• No results found

Vraag nr. 236van 4 juli 1996van de heer HUGO MARSOUL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 236van 4 juli 1996van de heer HUGO MARSOUL"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 236 van 4 juli 1996

van de heer HUGO MARSOUL

Erkenning culturele centra – Voorwaarde inzake servi-cekeuken

In het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1992 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Nederlandstalige culturele centra is er in hoofdstuk II, artikel 6, §1, 4°, nog steeds sprake van een "service-keuken in relatie tot de polyvalente zaal".

Als de polyvalente zaal zich bijvoorbeeld in een beschermd gebouw bevindt, is het niet altijd mogelijk om daarbij ook nog in een keuken te voorzien. Anno 1996 is het overigens geen probleem om voor maaltij-den een beroep te doen op een traiteurdienst. De voor-waarde van een volledig uitgeruste keuken zou dus kunnen vervallen.

1. Wat wordt er precies bedoeld met "een servicekeu-ken in relatie tot de polyvalente zaal" ? Moet die keuken zich in het gebouw zelf bevinden ? Moet er effectief in gekookt kunnen worden ? Zijn er mini-mumnormen inzake oppervlakte ?

2. Aangezien men voor de service in kwestie bij de horeca terecht kan, zou de verplichting inzake servi-cekeuken als voorwaarde voor de erkenning van een cultureel centrum kunnen worden geschrapt. Heeft de minister ter zake reeds enig initiatief geno-men ?

Antwoord

Overeenkomstig de artikelen 6 § 1, 4°, 7 § 1,4°, 8, 5° en 9 § 3, 4° van het besluit van 21 oktober 1992 van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsi-diëring van de Nederlandstalige culturele centra, moe-ten alle erkende culturele centra inderdaad beschikken over een servicekeuken in relatie tot hun polyvalente zaal.

Bijgevolg is ieder cultureel centrum verplicht om, reke-ning houdend met de grootte van de polyvalente zaal en de categorie-indeling waarin het centrum erkend is, over een keuken te beschikken waarvan de inrichting en de capaciteit tegemoet komen aan de noden in het kader van de organisatie van eigen en receptieve cultu-rele activiteiten. Aangezien de uitbouw van de keuken gerelateerd is aan de grootte van de polyvalente zaal, de werking van het centrum en haar categorie-indeling, is de inrichting van deze voorziening bij ieder cultureel centrum verschillend. Het lijkt mij evident dat de oppervlakte en de inrichting van een servicekeuken van een cultureel centrum erkend in de basiscategorie, waar de polyvalente zaal over een publiekscapaciteit be-schikt van bijvoorbeeld 150 personen, minder uitge-breid zal zijn dan de keuken verbonden aan een poly-valente zaal met een publiekscapaciteit van bijvoor-beeld 500 personen in een cultureel centrum erkend in de plus-categorie II. Terwijl de culturele centra erkend in de basiscategorie meestal beschikken over een opwarmkeuken met minimale mogelijkheden om zelf te koken, zijn de servicekeukens van de culturele cen-tra erkend in de plus-categorie I en II meestal

indus-trieel uitgebouwd. De keuken is bovendien steeds gevestigd in de nabijheid van de polyvalente zaal, in hetzelfde gebouwencomplex.

Gelet op het voorgaande, werden er door de wetgever geen strikte normen inzake oppervlakte en uitrusting van de keuken opgelegd. In het kader van een erken-ning van een cultureel centrum zal de inrichting van de keuken worden vergeleken met voorzieningen in gelijkaardige culturele centra van dezelfde categorie, en wordt er tevens rekening gehouden met de plaatse-lijke noden van het lokale gemeenschapsleven.

Ten slotte kan ik het standpunt van de Vlaamse volks-vertegenwoordiger met betrekking tot het afschaffen van de voorziening van een servicekeuken in een cultu-reel centrum niet bijtreden.

Het cultureel centrum is immers een pluralistische instelling die onder meer als doelstelling heeft ruimten ter beschikking te stellen voor activiteiten van verschil-lende culturele werksoorten, organisaties, bevolkings-groepen en ideologische en filosofische strekkingen, en ruimten aan te bieden voor informele ontmoeting en contact. Het cultureel centrum moet het bestaande cul-turele leven van een leefgemeenschap stimuleren en daartoe diensten verlenen en bijdragen tot ontmoeting, samenwerking en coördinatie van de culturele sector. Bijgevolg horen culturele activiteiten en ontmoetings-activiteiten die gepaard gaan met een eetfestijn – den-ken we bijvoorbeeld aan het 25-jarig bestaan van een vereniging, het 50-jarig bestaan van een fanfare, de opening van het nieuwe seizoen door het cultureel cen-trum, een nieuwjaarsreceptie en dergelijke – thuis in een cultureel centrum.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het koninklijk besluit (KB) van 6 december 1976 en het decreet van 3 maart 1976 wordt de onderhouds- plicht van eigenaars en vruchtgebruikers van een beschermd

Is er reeds aan de bevoegde federale overheid mee- gedeeld dat het begrip "volledig leerplan" door de onderwijsinstellingen van de Vlaamse Gemeen- schap niet meer kan

Uit de opvraging bij de belangrijkste standplaatsen van dienst Export V l a a n d e r e n , blijkt dat het aantal dossiers behandeld door Vlaamse Economische vertegenwoordigers en

[r]

Met het besluit van de Vlaamse regering van 18 september 1991 werd de isolatiereglementering gebaseerd op het opleggen van een ”globaal isola- tiepeil (K55-norm)”, en

Zal het gewest Tessenderlo Chemie in zijn wetenschappelijk onderzoek steunen, v e r m i t s door het definitief afvoeren van de functie "smeerpijp" deze bedrijven

Momenteel wordt dit slib wel in de landbouw gebruikt als meststof of als bodemverbeteraar, indien voor deze afvalstof een ontheffing werd verleend door het

Regionale landschappen – Uitvoeringsbesluit Bij de goedkeuring op 8 oktober 1997 van het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu in het Vlaams