• No results found

Peuteropvang CBS Oranje Nassau

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Peuteropvang CBS Oranje Nassau"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

Peuteropvang CBS Oranje Nassau

Plaats : Sliedrecht

LRKP nummer : 178116361

Onderzoeksnummer : 290378

Datum onderzoek : 7 november 2016

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 12

4 REACTIE VAN DE HOUDER . . . 13

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 14

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 7 november 2016 heeft de inspectie peuteropvang CBS Oranje Nassau onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Peuteropvang CBS Oranje Nassau is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• De voorwaarden voor vve

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie

◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden

◦ Het pedagogisch klimaat

◦ Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:

• documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;

• een groepsobservatie is uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de ochtendgroep;

• gesprekken met de locatieleiding, ouders, pedagogisch medewerkers en de intern begeleider/zorgcoördinator en een vertegenwoordiging van de houder zijn gevoerd.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

Toezichtkader

(6)

vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.

Opbouw rapport

(7)

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de

voorschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten: condities, ouders, de kwaliteit van de uitvoering en de zorg. Bepaalde indicatoren zijn beoordeeld als voorbeeld voor anderen.

Daarnaast zijn verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten:

kwaliteitszorg en doorgaande lijn.

Totaalbeeld

Peuteropvang CBS Oranje Nassau is onderdeel van Eigenwijs Kinderopvang.

Deze organisatie verzorgt binnen de gemeente Sliedrecht op verschillende locaties peuteropvang. Vier doelgroepkinderen bezoeken deze locatie. De houder is met een schoolbestuur een samenwerkingsovereenkomst aangegaan om in de panden van de basisscholen van dit schoolbestuur de peuteropvang te

realiseren. Inmiddels heeft Eigenwijs vier peuteropvanglocaties in Sliedrecht, waar 25 doelgroep kinderen worden opgevangen. Hoewel de pedagogisch medewerksters aangeven goed organisatorisch samen te werken met de basisschool, is op het aspect doorgaande lijn nog veel ontwikkeling mogelijk.

De houder van deze peuteropvang heeft de kwaliteit van de opvang hoog in het vaandel staan. Zo is er geïnvesteerd in de scholing van de medewerksters en is een vve-coördinator aangesteld, die de tutoring van de doelgroepkinderen planmatig verzorgt. Deze kwaliteitsimpuls is zichtbaar in de groep. Het educatief en pedagogisch handelen van de medewerksters is voldoende tot goed. De ouders, die de inspectie gesproken heeft, beamen de laagdrempeligheid van de medewerksters voor zowel ouders als kinderen.

De houder heeft een vve-beleidsplan geschreven, waarin ouderbeleid is

opgenomen op basis van een analyse van de ouderpopulatie. De volgende stap is om minimaal een keer per jaar de beleidsvoornemens en de resultaten te evalueren en deze evaluatie om te zetten naar een verbeterplan.

Hieronder volgt een toelichting per aspect.

Toelichting

Condities

Er is een recent GGD-rapport (november 2015) beschikbaar. De peuteropvang voldoet in voldoende mate aan alle condities.

BEVINDINGEN

2

(8)

Ouders

Peuteropvang CBS Oranje Nassau heeft een vve-ouderbeleid, gebaseerd op een analyse van de ouderpopulatie en een behoeftepeiling. Ouders worden vooraf geïnformeerd door de leidinggevende en de vve-coördinator. Tijdens de intake krijgen de ouders naast mondelinge informatie over vve ook een

informatiebrochure mee. Voor de doelgroepkinderen wordt naast de standaard zaken ook expliciet een formulier ingevuld met betrekking tot de

ouderparticipatie (B3).

Bij elk thema van het vve-programma krijgen de ouders een themabrief mee en voor de doelgroepkinderen is er een lijst met alle belangrijke woorden van het thema. Deze zijn vaak voorzien van een vertaling in de moedertaal van een van de ouders of Engels. Sommige thema's worden met de ouders afgesloten en de ouderparticipatie is groot. Voor de doelgroepkinderen zijn er voldoende

gesprekken over de ontwikkeling van het kind gepland met de ouders. De voorschool CBS Oranje Nassau werkt op het gebied van het ouderbeleid niet samen met de basisschool. Een punt waaraan gewerkt kan worden is het evalueren van de ouderbijeenkomsten.

De kwaliteit van de uitvoering van vve

De kwaliteit van de uitvoering heeft betrekking op het aangeboden programma, het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de pedagogisch

medewerksters. Het oordeel over deze aspecten van de voorschoolse educatie zijn voldoende tot goed.

