Vraag nr. 55
van 22 februari 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Doelstelling 2-gebieden – Overleg en consultatie De richtlijnen van de Europese Commissie met be-trekking tot het partnerschap bij het opstellen van programma's voor de erkende doelstelling 2-g e b i e-den bepalen dat dit in overleg met alle betrokken partners moet gebeuren. Hiertoe moet "een zo breed mogelijk overleg en consultatie gebeuren". 1. Hoe zijn deze richtlijnen concreet uitgewerkt op
Vlaams niveau ? Zijn er minimumvereisten be-paald inzake overleg en consultatie ?
Die begrippen lijken alleszins in te houden dat verder dient te worden gegaan dan louter mede-deling van een uitgewerkt voorstel.
2. Gaat men daarbij tot het betrekken van de pro-v i n c i e r a a d , de gemeente- en OCMW-r a a d , pro-v o o r programma's die slaan op hun eigen provincie of gemeente ?
Antwoord
1. Bij beslissing van de Vlaamse regering van 3 de-cember 1999 werden de provinciebesturen aan-gesteld als gedeeltelijke inhoudelijke beheers-autoriteit voor het opstellen van de programme-ring en het beheer van de projecten in het kader van de gebiedsgerichte Europese programma’s 2000-2006 die op hun grondgebied worden uit-g e v o e r d . Uitzonderinuit-g hierop vormen de doel-stelling 2-programma’s voor de stedelijke gebie-den Gent en A n t w e r p e n , waarvoor de betrok-ken stadsbesturen zelf als beheersautoriteit zul-len optreden.
Ter verdere concretisering van deze opdracht-verlening wordt met elk van de provinciebestu-ren en beide stadsbestuprovinciebestu-ren een beheersovereen-komst afgesloten. Daarin wordt er onder meer op gewezen dat de opstelling en uitvoering van de programmeringsdocumenten – conform de richtlijnen van de Europese Commissie – het voorwerp dienen uit te maken van een zo breed mogelijk overleg met alle relevante betrokken partners in de regio. Tevens wordt, ter onder-steuning van de uitvoering van het programma, in technische werkgroepen met betrekking tot specifieke belangrijke domeinen (afhankelijk van het programma) voorzien waarbij de leven-de krachten uit leven-de regio (gemeentebesturen,
s t r e e k p l a t f o r m e n , sociaal-economische organs a t i e organs, organsubregionale tewerkorganstellingorganscomitéorgans, m i-l i e u b e w e g i n g, …) worden betrokken. Wat de ge-meentebesturen betreft, zullen tevens een aan-tal vertegenwoordigers zitting hebben in de ma-n a g e m e ma-n t c o m i t é s, bevoegd voor de beoordelima-ng van de concrete projectvoorstellen.