• No results found

De Groen-vernatten van natuurgebieden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Groen-vernatten van natuurgebieden"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Nummer :

INBO.A.2007.232 advies 89

Datum :

28 november 2007

Auteur(s):

Geadresseerde :

Kabinet van de Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie,

Leefmilieu en Natuur

T.a.v. de heer Jan Verheeke

Koning Albert II-laan 20 bus 1

1000 Brussel

Uw kenmerk: KAB/JV/bp/2007-226 K02.4-U-07-3206

Aantal bladzijden:

2

Betreft: De Groen-vernatten van natuurgebieden, …. Of De vernatting in de Dijlevallei

Grote oppervlakten graslanden in de Dijlevallei stroomopwaarts Leuven worden al eeuwenlang gebruikt door landbouwers.

In 1975 werd dit gebied volledig ingekleurd als natuurgebied op het gewestplan, in 1986 werd het aangeduid als europees vogelrichtlijngebied en in 1996 ook nog eens als

Europees Habitatrichtlijngebied.

Dat betekent dat het zowel op regionaal als op europees vlak erkend wordt als een zeer belangrijk natuurgebied.

Waar vroeger landbouw de hoofdfunctie was, is de situatie nu gewijzigd en is natuur de hoofdfunctie geworden.

Tevens wordt de vallei tegenwoordig opnieuw gebruikt als natuurlijk overstromingsgebied om Leuven en de campus van de Katholieke Universiteit te vrijwaren van

overstromingen.

Bij het herstel van de natuurwaarden wordt hier onder andere gebruik gemaakt van de oprichting en het beheer van Vlaamse reservaten (o.a. de vijvers van Oud-Heverlee) en private natuurreservaten (de Doode Bemde), maar er wordt ook gebruik gemaakt van het instrument natuurinrichting. Er wordt daarbij gestreefd naar het herstel van verschillende grondwaterafhankelijke vegetatietypen.

Dat betekent ondermeer dat de waterlopen (Leigrachten en Dijle) niet meer geruimd worden in functie van de landbouw. Er gebeuren nog wel ruimingen, maar niet meer zo drastisch en grondig (diep) als vroeger.

Dat heeft inderdaad tot gevolg dat in sommige delen van de Dijlevallei de

(2)

Dat alles betekent echter niet dat de oppervlakte open water toeneemt, wel in tegendeel. De winterse overstromingen zijn zeer tijdelijk, het water trekt direct na de

overstromingspiek weer weg. In het kader van het lopende natuurinrichtingsproject zullen een aantal vijvers zelfs verdwijnen om opnieuw plaats te maken voor rietlanden en grote zeggenvegetaties. De oppervlakte aan grachten met open water krimpt met een paar honderd meter.

Het is zeer zeker niet de bedoeling om van dit gebied één groot moeras te maken. Bij het beheer van o.a. het natuurreservaat de Doode Bemde is er immers een belangrijk

medegebruik door de landbouw georganiseerd. Grote oppervlakten grasland worden gemaaid door de lokale landbouwers en nabegraasd door hun vee.

Hieruit blijkt ook duidelijk dat de risico’s voor het optreden van moerasgebonden epidemieën als onbestaande mag beschouwd worden: nl. geen toename van de oppervlakte open water, integendeel. Bovendien zijn de overstromingen beperkt in de tijd en vinden hoofdzakelijk tijdens de winter plaats, dus buiten de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de tellingen per schip geldt, dat deze in het gebied Friese Front vooral gericht zijn geweest op het tellen van Zeekoeten. Dit levert twee belangrijke beperkingen op: 1) er

De 3 soorten Helleborus die door teler 2 (Zuid Holland) op 6 januari zijn geleverd, vertoonden een gemiddelde verdamping in de eerste 2 dagen van 34,29 gram water, wat bij

0 2 4 6 8 10 12 14 16 reukgras roodzwenkgras gestreepte witbol grote vossestaart kamgras fiorin kropaar beemdlangbloem ruwbeemdgras Engels raaigras GRASSEN cichorei veldzuring

Wel zijn in het kleine groepje (6%) dat "je werkt met melk- vee" op de eerste plaats zet opmerkelijk veel bedrijfshoofden van mening dat de gebondenheid ruimschoots

Voor zoutgevoelige gewassen in het algemeen wordt een grens van 1-1,5 mmol/l aangehouden.. In de praktijk wordt er tot dusver vanuit gegaan dat de concentratie natrium in mmol/l

Het vraagt lef van de Onderwijscoöperatie, de daarbinnen vertegenwoordigde sectororganisaties, de vele leraren die als ambassadeur voor het register optreden en de leraren die zich

Men kan echter niet de ene waarde centraal stellen zonder afwegingen te moeten maken over wat dat voor andere waarden betekent.. Zo worden de dilemma’s, de waardeconflicten, uit

As hierdie mening van BURT gesien word teen die besliste menings wat daarop nagehou word deur sommige psigometrie1 blyk die noodsaaklikheid vir 'n verdere