Voor de uitvoering van het integrale vve-programma is er een heldere themaplanning. De uitgangspunten van het programma komen in alle activiteiten tot uiting. Het programma klimt op in moeilijkheidsgraad. De pedagogisch medewerkers laten in het spel en hun handelen zien dat zij rekening houden met het ontwikkelingsniveau van de peuters en dat zij tijdens het spel hier zoveel mogelijk op aansluiten. Nadenken over het aanbod voor kinderen die meer aan kunnen vraagt nog om aandacht, bijvoorbeeld kinderen die de basiskleuren al beheersen uitdagen door meer kleuren aan te bieden.

De inspectie heeft de indicatoren C2,1. C2.2, C2.4 en C2.5 als ‘goed’

beoordeeld. Het pedagogisch klimaat is zeer warm en respectvol. De leidsters zijn erg betrokken bij de kinderen en hun ouders. Ze hebben van nature een open en luisterende houding. Zo begeleiden de pedagogisch medewerksters. de peuters bij het oplossen van conflicten. Hierbij luisteren ze naar de kinderen en laten ze de kinderen zelf naar een oplossing zoeken (waarbij de leidsters soms suggesties bieden of open vragen stellen). Ook het bevorderen van de zelfstandigheid wordt gestimuleerd waarbij de dagritmekaarten een belangrijke rol spelen. Tot slot wil de inspectie de medewerksters complimenteren met de

(9)

inrichting van het lokaal. Dit is aantrekkelijk en taal en spel uitlokkend, maar er is ook oog voor de werkjes van de kinderen.

Het educatief handelen kent twee indicatoren, die met goed zijn beoordeeld (C3.3 en C3.6). De pedagogisch medewerksters stimuleren de sociale

vaardigheden en zij werken doelgericht aan de verdere ontwikkeling hiervan. Zo bleek tijdens het groepsbezoek dat de pedagogisch medewerksters, bij het gesprek en tijdens het spel, uitgaan van het begripsniveau en interesse van de peuters.

De medewerksters stellen open vragen met het doel om de peuters te prikkelen na te denken. Voorts maken de pedagogisch medewerksters bij de interactie oogcontact met de peuters en hebben een luisterende houding. Ze laten de peuters aan het woord om hun mondelinge taalvaardigheid te stimuleren. Voor het educatief handelen van de pedagogische medewerksters is een

taakverdeling, die natuurlijk is (zonder vaste afspraken) maar die berust op een bepaald principe (afwisselng van activiteit, beginnend bij de kring).

Ontwikkeling, begeleiding en zorg

De ontwikkeling, begeleiding en zorg heeft betrekking op het volgen van de brede ontwikkeling van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de peuters in de voorschool. Als ook op de ontwikkeling, begeleiding en zorg van peuters in de bredere zorgketen.

De voorschool hanteert op dit moment nog de peutertoetsen als volgsysteem, maar maakt in schooljaar 2017-2018 de overstap naar een observatiesysteem.

Dit systeem wordt op dit moment uitgeprobeerd op een andere locatie. De huidige manier van volgen start pas na 3 jaar en 2 maanden. Peuteropvang CBS Oranje Nassau legt de beginsituatie van de kinderen niet binnen drie maanden na plaatsing vast. Hierdoor komt vroegtijdige signalering en de daaropvolgende aanpak van een achterstand of voorsprong in gevaar. Dat is de reden dat indicator D1.1 als onvoldoende is beoordeeld.

Een dagdeel in de week is de vve-coördinator aanwezig om alle

doelgroepkinderen en andere kinderen met een specifieke ontwikkelingsbehoefte te ondersteunen. Dit wordt gedaan middels gedegen handelingsplannen en na een gerichte observatie. Deze handelingsplannen zijn voorzien van een beginsituatie, doelen, acties en adviezen voor ouders en medewerksters. Op gezette tijden worden deze plannen geëvalueerd en de uitkomsten worden gedeeld met de ouders en het consultatiebureau (D1.2 en D1.3).

De peuteropvang kan bij vragen de hulp inroepen van het ondersteuningsteam (OT-team). De leidinggevende en de vve-coördinator onderhouden de contacten met de externe zorgketen.

(10)

Kwaliteitszorg

De locatiemanager en de vve-coördinator zijn op dit moment degene die de coördinatie van vve in hun portefeuille hebben. Er vindt geen jaarlijkse evaluatie op groeps- en locatieniveau plaats van de kwaliteit op het gebied van de

doorgaande lijn, de uitvoering van het vve beleid en de resultaten van vve.

Doelen en resultaten zijn met name impliciet en niet concreet en meetbaar geformuleerd (E2 tot en met E4). Het borgen van het vve-beleidsplan kan als voorbeeld dienen voor de andere locaties. Zo heeft de vve-coördinator alle onderdelen van het dagritme uitgewerkt in documenten. Naast het vve- beleidsplan is er een protocol tutoring en vinden er regelmatig

locatieoverstijgende vergaderingen plaats met als doel onderlinge afstemming en het verhogen van de kwaliteit van de uitwerking van de thema's en de zorg.

