Vraag nr. 95
van 26 februari 1997
van de heer HUGO MARSOUL
T h e r m i s che isolatie van woningen – Hoogrende-mentsdubbelglas
Hoogrendementsdubbelglas is een dubbele begla-zing met lage emissiviteit, die is samengesteld uit hoogtechnologisch glas waarop een zeer dun onzichtbaar laagje is aangebracht. Dat laagje weer-kaatst de warmte naar binnen, waardoor het warm-teverlies meer dan 40 % lager ligt dan bij een klas-sieke dubbele beglazing.
In het kader van de Conferentie van Rio heeft ook ons land het engagement aangegaan om de CO2
-uitstoot te reduceren. Momenteel zou de CO2- u i
t-stoot in de woningsector 23 % van de totale CO2
-vervuiling bedragen. Indien men de klassieke beglazingen zou vervangen door hoogrendements-dubbelglas zou per jaar bijna 17 miljard kunnen worden bespaard. De jaarlijkse CO2-uitstoot in de
woningsector zou met 13 % verminderen en de jaarlijkse CO2-uitstoot met 3 %. Bovendien zou de
vervanging van de klassieke beglazingen door hoogrendementsdubbelglas neerkomen op 3.000 nieuwe banen gedurende 10 jaar.
Ons land heeft zich ertoe verbonden de CO2- u i
t-stoot met 5 % te verminderen tegen het jaar 2000. Door het voeren van een politiek waardoor het hoogrendementsdubbelglas verplicht of gesubsi-dieerd wordt, is men in de ons omringende landen ( m . n . in Duitsland, Nederland en de Scandinavi-sche landen) gekomen tot bijna 80 % van dergelij-ke beglazing, tegenover slechts 17 % in ons land. Zonder ondersteunende acties zou het ongeveer 100 jaar duren vooraleer alle woningen met hoog-rendementsdubbelglas zijn uitgerust.
Om de plaatsing van hoogrendements-isolerende beglazingen aan te moedigen, is het noodzakelijk het besluit van de Vlaamse regering van 18 septem-ber 1991 aan te passen. Het volstaat de maximale waarde te wijzigen in de rubriek betreffende door-schijnende wanden of bouwelementen van wanden van het verliesoppervlak van het gebouw (ramen, d e u r e n , e.d.) van 3,5 naar kleiner of gelijk aan 2,0 in tabel 1 (bouwelementen van nieuwbouw) en/of tabel 2 (reconstructie of transformatie) .
Heeft de minister reeds initiatieven genomen om bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering in die zin te wijzigen ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare We r k e n , Vervoer en Ruimtelijke Ordening.
Antwoord
Met het besluit van de Vlaamse regering van 18 september 1991 werd de isolatiereglementering gebaseerd op het opleggen van een ”globaal isola-tiepeil (K55-norm)”, en niet zozeer op het opleg-gen van specifieke eisen (k-waarden) voor de individuele bouwcomponenten (muren, v l o e r e n , daken, vensters en deuren).
De bijkomende eisen voor de maximale k-waarden werden ingevoerd met de bedoeling de isolatie gelijkmatig over de verschillende bouwcomponen-ten te verdelen. Op deze manier wordt over- of onderisolatie van een bepaalde component verme-den (problemen met converme-densatie, s c h i m m e l v o r-ming, ...).
De gestrengheid van de eisen zelf werd zo gekozen dat voor elke component een relatief evenwaardi-ge inspanning wordt evenwaardi-gevraagd, rekening houdend met de huidige bouwtechnieken en bouwtechni-sche eigenschappen van de bouwmaterialen. De bouwheer behoudt op deze manier toch min of meer de mogelijkheid zelf zijn eigen selectiecriteria ( b i j v. thermisch en visueel comfort tegenover kost-prijs) te bepalen om aan de reglementering te vol-doen.
Het opleggen van extra zware eisen voor een bepaalde component, in het door de V l a a m s e volksvertegenwoordiger gesuggereerde geval de doorschijnende wanden, lijkt mij daarom niet o p p o r t u u n , noch ten opzichte van het principe van het globaal isolatiepeil, noch ten opzichte van de eisen voor de andere (ondoorschijnende) wanden ( b a k s t e e n s e c t o r, sector van de isolatieproducten, ...) .
In het kader van een eventuele reglementswijzi-ging ben ik trouwens van mening dat het concept van isolatienormen dient te worden herdacht in de richting van het invoeren van een algemene ”ener-gieprestatienorm”.
De energetische kwaliteit van een woning, m e t daaraan gekoppeld het rationeel energiegebruik in de woningbouw, wordt immers niet enkel bepaald door de thermische isolatie, maar hangt ook nauw
samen met de aspecten van verwarming, v e r l i c h-ting, ventilatie, koeling en comfort.
Op korte termijn zal de opdracht worden gegeven om de Nederlandse Energieprestatienorm te evalu-eren en de mogelijke toepassing ervan in het Vlaams Gewest te onderzoeken.