Methotrexaat (MTX)
Methotrexaat (MTX)
Uw MDL-arts heeft met u gesproken over het gebruik van methotrexaat (MTX). Dit medicijn behoort tot de groep ontstekingsremmers oftewel immunosuppressiva. U krijgt dit medicijn omdat andere middelen voor uw ziekte niet goed werken of omdat u van deze middelen bijwerkingen heeft ondervonden. Hier vindt u informatie over de werking en het gebruik van dit medicijn en hoe u kunt handelen in geval van bijwerkingen. Onderaan de pagina vindt u een spuitinstructie van MTX. De ziekte van Crohn is een chronische darmontsteking, er is sprake van een overactieve afweerreactie. De oorzaak van de ziekte van Crohn is niet bekend. De behandeling met medicijnen bij de ziekte van Crohn is gericht op het onderdrukken van ontstekingsreacties. Doel van deze behandeling is de ontsteking te onderdrukken waardoor vermindering van klachten, verkleinen van een opvlamming (exacerbatie) en het verkleinen van compicaties die zich bij deze ziekte kunnen voordoen. Medicijnen kunnen de ziekte onderdrukken, maar de huidige medicijnen kunnen de ziekte niet definitief genezen.
Werking van MTX
MTX behoort tot de groep immunosuppressiva. Dit zijn geneesmiddelen die de natuurlijke afweer onderdrukken en op deze wijze de ontsteking in de darm afremmen. Effecten van MTX kunnen binnen zes tot twaalf weken merkbaar zijn. Er zijn ook patiënten bij wie de behandeling pas eerder of later effect heeft. Bij goed effect wordt MTX langdurig
voorgeschreven. MTX kan in combinatie met andere medicijnen worden voorgeschreven.
MTX is ook een cytostaticum: een stof die de groei van (snelgroeiende) cellen remt en doodt en gegeven kan worden bij kwaadaardige aandoeningen. Omdat is gebleken dat MTX ook de groei remt van niet-kwaadaardige cellen heeft het middel ook een gunstig effect op de ontstekingsziekten zoals ziekte van Crohn of reuma. De dosering van MTX is bij de ziekte van Crohn veel lager dan bij de behandeling van kwaadaardige aandoeningen.
Hierdoor zullen de bijwerkingen ook minder vaak voorkomen en milder van aard zijn.
Hoe wordt MTX gebruikt?
MTX bestaat in de vorm van tabletten en onderhuidse (subcutane) injecties. Tabletten MTX worden bij de ziekte van Crohn wisselend opgenomen waardoor de werking minder goed voorspelbaarder is. Voor de behandeling van de ziekte van Crohn worden bij
voorkeur onderhuidse (subcutane) injecties voorgeschreven. Hoewel het misschien een eng idee is, blijkt het zelf spuiten in de praktijk mee te vallen en goed te leren. U ontvangt instructies van de MDL-verpleegkundige over de injectietechniek. U, of uw naaste, dient de injectie zelf toe. MTX wordt één keer per week toegediend; bij voorkeur op dezelfde dag van de week. Injecteren na de avondmaaltijd vermindert de kans op bijwerkingen. Bewaar MTX zoals op de verpakking vermeld staat. De spuitinstructie volgt verderop in de folder.
Bijwerkingen
Het gebruik van MTX kan leiden tot een aantal bijwerkingen die van korte duur zijn of snel verdwijnen na het stoppen met de medicatie. Na toediening van MTX kunt u last krijgen van:
misselijkheid, braken, verminderde eetlust, diarree
‘grieperig’ gevoel, zoals spierpijnklachten, hoofdpijn, slaperigheid ontsteking van het mondslijmvlies
huiduitslag en jeuk andere infecties
longontsteking, dit is een zeldzame bijwerking, maar bij verschijnselen als
aanhoudende hoest, groen slijm ophoesten, kortademigheid en/of koorts moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
een verhoogde kans door een stoornis in de bloedaanmaak. Hierop zal uw bloed regelmatig worden gecontroleerd;
leverenzymstoornissen. Hier merkt u zelf meestal niets van. Uw bloed wordt daarom regelmatig gecontroleerd.
