inrichting van de groepsruimten is huiselijk en met zorg ingericht en afgestemd op de leeftijden 0-2 jaar en 2-4 jaar. Er zijn diverse speelhoeken in de ruimtes aanwezig, zoals een huishoek met een keukentje en voor de kinderen bereikbare materialen om te bouwen en de fantasie te
prikkelen. Op de babygroep zijn verschillende plekken waar zijn waar de baby's in alle rust hun omgeving kunnen ontdekken.
Wanneer de kinderen vrij spel hebben mogen zij zelf aangeven waar ze mee willen spelen. Op de peutergroep wordt een kleimateriaal aangeboden. De kinderen mogen van echte keukenmaterialen gebruiken bij het experimenteren met de klei. De beroepskrachten laten het initiatief bij de
kinderen tijdens het spel. Zij geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden.
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-11-2015
MAM's Kinderopvang Epe BV te EPE
Zorgdragen voor de ontwikkeling van de sociale competentie De kinderen zijn een deel van de groep.
Observatie
Tijdens het spel van de kinderen voeren de beroepskrachten gesprekjes met de kinderen. Kinderen zoeken contact met elkaar, ze zoeken elkaar op en voeren onderling gesprekjes. Wanneer een baby door de beroepskracht naar bed wordt gebracht 'zwaait' de beroepskracht met de baby de kinderen in de groep uit. De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer op de groep.
Ze zijn behulpzaam en hebben zorg en aandacht voor alle kinderen.
Zorgdragen voor overdracht van waarden en normen
Beroepskracht vervult een voorbeeldfunctie in spreken en handelen.
Observatie
De beroepskrachten in de omgang met elkaar samenwerkend en betrokken. Ze tonen een
luisterend oor voor kinderen die wat willen vertellen. De beroepskrachten hebben een vriendelijke en hartelijke houding naar andere volwassenen, bijvoorbeeld een ouder.
Als een kind iets geeft aan de beroepskracht reageert de beroepskracht met: "Dankjewel."
Conclusie
Uit de praktijkobservatie blijk dat de houder voldoende zorg draagt voor het waarborgen van de vier basiscompetenties.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (beroepskrachten)
Observaties
Pedagogisch beleidsplan
Pedagogisch werkplan
Personeel en groepen
Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen".
Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan.
Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan.
De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld.
Verklaring omtrent het gedrag
Uit de beoordeling van de Verklaringen Omtrent Gedrag blijkt dat de aanwezige beroepskrachten in het bezit zijn van een VOG die voldoet aan de voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie
Uit een beoordeling van het diploma blijkt dat de beroepskracht in het bezit is van een beroepskwalificatie conform CAO.
Opvang in groepen
Op het moment van onderzoek zijn er 9 kinderen aanwezig op de peutergroep en 6 kinderen op de babygroep.
De peutergroep bestaat uit maximaal 12 kinderen van 2 tot 4 jaar en de babygroep bestaat uit maximaal 10 kinderen van 0 tot 2 jaar.
Beroepskracht-kindratio
Op de peutergroep zijn 9 kinderen aanwezig en 2 beroepskrachten.
Op de babygroep zijn 6 kinderen aanwezig en 2 beroepskrachten Houder voldoet hiermee aan de gestelde voorwaarden.
Er worden ten tijde van onderzoek niet meer dan 10 kinderen opgevangen in de peutergroep en niet meer dan 7 kinderen in de babygroep.
Uit de steekproef genomen uit de aanwezige presentielijsten en het personeelsrooster blijkt dat de houder de inzet van het aantal beroepskrachten op het aantal aanwezige kinderen per dag
berekent aan de hand van de rekentool op www.rijksoverheid.nl
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke
Interview anderen (beroepskrachten)
Observaties
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Plaatsingslijsten
Presentielijsten
Personeelsrooster
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-11-2015
MAM's Kinderopvang Epe BV te EPE
Veiligheid en gezondheid
Uit de Wet kinderopvang vloeien bepalingen voort die stellen dat de houder moet zorg dragen voor kinderopvang in een veilige en gezonde omgeving.
De houder moet een verantwoord veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid voeren, middels een uitgevoerde risico-inventarisatie.
Dit onderdeel betreft verder een beoordeling van een aantal items van het gevoerde veiligheids- en gezondheidsbeleid op het kinderdagverblijf.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Bij het in kaart brengen van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s is gebruik gemaakt van het model van Stichting Consument en Veiligheid en LCHV.
De meest recente risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd op 10-04-2015. Een plan van aanpak is daarbij ook opgesteld.
De meest recente risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd op 06-04-2015. Een plan van aanpak is daarbij ook opgesteld.
Uit de observatie in de praktijk en het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat de
beroepskrachten bekend zijn met de risico's en handelen conform de afspraken die zijn vastgelegd in het plan van aanpak. De beroepskrachten handelen conform protocollen en huisregels.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (beroepskrachten)
Observaties
Risico-inventarisatie veiligheid
Risico-inventarisatie gezondheid
Actieplan veiligheid
Actieplan gezondheid
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-11-2015
MAM's Kinderopvang Epe BV te EPE Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : MAM's Kinderopvang Epe BV
Aantal kindplaatsen : 22
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder
Naam houder : MAM's Kinderopvang
Adres houder : Jachtlaan 191
Postcode en plaats : 7312 CJ APELDOORN
KvK nummer : 08215856
Aansluiting geschillencommissie : Nee
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland
Adres : Postbus 3
Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen
Telefoonnummer : 088-4433000
Onderzoek uitgevoerd door : Mw. M. Poortinga Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Epe
Adres : Postbus 600
Postcode en plaats : 8160 AP EPE
Planning
Datum inspectie : 12-11-2015
Opstellen concept inspectierapport : 17-06-2016
Zienswijze houder : 02-06-2016
Vaststelling inspectierapport : 02-06-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 01-09-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 01-09-2016
Openbaar maken inspectierapport : 06-09-2016
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-11-2015
MAM's Kinderopvang Epe BV te EPE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De jaarlijkse inspectie is voor MAM’s een belangrijk onderdeel binnen ons kwaliteitsbeleid.
Het pedagogisch klimaat en -bewustwording, ontwikkeling en veiligheid van kinderen staan bij ons voorop.
Het onderzoek dat is uitgevoerd , is door MAM’s Kinderopvang Epe als zeer prettig ervaren. Na het lezen van de rapportages van het KDV en BSO zijn er geen aanvullende punten voor de
zienswijze. Ik vind het een compliment en ben trots met het rapport dat wij hebben mogen ontvangen.
Het rapport neemt MAM’s ter harte om de kwaliteit van MAM’s Kinderopvang kwalitatief hoog en verantwoord te houden.
Met vriendelijke groet, Mede namens Mariel Potkamp Chantal Hartvelt MAM’s Expert Tel: 055 - 3606234
E-mail: Montessori@mamskinderopvang.nl