Doorgaande lijn

De houder participeert in de vve-stuurgroep, die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van vve in de gemeente Sliedrecht. In de lokaal educatieve agenda (LEA) vindt één keer per jaar terugkoppeling van de bereikte doelstellingen voor vve plaats. In de nieuwe (concept) samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente, schoolbesturen en besturen van de voorschoolse voorzieningen staan elementen genoemd, die de doorgaande lijn moeten verstevigen; zoals

afspraken over programma's, observatiemethodes en ouderbetrokkenheid.

Het is van belang dat deze samenwerkingsovereenkomst snel definitief wordt, omdat er van een doorgaande lijn op het gebied van educatief en pedagogisch handelen, zorg en ouderbetrokkenheid in Sliedrecht geen sprake is.

De samenwerking tussen de peuteropvang en basisschool Oranje Nassau vraagt om verbetering. Het merendeel van de kinderen van peuteropvang CBS Oranje Nassau stroomt door naar de Oranje Nassau basisschool. De medewerksters geven aan zich onderdeel van de school te voelen en op organisatorisch vlak worden zij betrokken bij de basisschool. Er zijn echter geen concrete afspraken over de doorstroming en de doorgaande lijn met betrekking tot het programma, het pedagogisch klimaat, het educatief handelen en de zorg en begeleiding. De warme overdracht van zorgkinderen gebeurt middels een standaard

overdrachtsdocument en een aanvullend gesprek.

Eigenwijs is begonnen met het uitwerken van de SLO doelen, zodat het mogelijk wordt om de door hun gebruikte vve-methode beter aan te laten sluiten op de basisschool, die geen vve-programma gebruikt (F2, F4 tot en met F7).

Opbrengsten

De resultaten van de peutertoets worden aan de gemeente aangeleverd conform de afspraken. De gemeente heeft geen resultaatafspraken gemaakt en ook

(11)

Eigenwijs heeft geen resultaatdoelen gesteld, waardoor de inspectie de opbrengsten niet kan beoordelen.

(12)

De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op peuteropvang CBS Oranje Nassau grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie enkele tekortkomingen kent.

CONCLUSIE

3

(13)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de educatie op peuteropvang CBs Oranje Nassau . Daarnaast heeft de inspectie peuteropvang CBs Oranje Nassau gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.

Hieronder geeft de houder haar reactie:

Eigenwijs zal het initiatief gaan nemen voor een structureel betere samenwerking met de basisschool, waarbij duidelijke afspraken worden vastgelegd, over bijvoorbeeld de keuze voor een kind volgsysteem, de organisatie rond de doorgaande lijn en de ouderbetrokkenheid wanneer er sprake is van interne begeleiding en zorg.

Daarnaast zal Eigenwijs in het VVE overleg van de gemeente Sliedrecht het initiatief nemen om binnen korte tijd tot een samenwerkingsovereenkomst te komen, waarin de resultaatgebieden en doelen zichtbaar zijn.

REACTIE VAN DE HOUDER

4

(14)

In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende.

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

(15)

Ouders 1 2 3 4

• B7 Rekening houden met thuistaal

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

(16)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-

verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar

afgestemd

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

(17)

Opbrengsten van vve 1 2 3 4 G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke •

afspraken

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alle ouders gaan dan ook mee, zo kunnen we niet alleen de veiligheid van de kinderen waarborgen, maar krijgen de ouders de kans om deel te nemen aan een VE activiteit samen met

De kwaliteit van de uitvoering heeft betrekking op het aangeboden programma, het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de

Hierdoor lukt het niet om afspraken tussen de vroegschool en de voorscholen te maken voor het aanbod, het pedagogisch klimaat, het educatief handelen, het ouderbeleid en de zorg

Deze verbeterpunten hebben vooral betrekking op de aspecten: educatief handelen (C3), zorg binnen de groep (D1), interne kwaliteitszorg (E) en de doorgaande lijn

De doorgaande lijn is niet alleen zichtbaar bij de warme overdracht, maar ook bij de manier om met ouders om te gaan en bij de afstemming van het pedagogisch klimaat en het

Het kindcentrum heeft drie basisscholen in de nabijheid, maar van een doorgaande lijn, waarbij aanbod, zorg, educatief en pedagogisch handelen en het ouderbeleid tussen voor-

Het maken van nadere afspraken tussen voor- en vroegschool wat betreft de afstemming van het aanbod, het pedagogisch klimaat, het educatief handelen, het ouderbeleid en de zorg moet

Het handelen is respectvol De leerkracht toont begrip voor het gedrag en eventuele emoties van kinderen. De leerkracht benadert de kinderen