Wees tijdens de behandeling met MTX attent op de volgende verschijnselen:
hoge koorts huidafwijkingen slechte bloedstolling blauwe plekken
Foliumzuur
MTX heeft invloed op de opname van foliumzuur, dit is een vitamine (B11). Om dit te voorkomen, krijgt u tabletten foliumzuur (5mg) voorgeschreven. Deze wordt 1 tot 3 keer per week gebruikt; enkele dagen na de injectie. Dit wordt bepaald door uw behandelend arts. Volg daarom altijd het voorschrift van uw arts.
Interactie met alcohol, antibiotica, vaccinaties en andere geneesmiddelen
Combinatie met alcohol
Alcohol in combinatie met MTX verhoogt het risico op leverenzymstoornissen. Gebruik bij voorkeur niet meer dan één alcoholische consumptie per dag.
Combinatie met antibiotica
Meld altijd dat u met MTX wordt behandeld wanneer uw arts een behandeling met antibiotica wil starten. Sommige antibiotica mogen niet in combinatie met MTX worden gegeven!
Vaccinaties
MTX kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccinaties verminderen en de kans op bijwerkingen van het vaccin vergroten. Raadpleeg uw MDL-verpleegkundige of
behandelend arts als u gevaccineerd moet worden.
Geneesmiddelen
Gebruikt u NSAID’s (zoals ibuprofen) en / of antibiotica (penicilinne, ciprofloxacine) en / of andere immunosuppresiva (afweeronderdrukkers, zoals sulfsalazine,
azathioprine, rifampicine) dan is voorzichtigheid geboden. Breng uw arts of verpleegkundige op de hoogte van deze geneesmiddelen.
(Kruiden) supplementen zoals Sint janskruid of Echinacea kunnen de werking van MTX verminderen of verstoren.
Zwangerschap en borstvoeding
Onderzoek heeft aangetoond dat MTX schadelijk is voor het (ongeboren) kind. MTX wordt daarom niet gegeven bij zwangerschap of borstvoeding. Bij een kinderwens moet de MTX drie tot zes maanden tevoren worden gestaakt alvorens zwanger te worden. Bij gebruik van MTX moet, zowel door mannen als vrouwen, gezorgd te worden voor goede betrouwbare anticonceptie én moet u deze nog minstens drie maanden na beëindiging van het gebruik van MTX voortzetten. Als er een zwangerschapswens is bespreek dit ruim van te voren met uw behandelend arts en/of IBD-verpleegkundige, zodat er naar de persoonlijke
omstandigheden gekeken kan worden.
Spuitinstructie MTX
Wanneer mag u niet spuiten?
U mag niet spuiten:
als u cotrimoxazol of trimethoprim (antibiotica) gebruikt in een gezwollen huid of trombosegebied
in plaatsen die hard aanvoelen of er rood of blauw uitzien
Aflevering van MTX
Het recept voor MTX wordt doorgestuurd naar uw eigen apotheek. U moet rekening
houden met enkele dagen afleveringstijd. Er zijn verschillende soorten injecties in omloop, maar ze bevatten allemaal hetzelfde soort medicijn (werkzame stof).
Er zijn:
de kant en klare fabrieksspuit, per stuk verpakt; of door de apotheek zelf gevulde spuiten.
Volg de aanwijzingen op de verpakking of u de spuiten al dan niet in de koelkast moet bewaren.
Als u hier een dag later achter komt, kunt u de injectie alsnog toedienen. De week daarna injecteert u op de gebruikelijke dag. Is er echter meer dan een dag verstreken, dan kunt u het beste op de volgende manier handelen. Bijvoorbeeld: u bent gewend op donderdag te injecteren en u komt er pas op zaterdag achter dat u dat bent vergeten. Dien dan de injectie op zaterdag toe en noteer voor het vervolg de zaterdag als vaste dag. Wanneer u weer terug wilt naar de oorspronkelijke dag van injecteren, kunt u de injectiedag elke week een dag opschuiven tot u weer op de oorspronkelijke injectiedag bent.
Handelingsprotocol voor het toedienen van MTX
In dit protocol worden benodigdheden voor en werkwijze bij het toedienen van een subcutane injectie met MTX beschreven voor degenen die zichzelf in de thuissituatie injecteren.
Benodigde materialen medicatieoverzicht met MTX gevulde spuit
(grijze injectienaald (0,4 x 12 mm monoject). Zo nodig, indien niet bijgeleverd) pleister
naaldencontainer afvalzakje
Werkwijze
Zorg voor een rustige omgeving.
Controleer op het medicatieoverzicht de datum van injecteren.
Controleer bij de met MTX gevulde spuit de houdbaarheidsdatum en de dosering.
Was uw handen.
Bepaal de prikplaats (bij voorkeur in het bovenbeen of links en rechts onder in de buik
Verwijder het dopje van de spuit (en draai de naald op de spuit bij).
Verwijder de beschermhuls van de naald en houd de spuit als een pen in uw hand.
Fixeer met uw andere hand de prikplaats tussen duim en wijsvinger.
Plaats de naald loodrecht in de huid in een hoek van 90 graden.
Leg een gaasje op de prikplaats en verwijder de naald, in één beweging, uit de huid.
De prikplaats niet masseren.
Laat spuit en naald in één geheel in de naaldencontainer vallen.
Druk de prikplaats af met het gaasje en plak er zo nodig een pleister op.
Doe al het overige afval in een afvalzakje. Deze mag in uw gewone huisvuilzak.
Was uw handen.
Overige aandachtspunten
Voorraad
Controleer regelmatig de voorraad injecties, neem zo nodig contact op met de apotheek of behandelend arts voor een herhaalrecept. Bestel op tijd nieuwe injectiespuiten bij uw apotheek, houdt rekening met enkele dagen levertijd.
Injectiemoment
Kies een vaste dag en tijdstip waarop u injecteert, zodat u het niet vergeet. ’s Avonds injecteren kan misselijkheid helpen voorkomen.
Bewaren MTX-injectie
Niet alle MTX-spuiten hoeven in de koelkast bewaard te worden. Kijk goed in de bijsluiter welk bewaaradvies voor u geldt. Zorg dat de spuiten niet bereikbaar zijn voor (kleine) kinderen.
Naaldencontainer
Direct na het injecteren doet u de spuit met naald in de naaldencontainer. Deze mag niet bij het huisafval, maar wordt vol ingeleverd bij de apotheek.
Overig afval
Al het overige afval mag in de normale huisvuilzak.
Lekkage van de spuit
Bij lekkage van de spuit: controleer of de naald stevig op de spuit is bevestigd (bij de meeste spuiten wordt de naald op de spuit gedraaid: het zogenaamde luerlocksysteem).
Wat moet u doen bij lekkage/schade aan de spuit of morsen?
Bij een beschadigde spuit of een spuit die in de verpakking lekt, gebruikt u de spuit niet en neemt u contact op met uw apotheek.
Knoeien
Wanneer u injectievloeistof knoeit op bijvoorbeeld meubilair of tapijt, dan kunt u de vloeistof opnemen met een tissue en daarna het oppervlak met water reinigen. Komt de vloeistof in aanraking met uw kleding, dan kunt u deze het beste direct wassen in de wasmachine. Bij contact met de huid en/of ogen moet u tien tot vijftien minuten grondig spoelen met water en hierna contact opnemen met uw huisarts.
Prikaccident
Het is mogelijk dat de mantelzorger zich prikt aan de naald tijdens het toedienen of opruimen van de MTX. Laat in dat geval het wondje goed uitbloeden, door vlak naast de wond te drukken. Dit om eventuele MTX te verwijderen. Spoel het wondje met lauw kraanwater uit. Neem vervolgens contact op met de polikliniek of uw huisarts.
Vragen>
Heeft u nog vragen over de behandeling, spuitinstructie of mocht u klachten of vragen hebben als u weer thuis bent, neemt u dan gerust contact op met de IBD-verpleegkundige of uw behandelend MDL-arts.
Contactgegevens IBD-verpleegkundige:
Telefonisch spreekuur maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 9:00 en 10:00 uur.
T 088 753 39 52
E-mail: IBD@tergooi.nl
Contact
Coloscopiecentrum T 088 753 16 10
Ma t/m vrij van 08:00 – 16:00 uur.
Endoscopie-afdeling
IBD team
T 088 753 16 10 of T 088 753 3952 (telefonisch spreekuur) E IBD@tergooi.nl
Maag-, Darm-, Leverziekten - Polikliniek T 088 753 16 10
Ma t/m vr van 08:00 – 16:30 uur
Maag-, Darm-, Leverziekten - Verpleegafdeling T 088 753 21 49 (A1)
Ma t/m vrij van 09:00 – 17:00 uur.